Op 8 april sta ook ik bepakt en bezakt om kwart voor negen op vliegbasis Eindhoven. Afghanistan here I come again! De eerste horde tot Camp Mirage, ergens in de Perzische Golf, verliep uiterst comfortabel. We vliegen met een Boeing 767-300ER van Martinair. Een vliegtuig dat van alle gemakken is voorzien. Zo had ik met drie stoelen voor mezelf voldoende ruimte. Ook de stewardessen tonen zich van hun beste kant. Daar komt bij dat de 6 uur durende vlucht letterlijk voorbijvliegt als we een DVD speler, volgepropt met de nieuwste films, series, muziek en documentaires uitgereikt krijgen.
Op Mirage wordt een verplichte tussenstop gemaakt. De overgang is groot als we daar uitstappen. De avond is al ingevallen maar toch komt je nog een warme deken tegemoet. Ondanks dat we midden in de woestijn vertoeven, voelt het klammig aan. Vanaf hier gaat de reis naar Kandahar Airfield (KAF) in Afghanistan verder met een militair transportvliegtuig. Daarnaast halen daar de inroterende militairen hun scherfwerende vesten en de persoonlijke wapens tevoorschijn. Vanaf dat moment zal men dit constant op de man/vrouw houden. Ook ik, een collega journalist van het AD en een kunstenaar krijgen daar een helm en scherfwerend vest uitgereikt. We brengen een paar uurtjes door op een klein afgeschermd kamp. Na een maaltijd en wat geklets op een terrasje in de buitenlucht duik ik nog voor een uurtje in mijn mandje. Van slapen komt het niet echt. Iedereen wordt namelijk al kort erna gewekt.
Snel daarna nemen we plaats in de buik van een C-17 Globemaster III. De C-17 is met 53.04 meters bijna even lang als de KDC-10 die Nederland heeft. Dit Amerikaans tactisch zwaar-transportvliegtuig maakt het mogelijk snel grote hoeveelheden troepen en alle typen vracht wereldwijd te transporteren. Deze gigant kan dus ook ondersteuning leveren aan troepen aan de frontlinie doordat het kan landen op voorwaartse bases waar vaak geen landingsbaan is.
Rond vier uur ’s nachts plaatselijke Afghaanse tijd, na 2,5 uur vliegen, landden we op KAF. Dit is hét militaire vliegveld van de internationale troepmacht ISAF. Ongeveer 24/7 stijgen daar straaljagers met nabranders op en vertrekken en landen er constant helikopters en andere vliegtuigen.
Ook het zenuwcentrum van de NAVO-missie in het zuiden van Afghanistan is hier gezeteld. Ontelbare staffunctionarissen van alle naties die hun troepen hebben gestationeerd in de Zuid-Afghaanse provincies Kandahar, Uruzgan, Helmand, Zabul en Nimroz zijn hier te vinden. Al die landen zijn verenigd in Regional Command South (RC(S)) het NAVO-hoofdkwartier in het zuiden. Ook Nederland heeft hier zijn afgevaardigden, alsook het luchtdetachement voor de Air Task Force (ATF) bestaande uit Nederlandse F-16’s en Cougar (binnenkort Chinook) transport helikopters die Kandahar als uitvalsbasis hebben. De Nederlandse generaal-majoor Mart de Kruif voert momenteel zelfs het commando over RC(S).
Ondanks dat er ontzettend veel is veranderd sinds mijn laatste bezoek kreeg ik het gevoel niet weg te zijn geweest. KAF is uitgegroeid tot een gigantische militaire stad op de rand van een woestijn in Zuid-Afghanistan. Op de basis zijn maar liefst ruim 15.000 militairen ondergebracht. Het is er zo groot, dat je de weg makkelijk kwijtraakt. De militaire containers, tenten en greppels zien er overal hetzelfde uit. Naast de Dutch Corner, de huiskamer van de daar verblijvende Hollandse militairen, is er op KAF een overvloed aan vertier. Je kan het zo gek niet bedenken of de Amerikanen hebben het daar wel naartoe gesleept. Zo vindt je op de boardwalk ondermeer een Burger King, een Tim Hortons (vooral de ijscappucino daar is een echte aanrader) en een Pizza-Hut. De Canadezen hebben er zelfs een ijshockey stadiumpje aangelegd en dat het middelpunt van de boardwalk gemaakt.
Na enkele uren vertrekken wij direct met een Dash-7, dit is een klein type propellervliegtuig, naar Tarin Kowt (TK).
Wat me gelijk opviel is dat TK sinds mijn laatste verblijf ook enorm is volgebouwd. Maar toch… lijkt het nog steeds een grote bouwput. Ook hier bekruipt me het gevoel niet weg te zijn geweest. Vooral bij het zien van zoveel bekende gezichten. Ik word fantastisch opgevangen. Middels een rondleiding maak ik opnieuw kennis met het kamp en al haar faciliteiten. Zoals de gepantserde legering, de locatie voor medische verzorging, de douches en toiletten, de werkplek, het restaurant, de Echos, de fitness-ruimte en de e-Wellfare-ruimte. De laatste is een ruimte waarin men de mogelijkheid heeft gratis te bellen en tegen een geringe betaling het internet op kan. Wat me ook gelijk opvalt is de uitgedijde diversiteit aan nationaliteiten op het kamp. Zo zijn er ondermeer militairen uit Groot-Brittannië, Amerika, Australië, Singapore,Tsjechië, Slowakije, Frankrijk en niet te vergeten… Afghanistan te vinden.
Maar wat memisschien nog des te meer opvalt is de professionele ‘we-can-do’ mentaliteit onder de militairen op Kamp Holland. Er heerst echt een stemming als van; ‘back to business as usual’. Vooral na de trieste gebeurtenis van afgelopen maandag waarbij de 20 jarige soldaat Azdin Chadli om het leven kwam en vijf anderen gewond raakte is dit voor een buitenstaander misschien onverklaarbaar. En nog steeds hangt er een reële dreiging in de lucht van raketbeschietingen. Dit is nooit voor 100% uit te sluiten.
Maar als de afgelopen twee dagen een graadmeter mogen zijn voor de komende twee weken dan belooft het veel goeds.
Leave a Reply