Op 1 januari 1677 was de oprichting van een regiment artillerie een feit. Nu, 326 jaar later, staat datzelfde Wapen der Artillerie er redelijk goed voor. Dit ondanks het feit dat de veldartillerie, na afloop van de Koude Oorlog, flink ingeleverd heeft. Bezuinigings- en reorganisatierondes zorgden ervoor dat veel afdelingen werden opgeheven. Met als gevolg dat het gros van het personeel zijn heil ergens anders, binnen of buiten de KL, zocht en veel specifieke kennis verloren is gegaan. Binnenkort zullen alle 120mm mortieren bij de pantserinfanterie en in 2004 alle reserve vuursteuneenheden ook geschrapt worden. Toch lijkt er nu, onder het wakende oog van ‘Sinte Barbera’ als de schutsvrouwe van de artillerie, een kentering in te gaan komen. Tussen de stukken geschut van toen en de precisie wapens van nu ligt de ontwikkeling van de artillerie die vooral in de afgelopen jaren snel is gegaan. DDP pikt enkele van deze ontwikkelingen, in de grondgebonden vuursteun, van de afgelopen jaren en richting toekomst ertussen uit.
Licht en zwaar: Het met de huidige eenheden en middelen kunnen vervullen van de bondgenootschappelijke verdediging en van crisisbeheersingsoperaties stelt specifieke eisen aan de organisatie, de middelen en het personeel. Enerzijds onderkent men de behoefte aan lichte eenheden, die snel wereldwijd kunnen worden ingezet. Vooral de “Initial Entry Capability” van het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier en 11 Air Manoeuvre Brigade zijn hier een mooi voorbeeld van. Anderzijds hebben zware grondeenheden, gesteund door artillerie, in de recente oorlog in Irak een grote rol gespeeld. Ook eigen ervaringen uit het recente verleden leren ons dat zware eenheden noodzakelijk zijn en dat de artillerie regelmatig bij crisisbeheersingsoperaties in stelling werd gebracht. In zowel Bosnië als Kosovo is artillerie ingezet. 11 Afdra “de Gele Rijders” en 41 Afdva opeenvolgend in Kosovo, ter invulling van de NAVO-behoefte aan vuursteun eenheden voor KFOR. Terwijl de radargroepen van 101 Artillerieondersteuningsbatterij actief waren in Bosnië, Macedonië en Kosovo. Maar ook in kleiner verband en als individu zijn vele artilleristen al ingezet voor vrede en veiligheid. Ook artilleristen hebben een ruime taakopvatting en zullen in de toekomst flexibel inzetbaar zijn. De KL moet kunnen optreden in het complete geweldsspectrum. De operationele commandant dient dan te allen tijde de beschikking te hebben over eigen vuursteunmiddelen zoals doelselectie, -opsporing en –verwerking; vuursteunplanning en –coördinatie; doelbestrijding en –evaluatie en commandovoering om zijn opdracht te kunnen uitvoeren. Doelopsporingsmiddelen variëren van de waarnemer bij de manoeuvre eenheden, “Sperwer” Remotely Piloted Vehicles tot en met mortier- en artillerieopsporingsradars. Bij voorkeur worden deze “Sensors to Shooters” gekoppeld. Vervolgens dient vuursteun snel, nauwkeurig en 24 uur per dag afgegeven te kunnen worden. Met als opdracht het vernietigen, neutraliseren en/of onderdrukken van de tegenstander met indirect vuur van vuurmond- en/of raketsystemen als geïntegreerd deel van het vuursteunsysteem. Met goed getraind personeel en de juiste middelen, gesynchroniseerd met de gecombineerde operaties van de manoeuvre eenheden, is de artillerie in staat verwoestende vuren af te geven met een vernietigend effect op de vijand. Voornamelijk omdat Luchtmacht en Marine niet in alle omstandigheden in staat zijn om in deze behoefte te voorzien.
Opleiden en trainen: Jaren van deelname aan vredesoperaties heeft tot inzicht gebracht dat hoogwaardige opleiding en trainingsondersteuning onontbeerlijk is om bij iedere vorm van inzet succesvol op de mat te komen. Belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat beide de realiteit zo dicht mogelijk benaderen. Deze moet gericht zijn op het winnen van een conflict. Een stelregel die een solide basis vormt om ook tijdens minder gewelddadige inzet professioneel te kunnen opereren. Hieraan wordt bij dé autoriteit op het gebied van grondgebonden vuursteun, het Opleidings- en Trainingscentrum Vuursteun (OTCVust) op de Legerplaats bij Oldebroek, hard gewerkt. De “Knobbel” is hierbij de bakermat en het kloppende hart van de artillerie. Hier vinden alle grondgebonden vuursteun opleidingen Krijgsmachtbreed plaats. Het bevindt zich in een bijkans ideale situatie. Het heeft nagenoeg alle grondgebonden vuursteun eenheden – op de legerplaats ’t Harde met uitzondering van 41 Afdva – in de directe omgeving. Met de oefen- en schietmogelijkheden van het Artillerie Schietkamp ertussen in. Om het niveau van zowel artillerie eenheden als de individuele kanonnier op te krikken, heeft het OTCVust onder meer geavanceerde onderwijsleermiddelen (GOLM) ter beschikking. Ook is een Observer/Trainer (OT) organisatie in het leven geroepen. Specialisten die als bewakers van de kwaliteit optreden. Wat bijkomend een probaat middel is in de strijd tegen verval van kennis en ervaring, dat het niveau van de vuursteun eenheden kan aantasten. De OT’ers trekken tijdens oefeningen het veld in en monitoren de verrichtingen van de eenheden. De kennis die ze daarmee vergaren, verwerken ze weer in de lesprogramma’s en oefen scenario’s. Ze doen dit aan de hand van de door de oefenleider (de operationele commandant) bepaalde doelstellingen waar het trainingsdeel plaatsvindt. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten. Tijdens oefeningen blijken zij dan ook uitstekend in staat de zwakke en sterke punten van eenheden eruit te lichten en te becommentariëren tijdens een After Action Review. Om ze als het ware een spiegel voor te houden. Ook voor wat betreft GOLM mag het OTCVust niet klagen. Naast de simulator voor de MLRS beschikt het over vijf van de acht (drie staan er in Seedorf) M109 crewtrainer LARIT (Laad en Richttoestel) systemen. Waarmee een stuksbediening alle handelingen kan uitvoeren tot en met het afvuren, van alle in gebruik zijnde munitie en ladingen, van de houwitser. Zo kunnen allerhande storingen in het systeem worden ingevoerd die voor uitdagingen zorgen. Door het verduisteren van de lokalen kan men zelfs het nachtschieten beoefenen. Met de aanschaf van de vuurmond PzH2000 komt een opleidingsschietbuis/-module in iedere afdeling beschikbaar. Een ander voorbeeld is de VUIST (Vuursteun Informatie Systeem) simulator. Hiermee kan de gehele keten van vuuraanvraag door de waarnemer tot en met uitwerkingsvuur van de stukken, via een netwerk aan elkaar gekoppeld, in een klaslokaal beoefend worden. Ook de voorwaartse waarnemers worden grotendeels in een klaslokaal opgeleid. Dit gebeurt met behulp van geavanceerde waarnemertrainers, natuurgetrouwe kopieën van hun organieke uitrusting, die geheel op de modernste videotechnieken zijn gebaseerd. Verder begint het gebruik van computer ondersteunend onderwijs aan een opmars. Hierbij kan de cursist de lessen in zijn eigen tempo via een computer volgen.
Snelheid: Op het gebied van materieelvernieuwing ziet het er rooskleurig uit. Vooral de vuurleiding is meegegaan in de vaart der moderne ontwikkelingen. Door de invoering – vanaf de waarnemer tot het enkele stuk – van het digitale VUIST is het eerste station op weg naar modernisering en optimalisering eindelijk gepasseerd. Vroeger werd een vuuropdracht, met onder meer doelinformatie, nog met de hand in de FADAC (Field Artillery Digital Automatic Computer) geklopt die daarmee aan het rekenen sloeg. VUIST veranderde dit en worden vuuropdrachten nu via computers digitaal naar de stukken verstuurd. Gegevens als daar ligt het doel, zo zijn de omstandigheden en dit is de gewenste inzet krijgen de stukscommandanten in één keer op hun GTAC (Gun Tactical Artillery Computer) gepresenteerd. In de nabije toekomst zal men zelfs gaan beschikken over het AFSIS (Advanced Fire Support Information System). Dit zal het hele artilleriesysteem – mogelijk zelfs het hele vuursteunsysteem – tot op divisieniveau integraal koppelen. Met als resultaat dat een artillerie eenheid nog efficiënter, sneller en slagkrachtiger kan optreden.
Weersvoorspelling: 101 Artillerie Ondersteunings Batterij kan met een nieuwe digitale state of the art ballistisch meteostation, van Finse makelij, weersomstandigheden op diverse hoogtes in de atmosfeer in kaart brengen. Op een snelle manier voorzien zij de vuursteun eenheden van ballistische metingen. Deze ballistische informatie – het bepalen van windrichting, windsnelheid, luchtdruk en temperatuur in diverse luchtlagen – is cruciaal voor de veldartillerie. Hoe nauwkeuriger deze metingen zijn, hoe groter wordt dan de trefkans. Dankzij deze gegevens hoeven de stukken niet eerst in te schieten. Dat spaart munitie en verhoogt de slagkracht. Direct uitwerkingsvuur voorkomt dat het verrassingseffect verloren gaat. Gebruikte het vorige systeem radar om de weerballonnen te volgen. Het nieuwe is passief. De sonde zendt haar signalen zelf naar een grondstation.
FENNEK: Ook de voorwaartse waarnemers maken zich op om nieuw materieel in ontvangst te nemen. Binnenkort zal het pantserwielvoertuig FENNEK zijn intrede doen. Deze zal de gedachte aan de YPR pantserrups snel proberen te doen vergeten. De verschillende sensoren en verbindings- en informatieverwerkingssystemen die integraal deel uitmaken van de FENNEK maken het mogelijk snel en onder alle omstandigheden doelen te onderkennen, informatie te verwerken en snel uit te wisselen. Om de doelen vervolgens te laten bestrijden. Samengevat is de FENNEK het platform dat mobiliteit, bescherming en commandovoeringsystemen combineert en daardoor een onmisbare rol zal kunnen gaan vervullen bij het optreden in gevechts- en crisisbeheersingsoperaties. Waarnemers zullen weer in staat zijn om waar te nemen zonder zelf in de kijker te lopen. Tegelijkertijd zal het aantal waarnemersgroepen bij cavalerie-eskadrons, net zoals het nu bij de pantserinfanterie compagnieën het geval is, naar twee worden uitgebreid.
PzH-2000: Vervolgens is de vervanging van alle vuurmonden van het type M109 A2/90 door de PzH-2000 aanstaande. Eenvoudigweg omdat de M109 niet meer voldoet aan de eisen die de KL stelt. Het is simpelweg te traag om het verwachte aanbod van bewegende doelen in de voorste lijn te bestrijden. De dagen van in stelling komen en pas een tiental minuten later tot vuren gereed zijn is voltooid verleden tijd. De PzH-2000 kan, vanwege het hoge risico van bestrijding door vijandelijke wapensystemen, snel en eenvoudig in stelling komen en weer veranderen. De schietbuis kan snel en met grote nauwkeurigheid in schootsrichting worden gebracht. Door de combinatie van zijn eigen navigatie systeem, gevoed door GPS satellieten, als positie sensor en ballistische boordcomputer is het systeem in hoge mate autonoom. Concreet betekent dit “shoot and scoot” principe dat binnen twee minuten nadat de vuurmond een vuuraanvraag krijgt tijdens de rit. Deze stopt, 8 schoten afvuurt en weer op weg is voor een vervolgopdracht. De PzH-2000 vormt hiermee de sleutel tot de stroomlijning en flexibilisering van het vuursteunsysteem van de KL. De huidige drie afdelingen met ieder 24 vuurmonden M109 zullen straks uitgerust worden met ieder nog maar 18 vuurmonden PzH-2000. Van de NL versie zal de software van de ballistische boordcomputer worden aangepast aan de meest recente eisen ten aanzien van het verwerken van munitiedata. Verder worden enkele vuurregelfuncties aangepast vanwege onder andere de nationaal- en nieuw te voeren munitiesoorten, vuurregelingsprocedures en C²-systemen. Naar verwachting zullen medio 2004 de eerste twee NL systemen getest worden, om te beoordelen of onze specifieke aanpassingen op de juiste wijze zijn aangebracht en functioneren. In 2007 moet dan de eerste afdeling omgerust zijn. In het streven naar een logistiek en operationeel samenwerkingsverband tracht men ook andere (potentiële) PzH-2000 gebruikende landen erbij te betrekken. Dit zijn in eerste instantie Griekenland en Italië die 24 en 70 stuks hebben besteld. Een samenwerkingsverband dat al zeker is, is het gebruik maken van een Duitse rijsimulator voor de onze rijopleidingen. Daardoor hoeft Nederland geen eigen simulator aan te schaffen. Ook wordt er snel een aanvang gemaakt met de eerste opleiding van Nederlandse stuksbedieningen op de Duitse artillerieschool, in Idar-Oberstein. Van elke afdeling volgt een stuksbediening deze opleiding, die in september dit jaar afgesloten wordt met een schietoefening. Deze 155mm/L52 kaliber houwitser is in staat standaard projectielen tot 30 km en langedracht projectielen tot zelfs 40 km te schieten. Dat is kilometers verder als het huidige in gebruik zijnde Multiple Launch Rocket System (MLRS). Door een, digitaal gestuurde en elektrisch aangedreven, geautomatiseerde aanvoer van de zware 155 mm projectielen kan de vuurmond de hoge vuursnelheid van minimaal 8 schoten per minuut bereiken. Nadat de munitie voorraad van 60 projectielen verschoten is. Zijn twee kanonniers in staat om de houwitser binnen 12 minuten weer tot de tanden te bewapenen. De drie koppige stuksbediening kan zich door de bepantsering beschermd voelen tegen mijnen, pantserdoorborende klein kaliber munitie en scherfwerking van artillerie- en mortierprojectielen. Ook de bescherming tegen NBC-middelen is gewaarborgd. Niet alleen de vuurkracht, nieuwe typen munitie en het tempo van herladen vormen de kracht van de PzH-2000. Ook het grote bereik met een dodelijke precisie spreekt in zijn voordeel. Meer in de diepte gelegen vijandelijke vuursteun eenheden, munitievoorraden en C² centra komen binnen zijn bereik. Het MLRS, dat momenteel als enige hiervoor geschikt, moet daardoor een stevige concurrent naast zich dulden.
MLRS: Evengoed beschikt het MLRS met zijn voorraad van twaalf M-26 raketten, dat elk stuk in draaibare containers meezeult, over een angstaanjagende vuurkracht. Iedere raket verspreidt op ± vijfhonderd meter boven het doel 644 bomblets, die detoneren wanneer ze de grond of een object raken. De aanschaf van nieuwe geavanceerde raketten met een dracht van zeventig tot tachtig kilometer is een optie om het systeem op te poetsen. Dit in combinatie met de mogelijke toepassing van slimme munitie. Die zich boven het doelwit openen en waaruit bijvoorbeeld doelzoekende projectielen te voorschijn komen met een tijdmechanisme. Blindgangers blazen zichzelf op na een aantal uren. Vooral dat laatste aspect verdient aandacht, omdat met de huidige submunitie niet valt uit te sluiten dat er ook omgevingsschade ontstaat en er nodeloos slachtoffers vallen. Mede doordat zich onder de bomblets soms exemplaren bevinden die niet afgaan wanneer ze de grond raken, maar wel op scherp blijven staan. Reden waardoor dit wapensysteem niet geschikt is tijdens vredeshandhavende operaties. Ook is het mogelijk om een MLRS uit te rusten met twee langeafstandsraketten die zo’n 200 kilometer ver dragen en precies hun doel uitpikken. Echter dit alles gaat dan wel een flinke duit kosten. Dus bestaat er een kans dat de MLRS het veld moet ruimen en de PzH-2000 zijn taken overneemt.
Onomstreden: Grondgebonden vuursteun is en blijft onmisbaar voor het ondersteunen van alle mogelijke gevechtsacties en in het kader van vredesafdwingende operaties. Juist bij deze laatste categorie is behoefte aan capaciteit om over vuurkracht over een lange afstand en met een hoge mate van precisie te kunnen beschikken. In combinatie met het gebruik van “slimme munitie” en nauwkeurige doelopsporingsmiddelen, kan men dan in een groot gebied gedoseerd en exact artillerievuur uitbrengen. Wat resulteert in een hoge mate van escalatiedominantie. En uiteraard aan de bescherming van de eigen troepen. Maar welke plannen de artillerie eventueel ook mag realiseren, men rekent zichzelf nog niet rijk, want er is volledig het besef dat veel nog toekomstmuziek betreft, waarbij de politiek als vanouds de eerste viool speelt en daar is de kou nog lang niet uit de lucht. Maar dat de veldartillerie een onomstreden plaats heeft veroverd in de nieuwe geherstructureerde krijgsmacht staat buiten kijf.
Leave a Reply