Met een oorverdovende knal wordt de deur finaal uit zijn hang en sluitwerk geblazen. Terwijl de explosie nog nagalmt betreedt de eerste assaulter al de met rook en houtsplinters gevulde ruimte. De rest van de ploeg volgt hem een fractie van een seconde later. Soepel slaan ze naar beide kanten de bocht om. Bij het betreden en scannen van de ruimte is ‘slow is smooth & smooth is fast’ het motto. Ofwel, ze gaan daarbij met een niet gehaaste maar vastberaden pas voorwaarts terwijl ondertussen de torso en wapen in rap tempo strak naar alle richtingen beweegt.
Iedere dreiging die de assaulters daarbij in het vizier krijgt wordt direct uitgeschakeld met een welgemikte ‘double tap’ in de borst en/of een ‘head-shot’. In no-time kammen ze vervolgens minutieus de aangrenzende ruimtes uit, op zoek naar de gijzelaar(s). Dit bovengenoemd scenario speelt zich af in één van de twee ‘shooting houses’ die de Tier One Group (T1G) op zo’n 30 kilometer ten westen van Memphis in de Amerikaanse staat Arkansas te bieden heeft.
Het is een trainingscomplex dat discreet ligt verscholen in het agrarisch landschap van Crittenden County. Eenentwintig mannen van 103 Commandotroepencompagnie van het Korps Commandotroepen (KCT) hadden de primeur om als eerste Nederlandse Special Forces (SF)-operators dit trainingswalhalla voor Hostage Rescue Operations (HRO) te gebruiken. Van 29 oktober tot 17 november 2012 hebben zij daar het sluitstuk van hun ruim twaalf weken durende Contra Terreur (CT) systeem-opleiding afgerond.
“Voorheen gingen we aan het eind van de CT-opleiding naar DARC, ofwel het Direct Action Resource Center in het 230 kilometer westelijker gelegen Little Rock,” vertelt sergeant-majoor Joost, de nieuwe commandant van de instructiegroep CT van het instructiepeloton ‘Schieten en Speciale Technieken Tactieken’ van de Opleidings- en Trainingscompagnie Speciale Operaties. “Maar omdat DARC niet meer tegemoet kwam aan onze specifieke wensen qua HRO trainingsmogelijkheden is sinds kort de nabij Memphis gelegen T1G bij ons in beeld gekomen.
Op het ruim drie vierkante kilometer tellende trainingscomplex van deze private onderneming kunnen we werkelijk alles doen wat in Nederland of zelfs Europa door allerlei regel- en wetgeving onmogelijk is. Alle benodigde faciliteiten zijn er aanwezig. Naast de twee ‘shooting houses’ hebben we daar onder meer opslag- en lesruimte, een compleet in Afghaanse stijl gebouwd dorp, een uit containers bestaande marktplaats en meerdere schietbanen tot onze beschikking. Er is meer dan voldoende ruimte om diverse inzetopties in al de facetten van HRO te kunnen beoefenen.
Overdag en vooral ‘s-nachts met nachtzicht optiek in combinatie met bijvoorbeeld de IR-laser op het wapen kunnen we daar geïntegreerd met snipers optreden en in meervoudig ploegverband naar hartenlust in en buiten de gebouwen met scherp schieten. Ook kunnen we met een diversiteit aan springladingen zowel binnen de objecten als er buiten breachen. Daar komt bij dat tijdens ons verblijf al onze ad hoc wensen in zeg maar near real time verwezenlijkt werden. Zo wilden we bijvoorbeeld extra meubilair. De volgende ochtend stond er bij aanvang enkele gevulde containers op ons te wachten. Wilden we tussendoor de indeling van de ruimtes in de objecten aangepast hebben, werd dat geregeld. Geen enkel probleem, het kan er allemaal.”
De eerste week bij T1G werd voornamelijk besteed aan het fine-tunen van procedures en technieken die worden gebruikt bij het beëindigen van gijzelingssituaties en die in Nederland niet beoefend konden worden. Denk bijvoorbeeld aan schiet-technische momenten met scherpe munitie.
Maar ook diverse breach-technieken, om met kneedspringstof ergens een ingang te kunnen forceren. Maar uiteindelijk komt het tijdens de drie weken neer op het testen van iedere individuele operator en wordt zijn ‘kennen en kunnen’ als assaulter onder de loep genomen. De specifieke kenmerken van een HRO vereist immers bijzondere vaardigheden. Vooral omdat zo n actie in een ‘hostile environment’ en onder alle omstandigheden in het geweldsspectrum moeten kunnen worden uitgevoerd. Het bijzondere karakter is gelegen in het feit dat gedurende de gehele HRO de assaulter voorbereid moet zijn op vijandigheden en zware weerstand tot ver in de omgeving van het object.
“Daarom wordt er ook zo ontzettend veel aandacht geschonken aan zogeheten ‘Close Quarter Battle’, in het kort CQB procedures en technieken,” vertelt Joost. “Maar naast deze verplaatsing- en contactdrills in een vijandige omgeving ligt de focus tijdens de opleiding vooral op het schiet technische vlak. Door van meet af aan pauzeloos de juiste ‘combat’ schiethoudingen aan te leren, hoef je er later niet meer bewust mee bezig te zijn en kan de nadruk meer gelegd worden op tactiek en procedures.”
In de uitdagende scenario’s die tijdens het verblijf op T1G op het menu staan zitten dan ook alle ingrediënten verwerkt die ze de voorgaande negen weken tijdens de CT-opleiding voorgeschoteld hebben gekregen. Zowel individueel als in ploegverband wordt daarbij hun fysieke en mentale doorzettingsvermogen, flexibiliteit en creativiteit flink op de proef gesteld.
Bij een HRO is de ‘instap’, of wel het binnendringen van een object, een belangrijk onderdeel. Deze vaak spectaculair uitziende actie kan qua uitvoering zowel verassend stil en heimelijk als tegelijkertijd ook snel, erg dynamisch en agressief zijn. Desalniettemin verschaft deze fase van de actie alleen maar de toegang tot een object. Het belangrijkste moet dan nog komen. Namelijk het vinden van de gijzelaar(s). Dat is absoluut geen sinecure en maakt het uitvoeren van HRO zo buitengewoon.
De operators moeten op T1G bij het betreden van een object en aangrenzende ruimtes de situatie in één oogopslag in kunnen schatten en op basis hiervan de juiste beslissing nemen. Daarbij komt de dreiging de ene keer van rechts, dan weer plotseling vanachter een deur of half verscholen achter een kast. Door deze constante veranderingen worden ze voortdurend gedwongen om alert te blijven na te blijven denken. Voortdurend krijgen ze daarbij uitdagingen voorgeschoteld in coördinatie, munitiediscipline en zogeheten ‘discriminerend vuur’, waarbij meerdere schijven worden weggezet die gekenmerkt zijn als zijnde geen bedreiging voor de operator.
“Bij zo’n vijfendertig procent van de op T1G uitgevoerde HRO acties zijn de patroonmagazijnen gevuld met scherpe munitie,” zegt Joost. “Hiermee wordt zowel een veiligheidsbewustzijn als een groot onderling vertrouwen in elkaars kunnen opgebouwd. Er is hierbij immers geen ruimte voor fouten mogelijk. Gedurende de overige vijfenzestig procent zijn de houders opgetopt met verf gevulde patronen, de zogenoemde FX-munitie. Tegelijkertijd wordt door de inzet van een oefenvijand, ook voorzien van verfpatronen, de realiteit ten volle nagebootst. De afwisseling van acties met scherpe- en FX-munitie is noodzakelijk. Het gevaar bestaat dat de CQB drills anders wat verslappen, omdat het went dat schijven niet terug schieten. Bij de combinatie FX en oefenvijand kan de operator ook werkelijk wat terug ontvangen, iets dat behoorlijk au doet. Door deze pijnfactor leert hij eventuele fouten ook snel af.”
Het draait uiteindelijk allemaal om het beëindigen van een gijzelsituatie. Zeer kenmerkend voor deze lichting assaulters was dan ook wel het woord expendable. Een kreet die de operators er telkens aan herinnerde dat ze zichzelf tijdens een HRO moesten wegcijferen. Het bevrijden van de gijzelaar(s) komt immers op de eerste plaats. Deze slagzin kwam gedurende deze CT-opleiding zelfs zo dikwijls voorbij dat de operators zichzelf ‘The Expendables’ zijn gaan noemen, naar twee gelijknamige Hollywood actiefilms.
The-Expandables
De drie weken op T1G werden ten volle benut. Werkdagen van zo’n zestien uur achter elkaar waren eerder regel dan uitzondering. Daarbij hebben ze ruwweg zo’n 400 explosieve ladingen gebruikt. Deze liepen uiteen van kleinere tot hele grote en zware ladingen. Met laatstgenoemde maakte ze met gemak een nieuwe deuropening in een muur.
Met het versplinteren van meer dan 250 deuren gaven ze de bijnaam ‘doorkickers’ een nieuwe dimensie. Ook het laten springen, inslaan en ritsen van ramen is uitgebreid aan bod gekomen. Daarnaast zijn er genoeg hulzen gemaakt. Gedurende de gehele CT-opleiding is door iedere operator gemiddeld een mix van zo’n 10.000 patronen aan 5.56 mm, 9 mm en shotgun munitie verschoten. Om nog maar te zwijgen over de aantallen sim-munitie en stuns. Op het fysieke vlak zijn er ook cijfers bekend. Vooral op dagen waarop zogenoemde Reactie Aanhouding en Controle Technieken, ofwel REACT trainingen zijn gegeven werd door de met de complete uitrusting omgehangen operator zo’n 8000 calorieën verbrand.
Desalniettemin ook tijdens de periode op T1G was ‘hard werken is ook hard ontspannen’ het motto. Naast een bezoek aan een basketball wedstrijd was vooral Beale Street in Memphis daarbij ’the place to be’. Ook werd er door een afvaardiging van de ‘Elvis’ fanclub een bezoek gebracht aan Graceland, het huis van de King of Rock & Roll.
Uiteindelijk hebben van de zevenentwintig operators die aan de CT-opleiding waren begonnen er negentien hun certificaat tot CT-assaulter in ontvangst mogen nemen. Door deze aanvullende opleiding en training beschikken ze nu over aanvullende speciale kennis en vaardigheden waardoor ze naast het ‘reguliere’ SF werk nu ook onder zeer moeilijke omstandigheden inzetbaar zijn bij complexe HRO operaties.
Hiervoor staat het KCT 24 uur per dag, 365 dagen per jaar stand-by. De vier commandotroepencompagnieën van het keurkorps van de landmacht draaien bij toerbeurt in verschillende hoogtes van paraatheid dienst om op verzoek in te grijpen bij een HRO situatie buiten onze landsgrenzen.
4 Comments
Radja
25 januari 2013 at 21:12Goede informatie, zeer goede foto’s !
Prachtig gedaan !
Inviato
29 januari 2013 at 18:59Ziet er erg goed uit ! Mooi ook om te zien hoe de CT opleiding vooruit gegaan is in de afgelopen jaren.
Hannes
18 februari 2013 at 12:16Super gave fotos maar wat gebeurt er met de andere acht die het certificaat niet hebben gehaald?
cach lam dep
12 juni 2013 at 15:16Goede informatie, zeer goede foto’s !
Prachtig gedaan !