Wat is er nu beter voor de onderlinge verstandhouding dan een goede competitie. In het verleden waren er voor de diverse militaire disciplines niet allen nationale evenementen maar ook internationale wedstrijden. Deze stonden in hoog aanzien en er werd dan ook flink voor getraind en geoefend. Een eerste plaats betekende niet alleen het respect van de tegenstander maar ook internationaal aanzien en nationale trots.
Met de bezuinigingen na de val van de muur raakten de wedstrijden langzaam in vergetelheid. Niet alleen de internationale wedstrijden maar ook de nationale wedstrijden werden in het kader van de bezuinigingen niet meer georganiseerd. Gelukkig is aan deze trend een aantal jaar geleden een eind gekomen en heeft de Koninklijke landmacht twee grote evenementen in eren hersteld, de Bartelsbeker en de Menno van Coehoorn trofee. Beide wedstrijden zijn op bataljons-niveau, elk infanteriebataljon van de Koninklijke Landmacht vaardigt een infanteriepeloton en een mortiergroep van een compagnie uit. Die maken dan onderling uit wie de trofeeën mee naar huis mag nemen en zich een jaar lang beste van de landmacht mag noemen.
DDP volgde de B/Stiercompagnie 11 Infanteriebataljon AASLT Garderegiment Grenadiers en Jagers van de 11 Luchtmobiele Brigade, voor dit jaar de hofleverancier voor beide wedstrijden, in de opwerking.
De compagnie, onder bevel van kapitein Krul stond voor een aantal grote uitdagingen. De compagnie bestond, door ondervulling en blessures maar uit drie infanteriepelotons van twee groepen met ook nog nieuw kader. Zowel een pelotonscommandant als vier groepscommandanten waren nieuw en de leercurve was derhalve erg steil. Uiteindelijk zijn er twee pelotons geformeerd die beiden exact hetzelfde programma volgden. De basis werd gelegd tijdens een aantal niveau II en III oefeningen op de Arnhemse Heide, oefenterrein te Stroe/ Garderen en de jaarlijkse SOB-SOMS schietserie in het Duitse Bergen-Hohne. Van daaruit moest iedereen in een paar maanden worden klaargestoomd om op topniveau te presteren. De focus werd gelegd op het uitvoeren van de basis gevechtstechnieken (BGT), schieten, mentale/ fysieke vorming en het commandovoeringsproces. Het bataljon staat ook paraat voor de NRF (NATO Responce Force, de snelle inzetbare eenheid van de NAVO). Een druk schema dus.
Voor iedereen die nu denkt dat het zonde is om schaarde middelen in te zetten voor een wedstrijdje? De deelnemers doorlopen hun gewone oefenprogramma. Alleen is er door deelname meer druk om te presteren. Het grotere doel is het niveau van iedereen omhoog te brengen.
OVG
Onze eerste kennismaking met het gecombineerde infanteriepeloton vindt plaats in het oefendorp Marnehuizen. Daar doorloopt het peloton een OVG (Optreden in Verstedelijkt Gebied) oefening. De oefenleiding heeft een uitdagend scenario met actieve oefenvijand opgezet dat het uiterste vergt van het kader. Coördinatie, overzicht en snelheid zijn de toverwoorden die het uiterste van de mannen vergen. De oefenleiding houd alles scherp in de gaten en in de AAR (After Action Review, nabespreking) wordt het kader het vuur aan de schenen gelegd over de gekozen oplossingen en mogelijke alternatieven. De plotseling neerdalende sneeuw zorgt voor een mooi decor, meer niet. Voor de mannen van eerste-luitenant Siebe weer genoeg leermomenten.
Grondplaat
Een aantal weken later treffen we de mortiergroep van de compagnie aan in de bossen op het ASK (Artillerie Schiet Kamp). In de oefening ‘Grondplaat’ oefenen de mannen van sergeant-1 Koen in het opzetten van een stelling voor hun twee 81mm mortieren. Na grondige bestudering van de kaart verplaatsen de drie zwaar gecamoufleerde voertuigen zich tactisch naar een verzamelplaats. Van daaruit gaat Koen met zijn voertuig en groep naar een aantal potentiele posities. Met de grootste zorg worden deze ter plaatse bestudeerd, ingemeten en getekend. De meest belovende positie wordt bewaakt achter gelaten als Koen terug rijdt naar het verzamelpunt om zijn stukscommandanten en vuurleider te briefen en ze vervolgens naar de positie te leiden.
Ter plekke gekomen worden in recordtijd de twee mortieren geplaatst en komen al snel via vuurleider sergeant Geert de eerste vuurmissies binnen. Helaas wordt deze keer het afvuren van de mortieren gesimuleerd met oefengranaten, die nog het meeste weghebben van vuurwerk.
Direct na de vuurmissies wordt de stelling afgebroken om vijandelijk tegenvuur voor te zijn. Binnen no-time zijn de mortieren in de voertuigen geladen en zijn ze vertrokken naar een verzamelpunt.
LFX
Voor de generale repetitie is de complete compagnie weer terug op het ASK voor een live-fire exercise (LFX). Zowel de infanteristen als de mortiergroep draaien een complete oefening met scherpe munitie. Voor het luchtmobiele tintje worden de teams ingevlogen met een Chinook helikopter van de Koninklijke Luchtmacht.
Eenmaal geland verdwijnt de mortiergroep richting een speciale mortierbaan op het ASK. Dit keer zijn ze zonder voertuigen en worden alle onderdelen voor de stukken en de munitie op de man meegenomen.
De infanteriegroepen worden opgewacht door de commandant van de Scoutsnipergroep dat al in de nacht voorafgaande aan de aanval is geïnfiltreerd in het gebied. Dat gebied is de nieuwe baan 23, een lange en brede infanteriebaan met op afstand bedienbare doelen. Groot genoeg om met meerder infanteriegroepen gelijktijdig op te treden en gecoördineerd te manoeuvreren. Het schieten met scherpe munitie en het met meerder groepen bewegen legt een grote verantwoordelijkheid op de schouders van het kader. Overzicht voor de pelotonscommandant en communicatie met zijn groepscommandanten is cruciaal. Mentaal een behoorlijke uitdaging voor iedereen.
Bartelsbeker
Uiteraard is er maar een plek waar deze infanteriewedstrijd kan worden gehouden en dat is op het ISK (Infanterie Schiet Kamp), beter bekend als de Harskamp. Verspreid over het immense terrein worden de diverse onderdelen afgewerkt door zeven teams die elk een van de zeven infanteriebataljons van de Koninklijke Landmacht vertegenwoordigen. Apart van de pelotonswedstrijd vindt er gelijktijdig een aparte strijd plaats onder de Scoutsnipers, voorheen Schutters Lange Afstand (SLA). Zij strijden om een aparte prijs. Ook de Anti-tank schutters vechten onderling een eigen wedstrijd uit met een eigen bokaal.
De pelotons crossen met hun 4-tonners van de ene kant van het ISK naar de andere kant. Steeds om op tijd te zijn voor hun volgende opdracht. De oude vertrouwde gevechtsbaan is een van de obstakels die door de teams moeten worden genomen. Ook de ‘gewone’ schietbanen wordt beoordeeld hoe het staat met de techniek en trefzekerheid. Oostdorp is het toneel van een haastige actie om de laatste huizen in te nemen en de ‘vijand’ op afstand te houden. Het is toch een heel verschil als er vanuit de huizen met scherp wordt geschoten in plaats van met losse flodders. Het geluid gaat dwars door je heen en muzzle-awareness (waar is je loop ten opzichte van je richtmiddel) wordt opeens een stuk belangrijker. Niemand wil tenslotte in het kozijn schieten.
Rond de middag valt op het scorebord op te maken dat het 11de net buiten de prijzen valt. Om het spannend te houden wordt daarna de tussenstand niet meer bijgewerkt. Dat maakt de prijsuitreiking extra spannend.
Een van de laatste onderdelen voor het 11de is de hindernisproef. In drie afzonderlijke teams moet elk team zo snel mogelijk een opdracht uitvoeren waarna elk team nog een parcours in gevechtsuitrusting moet afleggen. Om het wat moeilijker te maken moeten munitiekisten, wapens en een ‘gewonde’ worden meegenomen. Als de laatste man van het peloton over de finish is stopt de tijd. Zelfs de wedstrijdleiding is verbaast als het 11de bijna vijf minuten sneller is dan het peloton met tot dan toe de snelste tijd. Als enige blijven ze ook onder de twintig minuten. Goed voor extra punten.
Tijdens de prijsuitreiking blijken deze doorslaggevend te zijn voor de overwinning. De Bartelsbeker nieuwe stijl gaat voor de tweede keer naar het 11de. De terecht trotse bataljonscommandant Lkol Ron Sensen neemt de Bartelsbeker in ontvangst uit handen van de heer Bartels, kleinzoon van naamgever generaal Bartels.
Een topprestatie voor het samengestelde peloton (PC1, OPC2, groepen 1B, 1C en 2B) onder leiding van Elnt Siebe.
Menno van Coehoorn
De wedstrijd voor mortiergroepen was vroeger altijd voor de 120mm mortieren. Daarvan zijn de meesten uitgefaseerd zodat een aantal jaar geleden is besloten de wedstrijd nieuw leven in te blazen voor de 81mm mortiergrepen van de infanteriebataljons.
Uiteraard wordt de wedstrijd gehouden op het ASK en wordt er met scherp geschoten. Dat kan niet met meerdere groepen tegelijk en de schietseries worden dan ook over twee dagen verdeeld. De drie beste teams gaan dan op de middag van de tweede dag in de finale nog een keer aan de bak.
De mortiergroep van het 11de onder leiding van Koen haalt de finale en moet als laatste de baan op om een stelling te betrekken en een aantal vuurmissies uit te voeren.
Gelijktijdig wordt er voor richters nog een aparte wedstrijd gehouden. Daarbij gaat het om snelheid en moeten ze in een head-to-head in een afvalrace zo snel mogelijk een mortierstuk richten. Uiteindelijk lukt het twee richters van het 11de de finale te halen zodat ook die wedstrijd door het bataljon gewonnen wordt.
Helaas wordt de mortiergroep derde overall en gaat de overwinning naar het team van 42 Bataljon Limburgse Jagers die, uniek voor de wedstrijd, een perfecte schietserie afwerken.
Het was een druk half jaar voor de Bravo/Stier compagnie. Het was een waar genoegen om ze gedurende de opwerking en wedstrijden te mogen volgen. DDP dankt de compagniescommandant kapitein Marcel Krul en zijn mannen voor de gastvrijheid.
2 Comments
Urie
28 mei 2015 at 21:34Geen enkele militair draagt hetzelfde opsvest zo te zien?
Noorloos
21 juni 2015 at 19:21Echt heel goed gezien Urie.. Maar wat wil je daar mee zeggen ?