Vanaf februari 2013 kunnen burgerkandidaten zich weer aanmelden voor de Kennismakingsdagen van het Korps Commandotroepen. Goed nieuws voor deze categorie die in het jargon ‘spijkerbroeken‘ worden genoemd. Dit betekent dat ze voor een job als commando weer rechtstreeks bij het keurkorps van de landmacht kunnen aankloppen. Een optie die vanwege de hectische politieke bezuinigingsdrift op Defensie jarenlang niet mogelijk is geweest.
Deze ontwikkeling is weliswaar van recente datum en is er nog geen ‘witte rook’ voor elk aspect omtrent de selectie, aanstelling en de initiële opleiding die ze bij het Korps Commandotroepen (KCT) voor ogen hebben. Er moeten nog een aantal details op elkaar worden afgestemd. Desondanks kun je toch alvast een glimp opvangen hoe de roadmap voor toekomstige burgersollicitanten naar een job bij het KCT er uit kan gaan zien.
Voor de een is het een jongensdroom terwijl de ander eenvoudigweg bij de elite wil horen om onder de meest extreme omstandigheden in het geniep missies uit te voeren. Opdrachten die de rest van de wereld waarschijnlijk nooit te weten zal komen. Het werken als operator – de internationale titel voor een commando – wordt binnen de Koninklijke Landmacht (KL) dan ook gezien als het hoogst haalbare. De harde realiteit leert daarentegen dat het voor de overgrote meerderheid een droom blijft en het voor slechts een enkeling werkelijkheid wordt. De commando-opleiding is niet voor niets het meest veeleisende opleidingstraject bij de KL en wellicht binnen de gehele krijgsmacht. Het uitgebreide palet aan leer- en vormingsdoelen maakt dat die alleen voor de allerbeste haalbaar is.
“Eind 2010 werd het Korps geconfronteerd met het draconisch politieke besluit dat actief werven van nieuw personeel uit de burgermaatschappij verbood,†vertelt kapitein Louis Wesselink, Hoofd bureau Werving, Selectie en Communicatie (WS&C) van het KCT. “Dit had tot gevolg dat we de afgelopen twee jaar enkel mochten rekruteren uit het bestand van de KL en de overige krijgsmachtdelen. Maar ondanks dat de mystieke heroïek van het leven als operator bij velen tot de verbeelding spreekt, liep het sindsdien om wat voor redenen dan ook qua nieuwe aanmeldingen in Roosendaal allesbehalve storm. Het is onmogelijk hieromtrent een ‘gemene deler’ vast te stellen. Het is immers niet alleen het extreem hoge uitvalpercentage tijdens de ruim 16 maanden durende opleiding tot commando speciale operaties dat velen weerhoudt. De angst om ‘zwevend’ en dus zonder functie te komen zitten blijkt ook een belangrijke rol te spelen bij de beslissing wel of niet aanmelden. De sinds kort ingestelde Return To Unit (RTU)-garantie moet die onzekere hobbel wegnemen. Actief dienende militairen worden dan op basis hiervan gedurende de VO (vooropleiding) en ECO tijdelijk te werk gesteld bij het KCT. Mocht de militair in die zestien weken uitvallen, dan kan hij altijd terug naar zijn voormalige eenheid. Hiermee willen we meer militairen over de streep trekken die denken de bikkelharde initiële opleiding aan te kunnen.â€
Ondertussen overtreft de uitstroom de instroom in aantal. Dit gaat zich onherroepelijk een keer wreken op de vulling van het Korps. Het gevolg hiervan is duidelijk: verdere reductie binnen de commandoploegen betekent onverwijld verdere reductie van de operationele capaciteiten van het KCT. Vooral dit gegeven heeft de Commandant der Strijdkrachten (CDS) doen besluiten om de burgerij weer direct toegang te verlenen tot het KCT. Hiermee verkrijgt het Korps weer zijn unieke positie terug binnen de wereldwijde Special Forces (SF)-community.
“In onze niet aflatende zoektocht naar nieuw personeel zijn we blij om dit potentieel weer actief aan te mogen boren,†vertelt Louis. “Er zitten namelijk verdomd goeie kerels in die vijver. Desalniettemin, de geschiedenis leert ons dat voorheen ook niet veel spijkerbroeken de status van operator hebben gehaald. Als van de vijftig burgerkandidaten er een stuk of vijf uiteindelijk in de operationele ploeg belandde was dit al uitzonderlijk. De reden waarom de overigen moesten opgeven lag overigens niet alleen op het fysieke vlak of dat ze geblesseerd raakte. Ook de zware mentale druk tijdens het hoge opleidingstempo is niet iets wat veel mensen aankunnen. Het is daarom onze taak om van burgers professionele operators te maken. De bodemgrond is zoals gezegd geschikt. Het is alleen aan ons om ze te laten volgroeien. We hebben hiervoor het selectie- en aannamebeleid als ook de initiële opleiding weer eens dichter tegen het licht gehouden. Daar zijn we nu volop mee bezig. De huidige systematiek en organisatie is goed doordacht, sterk, heeft zichzelf bewezen en hij staat. We hoeven dan ook niet een volledig andere koers te kiezen. Maar we moeten het alleen wel zodanig inrichten en afstemmen dat we nog meer kwaliteit kunnen leveren. Eerste prioriteit nu is iedere kandidaat maximale kansen te bieden om bij gebleken geschiktheid ook de eindstreep te kunnen halen. Dat vergt al het uiterste van mijn mensen.â€
Dit wordt niet gedaan door de commando-opleidingseisen te veranderen maar aan de voorkant, bij de sollicitatie en aan de basis van de initiële opleiding. Het begint al bij de administratieve voorselectie, waar onder meer gekeken wordt of de sollicitant de juiste vooropleiding heeft. “Het is de afgelopen jaren nogal eens voorgekomen dat aspirant-operators in de loop van de opleiding alsnog uitvielen omdat ze het extreem hoge tempo op het cognitieve vlak niet konden bijbenen,†zegt Louis. “Daarom wordt nu bij iedere sollicitant, zowel spijkerbroek als ‘doorstromers’ (actief dienende militairen), een capaciteitentest afgenomen. Deze test meet het werk- en denkniveau, de taal- en rekenvaardigheid, het ruimtelijk inzicht als ook de snelheid en nauwkeurigheid betreffende het sponzen van de aangeboden leerstof. Het bepaald als het ware of de kandidaat over het juiste werk- en denkniveau beschikt dat vereist is. Voor spijkerbroekenis het vereist dat ze in het bezit zijn van een schooldiploma dat op VMBO-TL, MBO-3 en HAVO niveau ligt. De lat voor doorstromers blijft vooralsnog liggen op VMBO-KB (kaderberoepsgerichte leerweg) omdat ook opgebouwde vaardigheden, kennis en competenties voor deze groep worden meegenomen in de eerste beoordeling.â€
Volgende horde voor zowel spijkerbroeken als doorstromers zijn de ondertussen bekende kennismakingsdagen (KD). “Een verplichte driedaagse kennismaking die vanaf de maart-editie begint op de dinsdag en duurt tot en met de donderdag,†zegt sergeant-majoor Dennis Brouwer van bureau WS&C. “Deze dagen hebben een tweeledig doel. Allereerst is het voor ons een ideaal selectiemiddel om te kijken of de aangemelde man of vrouw voldoet aan het selectieprofiel dat wij hebben geschetst. Wij willen aan de start van de commando-opleiding immers zoveel mogelijk mensen hebben waarvan wij denken dat die in staat zijn de rit uit te rijden. Daarentegen krijgen de kandidaten tijdens deze dagen een realistisch beeld van de opleiding, een goed beroepsbeeld en alvast een unieke doorkijk voorgeschoteld naar hun toekomstige functie, zodat ze hun verwachtingen realistisch kunnen bijstellen.â€
Een deel van de eigenschappen en competenties die we van toekomstige operators eisen, kun je aanleren. Desalniettemin een substantieel deel moet je van jezelf al bezitten. Vanaf de eerste dag wordt hier kritisch naar gekeken. Karaktereigenschappen en sociale vaardigheden worden daarbij continue op de proef gesteld. Vooral het fenomeen ‘vorming’ loopt als een rode draad door alles heen.
Aangezien het scenario telkens iets omgegooid wordt is het programma van de KD telkens nagenoeg onbekend bij de deelnemers. Niettemin behoren naast stress en een constant hoge tijdsdruk, zware fysieke oefeningen en individuele tests tot de vaste ingrediënten. Uithouding, souplesse, reactievermogen, en balans zijn de fysische elementen die er zo veel mogelijk in verwerkt worden. De rustige en amicale wijze waarop de commando-instructeurs zich manifesteren, kan daarbij op slag zo maar veranderen in een onberekenbare opstelling. Mensen reageren immers onder stress toch vaak anders. Dikwijls horen ze dan maar de helft van het verhaal. Vragen zoals: Hoe reageert men op fysiek zware inspanningen? Hoe gaat men om met teleurstellingen en een streng regime? Wie vertoont ‘sjoemelgedrag’? Wie blinkt uit in doorzettingsvermogen? En wie heeft ondanks de druk nog oog voor zijn maten? Ze worden allemaal beantwoord tijdens deze dagen. Zo kunnen we kijken of dit daadwerkelijk de vent is die ten alle tijden onder verzwaarde omstandigheden kan blijven presteren.
Daarbij zoeken we echt de grenzen op. Weersomstandigheden, terrein en opdracht dwingen hen voortdurend daarbij om zichzelf te overwinnen. Dat geeft een hoop stress. En die verhogen we nog eens door het ze op andere manieren moeilijk te maken. Zo ervaren ze dat het werk op het operationele vlak veel verder gaat dan de meeste zich konden voorstellen. Met die mentale druk moeten ze weten om te gaan. Het is voor de kandidaten ook een min of meer emotioneel beladen kennismaking. Ze moeten immers individueel ons zien te overtuigen dat ze uit het juiste hout gesneden zijn om operator te worden. Ze moeten daarbij de kansen pakken die ze geboden worden, hoe klein ook. Want in feite zijn we op zoek naar zogenoemde ‘Alfa’-mannetjes, die ten koste van alles altijd willen winnen en zichzelf willen verbeteren. Met dien verstande dat ze wel weer heel goed in staat moeten zijn om ook als een groep samen te werken. De KD-KCT zijn hiervoor een goede graadmeter en je kunt ze ongeveer vergelijken met een examen. Maar dan in de categorie alles of niets.
De fysieke eisen die aan iedere aspirant-commando wordt gesteld zijn glashelder. Na twaalf minuten hardlopen moet men minimaal 2800 meter hebben afgelegd. Daarna moeten ze minimaal zeven meter touwklimmen, dertig keer opdrukken in twee minuten, veertig sit-ups in twee minuten en zes keer optrekken (chin-ups) in de bovengreep waarbij de kin boven de rekstok moet komen. Het laatste onderdeel is weliswaar zonder tijdslimiet. Faal je op een van deze onderdelen dan ga je op de eerste dag weer naar huis. Door het instructiekader wordt er alles aan gedaan om de overblijvers over de eindstreep te trekken. Er wordt veel tijd en energie in de persoonlijke begeleiding van iedere sollicitant gestoken. Iemand krijgt nooit zo maar te horen dat hij of zij niet geschikt is. Daar gaat heel wat aan vooraf.
“Om onder meer het doorzettingsvermogen, mentale gehardheid en sociaal gedrag van de kandidaten te beoordelen is een afvaardiging van het Dienstencentrum Werving en Selectie (DCWS) uit Amsterdam aanwezig tijdens de KD,†vertelt Dennis. “Dit team van voornamelijk psychologisch geschoolde medewerkers van de afdeling Selectie, Keuring en Aanstelling (SKA) praat niet alleen met de kandidaten, ze lopen ook rond als ze keihard bezig zijn met de opdrachten. Alle kandidaten hebben bij aankomst een nummer gekregen dat ze continue om de arm dragen zodat ze makkelijker herkenbaar zijn voor de psychologen en instructeurs. Met een aantekenboekje in de hand observeren en beoordelen beide iedereen. Een belangrijk oordeel dat we meenemen bij het uitdelen van een sollicitatieadvies aan het eind van de KD. Wat het advies ook is, iedere deelnemer krijgt gedurende deze dagen wel zijn (breek)momentje. Sommige komen zichzelf meerdere keren tegen. Dat is het moment waarop hij denkt aan opgeven, wil stoppen en dan toch doorgaat, op pure wilskracht.â€
Alle kandidaten worden tijdens de KD uitgebreid voorgelicht over de opleiding en het leven als operator bij het KCT. Ook komt er wellicht iemand van 11 Luchtmobiele Brigade zijn zegje doen. Het is namelijk niet ondenkbaar dat als de VO of de ECO toch (nog) te zwaar voor iemand is, hij eerst nog een paar jaartjes gaat rijpen als luchtmobiele infanterist bij deze brigade. Ze zijn na de Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel (AMOL) immers al in het bezit van de daarbij behorende rode baret. Tegelijkertijd beoogt het Korps met deze nieuwe opleidingsgang goed personeel binnen de landmacht te houden.
“Want helaas zien we te vaak dat iemand met een verkeerd beeld van het commando zijn naar de KD komt,†zegt Louis. “Dit gebrek aan juiste beeldvorming bleek vroeger de belangrijkste reden te zijn waarom mensen vaak teleurgesteld uitvielen. Het was kennelijk toch niet wat ze ervan verwacht hadden. Daarom willen wij nu eerst vooral duidelijkheid scheppen voordat allerlei romantische waanbeelden voor een wederzijdse ontgoocheling zorgt, die ons eigenlijk niet is aan te rekenen. We realiseren ons dat de informatie die ze hier krijgen voorgeschoteld ook kandidaten kan afschrikken. De harde realiteit blijkt dan plotseling minder ‘idyllisch’ dan de ‘mythe’ die gevormd wordt door spannende spookverhalen omtrent het Korps in diverse media of in de kroeg. Hoe het werkelijk is om lange, vermoeiende dagen te maken en dingen te doen onder de meest uiteenlopende omstandigheden op tijdstippen die eigenlijk niet uitkomen. We stellen de opleiding niet mooier voor dan ze is. We willen dat ze goed weten waar ze aan beginnen. De kandidaten worden dan ook aangemoedigd om vragen te stellen. Als ze weer naar huis gaan moeten ze geen vragen meer hebben. Alleen dan kunnen ze samen met het thuisfront een goede overweging maken voor zichzelf of dit werkelijk de baan is die ze willen.â€
Vermoeid en sommigen met een illusie armer krijgen uiteindelijk alle kandidaten (vanaf de maart-editie) op de donderdag een persoonlijk eindgesprek. Hierin krijgt de kandidaat op basis van zijn prestaties een matig, positief of een negatief sollicitatieadvies. Zowel bij een matig als positief advies mag men de sollicitatieprocedure voortzetten.
“In geval van een negatief advies branden we nooit en te nimmer iemand af,†zegt Dennis. “Zo’n beslissing kan keihard en ook bijzonder confronterend voor iemand zijn. Het betekent vaak het einde van een droom die hij al heel lang koesterde. Een dramatisch besluit voor de een. Aan anderen geven we weer tips mee. Afhankelijk van de reden kan hij het wellicht over een jaar nog een keer proberen. Misschien moet hij alleen fysiek nog iets sterker worden en krijgt hij over een paar maanden al weer een nieuwe kans.â€
Degene met een matig en positief advies hebben aan de selectiedoelstellingen voldaan en zijn goed genoeg bevonden om het reguliere keuringstraject te doorlopen. Speciaal voor de burgerkandidaten die aan de selectie eisen hebben voldaan wordt vervolgens (wederom vanaf de maart-editie) de psychologische instroomselectie op de aansluitende vrijdag ingepland worden. Deze vindt ook plaats in Roosendaal. Bij een positief advies hoeft de burgerkandidaat alleen nog maar een keer naar Amsterdam voor de medische aanstellingskeuring. Bij gebleken geschiktheid wordt hij/zij direct aangesteld bij Defensie. Hierdoor kunnen ze bij het KCT het keuringstraject zo kort mogelijk houden.
In de nieuwe opleidingsvorm ligt het in de lijn der verwachtingen dat de eerste 50 aangestelde burgers van de KD in oktober 2013 hun jacht op de groene baret beginnen bij School Luchtmobiel in Schaarsbergen. In de 17 weken durende AMOL worden basiskennis en -vaardigheden aangeleerd die ze als militair moeten kennen en kunnen. Ondanks dat deze luchtmobiele opleiding is ingekort van 23 tot 17 weken wil dat niet zeggen dat de opleiding minder zwaar is en er halffabricaten aan het KCT afgeleverd worden. School Luchtmobiel blijft garant staan voor goede basisopgeleide militairen uitgaande van het O&T-principe ‘Just in Time, Just Enough’. Door juist aan de voorkant van de sollicitatieprocedure nog strenger te selecteren en de opleidingsopzet aan te passen is het niveau aan het einde gelijkwaardig aan de eerdere opleiding van 23 weken.
“Daarnaast zullen er een nog onbekend aantal groene baret dragende instructeurs van ons eigen Opleidings- en Trainings Compagnie – Speciale Operaties (OTCSO) in Schaarsbergen gedurende de AMOL (met KCT kandidaten) gedetacheerd worden,†zegt Louis. “Zij zullen daar de opleidingsgang monitoren. Zij zijn daar als het ware de ogen en oren van het Korps en bewakers van onze eisen. Zo houden we een stevige vinger in de pap en een heel goed inzicht in hoe de kandidaten presteren.â€
Diegene die de AMOL met positief resultaat afsluit staat kort daarna in maart 2014 aan de start van de VO in Roosendaal. Zowel de AMOL als VO vindt twee maal per jaar plaats. Het streven is om telkens 50 burgers aan de AMOL te laten beginnen. Al met al moet de toekomst uitwijzen of het nieuwe opleidingssysteem succesvol is. Door de zwaarte van de selectie- en trainingsprocedure is dat heel moeilijk objectief te meten. Het aantal kandidaten dat uiteindelijk de eindstreep haalt en werkelijk de operationele ploeg instroomt is afhankelijk van heel veel factoren.
Denk jij dat je het in je hebt om tot de beste en zwaarst getrainde militairen van Nederland te behoren? Meld je dan hier aan voor de Kennismakingsdagen van het Korps Commandotroepen.
4 Comments
Rien
24 januari 2013 at 23:44Wat een prachtig Korps. Hoop op veel bruikbare aanmeldingen! We hebben deze mannen hard nodig in deze onrustige tijden!
Bob
31 januari 2013 at 15:26Kan ik hier nu dus uit concluderen dat den burger/spijkerbroek minimaal mbo 3 moet hebben? Of is VMBO-theoretisch al voldoende om je aan te melden als burger?
Leo van Westerhoven
31 januari 2013 at 23:55VMBO-TL is voldoende
GJ
1 maart 2013 at 12:13negatief, MBO 3 is voor de burgers een vereiste!
anders is het al rechtsomkeert tijdens je eerste bakkie koffie op de KD