Diverse disciplines van het Korps Commandotroepen (KCT) weten woensdag 7 september 2011 een complexe para-inzet op het Haringvliet, een voormalige zeearm van de Noordzee, op indrukwekkende wijze en met succes uit te voeren.
Meerdere keren zijn er die dag operators per parachute in het schuimkoppende koude water gedropt. Het beoefenen van deze watersprongen op zich is niet uitzonderlijk te noemen. Het tot tweemaal succesvol droppen van een inzetgerede MIB (Medium Inflatable Boat), een zeewaardige rubberboot, uit een transportvliegtuig met parachutes is daarentegen door het KCT in Nederland nog niet eerder uitgevoerd.
De deelnemers van het KCT zijn met twee doelstellingen naar het Haringvliet gekomen. Enerzijds om de in het Optreden Waterrijke Gebieden (OWG) gespecialiseerde ploeg (Specploeg) van 108 Commandotroepencompagnie (Cotrcie) te trainen op een tactische inzet. De inzet en het optreden op en onder water vereist immers specialistische kennis en vaardigheden. Anderzijds ter voorbereiding op de komende internationale Special Forces (SF) oefeningen Nighthawk in Denemarken en Cold Response in Noorwegen, waarbij de nadruk ligt op het hedendaagse joint en combined optreden van SF-eenheden in een Special Operations Task Group (Land) (SOTG(L)) setting.
“Ondanks dat het KCT primair een landgeoriënteerde SF-eenheid is moet er wel degelijk rekening worden gehouden met een inzet in een waterrijke omgeving”, vertelt kapitein Ron, die tot voor kort commandant was van het Trainingscentrum Waterrijkgebied (TCW) van het KCT. “Het is immers een feit dat het merendeel van de wereldbevolking leeft in de buurt van water. Met name dicht bij de kust, aan rivieren of bij andere inlandse binnenwateren. Ook de belangrijkste industriële en economische centra van de wereld kunnen via waterwegen worden bereikt. Het is dus bijna onmogelijk om als SF om te verplaatsen richting een doel zonder waterhindernissen tegen te komen. Hierbij moet men denken aan doelen die direct aan water liggen en alleen van daaruit te bereiken zijn of aan doelen waarbij de beste nadering over water is. Het zal daarom weinig verbazing opleveren dat wij ook in staat moeten zijn deze hindernissen over te steken c.q. in staat zijn gebruik te kunnen maken van water als infiltratie- en exfiltratie middel. In 2004 zijn operators van het KCT ingezet tijdens de evacuatie operatie in Ivoorkust. Exfiltratie via de aanwezige waterwegen is toentertijd wel in de opties meegenomen. Uiteindelijk hoefde dit niet uitgevoerd te worden.”
Ondanks dat alle operators bij het KCT basis OWG opgeleid zijn op deze aspecten is desalniettemin van oudsher deze specifieke discipline vooral bij 108 Cotrcie ingedeeld. Ook beschikt ze tot nu toe ook als enige Cotrcie over een OWG Specploeg. Deze zogenoemde waterploeg is voor het optreden in waterrijke gebieden specialistisch uitgerust en is getraind en gekwalificeerd om zelfstandig op maar ook onder water ingezet te worden. Voor verplaatsingen onder water maken deze waterratten gebruik van duikuitrusting, zowel perslucht als zuurstof. Ze beheersen alle mogelijke soorten van optreden in waterrijke gebieden. Het spectrum waar de waterploeg in moet kunnen opereren is dan ook op zijn minst indrukwekkend te noemen. Ze is onder andere verantwoordelijk voor het toegankelijk maken van een waterrijk gebied dan wel object en het zelfstandig uitvoeren van missies in een waterrijke omgeving. Dit alles moet niet alleen beheerst worden in kabbelend binnenwater maar ook in getijden- en kustgebieden. Het KCT verruimt hierdoor haar capability spectrum van Speciale Operaties (SO) aanzienlijk.
Tijdens SF-oefeningen in het buitenland, zoals Nighthawk in Denemarken, is door het KCT deze spectaculaire para-inzet inclusief bootdrop de afgelopen jaren al vele malen met succes uitgevoerd. Desalniettemin voordat in Nederland een paradrop zoals nu op het Haringvliet mag worden uitgevoerd moet er behoorlijk wat aanvragen geaccordeerd worden. Vervolgens moet er een heel circus aan logistieke middelen opgelijnd worden. Het riggen (voorbereiden) van de MIB op de drop gebeurt bijvoorbeeld door Belgische Para-Commando’s op hun basis in Schaffen. Zij hebben als parachutisten immers al jaren ervaring met dit soort heavy-drop klussen. De MIB is namelijk ongeveer vijf meter lang, heeft twee krachtige buitenboordmotoren en biedt plaats aan vier operators plus uitrusting van de waterploeg. De MIB wordt eerst op een robuust houten frame geplaatst. Daarna worden de motoren, ander los materiaal en uitrusting in de boot vastgezet en beschermd met karton en dergelijke. Vervolgens wordt er een pakket van tien parachutes aan gekoppeld met als doel om het ruim 1000 kilo wegende pakket rustig op het wateroppervlak te laten landen. Aangezien het droppen van zware ladingen (nog steeds vanwege diverse redenen) niet mogelijk is vanuit een Nederlandse C-130H-30 transportvliegtuig gebeurde het paradroppen, van de operators en de MIB, vanuit een Deense C-130J-30 Super Hercules van Squadron 721 uit Aalborg. Je kunt hier met recht spreken van een puik staaltje internationale samenwerking.
Dan is er, naast de onmisbare steun van enkele dispatchers van de Defensie Paraschool (DPS), een belangrijke regisseursrol weggelegd voor de instructiegroep OWG van het TCW. “Met vier aanvalsboten en onze twee RHIB (Rigid Hull Infaltable Boat) ‘powerboats’ zorgen wij samen met enkele boten van Rijkswaterstaat voor het op afstand houden van de overige scheepvaart en de veiligheid op het water”, zegt Ron.
“Vanwege de onstuimige weersomstandigheden moeten we continue rekening houden met de springcondities. De regenbuien, de hoogte van het wolkendek, maar vooral de straffe wind zijn factoren die direct invloed hebben op de daling en de landing van de operators en de MIB. Vooral de harde wind, die schommelde tussen de 14 en 18 knopen per seconde (net binnen de limiet), baarde me enige zorg.” De windsnelheid wordt dan ook om de haverklap gemeten.
Dit barre weertype kan natuurlijk altijd gebeuren bij een daadwerkelijke inzetsprong. Echter in een trainingsscenario moet men van te voren goed rekening houden met de risico’s. Om in geval van een ongeval snel op de situatie te kunnen inspelen bevinden zich gedurende de inzet de Korpsdokter en een AMV’er (Algemeen Militair Verpleegkundige) op een RHIB op het water.
Klokslag 14:00 uur maakt de Deense Herc eerst een dummy-run over het Haringvliet om de positie te bepalen. Terwijl in de kist de laatste controles plaatsvinden brengt de vlieger het toestel in de springrun met een snelheid van ongeveer 250 km/u (met de wind in de rug) op de drophoogte van amper 300 meter (1000 ft). Op het bij para’s welbekende teken ‘green on’ wordt de sjorband losgesneden waarmee de MIB op de ramp (laadklep) op zijn plaats wordt gehouden. Zodra dat is gebeurd, glijdt de MIB over rollers rustig het vliegtuig uit en worden de tien parachutes door static-lines automatisch geopend.
De drop verloopt succesvol, dus snel tijd voor de vijf operators van de waterploeg om zich daar bij aan te sluiten. In luttele seconden stappen ook zij van de ramp. Ook de operators zitten bij de sprong met een lijn aan het vliegtuig vast, waarmee na de sprong vrijwel direct de parachute automatisch wordt geopend. Vanwege de geringe afspringhoogte beginnen als de parachute goed en wel geopend is de voorbereidingen op de waterlanding al.
Als eerste haken de operators hun borstvalscherm (reserveparachute) af en bevestigen dat aan het hoofdvalscherm van het type ronde valscherm (T10), die overigens nauwelijks enige besturing toelaten. Daarna bepalen ze de afdrijving nog een keer. Ze kijken daarbij uit naar eventuele obstakels als kribben, boeien, bootjes en dergelijke. Tenslotte openen ze de afkoppelsystemen van de hangriemen en steken de duimen door de staaldraden. Zodra de voeten nat worden, rukken ze stevig aan die staaldraden. Ze ontkoppelen zichzelf hierdoor van hun parachute, een stevige impact op het water en dan onmiddellijk zwemmen.
Tegen de windrichting in, want anders worden ze bedolven onder hun parachute die dan het water raakt. De MIB ontdoet zich automatisch na het contact met het water van zijn parachutes. Nadat de operators de MIB bereiken is deze binnen tien minuten inzetgereed.
In een volgende run zijn nog eens vier instructeurs van de TCW gedropt, direct gevolgd door de twee dispatchers van de DPS. Al snel worden deze operators door een boot van de Vaarschool uit het water geplukt. Daarna is het nog een kwestie van parachutes en verpakkingsmateriaal oppikken en terugvaren naar de jachthaven Atlantica aan het Haringvliet. Van daaruit verplaatst de waterploeg en de dispatchers weer naar de vliegbasis Eindhoven om de inzet ’s avonds nog een keer te herhalen. De waterploeg moet aansluitend daarop nog een infiltratie- en duikopdracht uitvoeren.
Beide acties zijn succesvol uitgevoerd en kan iedereen terugkijken op een zeer geslaagde procedure. De pak- en vouwafdeling van de DPS heeft weliswaar vervolgens een forse klus om de gebruikte parachutes te drogen en weer te vouwen, maar dit is allemaal zeker de moeite waard. “Wij als instructiegroep OWG zijn in ieder geval meer dan tevreden met de behaalde resultaten”, vertelt Ron. “Op deze dag hebben we als KCT tegelijkertijd onze directe strategische én tactische inzetbaarheid aangetoond”, vertelt Ron. “Eén van de meest sterke punten van dit soort water-mobility is dat als deze wordt gecombineerd met lucht-mobility je vanaf bijvoorbeeld vliegbasis Eindhoven dus bijna overal ter wereld kunt opereren. Doordat onze operators onder andere parachute inzetbaar zijn kan op deze wijze gebruik worden gemaakt van de grootste en misschien wel veiligste parachute dropzone die er is, namelijk het water. Op deze wijze kunnen personeel en materiaal relatief veilig worden gedropt in de wateren van gebieden waar conflicten zijn of mogelijk komen. Onze operators zijn hierdoor zeer goed in staat om zich in een vroeg stadium, indien noodzakelijk ongezien, in de buurt van ‘gebieden van interesse’ op te houden en zich gereed te houden voor speciale landoperaties.”
3 Comments
Jan S.
16 september 2011 at 16:10Mooi geschreven stuk en andermaal de moeite van het lezen waard.
Gaat zo door!
Freggel
16 september 2011 at 17:04rectificatie op zijn plaats Leo
Wordt al wel gedaan!
Leo van Westerhoven
16 september 2011 at 19:44Wat moet ik rectificeren?
Na info van Freggel heb ik het verhaal enigszins iets aangepast. Overigens het is ook niet de eerste maal dat operators van het KCT deze inzet hebben beoefend. Dit gebeurde desalniettemin telkens tijdens SF-oefeningen in het buitenland. Ze hebben het daarentegen wel deze maal voor het eerst in NLD kunnen beoefenen. Het blijkt dat operators van de MARSOF deze inzet in het verleden ook al in NLD, bijvoorbeeld boven het IJselmeer, hebben beoefend.
Thanks voor je input Freggel, dit wordt door ons zeer gewaardeerd en op prijs gesteld!