Afgelopen juni vond de door het Korps Commandotroepen (KCT) geleide oefening ‘Lowlands’ plaats. Deze niveau 4 (korpsgeleid) oefening werd in het kader van gereedstelling en certificering voor de stand-by periode en het trainen in de zogenoemde ‘Special Operations Task Group’ (SOTG) gehouden. Een breed scala aan complexe speciale operaties, waaronder contra-terreur (CT), personal recovery en het bevrijden van gijzelaars passeerde de revue. Ook het samenwerken met en leiding geven aan buitenlandse Special Forces (SF)-eenheden stond op het programma. Het uitwisselen van zogenoemde Technical Tactical Procedures, onder meer op het gebied van CT en parachute springen horen daar ook bij.
Gedurende de editie van 2012 werd er door de 104 Commandotroepencompagnie (Cotrcie) van het KCT nauw samengewerkt met zogenoemde externe ‘enablers’. Deze bestonden onder meer uit ondersteunende- en gevechtselementen van 11 Luchtmobiele Brigade (LMB), de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) en het Defensie Helicopter Commando (DHC) van de Koninklijke Luchtmacht (KLu). Lowlands geldt als een klassieker dat terug gaat tot in de jaren zestig. Typisch is het internationale karakter. De buitenlandse Special Operation Forces (SOF)-eenheden werden dit jaar vertegenwoordigd door Belgische Special Forces (SF)-teams en Amerikaanse Operational Detachment Alpha, ofwel ODA-teams afkomstig van 10th Special Forces Group uit Fort Carson Colorado. De oefenvijand bestond ditmaal hoofdzakelijk uit Nederlandse Limburgse Jagers van 42 Pantserinfanteriebataljon.
Overigens de oefening zal in internationaal opzicht de komende jaren een kleine aanpassing ondergaan. Voortaan wordt er niet jaarlijks, maar om de twee jaar met buitenlandse collega’s geoefend. De tussenliggende edities hebben dan een strikt nationaal karakter en worden opgepompt voor deelname van niet een maar drie complete Cotrcie’n. Het KCT denkt op die manier maximaal rendement uit Lowlands te halen.
Kartel
Twee weken voor de daadwerkelijke oefening werden de deelnemers bij elkaar geroepen voor een Intell Brief. De 104 en de enablers moesten de regering en het leger in Guatemala (Zuid-Nederland & België) gaan ondersteunen. De Los Zetas en Sinaloa kartels namen het daar namelijk over en de veiligheidssituatie ging hierdoor drastisch achteruit.
Wanneer iedereen ‘in het plaatje zit’, begint de voorbereiding. Uitvalsbasis voor de SOTG werd vliegbasis Gilze-Rijen, welke fungeerde als Forward Operating Base (FOB). De opdracht was ‘houd rekening met alles’. Dit kwam er op neer dat ze Full Spectrum SF operations moesten kunnen uitvoeren. Deze opdracht werd heel serieus genomen en alles moest dan ook die kant op. Van vrije val schermen, boat-units, aanvalsuitrusting, quad’s tot mobility voertuigen. Ook moest er een complete base uit de grond gestampt worden, waarin de compagniestaf en de ploegen hun voorbereiding voor de opdrachten konden treffen.
De maandag van de oefening stond in het teken van het inrichten van de FOB. Al snel bleek dat er informatie was over een IED factory en een Storage Facility. Aan de hand van die intell kon de staf vervolgens beginnen met plannen. De 104 bestaat op dat moment nog uit een Special Reconnaissance (SR) ploeg, twee Counter Terrorism (CT) ploegen, een Fire Support Team (FST) en een Optreden Bergachtig Terrein (OBT) specialistenploeg. Dit zijn dus initieel de tools waar de 104 uit kon putten. Al snel volgt het besluit de SR ploeg in te brengen voor extra informatie en zo nodig een ondersteunende taak bij de Direct Action (DA). De operatie op Fort Altena was van start gegaan.
Debrief
Na een periode van goede intel-vergaring door de SR-ploeg en de planning van de staf en ploegen werd een nachtelijke DA operatie uitgevoerd met als doel de Factory en Storage uit te schakelen. Door een overwatch van de sniperteams van het SR-element en een extra ingebrachte vuurbasis kregen de CT-teams de kans het doel heimelijk te naderen en zodoende het object door een verrassende aanval uit te schakelen. Ondanks de snelheid en de agressiviteit van de teams konden gewonden aan eigen zijde niet voorkomen worden. Dus ook na het initiële gevecht konden de medics nog aan de bak. Wanneer het ‘object’ eenmaal veilig was gesteld en de gewonden gestabiliseerd, landde er al een eerste chinook. Als snel werden hier de gewonden in gedragen en afgevoerd. Het duurt daarna niet lang om de tweede chinook te zien landen en de teams en de gevangenen erin te zien verdwijnen. Zo snel als ze er waren, zo snel zijn ze ook weer weg. De rust keert weer terug op Fort Altena. Terug op de FOB volgde de Hot Debrief en de After Action Review (AAR). Er kon worden teruggekeken op een zeer geslaagde actie.
Door de vrijgekomen intell volgt al snel de tweede opdracht. Het plannen was alweer in volle gang en al snel blijkt het te gaan om een Deliberate Detention Operation (DDO). Het gevangen nemen of uitschakelen van een High Value Target (HVT) binnen het LosZetas cartel. Voor deze actie werd er samengewerkt met een CH47-D ‘Chinook’ zware transportheli van de luchtmacht, de boat-unit van het KCT, de EODD en een team GOLFS, ofwel genisten. Ook was het SR-team inmiddels alweer ontplooid voor een grotere Situational Awareness (SA).
Intel
Na een intensieve planning en afstemming met alle assets begon de operatie op Fort Crevecoeur. Simultaan landen de Chinook en de boat-unit beiden op een ander locatie op het object. Door de snelle interventie had niemand de kans om het hazenpad te kiezen en na een goede search van het gebied door de CT-ploegen werd de HVT ingerekend. Terug op de FOB werd er onmiddellijk teruggekeken op de operatie tijdens de AAR. Door de intell die tijdens het planningsproces constant veranderde, werden er op het laatste moment nog wijzigingen doorgevoerd in het plan. Dit werd als storend ervaren door de verschillende assets. Sergeant-majoor ‘meervoudig ploegoptreden’ (MPO) Mario maakte dan ook terecht de opmerking “Dit is SF!! Tot het laatste moment kunnen inspelen op onverwachte situaties.”
De situatie in Guatemala verslechtert. Uit intell blijkt dat de Sinaloa en Los Zetas kartels gaan afspreken op vliegbasis Woensdrecht. Er zouden dus twee HVT’s samen komen. Deze keer hadden ze de beschikking over alle assets. Er werd een Belgisch SR-team ontplooid en wederom ook het SR-team van de 104. Dit team werd door middel van Vrije Val ingezet. Deze teams hadden de belangrijke taak te onderkennen of de HVT’s daadwerkelijk ter plaatse zijn. Dit zou immers het ‘go’ criteria voor de opdracht zijn.
Rock Drill
De planning voor de DDO start en is zeer complex. Inzet zou plaats vinden met twee Chinooks, een C-130 ‘Hercules’ transportvliegtuig en ongeveer 150 paar ‘boots on the ground’. Op het laatst van de voorbereiding werd er dan ook een zogenoemde ‘Rock Drill’ gedaan met alle betrokken eenheden. Dit houdt in dat de actie volledig wordt uitgevoerd op een grote maquette. Nadat alle ‘what if’s’ zijn besproken volgt de ‘full dress rehearsal’. De opdracht werd in zijn geheel op vliegbasis Gilze Rijen voorgeoefend. In het bevel werd het nog eens duidelijk. De commanding officer, majoor Barry, wou een agressieve, verrassende, overweldigende actie.
Nadat de SR-teams de landingsbaan (en omgeving) al twee dagen onder waarneming hadden zijn de twee HVT’s gesignaleerd in een drie verdiepingen tellend gebouw. Daarnaast is de sterkte van de tegenstander en hun routine ook bepaald. Dus tijd voor actie!
Om dit goed te coördineren werd een zogenaamd Tactical Headquarter (TacHQ) uitgebracht. Samen met zijn team vertrok majoor Barry in de nacht om contact te maken met eigen troepen. Tijdens deze actie werd er een Chinook neergeschoten, raakten er mensen gewond en probeerden er mensen te vluchten. Alles werd desalniettemin ondervangen en de operatie werd tot een goed einde gebracht.
Al het luchtafweergeschut werd efficiënt buiten werking gesteld door de aanwezige luchtsteun. Luchtmobiel en de EODD werden met een C-130 op de landingsbaan gedropt om een stand-off te creëren rond het object.
Herrie
Met de herrie van de C-130 als dekmantel, vlogen twee chinooks naar het object. Ze werden al snel onder vuur genomen door de aanwezige vijand. Ploegen van de 104, Amerikanen en Belgen herwonnen echter al snel het initiatief en verplaatsten zich al vurend naar het object. Binnen ging het gevecht door tot dat het teken ‘all clear’ werd gegeven. Een tweetal gewonden en twee HVT’s rijker werden er snel verdedigende posities ingenomen om het object vast te kunnen houden.
Nadat de EODD de omgeving en het gebouw ontdaan hadden van de aanwezige explosieven werd er een plan gemaakt om weer weg te komen. Ondertussen was er al weer een Chinook geland om de HVT’s en de gewonden af te voeren. De mannen van Luchtmobiel trokken zich terug naar het object en maakten zich gereed om de uitbraak vanuit het object te beveiligen. Het duurde dan ook niet lang meer of de twee Chinooks staan weer aan de grond om de SF-ploegen op te pikken. De C-130 volgde onmiddellijk daarna om de laatste krijgers van Luchtmobiel mee te nemen. Al met al weer een geslaagd voorbeeld van de kracht van een SOTG.
Het hoge operationele tempo was opmerkelijk tijdens deze oefening en werd door verschillende operators van de 104 vergeleken met uitzendingen in Afghanistan. Uiteindelijk konden ze terug kijken op een goed uitgevoerde oefening waarin iedereen is getest op zijn niveau. Ook heeft het SOTG concept wederom zijn waarde bewezen en is de 104 gereed voor de stand-by periode van een aantal maanden om ergens ter wereld speciale operaties uit te voeren.
Leave a Reply