De uitzending van de Special Operations Land Task Group (SOLTG) Scorpion naar Mali komt steeds meer dichterbij. Medio mei moet de eerste rotatie van deze Nederlandse taakgroep er operationeel zijn. Als ogen en oren van de internationale VN-missie MINUSMA (Mission des Nations Unies au Mali) gaat het voornamelijk inlichtingen verzamelen. Geavanceerd speurwerk, dat zal plaatsvinden in de onherbergzame uithoeken van de twee Noordoostelijk gelegen provincies van het West-Afrikaanse land. Dutch Defence Press is getuige hoe de ‘Scorpions’ hun planningsvaardigheden en Skills & Drills tot in detail aanscherpen om feilloos te kunnen samenwerken gedurende deze uitdagende woestijnmissie.
Vlak voordat ze naar Mali afreizen, oefenen tijdens Black Scorpion 1 nagenoeg alle spelers van deze taakgroep hiervoor nog eenmaal als geheel samen. Deze zogenoemde eindoefening is niet zozeer een test maar meer een allerlaatste integratieoefening. Immers, geen enkele eenheid zal meer organiek op pad gestuurd worden. Eenheden zullen afgestemd op de opdracht worden aangevuld met specialisten om de eenheid als Task Force te formeren en gereed te stellen. De ondersteuning van onder meer de zogeheten enablers is ook onmisbaar voor deze specifieke taakgroep van het Korps Commandotroepen (KCT). Zo verzorgt een 81mm mortiersectie en een genie bijdrage van 11 Luchtmobiele Brigade respectievelijk voor de nabije grondgebonden vuursteun en het EARS (Engineering Advanced Reconnaissance & Search) element. De EODD (Explosieven Opruimingsdienst Defensie) draagt bij met een aantal explosievenruimers.
Het JISTARC (Joint Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance Commando) levert extra verkenners en personeel voor elektronische oorlogsvoering. De verkenners treden daarbij op in de Fennek, een voor dit soort opdrachten ontworpen gepantserd wielvoertuig. Het verkenningsvoertuig is hiervoor speciaal uitgerust met een geavanceerd sensor- en communicatiepakket om deze taak zowel overdag maar vooral ook ’s nachts uit te kunnen voeren. De kern van de eerste Special Operations Land Task Group (SOLTG) Scorpion bestaat daarentegen uit de 105 Commandotroepencompagnie (Cotrcie).
Het militair oefendorp Marnehuizen fungeert als fictief Afrikaans decor tijdens de eerste editie van Black Scorpion. Iets wat vooral voor een buitenstaander nauwelijks voor te stellen is. Het koude en altijd winderige hoge noorden van Nederland staat immers in schril contrast met het terrein en klimaat dat de Nederlandse militairen in Mali te wachten staat. Het operatiegebied van de taakgroep is een ruim 320.000 vierkante kilometer tellend onherbergzaam gebied, dat ook wel bekend staat als de ‘Hel van Afrika’. Het kwik kan er gedurende hun uitzendperiode makkelijk oplopen van 40ºC tot ver boven de 50ºC. Vooral als de zogeheten ‘Harmattan’ vanuit het noordoosten waait. Dit is een verschrikkelijk hete woestijnwind uit de Sahara, die ook nog eens stofstormen kan doen opwaaien. Een horror combinatie. De stofstormen kunnen dan gigantische afmetingen aannemen en zijn zo dicht als dikke mist, waarbij zelfs de zon compleet wordt overschaduwd. Het fijne zand dat dan overal komt kan de militaire raderen letterlijk tot stilstand brengen.
Zoals de naam van deze door het KCT geleide eindoefening wellicht al doet vermoeden staat het draaiboek vooral in het teken van de speciaal voor deze missie geformeerde SOLTG en niet de gehele Nederlandse bijdrage aan MINUSMA. Het beoogd effect ligt naast het onderhouden en verdiepen van kennis en vaardigheden op het gebied van Situational Awareness (SA), Special Reconnaissance (SR) en Direct Action (DA) dan ook vooral op het naadloos kunnen samenwerken binnen de taakgroep. In deze twee weken durende oefening is aandacht besteed aan uiteenlopende onderwerpen, zoals: gecombineerde commandovoering en planningsprocessen, mobility (bereden optreden), contact drills, verbindingen en het gebruik van foto en video middelen. Het script van deze eindoefening is door het Land Training Centre (LTC) en het Land Warfare Centre (LWC), van de staf Opleiding en Trainingscommando, in samenwerking met het KCT geschreven. Daarbij is getracht de scenario’s zo lastig en uitdagend mogelijk te maken, dit levert immers de meeste leermomenten op. Dankzij de nu al aanwezige SOF (Special Operations Forces) plannings- en liaison element van het KCT op het hoofdkwartier van MINUSMA in Malinese hoofdstad Bamako krijgt de oefenleiding daarnaast ook nog eens dagelijks near-real-time informatie uit het operatiegebied. Dit wordt indien nodig direct in de oefening verwerkt en maakt het scenario dus zeer realistisch.
De eerste week ligt vooral alles op stafniveau onder een vergrootglas. De focus ligt daarbij op het stafelement dat aan de SOLTG is vastgeplakt en onder meer de planning en aansturing van opgedragen operaties verwerkt. Een speerpunt deze oefening is immers onder meer het structureel afstemmen van de onderlinge tactieken, technieken en procedures. Ook de VN-procedures waar ze in Mali mee te maken gaan krijgen zitten hier in verwerkt. Deze verschillen namelijk op sommige punten wezenlijk van de geijkte procedures die de Nederlandse elitesoldaten doorgaans hanteren. Een SOF stafelement is immers gewend om in zijn planningscyclus rekening te houden met het aangrijpen van de vijand van overmorgen, in tegenstelling tot conventionele staven en commandanten die doorgaans met de vijand van vandaag en morgen druk bezig zijn. Door deze opzet wordt tegelijkertijd ook de compagniestaf en commandant MPO (Meervoudig Ploeg Optreden) van de 105 en de sleutelspelers van alle enablers maximaal getraind op het gebied van de complexe vaardigheid van commandovoering. Met name het ‘Military Decision Making Process’ (MDMP) format, dat door het KCT wordt gebruikt tijdens de gezamenlijke planningsfase, verschilt van het zogenoemde Tactisch Besluitvormingsmodel (TBM) dat de enablers gewend zijn. Bij het KCT wordt tijdens de voorbereiding op een actie de analysestappen die doorlopen worden tijdens de besluitvorming als het ware grofweg met iedereen erbij besproken. Bij de enablers gaat dat over het algemeen hiërarchischer en daardoor duurt het langer voordat een plan tot op de enkele man afgesplitst is.
In week twee worden naast de stafelementen ook nagenoeg alle veldspelers en hardware binnen de SOLTG fysiek bij de oefening betrokken. Zodra de binnengekomen opdracht door de compagniestaf aan de in te zetten SOF-ploegen wordt voorgeschoteld, begint ook voor hun de zogenoemde MDMP, ofwel ‘isolatiefase’. Gedurende deze fase krijgen alle ploegleden een specifieke taak toebedeeld om de opdracht te analyseren. Van hoog tot laag worden zo alle mogelijkheden benut om tot in de puntjes voorbereid de actie uit te voeren. De opdrachten volgen elkaar zowel overdag als ’s nachts razendsnel op. Tijdens de uitvoering van de opdrachten worden situaties nagebootst die zich voor kunnen doen in het operatiegebied van de SOLTG in Mali. Dit kan variëren van een simpele lekke band en andere logistieke problemen tot, gesprekken met lokale leiders waar de lokale bevolking naar komt kijken, raketaanslagen of het opruimen van wapenopslagplaatsen tot het oppakken van een IED (Improvised Explosive Device) facilitator of een hinderlaag met de nodige slachtoffers. Leden van het Korps Nationale Reserve zorgen hierbij voor het inlevingselement. Dit doen ze door op overtuigende wijze de rol op zich te nemen van de lokale leiders en bevolking dan wel als vijandige jihadstrijders. Collega’s vanuit het LTC ondersteunen en begeleiden de eenheden gedurende de uitvoering van de opdrachten. Ze doen daarbij meer dan rondlopen met een witte armband. Ze bewaken namens de oefenleiding ter plekke het verloop van de oefening, pakken indien nodig eventuele knelpunten meteen op en maken wat er goed en minder goed gaat bespreekbaar.
Bij alle opgespeelde incidenten wordt telkens een groot beroep gedaan op de planningsvaardigheid en zelfredzaamheid van de betrokkenen in het veld. Belangrijke eigenschappen, want ondanks dat de taakgroep zich tijdens deze missie primair zal focussen op het verzamelen van cruciale inlichtingen bestaat er een kans dat ze daarbij ook geconfronteerd worden met vijandig gezinde elementen. Met name de jihadisten zullen ze dwars willen gaan zitten. Simpelweg omdat ze zich tegen de activiteiten van deze radicale moslims keren. Dat de komst van ervaren Nederlandse SOF in hun achtertuin reacties zal uitlokken, daar kun je haast wel zeker van zijn. Want ondanks dat naar verluidt het merendeel van de Arabische jihadisten Mali grotendeels verlaten hebben of zich schuilhouden in de moeilijk doordringbare bergachtige regio Adrar des Ifoghas, ze vormen nog steeds een reële bedreiging voor de Nederlanders. Kleine groepen strijders, onder meer van al-Qaeda in de Islamitische Maghreb (AQIM), opereren nog steeds in de woestijnregio. Af en toe voeren ze nog steeds aanvallen uit. Net als lokale Malinese jihadisten. Deze groep heeft simpelweg hun baarden afgeschoren, hun wapens opgeborgen en is opgegaan in de bevolking. Maar ook deze achtergebleven groepjes van lokale jihadisten maken het woestijngebied nog steeds onveilig. Het mandaat is gelukkig robuust. In tegenstelling tot het drama in Srebrenica, ook een VN-missie. Als ze nu worden aangevallen, zijn de Rules Of Engagement duidelijk, VN hoofdstuk 7: geweld is toegestaan, als de opdracht dat vereist. Dus wat dat betreft niet alleen uit zelfverdediging.
De langeafstandsverkenningen die de taakgroep gaat uitvoeren worden overigens niet altijd heimelijk uitgevoerd. Afhankelijk van het karakter van de opdracht kan de taakgroep hierbij ook voor de openbaarheid kiezen. Het laatste kan met name de operators van het KCT in een lastige parket brengen als er onverwachts journalisten opduiken. Het operationeel noodzakelijke verschuilen van de operator botst in dat geval vaak met de vrijheden van meningsuiting en nieuwsgaring van de journalist. Immers het laatste wat ze normaal gesproken willen, is met hun gezicht in de media ten toon gesteld worden. Door zogenoemde ‘media awareness’ in de opdrachten in te bouwen wordt ook aan dit voor de operators gevoelige aspect tijdens de eindoefening de nodige aandacht aan besteed. Een professioneel team leert ze hoe daarbij correct en in het belang van de missie met de pers kunnen omgegaan. Maar ook hoe kan worden voorkomen dat een individuele operator ongewild wordt geïnterviewd en/of herkenbaar op de gevoelige plaat wordt gezet.
De groene baretten en enablers staan voor een grote uitdaging in Mali. De eerste rotatie van de taakgroep staat voor de zware taak de complexe stammenstructuren en het toch al diffuse vijandsbeeld in kaart te brengen. In eerste instantie zal dit hoofdzakelijk in de nabijheid van de uitvalsbasis van de taakgroep in Gao plaatsvinden. Simpelweg smoel krijgen op het gebied. Wie zit waar? Wat zijn de onderlinge verhoudingen? Voor ze daar inzicht in hebben, zijn ze een tijd verder. Het zal op veel vlakken dan ook pionieren worden en het is wat dat betreft dan ook letterlijk een missie in ontwikkeling te noemen.
Het is trouwens niet toevallig dat de SOLTG voor deze VN-missie de naam ‘Scorpion’ draagt. Naast dat schorpioenen in Mali voorkomen zijn er ook opvallend veel overeenkomsten tussen de elitesoldaat van het keurkorps van de Koninklijke Landmacht en het inheems geleedpotige diertje dat behoort tot de spinachtige. Om beide hangt immers een zweem van mystieke aura, een raadselachtige en gesloten indruk. Beide bezitten een gepassioneerde vechtersmentaliteit en enthousiaste drang naar voren. Ze geven beide niet op voordat ze het doel hebben bereikt. Beide zijn ze in het bezit van meerdere sensors om nauwkeurig te kunnen waarnemen en detecteren. Beide zijn meesters in camouflage. Dikke huidplaten beschermen de vitale organen van de schorpioen, net zoals de ballistische platen dat bij de operator doet. Toch zijn beide, indien nodig, bewegelijk genoeg om met dodelijke precisie van zich af te kunnen bijten. Ook zijn beide vooral ’s nachts actief en kunnen nagenoeg overal en onder alle omstandigheden overleven.
In negen weken voorbereidingstijd moeten de Scorpions nagenoeg alle doelstellingen zien te behalen. Deze zitten er bijna op. Voor de taakgroep staat er nog een gecombineerde Life-firing oefening in Duitsland op het programma en dan is de voorbereiding voltooid en staat niets meer de ruim vier maanden durende uitzending naar Mali in de weg. Er zijn desalniettemin altijd dingen die beter kunnen, maar de mindset is het belangrijkst. De mannen en vrouwen van de eerste lichting van de SOLTG hebben laten zien dat het daarmee wel goed zit.
4 Comments
Mr. Marlboro
8 maart 2014 at 08:43Mooie fotos! Suc6 lui!
Mark
8 maart 2014 at 11:01Zoals altijd weer mooie foto’s, Top!
Ik heb wel een vraagje,
We zagen een tijdje geleden al een deel van de voertuigen verhuizen naar Mali, maar de MB’s waren daar wit met een enkele zandkleurige Fennek erbij. Gaan de Commando’s met die witte voertuigen verkenningsopdrachten doen?, of worden er nog gecamoufleerde MB’s naar Mali gebracht?
MDH Louws
9 maart 2014 at 01:36KCT operators, good luck with this mission.
Be aware off all hazards and come safe at home.
Leo van Westerhoven
10 maart 2014 at 14:34De SOLTG zal niet optreden in witte VN voertuigen. Er kunnen eventueel wel platen met daarop de letters UN – met behulp van magneten – op de zandkleurige en gecamoufleerde voertuigen geplaatst worden, allemaal afhankelijk van de opdracht.