Negen weken van intensief opwerken voor de uitzending naar Mali zitten er op voor de eerste Special Operations Land Task Group ‘Scorpion’. Een Live Fire Exercise (LFX), ofwel een weekje serieuze ‘core kinetische business’ in het Duitse Bergen-Hohne vormde het sluitstuk. Gedurende deze finale zijn de diverse specialismen binnen de taakeenheid met elkaar gecombineerd in een tactische setting, waarbij de kogels, mortieren en granaten ze langs de oren vliegen. Ze bereiken op de gevechtsbaan hun schiet-technisch hoog(s)te punt en zijn klaar om welke dreiging dan ook het hoofd te bieden.
De Special Operations Land Task Group (SOLTG) moet immers ook in het hoogste geweldsspectrum kunnen optreden. Als ‘boots on the ground’ staan ze letterlijk vooraan als een grondgevecht uitbreekt. Ondanks dat de taakeenheid zich in Mali primair zal richten op geavanceerd speurwerk kan er namelijk altijd iets misgaan waardoor er gevaarlijke situaties ontstaan.
Er zijn genoeg factoren en actoren in het noordoosten van het land die de situatie er onveilig maken. Zo kunnen ze in de vaak afgelegen woestijngebieden in een hinderlaag lopen of stuiten op andere, onverwachte tegenstand van gewapende groeperingen. In dat geval mag de taakeenheid alle vormen van geweld gebruiken die het dan noodzakelijk acht om te de-escaleren of om zich eruit te knokken. Het mandaat is er robuust genoeg voor. De Rules Of Engagement (ROE) zijn duidelijk, VN hoofdstuk 7: ‘Alle middelen zijn toegestaan, als de opdracht dat vereist’. Dit geeft aan dat er voor de militairen geen beperkingen zijn om de missie zo goed mogelijk uit te voeren.Toch zal de commandant van het Korps Commandotroepen, kolonel Jan Swillens, “meer dan happy” zijn als zijn mannen in Mali geen schot hoeven te lossen, omdat ze er vooral heengaan om informatie te verzamelen voor de VN-missie.
Dat deze LFX een unieke gebeurtenis is, is geen alleenstaand feit. Het is ook pionieren voor de ‘Scorpions’ van de SOLTG. Ondanks dat commandotroepencompagniën met enige regelmaat op de diverse gevechtsbanen in Bergen-Hohne te vinden zijn, is het voor de eerste keer dat een LFX oefening met de complete taakeenheid wordt gehouden. Bij deze LFX wordt iedereen in hun eigen specialisme getraind om op de juiste manier te reageren en te anticiperen in een samengestelde eenheid. Met scherp schieten terwijl de maten in hetzelfde terrein staan, brengt gevaren met zich mee. Om die reden is extra spanning meer dan normaal. Het is een intensieve samenwerking waarbij geen tijd of ruimte is voor miscommunicatie. Vandaar moet het optreden van de diverse spelers naadloos op elkaar aansluiten. Niet in de laatste plaats om ‘blue on blue’, ofwel fratricide, het onder vuur nemen van eigen troepen in het veld te voorkomen.
Primaire trainingsdoelen zijn dan ook onder meer communiceren, integreren en het afstemmen naar elkaar voor wat betreft de schietprocedures. Ofwel ervaren hoe het nu eigenlijk werkelijk is om op te treden als een ‘Combined Arms Team’ (CAT), terwijl er met scherp wordt geschoten. In een CAT worden als het ware alle enablers, voertuigen, wapen- en informatiesystemen tot één geheel gesmeed. Deze benadering heeft tot doel het creëren van synergie, ofwel het geheel is meer dan de optelsom van de verschillende eenheden en specialismen. Zelfs de zogenoemde ‘Smallest Unit of Action’ (SUA) treedt in Mali op in deze gecombineerde samenstelling. De SUA is de kleinst mogelijke, zelfstandig buiten de poort van de compound in Gao optredende verkenningseenheid.
Op basis daarvan is in samenwerking met SICT, het ‘Schiet Instructie en Coördinatie Team’ een scenario ontwikkeld om zowel overdag als bij duisternis een LFX uit te voeren op een gevechtsbaan van het uitgestrekt Duitse oefen- en schietterrein. Een dynamische omgeving, waarin alle doctrinair, ingedeelde wapens en wapensystemen samenkomen. Voor de ploegen staat een infiltratie en punt-, route- en gebiedsverkenningen in de opdracht. Het einddoel bestaat uit een in elkaar gezet dorp. Het ligt op een fictieve belangrijke kruising waar de tegenstander naar meerdere windrichtingen kan uitwijken. Een groot gebied van gevechtsbaan 9 is hiervoor vrijgemaakt, waardoor aan één stuk kan worden opgetreden. Volledig ‘combat loaded’ met scherpe munitie zonder de oefenbeperkingen, die de beleving enigszins kunnen ontnemen.
Zodra het teken wordt gegeven dat oefening kan beginnen gaan de JISTARC-verkenners in hun Fenneks en de sniperduo’s op hun quads als eerste op pad. Even later vertrekt ook de rest van het grondelement in zwaar bewapende open MB’s en Bushmasters richting het doel. Plotseling wordt het geluid van rijdende voertuigen vervaagd door harde knallen. De 81mm vuursteunsectie heeft mortierengranaten afgevuurd. Hierop stijgt een gedeelte van de verkenningseenheid uit de voertuigen om te voet verder te gaan. Even later barst de hel los en start het grondgevecht. Meerdere vijandelijke doelpresentaties uit verschillende sectoren komen tevoorschijn en alle wapensystemen komen aan bod. Van HK-416, HK-417 en Minimi bij het uitgestegen deel en van 7.62mm MAG, 12,7mm ofwel M2 .50 QCB tot 40 mm AGL (Automatic Grenade Launcher) op de voertuigen. De nu twee vechtende elementen staan ondertussen nauw met elkaar in contact. Daar waar vroeger het voertuig achterbleef, zorgt het nu voor een krachtige ondersteuning. Naast de antitankwapens Panzerfaust en Gill is ook de Raven, de mini-UAV en het verkenningsmiddel door de lucht van de SOLTG, met succes tijdens het scenario ingezet. Na een aantal uren hevig vechten en een slinkende munitievoorraad komt de melding om af te breken en nieuwe opstellingen te betrekken. Naast de unieke kinetische gebeurtenissen in deze LFX zijn ook de normale vaardigheden niet vergeten. Zaken, zoals het betrekken van een waarneming- en vuuropstelling, het tactisch verplaatsen en verblijven gedurende een Rest-Over-Night, ofwel een RON.
Het is nu echt aftellen geblazen voor iedereen van de eerste voor de VN-missie in Mali geformeerde SOLTG ‘Scorpion’. Daarentegen is er ook de onzekerheid bij zowel de militairen als ook hun thuisfront. Het is immers nog niet bekend wanneer de SOLTG precies naar Mali vertrekt. Dit is afhankelijk van wanneer al het benodigde materiaal van de taakeenheid in Mali arriveert. De hoeveelheid materieel die zijn weg naar Mali moet vinden is enorm. Al het materieel zit, voorzien van een zogeheten RFID (Radio Frequency Identification)-tag en de juiste documenten, in containers voor vervoer over de weg en via de zee, of in afsluitbare boxpallets voor transport per vliegtuig. Aan de hand van de RFID-tags kan men controleren of de inhoud van de pallets overeenkomt met de vrachtbrieven. Daarnaast kan er op elk tijdstip van de dag worden nagegaan waar ter wereld de lading zich bevindt. Het soort materieel bepaalt uiteindelijk de vervoermodaliteit. Gevoelig en essentieel materieel gaat door de lucht. Denk hierbij aan geclassificeerde systemen zoals wapens en munitie, radarsystemen, verbindingsapparatuur, optische waarnemingsmiddelen en crypto-materiaal. Net zoals de Apache gevechtshelikopters, met de rotorbladen eraf, op enig moment met behulp van een reusachtige Antonov An-124 vrachtvliegtuig worden getransporteerd. Het overige materieel – zo’n 140 voertuigen en 230 tot de nok toe gevulde zeecontainers – zal met behulp van een door de Verenigde Naties ingehuurd transportschip vanuit de Groningse Eemshaven naar Abidjan in Ivoorkust worden verscheept. Het schip zal daar naar verwachting eind april aankomen. Van daar is het nog circa 2500 kilometer over vaak zeer slechte wegen naar kamp Castor in Gao, het basiskamp van de SOLTG in Mali.
Ondanks dat het tijdstip van vertrek nog niet vaststaat, zijn de mannen en vrouwen van SOLTG Scorpion klaar voor het echte werk in het snikhete Afrikaanse land als straks wordt geroepen dat ze op datum X die kant op gaan.
Foto-Impressie van de LFX:
Leave a Reply