Recent ondersteunde Defensie een omvangrijke doorvoeroperatie waarbij gelijktijdig een tweetal Amerikaanse helikopterbrigades betrokken waren. Eind november werd een grote hoeveelheid vliegend en rollend materieel van de 1st Air Cavalry Brigade (1 ACB) uit Fort Hood, Texas uitgeladen en geassembleerd op een overslagterrein in de haven van Vlissingen-Oost. Vliegbasis Woensdrecht fungeerde vervolgens als staging area van waaruit de bijna 40 Apache, Blackhawk en Chinook helikopters hun weg vervolgden. Voor deze eenheid begon zo een rotatie van 9 maanden als onderdeel van de door de Verenigde Staten in 2014 in het leven geroepen operatie Atlantic Resolve (OAR). OAR heeft als oogmerk het versterken van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Europa, een reactie op de annexatie van de Krim door Rusland destijds.
Helikopters
In de tussentijd verzamelden zich op vliegbasis Gilze-Rijen diverse gevechts-, transport-, medevac en command & control helikopters van de 1st Combat Aviation Brigade (1 CAB). Deze kwamen vanuit diverse operationele lokaties in onder meer Duitsland en Polen. Na het vertrek van de helikopters van 1 ACB uit Vlissingen vloog het materieel van 1 CAB op zijn beurt in fases naar diezelfde Verbrugge Zeeland Terminals. Hier werden de helikopters maar ook bijbehorende voertuigen en containers gereed gemaakt voor inscheping om zo uiteindelijk de terugtocht naar Fort Riley, Kansas te kunnen maken. Dit betrof zo’n 60 AH-64E, CH-47F, UH-60L/M en HH-60M helikopters, eveneens van de Amerikaanse landmacht.
Gastlandsteun
Defensie faciliteerde het geheel door logistieke ondersteuning, bewaking en beveiliging te bieden, dit alles onder het toeziend oog van het nieuwe Territoriaal Operatiecentrum (TOC). Zo werden de helikopters tijdens tussenstops waar nodig voorzien van brandstof of zelfs gerepareerd en zorgde de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) voor het transport van Amerikaanse militairen. Ook was er Mobile Air Operations Team (MAOT) capaciteit van het Defensie Helikopter Commando (DHC) aanwezig voor het coördineren van de vliegactiviteiten in de haven.
Personeel van ondermeer het Korps Nationale Reserve (NATRES) beveiligde het als tijdelijk militair gebied ingerichte terrein in Vlissingen. Ook de Defensie Duik Groep (DDG) droeg zorg voor een stukje havenbescherming, maar dan op het water. Zo was het marine duikvaartuig Nautilus ter plekke en werd er gepatrouilleerd met een tweetal Damen RIB 2000D rigid hull inflatable boats. Nadat alle activiteiten afgerond waren eindigde de door Nederland geboden gastlandsteun uiteindelijk halverwege december.
Leave a Reply