Op 9 en 10 mei is er weer even militair vertoon geweest op Airport Twente. Op de voormalig vliegbasis van de luchtmacht vond een groot gedeelte van de oefening Red Dagger plaats, georganiseerd door het Korps Commandotroepen (KCT). Een oefening die volledig in het teken staat van het Special Operations Air Land Integration (SOALI) concept. Of wel het geïntegreerd optreden van de lucht- en de grondcomponent in Speciale Operaties door daarvoor getrainde en uitgeruste eenheden. Dit SOALI concept past in het credo van het KCT -Direct, wereldwijd inzetbaar voor speciale operaties-.
Grond- en luchtcomponent
De grondcomponent bestaat voor deze oefening uit operators van 104-, 105- en 108 Commandotroepencompagnie. Daarnaast nemen ook een aantal Pathfinders vanuit 11 Luchtmobiele brigade, grondgebonden vuursteunmiddelen in de vorm van een PzH-2000 en mortieren deel aan de oefening.
De luchtcomponent bestaat uit een C-130, Apache gevechtsheli’s, Chinook- en Cougar transportheli’s van de Luchtmacht. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van onder meer een Stemme S-15 (motor-glider) die als surrogaat Unmanned Aerial Vehicle (UAV) de Intelligence Surveillance Reconnaissance (ISR) operaties voor haar rekening neemt en een Aero L-39 Albatros (straaljager) voor Close Air Support (CAS). Deze luchtassets worden geleverd door AEC Skyline Aviation, een Nederlands bedrijf.
Puzzelen
“Ondanks dat we het SOALI concept en delen hiervan reeds lange tijd kennen bij het KCT en ook toepassen in operaties en training is het daarentegen de eerste maal dat we het tijdens Red Dagger met alle aspecten beoefenen en onder een vergrootglas leggen”, vertelt sergeant-majoor René van bureau GLOT (Grond-, Lucht Operaties en Training) van de sectie S3. “Denk bijvoorbeeld aan CAS, grondgebonden vuursteun, ISR, UAV’s, Air-mobility inclusief air, land en para met force projection en cross loading. Red Dagger biedt ons daarom de juiste randvoorwaarden om het concept nagenoeg in zijn volledige omvang na te bootsen en te beoefenen. Vooral om te zien hoe snel en zorgvuldig in reële tijd- en ruimtefactoren de operators plus enablers bewapend en al én met al de voor de missie noodzakelijk spullen kunnen worden vervoerd en ingezet. Met andere woorden: hoe kom ik ergens en hoe gebruik ik al mijn air middelen zo goed mogelijk. Dit om uiteindelijk bijvoorbeeld een specifiek gebied snel en verrassend, driedimensionaal, te vermeesteren en hermetisch af te sluiten, zodat wij het wel maar de tegenstander dit (tijdelijk) niet meer kan gebruiken. Dat is geen makkelijke klus omdat wij immers zo snel mogelijk vanaf een basis in Nederland naar een brandhaard ergens in de wereld moeten kunnen afreizen. Met name het onopgemerkt vertrekken, verplaatsen en aankomen is niet alleen tactisch maar vooral ook logistiek best een ingewikkeld deel van de puzzel.”
Heimelijk infiltreren
Terwijl op 9 mei het laatste beetje daglicht overgaat in de duisternis cirkelt op enkele kilometers boven de vliegbasis een vliegtuig. Daarin bevindt zich naast een aantal operators ook een aantal Pathfinders, die het verkenningselement vormen. Enkele minuten voor de sprong controleren ze elkaars uitrusting nog eens en nemen ze de procedures door. Zodra het groene licht bij de exit oplicht wordt door de springleider uiteindelijk het verlossende “green on, go” gegeven. Op dit teken springen de zwaar beladen mannen de duisternis in en beginnen ze aan hun vrije val richting aarde. Na het openen van de hoofdvalschermen zweven ze vervolgens geruisloos en ongezien door de lucht. Zodra ze geland zijn pakken ze hun parachute in en houden ze het gebied van de komende actie onder waarneming, de zogenoemde “eyes on target”. Daarbij voorzien ze continue het hogere niveau steeds van (near) real-time informatie. Zowel sterkte en locatie van de tegenstander als eventueel uit te schakelen luchtafweergeschut strijden hierbij om eerste prioriteit, opdat de volgende dag in te zetten “main element” niet in gevaar wordt gebracht.
Mijlpaal
“Voor de rode baret dragende Pathfinders is het overigens voor het eerst dat ze een zogeheten tactische oefensprong maakte door middel van een vrije val”, zegt René. “Een mijlpaal in hun bestaan. Want ondanks dat ze weliswaar de Duitse vrije val opleiding gevolgd hebben zijn ze sinds kort pas in Nederland door de Defensie Paraschool (DPS) vrije val opgeleid en gecertificeerd. Voorheen werden ze door de DPS alleen maar static-line opgeleid. Dat betekent dat ze enkel ingezet konden worden met een parachute die bijna direct na de sprong automatisch opengaat. Dit gebeurt op een hoogte van ongeveer 400 meter waardoor ze vervolgens al binnen 40 tot 60 seconden aan de grond staan. Dit maakte het heimelijk naderen van een dropzone ver in vijandig gebied een stuk lastiger dan nu het geval is via de vrije val methode”. Het KCT heeft hierin natuurlijk al vele jaren ervaring in opgedaan, deze overdracht van informatie en kennis is essentieel voor de toekomstige rol van SOF Support eenheden.
Multitasken
Op 10 mei verschijnt er plotseling boven de vliegbasis een L39 Albatros met in zijn kielzog twee Apache gevechtshelikopters. De JTAC (Joint Terminal Attack Controller) op de grond speelt in deze fase en gedurende het verdere verloop van de missie een belangrijke rol. Hij is immers verantwoordelijk voor zowel het veilig als beslissend inzetten van vuursteun en de deconflictie van middelen. Tegelijk met artillerie-en mortiervuur heeft hij immers in de lucht ook jachtvliegtuigen en gevechtshelikopters tot zijn beschikking voor CAS. De JTAC bepaalt wie waar vliegt en op welke hoogte. Hij zorgt tussentijds voor een “restricted ops” zone, of wel een gebied dat vrij wordt gehouden van bijvoorbeeld krombaanvuur zodat de actie vanuit de lucht veilig kan plaatsvinden. Hij is daarnaast voor de vlieger de ogen en oren op de grond. Hij moet van de hele situatie een driedimensionaal plaatje in zijn hoofd hebben. Wat zijn de dreigingen? Waar zit de vijand precies? Waar zijn de eigen troepen? Hij moet daarbij continue denken vanuit het perspectief van de vlieger, dat van de eigen eenheden én attent blijven op de veiligheid van zijn ploegleden. Voor het aanwijzen van een doel kan hij gebruik maken van een laserstraal of hij geeft alleen de betreffende coördinaten door. Via de radio sturen op zicht is overigens ook een optie. Daarnaast gebruiken de twee gevechtsheli’s tijdens de oefening doorlopend hun geavanceerde waarnemingsmiddelen om mogelijke tegenstand te traceren en uit te schakelen. Als er iets complex is, is het de inzet van grond- en luchtgebonden vuursteun. Of het nu om een granaat of bom gaat. Goede coördinatie door de JTAC is letterlijk van levensbelang om het doel veilig en nauwkeurig uit te schakelen.
Agressief en snel
Aansluitend op de voorbereidende luchtsteun arriveren onder dekking van de twee gevechtshelikopters kort achter elkaar een aantal Chinooks vrijwel ongezien boven de aangewezen Landing Point (LP) Black. Onmiskenbaar en typerend dreunt het zware klappende geluid van de rotorbladen laag boven de bomen in de richting van de LP. De vliegers laten zien dat ze de kist tot zijn limieten beheersen en “smakken” de transporthelikopters haast tegen de grond om daar zo kort mogelijk te hoeven staan. Snel de operators inclusief een aantal quads er uit, en weg zijn ze weer. Agressief en snel.
Onmiddellijk beginnen de operators met het vermeesteren van essentiële terreindelen van de vliegbasis. Ze springen van gebouw naar gebouw. Alle ruimtes worden daarbij doorzocht op vijandelijke elementen. Daarbij worden ze door de oefenvijand letterlijk warm onthaalt aangezien hun patroonhouders vol zitten met verf gevulde patronen, of wel zogenoemde FX-munitie. Mede hierdoor wordt de realiteit volledig nagebootst. Bij de combinatie FX en oefenvijand kan de operator immers ook werkelijk wat ontvangen, iets dat behoorlijk au doet. Door deze pijnfactor leert hij eventuele fouten snel af. Om bepaalde ruimtes binnen te dringen wordt tegelijkertijd gebruik gemaakt van springstof om openingen te forceren, het zogenoemde breachen. Ruimte na ruimte wordt zo veilig gesteld. Naast de assaulters, JTAC’ers en de Demspeccers hebben ook de medics hun trainingsmoment in de vorm van oefengewonden, die na behandeling zo snel mogelijk worden geëvacueerd met een daarvoor ingerichte Cougar transporthelicopter.
Nadat uiteindelijk het vliegveld laat in de middag is vermeesterd en de twee beoogde High Value Individuals veilig vanuit hun safe house zijn overgedragen aan de speciale taakgroep kan aan de extractie, of wel het sluitstuk van de oefening worden begonnen. De regie over de extractie komt voor rekening van de enablers vanuit de 11 Luchtmobiele Brigade. Ze loodsen succesvol samen met een C-130 Hercules het grondcomponent richting vliegbasis Eindhoven.
Leerpunten
“Red Dagger is een belangrijke oefening die moet aantonen dat met name door de snelheid, verrassing en beperkte invloed van het terrein het SOALI concept ons de mogelijkheid biedt om waar ook ter wereld onvoorspelbaar op te treden”, zegt René. “De oefening leert ons dat de samenwerking tussen de Luchtmacht, KCT en de enablers steeds belangrijker wordt. We hebben er in elk geval veel leerpunten uit gehaald. Ongetwijfeld zijn we wat vergeten in deze eerste editie en zijn er dingen fout gegaan. De planning en uitvoering van dergelijke operaties is immers uiterst complex en stelt hoge eisen aan het personeel. Daarentegen alles wat nu fout gaat, daar leren we van. Belangrijk is dat we deze oefening blijven herhalen om het meest ultieme van ons werk in dit concept te kunnen trainen. Het meest ideale zou zijn als de volgende Red Dagger oefening op een Nederlandse basis start en het in te nemen doel dan een gebied in bijvoorbeeld Groot-Brittannië of ergens in Scandinavië zou zijn. Hierdoor zijn de reële tijd- ruimtefactoren nog beter na te bootsen aangezien we dan tegen limieten als brandstof, dracht van communicatiemiddelen, slaap management, en omlooptijd gewonden afvoer aanlopen maar ook een mogelijk opdeling van eenheden.”
Leave a Reply