Sinds 15 oktober 2013 heeft het Pathfinder-peloton van 11 Luchtmobiele Brigade (Air Assault) ‘7 december’ er een unieke capaciteit bij gekregen. Op die dag is de eerste lichting Pathfinders die de opleiding tot ‘Tactical Aeronautical Station Operator’ succesvol hebben afgerond gebrevetteerd door Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, kolonel Bas Pellemans. Het uitreiken van de zogenoemde ‘Bewijzen van Bevoegdheid’ vond plaats op de School of Air Control in Nieuw-Milligen. Pathfinders zijn nu de enige militairen binnen de Nederlandse krijgsmacht die gerechtigd zijn om wereldwijd vanaf de grond tactische elementaire ‘Air Traffic Information’ taken uit te voeren.
Nu vormt deze groep van specifiek opgeleide rode baretten nog de vaste kern van de Recce Task Group (RTG) van 11 Luchtmobiele Brigade (LMB), ofwel de verkenningscapaciteit op brigadeniveau. Het Pathfinder-peloton herbergt een diversiteit aan specialisten die in diepe operaties (Air Assault en Airborne) en vooruitgeschoven verkenningen in het drie dimensionale (3D) domein van alle markten thuis zijn. Al naar gelang de opdracht kunnen ze daarin aangevuld worden met verkenners vanuit de verkenningspelotons van de infanteriebataljons of overige enablers met andere ter zake doende functionaliteiten. In de nabije toekomst zal het Pathfinder-peloton echter verweven zijn in een nieuw te vormen verkenningscompagnie van de brigade. Zodra dit een feit is hoeven de infanteriebataljons hun organieke verkenningscapaciteit niet meer af te staan.
Pathfinders hebben voornamelijk als taak geschikte inzet- of landingsplaats(en) voor de hoofdmacht uit te zoeken. Deze te verkennen, te markeren met marker panels of -lichten en te bemannen om ze tijdens de landing(en) te beveiligen. Voorheen speelde dit zich hoofdzakelijk af gedurende helikopter (rotary-wing) operaties. De landingsplaats(en) waren dan ook voornamelijk Helicopter Landingsites (HLS). Binnen de Nederlandse krijgsmacht was toen immers nog geen tactische eenheid voorhanden die in de vroegste fase van expeditionair optreden (diep) in vijandelijk gebied vanaf de grond vliegers van transportvliegtuigen (fixed-wing) op een verharde ‘airstrip’ of zelfs onverharde ‘dirt-strip’ mocht binnenloodsen. Ervaringen tijdens crisisbeheersingsoperaties en een gewijzigde politieke visie hebben desalniettemin uitgewezen dat de behoefte aan een eenheid, die naast HLS ook Dropzones (DZ) voor parachutisten en/of materiaal of Tactical Landing Zones (TLZ) voor vliegtuigen kan uitzeten en bemannen, alleen maar is toegenomen.
De Pathfinders van 11 LMB hebben nu dus die leegte opgevuld. Door hun specifieke mogelijkheden en eigenschappen zijn ze het ideale instrument hiervoor. Ze zijn immers snel inzetbaar, bruikbaar in het totale geweldsspectrum, flexibel en multifunctioneel getraind en kunnen achter vijandelijke linies opereren. “Wij zijn hierdoor nu in de breedste zin van het woord een nog belangrijkere verbindende schakel geworden tussen grond- en luchtoptreden,” vertelt kapitein Rein, pelotonscommandant van de Pathfinders. “Niet enkel op tactisch operationeel vlak, maar ook voor wat betreft luchtvaartveiligheid. De taak van een ‘Tactical Aeronautical Station Operator’ (TASO) is immers om tijdens een actie het militaire luchtverkeer vanaf de grond veilig, ordelijk en vlot te laten verlopen. Denk bijvoorbeeld gedurende Tactical Airlanding Operations (TALO) bij ernstinzet of bij Engines Running-off Operations (ERO) tijdens oefeningen. Een TALO is een realistische inzetoptie om wereldwijd te kunnen ondersteunen bij de evacuatie van Nederlandse staatsburgers uit een crisisgebied naar een veilige(r) omgeving, ook wel een Non Combatant Evacuation Operation (NEO) genaamd. Maar ook (her)bevoorrading door middel van droppings of een Dropzone (DZ) uitzetten voor grote groepen parachutisten ligt nu in de mogelijkheden van ons takenpakket. Onze rol als TASO daarin kan variëren van het versturen van tactische luchthaveninformatie aan de vliegers die noodzakelijk is voor een veilige landing dan wel vertrek, tot het daadwerkelijk sturen van hoogte en richting van vliegtuigen en/of helikopters. Gedurende deze fase kan de landingsplaats immers een grote chaos zijn. Er zijn zoveel factoren waar rekening mee gehouden moet worden. Als er daarbij iets mis gaat, schopt dat de hele planning in de war. Die chaos moet je dan zo zien te sturen dat je weer snel orde schept en er vooral snel en veilig met de 3D middelen in combinatie met alles wat er op de grond gebeurd kan worden gewerkt.”
Binnen de krijgsmacht zal de term ‘Air Traffic Control’ door velen vermoedelijk al gauw gelinkt worden aan specialisten van de Koninklijke Luchtmacht (KLu) die in een radarbunker achter een rits beeldschermen zitten om strategische en tactische militaire vliegoperaties te coördineren en het luchtruim scherp in de gaten houden. Anderen denken op hun beurt misschien weer dat ze zich in een comfortabele verkeerstoren bevinden met prima uitzicht op een vliegveld en, niet te vergeten, verse koffie in overvloed hebben. Nagenoeg in alle opzichten gaan deze voor(oor)delen niet op voor de Pathfinder die als TASO wordt ingezet. Hij zal in de regel namelijk heimelijk en geruime tijd voor een actie daadwerkelijk plaatsvindt worden ingezet om uiteindelijk voor een veilige afhandeling van het tactische luchtverkeer te zorgen.
“Zodra we eenmaal voet aan de grond hebben ligt er mogelijk eerst een scala aan taken op ons te wachten,” vertelt Rein. “Over het algemeen zal dan iedere ploeg de aan haar opgedragen specifieke verkenningen (Pathfinding Missions) uitvoeren, elk met eigen taken en verantwoordelijkheden. Alvorens we geschikte van te voren bepaalde landingsplaatsen inrichtten en markeren wordt mogelijk eerst een onverkend gebied middels een Area Search in kaart gebracht. Eventueel worden ook alternatieve landingsplaatsen verkend. Uiteindelijk richtten wij dus een tijdelijk vliegveld in. Vervolgens houden wij de landingsplaatsen en het gebied van de komende actie onder waarneming, de zogenoemde ‘eyes on target’. Daarbij voorzien wij rond de klok het hogere niveau steeds van (near) real-time informatie over de landingsplaatsen. Zowel sterkte en locatie van de tegenstander als eventueel uit te schakelen luchtafweergeschut strijden hierbij om eerste prioriteit, opdat de in te zetten hoofdmacht niet in gevaar wordt gebracht. Zodra de kisten aankomen, klimmen wij in de verbindingen en loodsen we ze naar hun plek op de landingsplaats. Hiermee is overigens vaak voor ons de kous nog lang niet af. Afhankelijk van de vervolgopdracht(en) kunnen wij vervolgens weer voor verkenningstaken worden ingezet. Uiteindelijk zullen wij ook weer de regie over de extractie van de hoofdmacht voor onze rekening nemen. Dit verklaart gelijk waarom ‘First in, Last out’ een van de Pathfinders motto’s is.”
Pathfinders moeten daarbij onder de meest primitieve en extreme omstandigheden kunnen overleven op het gevechtsveld. Ze zijn daarbij vaak op zichzelf aangewezen. Ze moeten dus gedurende langere tijd opdrachten kunnen uitvoeren zonder aanvullende logistieke ondersteuning. Ongeacht waar dat ook is. Dit kan de Noordkaap zijn, in Afghanistan of ergens in donker Afrika. Daarbij is naast fysieke en mentale gehardheid vooral onzichtbaarheid hun sterkste wapen. Dit betekent dat Pathfinders, levend vanuit de rugzak die per definitie altijd te zwaar is, genoegen moet nemen met zero comfort en weinig tot geen voorzieningen. Dit geld zeker in de beginfase van een operatie met vaak uiteenlopende coalitiepartners. Om deze risicovolle operaties onder vaak primitieve omstandigheden tot een goed einde te kunnen brengen is de Pathfinder niet voor niets in een groot aantal vaardigheden opgeleid.
Recent is nu dus het specialistisch optreden van TASO aan dit pallet van vaardigheden toegevoegd. Aan deze bevoegdheid is echter ook een stevige verantwoordelijkheid gekoppeld. Een TASO is immers zowel operationeel verantwoordelijk maar zeker ook en gelijktijdig verantwoordelijk voor de luchtvaartveiligheid. Aangezien de kwaliteit en daarmee de veiligheid van de militaire luchtvaart is ingericht als een alles omvattend systeem vraagt dat om grondige kennis van de daarmee verband houdende doctrines en procedures.
“Binnen de luchtvaartveiligheid zijn namelijk alle schakels van belang,” vertelt kolonel Pellemans. “Veiligheid is geen optelsom maar een vermenigvuldiging van alle aspecten en dat inclusief de bijdragen die alle betrokkenen daaraan leveren. Dit wordt ook wel het Total Aviation System (TAS) genoemd. Daar maken deze Pathfinders nu officieel deel van uit. Het is een systeem dat bestaat uit elementen van luchtwaardigheid, certificering, luchtvaartoperaties, luchthavens en luchtruim die zowel in de civiele als de militaire omgeving van toepassing zijn. Echter, de militaire luchtvaart houdt daar niet op. Het doet weliswaar alles wat de civiele luchtvaart ook doet, maar dan begint het pas vanwege de specifiek militaire dingen die wij doen. En daar komt de TASO bij om de hoek kijken. De enige manier om onder tactische omstandigheden de kennis en vaardigheden als TASO op peil te houden én verder uit te bouwen moet het uiteraard beoefend kunnen worden, ook in vredestijd. Hiermee ontstond de noodzaak om de functie TASO te erkennen en op te nemen in de Militaire Luchtvaarteisen en onder het TAS toezicht te brengen. Hiervoor zijn eind 2012 eisen vastgesteld waaraan dit personeel moet voldoen. Eisen, die grotendeels gebaseerd zijn op civiele regelgeving. Dit is noodzakelijk want het beschikbare luchtruim wordt steeds flexibeler gebruikt door beide partijen. In nauw overleg met 11 LMB en de School of Air Control (SAC) zijn de civiele eisen voor ‘Aeronautical Station Operators’ vertaald naar meer toepasselijke militaire eisen. Hierbij is een gezonde balans ontstaan tussen de civiele herkenbaarheid enerzijds, en de specifiek militaire aspecten anderzijds.”
Beide krijgsmachtdelen hebben voor deze innovatieve opleidings- en trainingsmogelijkheid nauw samengewerkt. Op basis van de vastgestelde eisen is een kleine groep specialisten gezamenlijk, zeer voortvarend en proactief aan de slag gegaan met de invulling van voornoemde eisen. Dit selecte gezelschap bestond uit Pathfinder van het eerste uur kapitein Igor de Fretes, kapitein Joost van Weelderen als ATC instructeur, oud-commandant SAC majoor Hans de Ruijter en kapitein Marcel de Pee van de MLA. “Door elkaar aan te vullen, te corrigeren, ieder zijn eigen specialisme erin te verwerken, ‘bottom up’ te werken en van boven af aan te nemen hebben we alles in een redelijk korte tijd voor elkaar weten te boksen,” zegt Igor. “Zo is Joost met het Pathfinder-peloton tijdens de internationale vliegoefening Maple Flag in Canada mee geweest om de cursus/syllabus en het oefenplaatje wat we afspelen in de simulator te toetsen in de praktijksituatie. Dit om de cursus zo realistisch en praktijkgericht mogelijk in elkaar te zetten. Door op deze manier samen te werken en door niet bang te zijn is er in de toekomst nog heel veel mogelijk op dit vakgebied. Zoals live trainingsfaciliteiten en mogelijkheden voor de TASO in Nederland. Denk aan een trainings-dirt strip in bijvoorbeeld de Marnerwaard.”
Ondertussen is er een gedegen opleidingssyllabus ontwikkeld. “De basisopleiding tot TASO begint met een week scholing op de SAC,” zegt Rein. “Daar krijgt de aspirant TASO de belangrijke basisprincipes voor de luchtverkeerstaak tijdens de ‘final guidance’ van vliegtuigen aangeleerd. Essentiële procedures zoals ondermeer het kunnen maken van bepaalde berekeningen en radioprocedures worden hier bestudeerd en getoetst. Eerst een groot aantal uren met de neus in de boeken in het klaslokaal om het vervolgens in een 3D simulator in de praktijk te brengen. In deze high-tech simulator wordt normaliter een echte luchtverkeersleidingtoren nagebootst. Echter voor de TASO opleiding en training worden met coniferen, veldradio’s en camouflagenetten de consoles van de luchtverkeersleiders omgetoverd tot een heuse observatiepost (OP) in een bos. Zelfs voor vogelgeluiden en de aroma van bomen en struiken kan worden gezorgd. Tijdens de diverse praktijkgerichte scenario’s krijgt de TASO dan niet het virtuele 3D-uitzicht vanuit een verkeerstoren op de beeldschermen te zien, maar toont het 360 graden rondom beelden zoals die net boven het maaiveld te zien zouden zijn. Hij heeft daarbij daadwerkelijk zicht op een bestaand vliegveld of dirt-strip. Afhankelijk van hoe op een situatie wordt gereageerd kunnen de instructeurs het scenario ondertussen voortdurend aanpassen. De simulator kan de meest complexe en realistische scenario’s simuleren die niet eerder geoefend konden worden. Het kan in de toekomst mogelijk zelfs een rol van betekenis spelen in de pre-mission planningsfase van een operatie. Met behulp van gedetailleerde satellietopnames en/of foto’s van een bepaald vliegveld of regio kan binnen afzienbare tijd softwarematig de 3D beelden in de simulator daar op worden aangepast. Zo kan in bijvoorbeeld een Special Operations Task Group (SOTG) setting de uitvoering en coördinatie met alle deelnemers virtueel voorgeoefend worden. Zo kan een taakgroep met daarin bijvoorbeeld Special Forces (SF)-operators, een Fire and Support Team, overige enablers en uiteraard de vliegers alle mogelijkheden benutten om tot in de puntjes voorbereid op pad te gaan.”
Er is al met al, veel werk verzet om tot de uitgifte van deze ‘Bewijzen van Bevoegdheid’ te komen. “De uitgifte daarvan betekent echter niet het einde van een project, maar het begin van nieuwe samenwerkingsverbanden,” zegt Pellemans. “De erkenning van de functie, en daarmee de opname binnen de bestaande breveteringsstructuur, vergroot de herkenbaarheid van de TASO. Het is hiermee duidelijk wat de vlieger kan verwachten van deze specialisten.”
Ook commandant 11 LMB, brigadegeneraal Nico Geerts, sprak zijn lof uit over de samenwerking tussen beide krijgsmachtdelen om het initiéle concept vaste vorm te geven. “Daarnaast ben ik trots op mijn kerels omdat ze op een niveau acteren dat dit optreden mogelijk maakt en trots dat ik een dergelijke eenheid binnen mijn brigade heb. De functie van Pathfinder is niet vanzelfsprekend voor iedere rode baret weggelegd. Gezien het niveau waarop en de omstandigheden waaronder een Pathfinder moet optreden wordt aan dit personeel extreem zware eisen gesteld. Naast dat zijn fysieke fitheid zeer hoog moet zijn moet hij ook zelfstandig kunnen optreden en een grote mate van verantwoordelijkheidsbesef bezitten. In verband met de talloze opleidingen die hij in een korte tijd moet volgen zal hij op het cognitieve vlak ook aardig wat in zijn mars hebben.”
In de toekomst zal nagenoeg iedere eenheid van de krijgsmacht welke binnen het 3D-domein wordt ingezet (in)direct met Pathfinders te maken krijgen. “Genoeg brood op de plank dus voor de selecte groep van 22 Pathfinders die de brigade rijk is,” zegt Rein. “Naast het drukke oefenprogramma in binnen- en buitenland liegt immers ook de lijst aan verplichte individuele opleidingen, de hierbij behorende certificeringen en terugkerende currency checks er bepaald niet om. Het is daarom moeilijk om het peloton voltallig te trainen. De enige keer dat ik dit jaar iedereen bij elkaar had was op de internationale vliegoefening Maple Flag in het Canadeze trainingsgebied Cold Lake. Alleen daarom al krijgt Maple Flag een vast plekje op mijn verlanglijstje. Maar ook omdat de trainingsmogelijkheden daar legio zijn en daar kunnen we ontzettend veel uit leren. Want dankzij de internationale deelname aan Maple Flag kan iedere Pathfinder twee weken lang dagelijks rekenen op het werken met een grote diversiteit aan kisten. Het deelnemen aan (internationale) oefeningen is sowieso voor ons van groot belang. De hierbij opgedane contacten kunnen eventueel in de toekomst belangrijk zijn bij ernstinzetten. Dat de vraag naar Pathfinders alleen maar zal toenemen schept duidelijk verplichtingen, ofwel Noblesse Oblige. De keerzijde hiervan is echter wel dat wij hierdoor veelvuldig van huis zullen zijn. Het is onze en de taak van de brigade om daar zo professioneel mogelijk invulling aan te geven.”
1 Comment
Patches
22 december 2013 at 17:09Dat embleem met rood/blauwe lijnen, heeft dat een speciale betekenis? Kan er nergens iets over vinden