Optreden in verstedelijkt gebied transformeert zich rap van slechts een klein onderdeel van de manoeuvre naar een speciaal aandachtsgebied op zich. Een optreden dat vraagt om ervaren, goed getrainde en mentaal weerbare militairen. Maar worden onze troepen wel voldoende voorbereid en uitgerust op de nieuwe gevaren in de verstedelijkte missiegebieden? Een veelgehoorde kreet is namelijk, “we trainden altijd voor een voetbalwedstrijd maar hoorden net voor de aftrap dat we gaan rugbyen”.Onze uitgezonden troepen worden immers steeds meer geconfronteerd met een irregulier optredende tegenstander die zich bevindt tussen de burgerbevolking en ook van daaruit opereert. Of dat nu de Taliban in Afghanistan is of andere gewapende strijdgroepen het houdt zich daarnaast niet aan de voor ons heilige conventies van Genève en Rules of Engagement (ROE). Dit vergt niet alleen in het psychische domein een flexibele houding van onze militairen, maar ook in de fysieke invloedssfeer een diversiteit aan capaciteiten om al die taken uit te kunnen voeren. In een hoog geweld spectrum is optreden in verstedelijkt gebied (OVG) de moeilijkste tak van sport, voor alle niveaus. De lagere niveaus krijgen vooral te maken met korte waarnemings- en schootsvelden, hoog munitieverbruik en communicatieproblemen. De hogere niveaus zullen vooral door een sterk verminderde ‘Situational Awareness’ (SA) moeite hebben om ze aan te sturen. Hierdoor ligt de daadwerkelijke uitvoering van alle activiteiten vooral bij de laagste tactische niveaus van groep en peloton.
In oktober 2007 vond in het hoge noorden van Nederland de oefening ‘Urban Indian’ plaats. Daar in het oefendorp Marnehuizen hebben eenheden van verschillende krijgsmacht(onder)delen hun vaardigheden voor het gezamenlijk en geïntegreerde OVG aangescherpt. Deze samengestelde eenheid bestond uit het gros van 12 Infanteriebataljon (Air Assault) Regiment Van Heutsz aangevuld met luchtmobiele genisten. Tankers afkomstig van 42 tankbataljon met Leopard 2A6 gevechtstanks en verkenners van 104 Grondgebonden Verkenningseskadron in hun lichte Fennek LVB maakte de eenheid compleet. Redelijk uniek want doorgaans werken deze eenheden afzonderlijk aan hun vaardigheden voor OVG. Althans als in de opleiding en training (O&T) traject de tijd, middelen en mogelijkheden beschikbaar zijn, kwam daar aan het licht.
OKE: De kans dat een toekomstige tegenstander massaal gemechaniseerd optrekt is nihil. Nu treedt men bij gevechtsacties op tegen een veel kleinschaliger opponent. De afstemming daarop is vele malen verfijnder. Niettemin in Uruzgan treden pelotonscommandanten op met een SUA (Smallest Unit of Action), dat vaak vele malen groter en ingewikkelder aan te sturen is dan hij gewend is. Een SUA is de minimale samenstelling van eenheden die zich zelfstandig buiten het prikkeldraad begeven. Helaas worden nu PC’n vaak pas in het uitzendgebied geconfronteerd met bijvoorbeeld een geniegroep, een Forward Air Controller en een geneeskundige afvoergroep aangevuld peloton. Zo’n SUA wordt op pad gestuurd met een uiterst complexe opdracht. Het fungeert tegelijkertijd als strijdkracht, vredesmacht én als humanitaire hulptroepen – het zogenoemde ‘3-block warfare’. Hierbij wordt van ze verwacht dat zij in staat zijn binnen enkele secondes te kunnen switchen tussen deze verschillende rollen waarbij het onderscheid tussen gevechtsoperaties en vredesoperaties vervaagt. Nederlandse eenheden in Afghanistan kennen dit maar al te goed. Huidige missies tonen aan dat met kleinere eenheden de militairen anders optreden en meer specifiek getraind moeten worden. Er is een andere organisatie nodig, en uitrusting met ander materieel. In samenwerking met TNO onderzoekt Defensie deze onderwerpen in het onderzoeksprogramma ‘Optreden Kleine Eenheden’ (OKE). Dit om de operationele effectiviteit van kleine eenheden tijdens de huidige missies te analyseren. OKE staat ook aan de basis van het onderzoeksprogramma ‘Operaties in Verstedelijkt Gebied’. Met als doel om inzicht te krijgen over de karakteristieken van ondermeer het OVG samen met andere krijgsmacht(onder)delen. Knelpunten op het gebied van bescherming, bevoorrading, geneeskundige zorg én O&T kwamen daarmee aan het licht. Ook blijkt het materieel deels ongeschikt voor de omstandigheden. Het werken met een samengestelde kleine eenheid kan een manier kan zijn om de bescherming te verbeteren. Maar dan moeten de leden van die eenheid wel goed op elkaar ingespeeld zijn, anders vormt het eerder een extra bedreiging. Sleutelwoorden daarbij zijn training van OVG activiteiten in een zo vroeg mogelijk stadium voor alle elementen binnen deze eenheden, informatie-uitwisseling, oefenen in snel omschakelen naar eenheden met andere samenstellingen en daarna onderhouden.
Blauwdruk OVG: Tijdens Urban Indian laten bronnen – vanuit zowel de infanterie als cavalerie – weten dat er op O&T- als op OVG onderwijsleermiddelen gebied, naast de organieke uitrusting nog veel werk is te verrichten. Zo is bijvoorbeeld een duidelijke taakstelling gewenst. Zodat het trainingsprogramma zoveel mogelijk kan aansluiten op de situatie en de opdrachten in het missiegebied. De ervaringen van het huidige optreden, met aanpassingen in het O&T traject als gevolg daarvan, zouden veel sneller moeten worden doorgevoerd. Nu leggen individuele eenheden te vaak eigen ervaringen vast in ‘Vaste Orders’ of ‘Standard Operating Procedures’ die amper worden gedeeld. Het ontbreken van up-to-date handboeken OVG versterkt daarnaast het gevoel dat men soms maar wat aan het doen is. Volgens insiders zou het Kenniscentrum (KC) van het OTCMan hierin een belangrijke coördinerende factor van verbetering in kunnen betekenen. Regelmatig contact tussen de parate eenheden met het KC is daarvoor dan wel een vereiste. Ook het gebrek aan een omgeving die het missiegebied qua terrein benaderd wordt als nadelig ervaren. De bebouwing in de huidige missiegebieden – in de toekomst eventueel ook het Afrikaanse continent – kennen namelijk een omvangrijke aanwezigheid van huizen en objecten met vooral platte daken, met vaak ommuurde binnenplaatsen, bovengrondse leidingnetten en doorgaans complexe en nauwe stratenplannen. Iets wat je in beide oefendorpen, Oostdorp en Marnehuizen, vrijwel niet terugvindt. Ook het maar mondjesmaat gezamenlijk kunnen oefenen met andere leden van een samengestelde eenheid is een doorn in het oog. Gevechtseenheden, die straks in de missiegebieden te voet, al dan niet ondersteund door pantservoertuigen de dorpen ingaan, hebben prioriteit bij de toewijzing van beide oefendorpen. Bijvoorbeeld tank- en verkenningseenheden – die ook nog eens uitsluitend terecht kunnen in Marnehuizen – staan laag op de prioriteitenlijst. Toch claimt de nieuw opgestelde ‘blauwdruk OVG’ dat OVG juist voor iedereen is. De nadruk komt daarbij te liggen op de sterke kanten van het gecombineerd optreden, het elkaar aanvullen, elkanders optreden ondersteunen, elkaar sterker maken. Hiervoor wordt door sommigen geopperd om de (eind-) oefeningen tijdens de vaktechnische opleiding van de kaderleden bestemd voor luchtmobiele- en pantserinfanterie, cavalerie en genie samen te voegen. Zo zouden toekomstige groeps- en pelotonscommandanten breder opgeleid en bekendgemaakt worden met alle vormen van optreden. De infanterie zal overigens tijdens OVG weliswaar in veel gevallen leidend blijven maar alle wapens en dienstvakken behoren het in meer of mindere mate te beheersen. Tanks oefenen bijvoorbeeld nu wel mee met de infanteriepelotons en –compagnieën maar vrijwel altijd in een ondersteunende ondergeschikte rol. Toch begint men nu langzaam te beseffen dat ook tank- en verkenningseenheden (cavalerie) thuishoren in verstedelijkt gebied en een samengestelde eenheid moeten kunnen aanvoeren. Want ondanks dat vrijwel alle cavaleristen actief betrokken zijn bij de huidige missies houdt een deel er een wrange bijsmaak aan over. Verkenners treden in Afghanistan wel op in hun organieke taak met de Fennek. Dit stille gepantserde wielvoertuig leent zich, met zijn scala aan moderne sensoren en grote terreinvaardigheid, uitstekend voor inzet in het missiegebied. Omdat de meeste OVG activiteiten zich daar afspelen in de groene, lager gelegen terreindelen zorgen zijn sensoren voor een goede ‘early warning’ en SA. Er gaat geen voetpatrouille richting deze zogenaamde greenzone zonder dat deze qua waarneming en vuur gesteund kan worden vanuit een vuurbasis, ook wel ‘overwatch’ genoemd. De .50 op de Fennek spreekt voor zich. Daarentegen treedt het merendeel van de cavalerie op in overige operationele taken (OOT). Als lid van een Provincial Reconstruction Team of zelfs als infanterist zijn enkele voorbeelden daarvan. Vooral de tankers voelen zich hierdoor tekort gedaan. Zowel in Irak als nu in Afghanistan is namelijk van tevoren besloten het luchtwapen in te zetten i.p.v. de tank als het op de grond uit de hand loopt. Toch zou de Leopard 2A6 uitstekend kunnen worden gebruikt in een ondersteunende rol voor diegene die te voet een oord binnengaan. Een rol die op haar lijf lijkt geschreven, vanwege het incasseringsvermogen (ook tegen geïmproviseerde bermbommen) en het ontmoedigingseffect door het afschrikwekkende formaat. Evenzo beschikt de tank over uitstekende waarnemingsmiddelen voor zowel dag- als nachtomstandigheden.
Gemiste kans: Omdat OOT al enige tijd deel uitmaakt van de cavalerietaak zou je voor dit wapen een ander soort O&T traject verwachten. Echter bekruipt menig tanker, als hij weer eens ontplooit over de Duitse laagvlakte stormt, het onbehaaglijke gevoel dat hij achterwaarts gaat in plaats van voorwaarts in ontwikkeling. De tegenstander van vandaag verplaatst zich namelijk hoogstens in 4×4 pick-ups en treedt voornamelijk op in kleine groepen en vuurt met klein kaliber wapens (KKW) en antitankwapens (RPG’s) van afstanden minder dan 300 meter. Komt bij dat de huidige schietopleiding vrijwel uitsluitend voorziet in het uitschakelen van een diversiteit aan doelen op grote afstand. In de blauwdruk OVG wordt gelukkig gepleit voor aanpassing van de schietopleiding van tankschutters. Die moeten immers ook leren doelen te onderkennen en uit te schakelen in een verstedelijkte omgeving. Dat de huidige Leopard 2-A6 tank in dit soort optreden zijn beperkingen heeft en is gebaat met enkele aanpassingen, erkennen ook de tankers. Rondom extra modulaire bepantsering en een Remote Weapon Station staan o.a. op hun verlanglijstje. Daarentegen wordt het veelgehoorde en tot bijna een hype uitgegroeide argument dat de tank te zwaar is en daardoor niet tot nauwelijks transportabel zou zijn door diezelfde tankers serieus betwijfeld. Natuurlijk vergt de inzet van tanks een omvangrijke logistieke inspanning. Daarentegen de succesvolle aanwezigheid van de Pantserhouwitser in Uruzgan bewijst dat dit nu ook al gedaan wordt. Ook de inzet van een Apache gevechtsheli kost minimaal eenzelfde logistieke inspanning. Vergelijk je daarnaast tanks met de als licht gekwalificeerde Air Manoeuvre Brigade, dan kan deze eenheid weliswaar snel ter plekke zijn. Echter de logistiek die het voortzettingsvermogen bepaalt, volgt met behulp van zowel lucht- als zeetransport. Op die schepen kunnen daarnaast ook tanks en de daaraan verbonden ondersteuning staan. Tankers vinden daarom dat je een tank in Afghanistan maar beter ter beschikking kunt hebben zodat ter plekke besloten kan worden om er al dan niet gebruik van te maken. Ook anderen delen die mening. Vliegers van Nederlandse Apache gevechtsheli’s bevestigen dat het ontbreken van het traditionele boegbeeld van de KL bij dit soort missies een gemiste kans is. Lager bij de grond laat men vanuit Afghanistan weten dat de tank, naast de YPR, vanaf de overwatch een welkome aanvulling had gevormd op hun vuurkracht. Canadese Leopard 1C2 tanks hebben in Afghanistan hun eerste acties er succesvol opzitten. Ook heeft Canada Nederlandse ‘overtollige’ Leopard 2A6 tanks overgenomen om deze daar z.s.m. in te zetten. De tank is zwaar, vooral zwaar beschermd, zwaar mobiel met zware vuurkracht, zwaar beschikbaar en vooral zwaar betrouwbaar.
Ontwikkelingen: Voorspellen, het blijft een probleem. Kijk bijvoorbeeld maar eens hoe ingewikkeld dat met het weer is. Toch vormt voorspelling een integraal deel van Defensie. Met alle tekortkomingen die eraan kleven, zullen ook beleidsmakers bij Defensie in het politieke koffiedik moeten kijken. Want wie actie onderneemt, dient zich rekenschap te geven van de eventuele consequenties ervan. Vandaag zetten we bijvoorbeeld alle zeilen bij om onze militairen voor te bereiden op de ISAF-missie in Uruzgan. Maar waar kunnen we morgen zitten. Voor de VN in Soedan of in het kader van een EU Battle-Group in Congo? Wie zal het zeggen. Daarom is het zo belangrijk om te beseffen dat zij altijd vanuit een basis moeten optreden. Het vertrouwen in eigen kunnen daarbij is ontzettend belangrijk. Want bij gevechtscontact blijken beoefende skills & drills de doorslag te geven. De huidige missie in Afghanistan doet de behoefte aan OVG capaciteit explosief stijgen, op alle fronten. Naast de traditionele gebruikers willen nu ook de logistiek, Joint Tactical Air Controller teams en Special Forces er gebruik van maken. Tegelijkertijd zijn er hiervoor amper mogelijkheden en middelen voor beschikbaar. Het oefendorp Marnehuizen is bijvoorbeeld al 200 % overbelast met ruim 40 oefenweken per jaar. Gekwalificeerde instructeurs, KKW schietbanen, voertuigen en uitrusting zijn amper voorhanden en moeten worden geleend. Noodgedwongen wordt uitgeweken naar basishuizen, kazerneterreinen of het buitenland. Deze toenemende vraag naar oefenmogelijkheden op OVG gebied voor m.n. het groepsniveau heeft ertoe geleid dat onlangs is ingestemd met de bouw van extra zogenaamde groepshuizen op diverse kazernes. De mogelijke bouw van een extra OVG dorp als Marnehuizen wordt ook onderzocht. Voornoemde ontwikkelingen zijn constant onderwerp van onderzoek en discussie. Maar ja, veranderingen doorvoeren vergt veel tijd en tact. Ook regelgeving, vergunningen en allerlei andere factoren zijn van invloed of gewenste aanpassingen en uitbreidingen (snel) kunnen worden doorgevoerd. Een andere trend is helaas dat veel ontwikkelingen stuk lopen op het gebrek aan budget. Het belangrijkste aspect waar men ondanks alles bij Defensie altijd rekening moet houden is de factor mens. Zij verdienen de allerbeste voorbereiding en uitrusting op wat voor inzet in welk missiegebied dan ook.
Leave a Reply