Afghan National Army ontplooit brigade in Uruzgan. Onder het motto ‘Als zij het zelf zouden kunnen, dan zouden wij hier niet zitten’ opereren momenteel vier Nederlandse Operational Mentoring and Liaison Teams (OMLT) in Afghanistan. Zij staan klaar om zevenhonderd Afghaanse basismilitairen te laten ontpoppen tot de eerste Brigade van de Afghan National Army (ANA). Maar wie is de ANA-militair? Wat maakt het leger sterk en hoe wordt de samenwerking tussen Nederlanders en ANA’s beleefd?
‘Tijdens het Talibanregime diende ik ook in de ANA’, vertelt Rashid, soldaat ANA. ‘In ieder dorp waar ze kwamen, dwong de Taliban de dorpelingen mee te vechten aan hun zijde. Scholen werden vernield, ziekenhuizen opgeblazen en vrouwen mochten niet meer naar school. Toen ze in mijn dorp kwamen, gingen ze als honden tekeer. Ik verloor bij deze strijd twee van mijn kameraden en zag hoe bekenden zich gedwongen bekeerden tot de Taliban. De keuze was meedoen of sterven. Om hun familie te beschermen besloten veel mannen voor de eerste optie te kiezen. Wij, de ANA, vochten door en wisten de Taliban te verdrijven. Voor dat moment, want ze kwamen altijd weer terug’.
Verhalen over de gewelddadigheden van de Taliban passeren dagelijks de revue op het Afghaanse kamp in Tarin Kowt. De overtuiging dat de Taliban Afghanistan vernietigt, heerst alom. De mannen die zich aanmelden bij de ANA zijn dan ook vaak erg gemotiveerd om de Taliban te stoppen bij hun gewelddadigheden.
Wederopbouw ANA: Het Afghaanse leger kan worden gezien als een groot wederopbouw project. De ANA werd namelijk al aan het einde van de negentiende eeuw opgebouwd. In de jaren zeventig bewees het leger uit professionele militairen te bestaan toen zij het moesten opnemen tegen de Russische bezetter. Het Afghaanse leger telde in die tijd ruim 200.000 mannen. Toen de Russen zich in 1989 terugtrokken uit Afghanistan was er nog weinig over van het ooit machtige defensieapparaat. Pas in 2001, toen de coalitietroepen besloten Afghanistan in te trekken om de Taliban te verdrijven, werd besloten de ANA nieuw leven in te blazen. Tien NAVO-landen besloten de ANA te steunen met kennis en materieel en zich te verenigen. Hieruit is het OMLT ontstaan. De huidige Nederlandse OMLT’s bestaan uit zowel militairen van de Koninklijke Landmacht als van het Korps Mariniers. De Amerikanen steunen op eenzelfde manier, maar noemen hun teams Embedded Training Teams. Inmiddels bestaat de ANA uit vijf korpsen die vergelijkbaar zijn met legerdivisies. Deze hebben hun standplaatsen in Kabul, Herat, Mazari Sharif, Kandahar en Gardez. Het Afghaanse leger telt op dit moment ongeveer 40.000 militairen. De wens van de Afghaanse regering en de coalitiepartners is om dit aantal op te schroeven naar 70.000 en een nationaal leger te ontplooien dat zelf in staat is de vrede en veiligheid in eigen land te waarborgen.
Familie: Hoewel veel nationale legers vlag, volk en vaderland als het hogere doel beschouwen, kent het hogere doel van de ANA een andere gemeenschappelijke deler; familie. Volgens Kolonel Baartman, commandant OMLT, begrijpen ze allemaal de liefde en het respect dat ze allemaal voelen voor hun eigen achterban. ‘De meeste ANA’s hebben een plakboek met foto’s van hun vader, moeder, zusjes, broertjes, opa’s en oma’s bij zich. Nu het Ramadan is willen ze ook allemaal heel graag thuis zijn. Dat is ook de reden dat er in Kandahar een paar ANA’s zoek zijn. Familie gaat boven alles en vormt in veel gevallen de drijfveer voor hun militaire bestaan’, vertelt hij. Na een aantal gesprekken met de ANA-militairen blijkt dat inderdaad het geval. Rashid: ‘Mijn familie is altijd trots geweest dat ik tijdens het Talibanregime in dienst was bij de ANA. Nu zijn ze bezorgd. Nog niet zo lang geleden belde mijn vader. Toen ik de telefoon opnam, geloofde hij niet dat ik het was. Hij had namelijk via een oom gehoord dat ik ontvoerd was door Taliban. Ik moest hem overtuigen van het feit dat ik veilig was, maar ik weet niet of het gelukt is. Daarom hoop ik ze snel te kunnen opzoeken. Dan kunnen ze met eigen ogen zien dat ik veilig ben. Ik hoop dat er ooit een tijd komt dat mijn familie niet meer bang hoeft te zijn voor Taliban en dat ze gewoon in veiligheid kunnen leven’. Bij de jongere garde speelt geld een ondergeschikte maar eveneens grote rol. Saleb (23): ‘Ik wil vechten voor een veilige omgeving voor mijn familie en genoeg geld verdienen om zelf te kunnen trouwen en een gezin te kunnen onderhouden. Hier bij de ANA zijn we allemaal broeders en speelt je tribale achtergrond geen rol. We vechten voor hetzelfde en zijn niet bang voor de Taliban. God staat achter ons en hij bepaalt hoe de strijd zal verlopen. Ik voel me gelukkig bij de ANA, want dit zijn mijn broeders’.
Diversiteit is de sleutel: De ervaring van de ANA loopt uit een van nieuwelingen die net uit de trainingscyclus komen tot soldaten die al in de tijd van de Russen voor een vrij Afghanistan vochten. Tegenwoordig wordt er binnen de ANA in een cyclus gewerkt; van trainen naar operationeel, waarna een verlof periode genoten wordt die weer vervolgd wordt door training. Ieder ANA-lid krijgt zijn initiële opleiding in Kaboel op het Kabul Military Training Center (KMTC). Na het KMTC gaan de aspirant-militairen naar Kandahar voor een vervolgopleiding. Als ze daar klaar zijn, gaan ze naar hun inzetgebied.
Opvallend aan de kandaks (bataljons) die op dit moment op de ANA-kampen in Kandahar (KAF), Tarin Kowt (TK) en Deh Rawod (DRW) huizen, is de grote etnische diversiteit. Een groot deel van de stammen is vertegenwoordigd, ook de stammen die onderling een bepaalde machtsverhouding kennen. Echter, om te voorkomen dat familiebanden of stamverbanden een onafhankelijke positie in de weg staan, worden de militairen over het algemeen in een andere streek ingezet dan waar ze vandaan komen. Dan kunnen ze onpartijdiger zijn en komen geloofwaardiger over bij de lokale bevolking. Vooral tijdens patrouilles, waarbij zij altijd voorop lopen, merkt men dan ook dat die hen accepteert en respecteert. De ANA’s daarentegen ‘kennen’ het volk en zien gelijk of er iets aan de hand is. Er wordt van het ANA dan ook meer verwacht dan alleen meegaan op patrouille met de Nederlandse militairen. Ze kunnen ook meer.
Volgens ANA-commandant regio Zuid-Afghansitan Generaal Naibi is vooral de diversiteit juist de kracht van het leger. ‘We zijn allemaal mensen en we hebben allemaal hetzelfde doel. In dit leger maakt het niet uit waar je vandaan komt en juist omdat er zoveel stammen vertegenwoordigd zijn, krijgt het nationale leger veel respect. Iedereen heeft immers iemand uit de achterban die voor de veiligheid van hun familie wil strijden’. De ANA-militairen vallen onder hun eigen ministerie van Defensie. Op landelijk niveau voert defensieminister generaal Bismillah Mohammadi Khan het commando over het leger. Hij wordt daarbij gesteund door chefstaf generaal Bismillah Mohammdi Khan.
Ook de nieuwe gouverneur van Uruzgan, Asadaullah Hamdam, ziet voordelen in de diversiteit van zijn toekomstige provincie-brigade. Eén van zijn speerpunten is het samenbrengen van verschillende tribale leiders om tot gezamenlijke oplossingen te komen voor de provincie. De ANA is door haar diversiteit een afspiegeling van de Afghaanse maatschappij waardoor het leger een betrouwbare reputatie heeft. Tijdens zijn eerste bezoek aan de provincie als gouverneur vertelt hij dat hij zelf, net als de meeste ANA-militairen, geen directe band heeft met de provincie, maar dat hij ervan overtuigd is dat deze provincie zo snel mogelijk stabiel moet worden om verdere uitbreiding van Talibaninvloeden te voorkomen. De ontplooiing van een eigen brigade speelt daarbij een cruciale rol. ‘Uruzgan heeft een eigen brigade nodig om de stabiliteit in de regio te herstellen. Zij hebben het vertrouwen van de bevolking, zijn betrouwbaar en hebben niet de naam corrupt te zijn. Als zij kunnen bijdragen aan de veiligheid van deze provincie kunnen we ontwikkeling verder ontplooien’, zegt hij. In tegenstelling tot de Taliban vindt de gouverneur educatie enorm belangrijk. ‘Ik hoop dat meer kinderen in deze provincie de kans gaan krijgen om naar school te gaan. Zelf heb ik de kans gekregen aan de universiteit te studeren. Opleiding van onze kinderen is belangrijk voor de ontwikkeling van de Afghanistan’.
Een Vierde brigade: Bijna drie maanden geleden besloot president Karzai een ANA brigade te ontplooien in Uruzgan. De ANA-militairen die de afgelopen maanden met de Nederlandse OMLT’ers de greenzone zijn ingetrokken, horen oorspronkelijk bij een andere brigade die thuishoort in een ander gebied. Zij zullen de provincie dan ook op korte termijn weer verlaten. Het OMLT dat de afgelopen weken is binnen gedruppeld, is verantwoordelijk voor de training van de Vierde Brigade van het ANA. De brigade komt te bestaan uit vijf kandaks en een Hoofdkwartier met een Stafstaf-compagnie. Het eerste, tweede en derde kandak, bestaat uit infanteristen. Het vierde kandak is een Combat Support dat op langere termijn uit artilleristen en genisten moet komen te bestaan. Het vijfde kandak, vormt het Combat Service Support Bataljon CSS-bat en is daarmee het enige kandak dat als op het ANA-kamp in Tarin Kowt huist. De stafstaf-compagnie en het eerste infanteriebataljon wachten op Kandahar tot het veilig genoeg is richting Tarin Kowt te vertrekken. Het tweede kandak zal ook snel richting Uruzgan komen waar het zal worden ontplooid over verschillende Forward Operation Bases (FOB’s) in Uruzgan.
Opleiding: Een uitgebreid Nederlands OMLT van ruim zeventig militairen, staat nu klaar om de Afghaanse militairen te begeleiden. Zij hebben allen in Kabul eerst een verplicht validatie traject moeten doorlopen. Deze validatie is vereist om zelfstandig hun werk te mogen uitvoeren. Overste Henny is commandant van OMLT CSS. Met zijn zorgvuldig uitgekozen team is hij direct begonnen met de begeleiding van het CSS-bat. ‘Ons team bestaat uit mensen van 310, 320 en 330 Herstelcompagnie, 400 Geneeskundigbataljon, 100&200 Bevoorrading&Tranisportbataljon en onze eigen brigadestaf. We moeten het Combat Service Support Bataljon (CSS-bat), van de ANA brigade immers logistieke disciplines bij brengen. Collega’s vinden dat ik een opvallend team heb samengesteld. Zo vragen veel mensen hier, wat al die oudere onderofficieren en officieren hier doen. Zelf denk ik dat je moet kijken naar de verstrekte opdracht en op basis daarvan de juiste mensen moet selecteren. Het niveau van het CSS-bat is lager dan verwacht en computersystemen of andere high-tech materialen zijn hier onbekend. Je moet dus leerstof kunnen leveren waar ze iets mee kunnen. De mensen die ik geselecteerd heb, weten hoe wij het vroeger deden, toen we nog geen fysieke distributie kenden, en nog het drie-vatensysteem gebruikten, op keukenbakken kookten en zonder spannende computerprogramma’s werkten. We moeten terug naar ons eigen verleden. De ANA was ooit een machtig leger, maar ze zijn de laatste decennia versplinterd waardoor het zich niet heeft kunnen ontwikkelen tot een sterk operationeel nationaal leger. Je hebt daarom geduldige en ervaren mensen nodig met een ‘hands on’ mentaliteit. Dit zijn mensen die handelen naar wat nodig is. Dat betekent dat ze zelf, indien nodig, met kruiwagens grind sjouwen om een eigen werkplek op het ANA kamp te kunnen bouwen. Daarnaast zijn we druk in de weer met de opslag en het beheer van materiaal. We discussiëren met de ANA’s over voorraadniveaus van de infanteriebataljons bij militair optreden. We kauwen niets voor, maar laten de Afghanen zelf ontwerpplannen maken waarna we de plannen bespreken. De medics zijn ook al voorzichtig begonnen met het trainen van personeel. Zo leren de militairen van het GNK de Afhgaanse medics hoe ze een infuus moeten aanleggen.
Volgens Baartman vormen de Afghaanse leerling en de Nederlandse trainer een goede combinatie. ‘De ANA-militairen zijn leergierig, hebben een gezonde ‘fightingspirit’ en ik ben ervan overtuigd dat de Nederlanders de juiste mensen om bij de wederopbouw van het Afghaanse leger een begeleidende rol te vervullen. Wat Nederlanders goed in de gaten hebben, is dat het Afghaanse leger vol zit met professionals zoals de oudere officieren die in de tijd van de Russen een zware strijd hebben moeten leveren. Dit zijn geen achtergebleven bieten dus kunnen we hen prima dingen zelf laten ontplooien. Als je snel succes wilt laten zien, regel je de zaken vóór ze. Zo kun je bij een powerpoint presentatie aan bijvoorbeeld de internationale partners laten zien dat een bepaald doel bereikt is. Feitelijk laat je alleen de kleur groen schitteren op het scherm en hebben de ANA-militairen zelf niets geleerd. Wij proberen vertrouwen te scheppen, de tijd te nemen om ANA-militairen uit te leggen waarom iets nut heeft en erachter te komen met wie we te maken hebben. Wij als militairen moeten onze militaire vaardigheden overbrengen. Wij zij er niet om gebouwen voor de ANA te bouwen of de militairen wapens toe te schuiven. Wij zijn er om ze te leren hoe ze zelf een operationele brigade moeten oprichten, onderhouden en inzetten, dus wie denkt dat militairen en wederopbouw niet hand in hand kunnen, heeft het bij het verkeerde eind’. Uiteindelijk vormen het ANA en andere veiligheidsdiensten de brug naar de ISAF exit strategie.
Leave a Reply