Van maandag 11 tot en met donderdag 13 september vond de oefening ‘Redskin Challenge’ plaats. Deze door 301 Squadron van de Koninklijke Luchtmacht geleide gereedstellingsoefening speelde zich grotendeels af in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Het draaiboek spitste zich voornamelijk toe op het geïntegreerd optreden van lucht- en grondeenheden en een veilige en efficiënte samenwerking.
Routineoefening: Bemanningen (crews) van zowel de gevechts- als de transporthelikopters van het Commando Luchtstrijdkrachten worden onder andere opgeleid voor een samenwerking met grondeenheden. De oefening ‘Redskin Challenge’ is een van de routinematige oefeningen in dit traject. Voornamelijk luchtmobiele grondeenheden worden in dit script ondersteund door gevechtshelikopters met Close Air Support (CAS) en Close Combat Attacks (CCA). Hierbij worden de gevechtshelikopters door grondeenheden op doelen geleid. Tevens voeren de gevechtshelikopters verkenningen uit en worden grondeenheden door transporthelikopters opgehaald vanaf bepaalde locaties op de grond. De oefening dankt zijn naam aan de organiserende eenheid. In dit geval 301 Squadron dat ook bekend is als de ‘Redskins’ en vliegt met AH-64D Apache gevechtshelikopters.
Scenario: Op de woensdagmorgen verkennen initieel twee Duitse Bölkow helikopters de aanvliegroute naar het zweefvliegveld in Axel. Al gauw hebben ze in de smiezen dat er bij het Verdronken Land van Saeftinghe op de dijk luchtafweergeschut met een radarsysteem is geplaatst. Na akelig snel van deze informatie op de hoogte te zijn gebracht, beslist de commandant van de Diablo-vlucht, die al in de lucht hangt en bestaat uit vier AH-64D Apache gevechtshelikopters, zich op te splitsen. Twee gevechtsheli’s nemen dan vervolgens de uitschakeling van de luchtafweerdreiging voor hun rekening. Gelijktijdig worden onder het wakend oog van de vluchtcommandant zelf en de andere gevechtsheli, twee Chinook en twee Cougar transportheli’s naar het zweefvliegveld begeleid. In deze transportheli’s zitten de ‘Red Devils’ van de C-Compagnie van 12 Infanteriebataljon ‘Air Assault’ (Regiment Van Heutsz). Het doel van deze luchtmobiele infanteristen is om direct na landing contact te maken met enkele militairen die onder de vlag van de Verenigde Naties opereren. Zo’n vijftig burgers – zogenaamde medewerkers van Shell en Dow Chemical – hebben namelijk een veilig heenkomen gezocht bij deze blauwhelmen. Niettemin, gezien de opspelende verslechterende veiligheidssituatie, moeten allen zo snel mogelijk worden geëvacueerd.
Als een roofvogel op zoek naar een prooi, controleren de twee Apaches vanuit de lucht de omgeving op vijand. Wanneer het sein op groen gaat, droppen de vier transportheli’s de rode baretten om vervolgens in ijltempo te verdwijnen. Waarna de luchtmobiele militairen zich verzamelen, verspreiden en vervolgens de hun van te voren bepaalde stellingen betrekken. Na enkele kortdurende schermutselingen wordt het zweefvliegveld veilig gesteld.
Het laat niet lang op zich wachten of twee Chinook transportheli’s zetten de landing in om de evacués op te pikken. Op het laatste moment noopt daarentegen een heuse mortieraanval de twee kisten tot uitwijken. Onmiddellijk registreren de twee nog altijd wakende gevechtsheli’s waar het mortiervuur vandaan komt en schakelen snel de mortierstellingen uit. Kort daarna keren de twee transportreuzen terug. De tweede poging heeft uiteindelijk meer succes. Binnen luttele minuten worden alle Shell-medewerkers, inclusief een rolstoeler en iemand op krukken, vanuit een sloot de heli’s ingeloodst. Vervolgens worden in de volgende ‘wave’ de rode baretten en blauwhelmen opgepikt en genieten ze tijdens de vlucht naar vliegbasis Gilze-Rijen wederom bescherming van de gevechtsheli’s.
Continu proces: “Iedereen denkt dat deze oefening specifiek op de huidige missie in Afghanistan is gericht”, vertelt landmachtmajoor Ronald Gilissen, liaison officier van 11 Luchtmobiele brigade bij 301 Squadron en nu oefenleider. “Wij bereiden ons gewoon voor op een missie. Welke dan ook. Het soort scenario wat zich daarbij aandient, is niet zo relevant. Het gaat erom dat wij de bemanningen blootstellen aan een aantal gebeurtenissen waarna de ‘evaluators’ en ‘weapon instructors’ aan de hand van ’test-cases’ kunnen bekijken of we op de goede weg zitten of niet. Je kunt ‘Redskin Challenge’ dan ook niet omschrijven als een klassieke eindoefening. Op zich wel een leuke kreet, maar we zitten momenteel eigenlijk in een continue proces van uitzending. De tussenliggende periode wordt voornamelijk benut voor recuperatie, opleidingen, het up-to-date houden van onze specialisatie en het gereedmaken voor een eventuele nieuwe inzet. Daarom wil ik deze oefening dan ook meer beschouwen als een soort van temperatuur meten.” Hierbij tracht de oefenleiding elke deelnemer evenredig aan zijn trekken te laten komen. Niettemin, bij deze oefening worden de verrichtingen van de helikopterbemanningen, met name die van de gevechtsheli’s, van de KLu meer onder een vergrootglas gelegd dan de andere deelnemers. Uiteraard had ‘Redskin Challenge’ ook de nodige trainingswaarde voor de vliegers van de Cougar en Chinook transporthelikopters. Een heli tegelijk in de lucht mag dan zogenaamd een makkie zijn, met meerdere in formatie vliegen en landen wordt al een ander verhaal. Laat staan als er ook nog eens verschillende typen gezamenlijk optreden, zoals nu het geval was.
Herkenning: “Dit alles in een heel reëel scenario”, zegt ‘evaluator’ kapitein Pablo, zelf een uiterst ervaren vlieger en ‘weapon instructor’ op de Apache. Tijdens de hedendaagse uitzendingen staan er levens op het spel. Dat is tevens de reden dat Pablo niet met zijn achternaam in ARMEX wil; je weet niet wie er meeleest. “Wij van 301 Squadron trachten dit soort oefeningen vier keer per jaar houden. Altijd op andere locaties. Aan de ene kant voor het verrassingseffect, aan de andere kant om niet altijd dezelfde mensen overlast te bezorgen. En dan nog het liefst net voordat de crews worden uitgezonden. We bereiden met dit soort oefeningen onze mensen voor op de meest slechte situaties, waarbij veel dingen verkeerd kunnen gaan.”
Je zou denken dat helikopterbemanningen net zo goed kunnen trainen zonder de luchtmobiele infanterie die in- en uitstijgt. “Het tegendeel is waar”, vertelt Pablo. “Ze zijn bij ‘Redskin Challenge’ onontbeerlijk. De mannen op de grond hebben een hele grote invloed op de operatie. Zij bepalen min of meer het hele verloop ervan. Normaal gesproken hebben de gevechts- en transportheli’s een ondersteunende rol ten opzichte van de grondeenheden in luchtmobiele acties. Diezelfde grondeenheden hebben echter op hun beurt hun oefenplan en -doelen, tijdens deze oefening, enigszins aangepast om ons in de gelegenheid te stellen deze ondersteunende rol eens goed te trainen.
Daarnaast draagt deze oefening bij aan een stukje onderlinge herkenning. Als je namelijk tijdens een andere grote oefening of uitzending bij de namen of call-signs ook gezichten kunt plaatsen werkt dat een stuk prettiger. Dat is belangrijk, je trekt veel met elkaar op. Ze komen toch met zijn allen in dezelfde situaties terecht, die flinke druk met zich meebrengen.
Tijdens een missie kunnen Apache gevechtshelikopters flexibel worden ingezet voor een veelheid aan taken waaronder beveiliging van andere helikopters en eenheden op de grond en voor ondersteuning en waarneming. Met de meegevoerde bewapening en de sensoren kan niet alleen vuurkracht van het toestel worden aangewend, maar kunnen even goed verkenningen worden uitgevoerd en kan informatie worden vergaard. Je kunt namelijk buiten het bereik van klein kaliber wapens tot op vijf zes kilometer alles zien én vastleggen. Indien de situatie daarom vraagt kan het toestel ook tijdens de uitvoering van een missie wisselen tussen deze verschillende taken.”
Bewezen is niettemin dat de diepe dreun van hun rotorslag vaak al voldoende is om kwaadwillende het gevecht te laten afbreken. Nederlandse Apache crews staan bekend, en zijn daarom internationaal geliefd, om hun terughoudendheid. Het beste wapen is heel vaak: geen wapens gebruiken. Nederlandse Apache vliegers kunnen secuur observeren en pas op het knopje drukken als vast staat dat het echt geoorloofd en nodig is.
Niveaus: Primaire doelstelling bij ‘Redskin Challenge’ is het evalueren van het tactisch niveau van de Diablo-vlucht. Deze vlucht bestaat uit vier AH-64D Apache gevechtshelikopters en vijf crews van twee vliegers elk. Geheel in de traditie van de naar een Amerikaanse indianenstam genoemde gevechtshelikopter – de Apache – ontlenen de vluchten hun naam uit de rijke historie van Amerikaanse indianen zoals Geronimo en Diablo. “Het evalueren doen wij aan de hand van verschillende scenario’s”, vertelt Pablo. Het tactische niveau wordt hierbij onderverdeeld in het individuele-, crew-, sectie van twee kisten en het vluchtniveau. Alleen de setting is dat als we als zelfstandige Apache eenheid zouden trainen, kunnen wij ze niet ‘challengen’. Daarom zetten we ze neer in een groter scenario waarin meerdere helikopters deelnemen.”
Op de woensdag, bij de actie in Axel, lag de moeilijkheidsgraad in het feit dat de vluchtcommandant, nadat hij de vlucht opgesplitst had in twee secties, beide secties moest aansturen. Kapitein Pablo staat via de radio in constante verbinding met de vier gevechtshelikopters en is in staat een bepaalde kwalificatie van goed of slecht aan hun optreden toe te kennen. “Van tevoren hebben we namelijk een plan doorgesproken”, vertelt hij. “Aan de hand daarvan maken wij een grond-tactisch plan, waarbij we de vijand laten oprukken en kijken we hoe ze daarop reageren. Vervolgens kunnen we daar een waardeoordeel aan geven door te kijken of hun reacties goed waren of niet. Bijvoorbeeld toen de mortiergranaten op de landingsite insloegen, moesten de transportheli’s maken dat ze op een bepaalde manier wegkwamen. Tegelijkertijd moesten de gevechtsheli’s zorgen dat ze voldoende stand-off hadden en meteen gaan zoeken naar de mortierlocatie. Dit gebeurde feilloos, dus dat was prima. Zo is er een reeks van standaardmanoeuvres en -drills die wij proberen te evalueren. Met name na de missie als de gevechtsheli’s terugkomen op het squadron bekijken we de tapes. Aan de hand van wat die laten zien en het geluid wat we daarop horen, maken we de definitieve evaluatie. Vooral de communicatie speelt een belangrijke rol. Op de grond kan ik maar twee radio’s uitluisteren. Echter, de vliegers in de cockpit werken op tot wel acht verschillende frequenties op de vier verschillende radio’s die ze aan boord hebben. Het is daarbij wel de bedoeling om op het juiste moment met de juiste persoon contact op te nemen.” Zoals alles binnen Defensie is ook hier een duidelijke hiërarchieke lijn die ze moeten volgen.
Naast de evacuatie van burgers stond de dag erna een raid op een oude vlasfabriek in Koewacht op het programma. Dit is een wat meer agressieve vorm van binnenvallen en vermeesteren van een vijand op het doel. Op de eerste dag van de oefening werd een QRF (Quick Reaction Force) actie getraind op de Oirschotse hei. Dit is een actie waarbij gevechtseenheden in een zeer korte voorbereidingstijd worden ingezet. De actie zelf was daarbij van korte duur. Overigens werd gedurend het verloop van de oefening de tijdsdruk op zowel de vliegende- als grondeenheden steeds verder opgevoerd. In totaal zijn er op drie verschillende dagen vier acties uitgevoerd.
Geposteerd op het zweefvliegveld van Axel, spreekt kapitein André Hoost, commandant van de ‘Red Devils’, van een zinvolle en realistische training. “Elke gelegenheid om tijdens zo’n soort oefening aan te haken grijpen wij met beide handen aan. Je leert coördineren en orde scheppen in een chaos. Als luchtmobiele infanteristen willen we altijd nog even de puntjes op de welbekende i zetten tijdens het tactisch in- en uitstappen van de heli’s. Iets dat je altijd moet blijven trainen. Er zijn namelijk constant weer nieuwe mensen die bij de eenheid zijn ingestroomd. Daarbovenop komt nog eens dat zich hierdoor een hechte groep vormt, en dat is goed, want dit werk vergt veel van je lichaam en je geest.”
Tiger: “Aan ‘Redskin Challenge’ kleefde ook nog een buitenlands tintje. De Duitsers sprongen namelijk bij met twee helikopters van het type Bölkow. In een daarvan zat de commandant van de eerste op te richten operationele vlucht met de ‘Tiger’ gevechtshelikopter. Dit gebeurde met het oog op het binnenkort instromen van de eerste serie van deze splinternieuwe gevechtshelikopter bij onze oosterburen”, vertelde Pablo. “De Tiger zal waarschijnlijk in hetzelfde concept met hetzelfde takenpakket gaan optreden als onze eigen Apache gevechtsheli’s. Deze oefening was dan ook een uitgelezen kans om eens een blik bij ons in de keuken te werpen. Vooral om te kijken hoe wij het planningsproces doorlopen en om te kijken wat onze methodes zijn van coördinatie. Dus als je allemaal verschillende eenheden met daarbij behorende taken hebt, hoe ga je dat plannen, coördineren en vervolgens uitvoeren.”
Slot: ‘Redskin Challenge’ toont aan dat deze tandem in staat is om bij vrijwel elke vorm van crisisbeheersing namens de NAVO, VN, OVSE of WEU te worden ingezet, waar ter wereld dat dan ook moge zijn. En zo hoort het ook. Immers, deze op elkaar ingespeelde geïntegreerde lucht- en landmacht eenheden kennen onderhand het klappen van de zweep. Tien jaar geleden konden ze nog niks, nu doen ze vooraan mee. En succesvol.
Leave a Reply