Van 3 t/m 14 oktober 2011 stond Night Hawk op de kalender, de jaarlijks terugkerende internationale ‘Joint & Combined’ oefening voor Special Forces (SF) en ondersteunende eenheden in Denemarken. In totaal namen specialistische eenheden uit acht verschillende landen deel aan deze oefening waarbij de meest uiteenlopende aspecten van samenwerking tussen SF grondeenheden en de luchtmacht werd beoefend. Voor Nederland maakte dit jaar 108 Commandotroepencompagnie (Cotrcie) van het Korps Commandotroepen (KCT) dankbaar gebruik van de uitnodiging om hier aan deel te nemen.
Deze door de Deense rode baret dragende elite landmachteenheid Jägerkorpset, of te wel de Danish Army Special Operations Force (DASOF), geleide oefening was oorspronkelijk uitsluitend bedoeld voor luchtmachteenheden.
Desalniettemin, om het geïntegreerd optreden van verschillende ‘air-assets’ tijdens complexe Speciale Operaties (SO) realistisch te kunnen plannen en uit te voeren, besefte men al snel dat ze niet zonder de fysieke aanwezigheid van SF- en grondeenheden konden. Intussen is Night Hawk de afgelopen jaren geëvolueerd tot een Joint & Combined SF oefening van grote internationale allure met uiteenlopende middelen, mogelijkheden en scenario’s.
Voor 108 Cotrcie van het KCT een uitgelezen kans om bijvoorbeeld contra terreur (CT)-optreden met allerlei infiltratietechnieken te combineren. De deelnemers van de ‘108’ waren dan ook met een wenslijstje aan oefendoelstellingen naar het noordelijke puntje van Denemarken gekomen. “Deze oefening kwam voor ons als geroepen”, vertelt de compagniescommandant majoor Peter. “We staan als eenheid momenteel werkelijk op ‘Stand-by’. Dit betekent dat we binnen 24 uur wereldwijd ingezet kunnen worden. Een deployment op vliegbasis Aalborg met eigen logistiek en command & control (C2)- middelen sluit daar nu mooi op aan.” De Nederlandse operators en ondersteuning namen voor de duur van de oefening hun intrek in een reusachtige hangaar op de Deense vliegbasis, dat diende als Forward Operating Base (FOB) van waaruit de acties in heel Denemarken werden uitgevoerd. Daar blijkt tegelijkertijd dat de commando’s op een goedkope wijze hun eigen broek kunnen ophouden. Op logistiek gebied is dit vooral te danken aan een eerste-luitenant die bij de 108 de scepter zwaait over de logistieke tak. Mede dankzij zijn enorme vindingrijkheid hoefde er onder meer voor bijvoorbeeld de legering (boogtenten), de diverse vervoerscapaciteit voor over de weg, brandstof, munitie en de basislevensbehoeften niet bij de Denen te worden aangeklopt. Aangezien Denemarken ten opzichte van Nederland een ontzettend duur land is scheelt dit financieel een enorme slok op een borrel.
De mogelijkheden om met diverse luchttransportmiddelen de inzet en exfiltratie van de in te zetten operators met internationale partners tijdens Night Hawk te beoefenen is, volgens majoor Peter, voor Nederlandse begrippen ongekend. Dit geldt ook voor een para inzet vanaf zowel grote- als lage hoogtes. Night Hawk bood alle elementen en secties van de 108 dan ook een zeer uitdagend en gevarieerd oefen- en trainingsprogramma. Dit gebeurde voornamelijk aan de hand van de door de DASOF geformeerde Combined Joint Forces Special Operations Component Command (CJFSOCC) verstrekte opdrachten. Deze mondde vervolgens uit in realistische complexe scenario’s. Hierbij werd telkens gebruikt gemaakt van het F3EAD model. Of te wel Find, Fix, Finish, Exploit, Analyze en Disseminate.
Vrijwel alle onderdelen van Full Spectrum Combined Joint Special Operations zijn aan bod gekomen. Zo was het optreden van de twee Special Operations Task Groups (SOTG’s) en de bijna ongelimiteerde ‘air-assets’ van de Special Operations Air Task Group (SOATG) van het begin tot het einde van iedere missie volledig met elkaar verweven. Door deze opzet werd tegelijkertijd ook de compagniestaf en commandant MPO (meervoudig ploegoptreden) van 108 Cotrcie gedeeltelijk getraind op het gebied van commandovoering op internationaal niveau. Gedurende de gehele oefening vormde de 108 samen met de onder haar bevel geplaatste vier ploegen van het Zweedse K4 ‘Norrland Dragoon Regiment’ – een in lange afstand gespecialiseerde cavalerie verkennerseenheid – SOTG-Bravo. Oorspronkelijk zou gedurende deze oefening ook een afvaardiging van de Zwitserse SF eenheid ‘DRA10’ onder Nederlands bevel worden gesteld. Spijtig genoeg werd deze eenheid kort voor aanvang van Night Hawk om operationele redenen door de Zwitsers teruggetrokken.
Samen met ploegen van het Duitse Kommando Spezialkräfte (KSK), een Operational Detachment-A (ODA) van de Amerikaanse 10th Special Forces Group in Europa en een Slowaakse ODA van de 5th ‘Jozef Gabcik’ Special Forces Regiment vormde de Deense operators van het Jägerkorpset op hun beurt SOTG-Alfa.
Na het gereedmaken van de operationele uitrusting, wapens en middelen stond het programma tot aan het weekend primair in het teken van technische training om zowel de operator als het materieel voor te bereiden op inzet. Zo werd het uitzetten en bemannen van een geïmproviseerde start- en landingsbaan, of te wel een Tactical Landing Zone (TLZ), voor een C-130 Hercules vliegtuig op het strand nabij Blokhus beoefend. Onder begeleiding van een Britse Tactical Air Traffic Controller loodsten daar enkele Nederlandse operators om tourbeurt een Zweedse- en Deense C-130 Hercules via de radio naar binnen. Die stegen na een feilloze landing weer op. Dit werd zo enkele malen herhaald. Het vanaf de grond begeleiden van bewapende ‘air-assets’ door de JTAC’er (Joint Terminal Attack Controller) voor CAS (Close Air Support) acties werd ook continue beoefend. Voorts werden individuele vaardigheden zoals het per touw afdalen (het zogenoemde fastropen) uit helikopters beoefend.
Er werden onder leiding van de dispatchers van de Defensie Para School (DPS) uit een C-130 Hercules ook parachutesprongen gemaakt. Enerzijds voor het inzetten van operators met of zonder uitrusting van grote hoogte, volgens de Military Freefall (MFF) techniek. Anderzijds voor het airdroppen van een MIB (Medium Inflatable Boat) per parachutes met automatische opening (AO). De MIB glijdt daarbij – op amper 300 meter boven het wateroppervlak – over rolletjes als eerste van de laadklep van de Hercules. Vervolgens springen de operators van de zogenoemde specialistische ‘waterploeg’ er razendsnel achter aan. Eenmaal in het water ontdoet de MIB zich automatisch van haar tien parachutes. Dat achter de boot aanspringen, luistert overigens heel nauw. Een gat van enkele seconden betekent immers veel meer zwemmen. Je kunt je dan voorstellen dat de boot in het donker en met golfslag al gauw onvindbaar is. Koppel je als operator je parachute niet op tijd af, dan word hij makkelijk onder water getrokken. De hele actie luistert dan ook heel nauw tussen alle betrokkenen. Het KCT heeft deze complexe para-inzet al twee jaar in huis. Het airdroppen van de MIB en operators is dan ook al vaker succesvol beoefend, maar werd niet eerder geïntegreerd in een tactische oefening. Het was nu vooral ook ervaring opbouwen en het valideren van dit operationele concept. Hoewel het niet bedoeld is voor grootschalig optreden, is het middel als ultiem verrassingselement perfect om snel en ongezien aan land te komen. Niemand verwacht namelijk dat je duikers uit een vliegtuig trapt. Feit is ook dat het KCT water steeds vaker als infiltratiemiddel gebruikt. Deze drop en sprong deden ze bij daglicht. De tweede drop werd de week erop in een tactisch scenario bij duisternis uitgevoerd.
Daarnaast stond het live-fire schieten op de schietbaan op het programma. Daar is er bijvoorbeeld ook vanuit een Zweedse A-109 Augusta transporthelikopter met de HK-416, HK-417 en de zogenoemde ‘sixshooter’ (een semiautomatische 40mm launcher dat door de Zweedse verkenners wordt gebruikt) geschoten.
Vooral zittend op de treeplanken van een Deense AS-550 C2 ‘Fennec’, een op een ‘Little Bird’ gelijkend eenmotorige lichte helikopter ondervonden de operators met een vliegsnelheid van zo’n 100 km/u de beperkingen en mogelijkheden van zowel het statisch als het dynamische vuren op de korte- en de middellange afstand. Waardevolle leermomenten, aangezien het werken met en optreden vanuit verschillende typen helikopters toch weer nieuwe kennis oplevert.
Ook hadden ze de mogelijkheid om zelf CT en Direct Action (DA)-acties voor te bereiden, zoals het ‘breachen’, instap en ‘vehicle interdiction’, het vanuit een helikopter onderscheppen van rijdende voertuigen. Later werd dit alles gecombineerd, wat resulteerde in een CT-actie op een hotel.
Ondertussen is de compagniestaf op alle secties al druk in de weer met analyses, inlichtingen en planning van komende missies. In de loop van de eerste week werden namelijk ook de eerste opdrachten van het CJFSOCC aan de staven van beide SOTG’s verstrekt. Want het echte werk, de grote tactische scenario’s, moet dan nog beginnen. Zodra de binnengekomen opdracht door de compagniestaf aan de operators wordt voorgeschoteld komen alle planningselementen aan bod, zoals: de Mission Brief, de Air-Mission Brief, het vooroefenen, hulpmiddelen, de strategische verplaatsing, met uiteraard aan het eind de actie op het doel.
Binnen de Cotrcie begint eerst het Military Decision Making Proces (MDMP) binnen de in te zetten ploegen. Een SF inzet vereist immers een grondige voorbereiding en begint daarom altijd met een gezamenlijke planningfase. Iets dat binnen het KCT beter bekend staat als de ‘isolatiefase’. Gedurende deze fase krijgen alle ploegleden een specifieke taak toebedeeld. Van hoog tot laag worden zo alle mogelijkheden benut om tot in de puntjes voorbereid de actie uit te voeren. Tussendoor vinden Rehearsals Operational Concept, de zogenoemde ‘ROC-drills’, plaats tussen de ploegen en commandant MPO. Dit vooroefenen wordt gedaan op een enorme gedetailleerde maquette van het object of objecten waar de inzet op plaats zal vinden. Aan de afsluitende ROC-drill nemen vervolgens ook de ‘Air Mission Commander’ en de vliegers deel om het verwachte verloop van de actie van A tot Z met elkaar door te nemen. Hierbij worden wederom ook de ‘what-if’ scenario’s besproken. Voor de meeste aircrews is het echt een eye-opener om te zien hoe ze bij het KCT een actie voorbereiden. Andersom leert het de operators naar de (on)-mogelijkheden van de aircrews te kijken.
De tweede ‘echte’ missie in de tactische week bestond uit het oppakken of uitschakelen van een IED (Improvised Explosive Device)-facilitator, of te wel een bermbommenmaker. Deze man, die verantwoordelijk wordt gehouden voor vele aanslagen, heeft in gezelschap van meerdere kompanen zijn toevlucht gezocht in de mergelgrotten van Daugbjerg bij Viborg in Midden-Jutland. Een onderaards gangenstelsel met een lengte van ongeveer 60 kilometer maakt het de grootste kalkgroeven ter wereld. De gangen liggen op verschillende niveaus en zijn vaak tamelijk smal en laag.
“De verdeling voor deze missie was zo gemaakt dat de vier Zweedse ploegen de Special Reconnaissance (SR)-fase voor hun rekening namen”, vertelt kapitein Koen, die voor de duur van de oefening commandant MPO is en tegelijkertijd bij inzet ook de ‘on-scene-commander’ is die ter plekke de actie coördineert. “De Nederlandse operators vormden de twee aanvalsteams.” De Zweedse verkenners hadden de schuilplaats van het zogenoemde High Value Target (HVT) al geruime tijd onder observatie voordat het doelwit met 100% zekerheid werd geïdentificeerd en de operatie definitief in gang kon worden gezet.
Daaropvolgend gaan de Nederlandse operators onmiddellijk aan boord van een gereedstaande C-130. In verband met een te verwachte hoge IED dreiging is ook een K9 (honden)team van het Duitse KSK aan het aanvalselement toegevoegd. Dit omdat immers met speurhonden sneller en effectiever naar explosieven kan worden gezocht dan bijvoorbeeld met een detector. Na een korte vlucht in de C-130 stapte het aanvalselement over in twee Finse NH90 TTT (Tactical Troop Transport) helikopters. Tegelijkertijd nam een sniper element plaats op de treeplanken van twee Deense Fennec helikopters. De actie werd ingeleid door een zogenoemde straferun – met het zesloops boordkanon van een Deense F16AM jachtvliegtuig – op het doel. Deze F16 bleef gedurende de actie continue in de buurt voor mogelijke CAS.
De HVT en de lijfwachten hebben dan zonder nachtzichtapparatuur letterlijk een black out. Het is buiten zó donker dat ze absoluut niets zien. Ook werd de verlichting in het ondergrondse gangenstelsel gedoofd. Daarentegen horen ze wel het donderend geraas van de F16 – die enkele keren hard en laag overvloog – en het dreigende klappen van rotorbladen van de twee ‘Fennec’ helikopters, die constant overhead waren.
Op van de zenuwen en gedesoriënteerd door deze strak geregisseerde chaos wachten ze op wat komen ging. Een moment dat niet lang op zich liet wachten. De aanvalsteams waren immers ondertussen op enige afstand al aan twee kanten van het grottencomplex aan de grond gezet. De Zweedse teams hadden tegelijkertijd blocking posities ingenomen. Hiermee sloten ze de omgeving hermetisch af, zodat een ontsnapping of vijandelijke naderingen niet mogelijk waren. De Nederlandse operators bereikten intussen via twee assen de ingang van de grot en zetten agressief de aanval in waarmee ze de tegenstanders buiten de grot volledig overrompelen. De inktzwarte duisternis vormde voor de operators geen enkele belemmering. De ‘mono’ helderheidversterkers (nachtkijkers) en overige nachtzichtmiddelen waarmee ze zijn uitgerust verandert de nacht voor hen in een min of meer groenachtige heldere omgeving. Vervolgens wordt het gangenstelsel van de grot minutieus uitgekamd. Na een korte zoekactie koos de bermbommemmaker eieren voor zijn geld, vooral toen de hond verdacht dichterbij kwam. Na een positieve identificatie werd de ‘jackpot’ gearresteerd. Alle aangetroffen belangrijke informatie en materiaal werd nadien netjes gedocumenteerd en meegenomen. In no-time was de situatie volledig onder controle en sloten de Zweedse verkenners zich aan bij het aanvalselement.
Het samenspel tussen de Duitse hondengeleider en zijn hond gedurende deze gehele actie was ook verbluffend. De herdershond ging telkens direct op de geur van het explosief af en had daardoor meteen de locatie van het gevaar te pakken. De hondengeleider kon zelfs aan de stand van de hond zijn oren zien of hij een spoortje van explosieven oppikte. Heel indrukwekkend. Naast het opsporen van IED’s is de hond als het moet ook een levensgevaarlijke aanvalshond. Iets wat een van de lijfwachten diep in de grot aan den lijve zou ondervinden. Ondanks de beschermende pakwerker-uitrusting een pijnlijke ervaring. De actie is geslaagd. De operators ronden het af en na een snelle exfiltratie stijgen ze weer in de heli’s om zich in twee waves terug te laten verplaatsen naar de C-130, die ze terugbracht naar de FOB.
Daar krijgen ze na een korte nachtrust terstond een complexe eindactie voorgeschoteld, een HRO (Hostage Release Operation) missie. Ze moeten daarbij verschillende doelen zoals een fabriek en een complex in de haven van Odense simultaan aangrijpen. Voor CT specialisten, sergeant-1 Pepijn en sergeant Jeffery zijn het eindelijk weer objecten die prikkelen. “Het is lang geleden dat we in een oefening zo hebben gewerkt. Normaal is het een ‘pandje rammen’ en weer weg”, zegt Jeffery. “Het oefendorp op de Harskamp heb je op een gegeven moment wel gezien en van civiele gebouwen maken we weinig gebruik”, vult Pepijn aan. Daar de beoogde doelen zich op zo’n 260 kilometer afstand van de FOB bevindt moest in de buurt ervan een TLZ ingericht en bemand worden. Daar wordt dan onder meer door 108 een Tactical HQ, of te wel een vooruitgeschoven commandopost ingericht. Deze zal bemand worden door een gedeelte van de compagniestaf samen met eventueel overige ondersteunende capaciteit. Van hieruit zal de HRO actie van dichtbij worden gecoördineerd. Om een goed beeld te krijgen van de objecten en de aanwezige personen lag een ervan ruim van te voren al onder waarneming van operators van de waterploeg. Nadat alle planningselementen weer waren doorlopen zijn die namelijk met de MIB de avond voor de HRO actie met behulp van parachutes boven water gedropt, om na te zijn geïnfiltreerd een observatiepost (OP) in te richten. De dag erop stond een MFF parasprong vanaf grote hoogte gepland. Op deze manier zou een ploeg worden ingezet die de TLZ moest inrichten en bemannen. Maar eenmaal bepakt en bezakt op weg naar de dropzone moest deze sprong vanwege weersinvloeden afgelast worden. Ondanks een strakblauwe lucht waren namelijk zeer hoge windsnelheden de spelbreker. Desondanks werden ze wel door de C-130 op de virtuele TLZ aan de grond gezet, zodat deze bemand kon worden in de aanloop naar de actie.
Toen eenmaal bekend werd dat de vier gegijzelde personen zich daadwerkelijk in het object bevonden, kreeg het aanvalsteam van SOTG-Bravo groen licht om te handelen. Onmiddellijk vond er weer een tactische verplaatsing door middel van tweemaal C-130 plaats, die op een hoogte van zo’n 300 ft richting de TLZ vlogen. Naast het aanvalsteam en de Tactische HQ bevond ook secretaris-generaal van de NAVO Anders Fogh Rasmussen zich met zijn gevolg onder de passagiers. Rasmussen was eerder die dag op de FOB door majoor Peter en kapitein Koen al uitgebreid op de hoogte gebracht van deze HRO missie. Ook kreeg hij uitleg over de werkwijze van een Special Operations Intell Cell (SOIC). Specialisten van diverse inlichtingenorganen analyseren hier informatie om speciale operaties te ondersteunen. Naar gelang het soort en de aard van de operatie wisselt de samenstelling van het SOIC. Nu kon hij ondanks dat de duisternis al ingevallen is vanaf korte afstand de Nederlandse operators live in actie gaan zien.
Op de TLZ stapte het aanvalsteam na een laatste update over op de helikopters van de daar intussen gearriveerde Helicopter Assault Force Special Operations Task Force. Voorafgaand aan de instap werden door twee Fennec helikopters diverse VIP’s bij het object gedropt. De directe omgeving rond het oude pakhuis was speciaal voor de actie afgezet. Desondanks hadden de bewoners van de op enkele tientallen meters gelegen appartementenflats een uitstekend zicht op deze spectaculaire HRO actie in hun achtertuin.
Korte tijd later werden de operators door twee totaal verduisterde Deense EH101 ‘Merlin’ transporthelikopters aan twee kanten van het object afgezet. Een daarvan landde zelfs vrijwel in de directe nabijheid van de ingang. In een oogwenk verschaften de operators zich vervolgens een weg naar binnen. Daar werden ze meteen geconfronteerd met wild om zich heen schietende tegenstanders. Heel kort was het van de kant van de operators een stortvloed aan gericht geweervuur en stun-granaten die ontploften, terwijl de aanvalsploeg zich door het gebouw vocht. Binnen zeer korte tijd hadden de ploegen toch de controle over het gebouw, waren de gewapende tegenstanders uitgeschakeld en de gezochte gegijzelde personen in ongeschonden toestand gevonden. Net als amper een twintig minuten eerder verschenen de twee verduisterde Merlins weer om de ploegen en hun kostbare lading op te pikken. Secretaris-generaal Rasmussen liet naderhand blijken danig onder de indruk te zijn van de kennis en de kunde van de individuele Nederlandse operator. Maar ook vanwege het vermogen om in korte tijd complexe SO missies voor te bereiden en ze op indrukwekkende wijze uit te voeren. Met dit HRO scenario eindigde tegelijkertijd Night Hawk editie 2011 in Denemarken.
“Al met al was het een zeer succesvolle oefening, waarbij we veel ervaring hebben opgedaan”, evalueert de compagniescommandant. “Night Hawk is een waar Walhalla voor het Joint & Combined trainen van SF. Vooral de missies en het aantal aanwezig assets zorgden voor optimale trainingsmomenten. Kosten noch moeite zijn hier gespaard. Ook de algemene mindset bij de aanwezige aircrews, dat ze hier in de juiste verhouding zijn ter ondersteuning van de operators op de grond, is een eye-opener voor ons geweest. Dat besef is in Nederland spijtig genoeg vaak (nog) niet vanzelfsprekend. Uiteindelijk hebben we een viertal acties in 10 dagen uitgevoerd. Alle acties en vliegbewegingen brachten precies datgene waar we voor waren gekomen: complexe, snelle SO missies met telkens een overvloed aan assets, waar in korte tijd heel veel gebeurt en dat op alle niveaus. We proberen nu vooral ook vlucht 5 van 298 Squadron van de Nederlandse luchtmacht erbij te betrekken. Het zou mooi zijn als Night Hawk uitgroeit tot een nog meer Joint & Combined oefening dan het al is.”
Leave a Reply