Het kabinet heeft eind januari besloten om wederom een aanzienlijke Nederlandse militaire bijdrage aan de VN-gemandateerde missie in Afghanistan. De International Security Assistance Force (ISAF) wordt nu door de NAVO geleid. Hierdoor is er eind maart, afgezien van de enkele functionarissen in het ISAF hoofdkwartier, een eind gekomen aan een relatief korte periode van Nederlandse afwezigheid. Sinds begin april is 1 (NL) Helodet Afghanistan operationeel en is gestationeerd op Kabul International Airport. Dit detachement bestaat uit zes AH-64D ‘Apache’ gevechtshelikopters en 135 militairen van de KLu, KL en de KMar.
De hoofdmacht van ruim 50 mannen en vrouwen werd op maandag 29 maart, op de vliegbasis Gilze-Rijen, door de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten (BDL), luitenant-generaal Dick Berlijn uitgeleide gedaan. Na het afscheid van familie en vrienden van de Nederlandse militairen richtte de BDL zich tot het contingent. In zijn toespraak waarschuwde hij de mannen en vrouwen ervoor dat de uitzending naar Afghanistan bepaald geen uitstapje wordt. “U zult getuige zijn van grote armoede en leed in de directe omgeving van uw werkplek. Uw detachementscommandant, luitenant-kolonel Onno Eichelsheim, heeft dit reeds met eigen ogen kunnen aanschouwen. Maar,” benadrukte hij “dat om wederopbouw van het door oorlog verscheurd Afghanistan mogelijk te maken, is het eerst zaak zorg te dragen voor stabiliteit. ISAF zorgt voor deze stabiliteit. Echter, eind vorig jaar bleek al gauw dat ISAF in feite over te weinig slagkracht beschikt om de interim regering van Afghanistan ook buiten Kabul bij te staan. Hierdoor boette het deels aan geloofwaardigheid in om het door de VN herbevestigde mandaat uit te voeren. De geavanceerde Nederlandse Apache gevechtsheli’s zijn in staat een bijdrage aan de broodnodige slagkracht te leveren die ISAF nu nog ontbeert. Bovendien beschikt de gevechtsheli over waarnemingscapaciteit. Daardoor vormen zij de ogen van de Commandant ISAF voor het gehele inzetgebied”, aldus de Bevelhebber. Bovendien is de uitzending niet van gevaar ontbloot. In de bergen rond Kabul en in het overgrote gedeelte daarbuiten zijn nog veel bewapende strijdkrachten actief. De weken voorafgaande aan het vertrek hebben de leden van 1 (NL) Helodet Afghanistan dan ook uitgebreid geoefend als voorbereiding op de missie. Nieuwe tactieken zijn ontwikkeld en er is getraind in het vliegen in bergachtig terrein. Ook aan de zelfbeschermingsapparatuur werd de nodige aandacht besteed. De crews zijn in Italië uitvoerig getraind in het vliegen op grote hoogte tussen de bergen. Laag over de bergen scheren is uit den boze. Het grootste gevaar voor de crews komt voornamelijk toch van handvuurwapens en van de schouder afgevuurde RPG-7 raketten. In Djibouti hebben de Apache-crews drie jaar geleden tijdens de UNMEE- operatie in het grensgebied van Eritrea en Ethiopië uitgevonden hoe je het beste met de Apache schietend een duikaanval kunt uitvoeren. De Amerikanen hebben die techniek inmiddels maar al te graag overgenomen.
De Bevelhebber besloot zijn toespraak door de leden van het detachement succes met de missie te wensen. De mannen, vrouwen en de beveiligingshonden van het detachement vertrokken daarna met een Boeing 757 van Dutchbird naar Termez. Tijdens het opstijgen werd bij wijze van afscheidsgroet het ingehuurde civiele toestel geflankeerd door twee Apache gevechtsheli’s. Daags erop vloog de hoofdmacht in een C-130H van het 334 Squadron van de Vliegbasis Eindhoven naar de eindbestemming, Kabul International Airport.
Kort na de landing van de Boeing 757 van ‘Dutchbird’, maakte een Russisch Antonov AN-124 transportvliegtuig haar eerste opwachting op Gilze-Rijen. Het reusachtige toestel is een ware gigant in zijn klasse. De staart reikt zelfs tot een hoogte van ruim 22 meter. Intern kan het 160 ton aan lading verstouwen en het totale operationele startgewicht bedraagt maar liefst 405 ton! Die middag werden drie van de zes Apaches voor het Nederlandse helikopterdetachement met gemak opgeslokt door de AN-124 om vervolgens laat in de middag richting Afghanistan te vertrekken. Later die week werd hetzelfde trucje toegepast op de overige Apaches en personeel.
De IJslandse zaakgelastigde in Nederland, de heer B. Vestmann, was die middag op Gilze-Rijen getuige van het laden van de eerste drie helikopters in de Antonov. De kosten – in totaal € 350.000 – van het transport van de zes gevechtsheli’s is volledig betaald door NAVO-partner IJsland. De IJslanders, die niet over eigen strijdkrachten beschikken, wilden via deze wijze toch een bijdrage leveren aan de internationale vredesmacht ISAF en vervult zo haar verplichtingen aan het bondgenootschap. Daarom boden ze Nederland aan de kosten van deze transportvluchten naar de Afghaanse hoofdstad Kabul voor hun rekening te nemen. De commandant vliegbasis, kolonel Erik van Heumen overhandigde dhr. Vestmann een model van een apache als dank hiervoor.
Het Nederlandse detachement zal zes maanden lang dag en nacht patrouilleren in en rondom de hoofdstad Kabul. Een gebied van ongeveer 2400 vierkante kilometer. De taken zullen zijn; het geven van luchtsteun aan grondeenheden, het uitvoeren van luchtverkenningen en beveiligingstaken voor grondkonvooien en transporthelikopters. Twee Apaches staan 24 uur per dag klaar om op te treden in de snelle reactie-eenheid, twee voeren overdag en ´s nachts in het kader van ´show of force´ missies uit en twee zullen als reserve staan. Voornamelijk de sensoren van de Apaches zijn bij uitstek geschikt om ’s nachts mensen en voertuigen op de grond waar te nemen. Het berggebied is voor ISAF een blinde vlek. Het is een ideale uitvalsbasis voor terroristen die raketten of mortieren op de stad willen afvuren. De geweldsinstructies voor de Nederlandse helikopterbemanningen zijn aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Hoewel de wapensystemen volledig gevuld zijn, van Hellfireraketten tot 30 mm munitie, komt het gebruik van geweld pas op de allerlaatste plaats. De vliegers verwachten dan ook vooral veel effect van de dreiging die er van de zwaarbewapende Apaches uitgaat. Het is voor ISAF ook belangrijk dat zij kunnen laten zien dat zij over de meest geavanceerde gevechtsmachines beschikken voor als de nood aan de man komt. Daarom neemt de eenheid ook alle wapens mee die de Apache tot zijn beschikking heeft. Voor het geval een piloot pech krijgt of uit de lucht wordt geschoten en niet direct kan worden geholpen door zijn ‘wingman’ beschikt men over een geplastificeerde kaart waarop in twee talen, het Pashtun en Dari, de lokale bevolking wordt verzocht hem te helpen. Waarschijnlijk kan de barmhartige Samaritaan dan rekenen op een, voor lokale begrippen, flinke beloning.
Na drie maanden zal het detachement afgelost worden door een nieuwe lichting personeel.
Leave a Reply