De operationele militaire missie in de Zuid-Afghaanse provincie Uruzgan is ten einde. Dit betekent echter niet dat er geen Nederlandse militairen meer zijn die dagelijks hun leven in Afghanistan in de waagschaal leggen. Neem bijvoorbeeld de mannen en vrouwen van alweer het zestiende detachement van de Nederlandse Air Task Force (ATF). Met zo’sn 120 militairen zorgt deze eenheid voor de inzet van vier Nederlandse F16’s in dat land. Nadat kortgeleden de Nederlandse transport- en gevechtshelikopters van de ATF op vaderlandse bodem zijn teruggekeerd vormen deze jachtvliegtuigen het kloppend hart van de taakgroep. Ondanks dat ze 24 uur per dag gewapende luchtsteun leveren boven Afghanistan horen we maar bitter weinig in de vaderlandse media over de krijgsverrichtingen van onze F16-jachtvliegers boven Afghanistan.
Vliegtuigen en helikopters van de Koninklijke Luchtmacht (KLu) worden al lange tijd ingezet in Afghanistan. Vanaf april 2006 samen met eerst de Deployment Task Force (DTF) en later de Task Force Uruzgan (TFU) in dienst van de International Security Assistance Force (ISAF) voornamelijk in het zuiden van Afghanistan. Maar van tevoren was het Nederlandse luchtwapen ook al actief in geheel Afghanistan. Met name de F16’ss. Een wisselend aantal daarvan zijn al sinds oktober 2002 bijna onafgebroken actief boven Afghanistan. Daarbij vlogen ze eerst vanaf vliegbasis Manas in Kirgizië om vervolgens vanaf maart 2005 van Kabul International Airport (KIA) het Afghaanse luchtruim te kiezen. Sinds november 2006 worden ze onder de vlag van het NAVO-bondgenootschap ingezet vanaf Kandahar Airfield (KAF), een reusachtig vliegveld in de gelijknamige zuidelijk Afghaanse provincie. Met circa 5000 vliegbewegingen per week is Kandahar Air Field het drukste vliegveld ter wereld met slechts 1 start- en landingsbaan. Op het vliegveld en de omliggende militaire terreinen zijn 30.000 militairen en burgers gehuisvest.
In Kirgizië waren ze samen met Deense en Noorse F16’s geïntegreerd in de Amerikaanse 376 Air Expeditionary Wing. Dit gebeurde onder de verzamelnaam European Participating Air Forces (EPAF). Tot oktober 2003 bestond de missie primair uit het verlenen van tactische luchtsteun aan grondoperaties van de internationale coalitie in het kader van Operation Enduring Freedom (OEF), dat tot op de dag van vandaag onder Amerikaanse leiding staat. In noodsituaties werden vanzelfsprekend ook de grondeenheden in dienst van ISAF uit de brand geholpen. Ondertussen hebben Nederlandse F16-jachtvliegers meer dan 7000 sorties (vluchten) boven Afghanistan uitgevoerd. Ze hebben daarbij ruim 16.000 uur in de krappe cockpit doorgebracht, vaak onder de meest risicovolle omstandigheden.
Hierbij vliegen ze nooit alleen maar altijd in formatie van twee. In al die jaren is keer op keer de Nederlandse F16-inzet flexibel aangepast aan de behoefte van de troepen op de grond. Ze proberen daarbij zo snel mogelijk te reageren op verzoeken van de grond. Die verzoeken zijn divers. De F16’s kunnen gelukkig door hun zogenoemde swing-role op aanvraag overal en voor alles worden ingezet.
Vandaag de dag worden de Nederlandse F16’s vaak ingezet voor verkenningsvluchten. Hiervoor zijn de jachtvliegtuigen uitgerust met het nieuwe digitale luchtverkenningssysteem van de KLu, te weten RecceLite. Hiermee raast de jachtvlieger met zijn kist over een bepaalde route dan wel gebied waarbij het systeem duizenden zeer gedetailleerde digitale zwart-wit beelden schiet. Deze beelden worden later door specialisten van het Tactical Air Reconnaissance Centre (TARC) geanalyseerd. Door deze beelden met beelden van hetzelfde gebied die op een eerder tijdstip zijn genomen te vergelijken, vallen verschillen op. Ze letten daarbij letterlijk op subtiele verschuivingen in het landschap. Het is dan vooral de kunst om IEDs (Improvised Explosive Devices), of te wel bermbommen te vinden. De meeste slachtoffers in Afghanistan vallen immers nog steeds door aanslagen met IEDs. De zogenoemde counter-IED-missies van onze F-16’s blijken erg effectief te zijn. Zo zijn er al vele verdachte plaatsen gevonden waar later verstopte geimproviceerde explosieven onschadelijk zijn gemaakt. Grondcommandanten krijgen onmiddellijk een melding als een verdachte plek in beeld is. Bij de ATF willen zo snel mogelijk de locatie van een bermbom naar buiten brengen voordat er iemand op rijdt. Het is dan ook een hele uitdaging voor de beeldanalisten om zo snel mogelijk de beelden te interpreteren. Het geeft de mensen in het veld immers een veilig gevoel. Deze beelden kunnen na de missie worden bekeken, maar het is dus ook mogelijk om in real-time vanaf de grond online mee te kijken terwijl een route of gebied in kaart wordt gebracht. Het systeem werkt volledig autonoom.
Deze geavanceerde door de Israëlische defensiefirma Rafael ontwikkelde verkenningsgondel is bevestigd aan de rechterzijde van de luchtinlaat en is tot nu toe het digitaal-optisch neusje van de zalm. Het wordt sinds september 2009 door de KLu ingezet in Afghanistan. Nederland en Italië zijn overigens de enige coalitiepartners in het Afghaanse theater die over deze hoogwaardige technologie beschikken. Door de grote bijdrage aan de veiligheid is er veel vraag naar bij. Naast de primaire inzet voor de opsporing van IED’s blijkt RecceLite ook het werkpaard voor tactische fotoverkenning te zijn. Geen wonder dan ook dat de ATF overspoeld wordt met verzoeken van de coalitiepartners om ondersteuning. Een vraag waaraan nauwelijks aan te voldoen is. De Nederlandse F16’s van de ATF hebben op woensdag 20 april 2011 met RecceLite de 1,5 miljoenste foto afgeleverd.
Naast de zogenoemde Non-Traditional Intelligence, Survaeillance and Reconnaissance taak worden de F16’s ook ingezet voor het ondersteunen van de grondtroepen van de coalitiepartners. De jachtvliegers fungeren daarbij dan als Armed Overwatch, of te wel gewapende rugdekking vanuit de lucht. Hierbij zijn de jachtvliegers absoluut geen einzelgängers. Ze werken veelal nauw samen met hun dan onafscheidelijke gesprekspartner op de grond, de zogenoemde Joint Terminal Attack Controller (JTAC). Bij velen is de JTAC, beter bekend als de Forward Air Controller (FAC) die met de grondtroepen optrekt. Als ze op de grond in de spreekwoordelijke shit zitten, beslist de JTAC of het luchtwapen wordt ingezet. Het initiatief daartoe komt zelden van de twee jachtvliegers. De JTAC weet immers precies wat voor wapens Nederlandse jachtvliegers bij zich hebben. Dat kan behalve de GBU-12 lasergeleide 500 ponder ook de satellietgestuurde (GPS) GBU-38 Joint Direct Attack Munition (JDAM) van hetzelfde gewicht zijn, die bovendien over meer inzetopties beschikt. Met behulp van de vooraf ingevoerde doelcoördinaten treft zo’n JDAM tot op slechts enkele meters nauwkeurig het doel, ongeacht het weertype (waar lasergeleide bommen helder weer moeten hebben). Daarentegen kan de vlieger ook gebruik maken van zijn roterende 20mm zesloops boordkanon. Als de afstand tussen eigen en vijandelijke troepen klein is, is dit een zeer effectief wapen.
De JTAC beslist dan ook wat de jachtvlieger inzet. Beide zijn niettemin voorzien van alle technologische toeters en bellen om elke aanvraag voor luchtsteun tot een succesvol einde te brengen. De inzet met wapens vindt overigens onder strikte voorwaarden plaats. Deze zogeheten Rules of Engagement (ROE) zijn van groot belang om de kans op burgerslachtoffers en collateral damage (nevenschade) tot een absoluut minimum te beperken. Daarnaast maken enkele technologische hoogstandjes dit precisiewerk mogelijk. Zo is de F16 bijvoorbeeld uitgerust met de ‘Litening’ Advanced Targetingpod (AT) Block II. Dit (ook van Israelisch afkomst) hoogstaand stukje techniek is in staat om dag en nacht haarscherpe beelden met zoommogelijkheid, van de situatie op de grond tevoorschijn te toveren op de multifunctionele schermen in de F16 cockpit. Zelfs vanaf zeven kilometer hoogte kan men in totale duisternis pick-up trucks met strijders loepzuiver waarnemen. De crosshair kan zich op elk potentieel doelwit vergrendelen en elke beweging automatisch volgen. Dat komt onder andere door de Laser Spot Tracker. Wanneer de JTAC op de grond een doel aanwijst met een laserstraal, pakt de AT dat punt automatisch op. Het vinden van een gronddoel is zo een fluitje van een cent. De vlieger is in een paar tellen klaar en dat kan van vitaal belang zijn. Dit gaat stukken sneller, nauwkeuriger en daarmee veiliger, dan wanneer een doel mondeling omschreven moet worden zoals voorheen. Dan bestaat namelijk altijd het gevaar van miscommunicatie, en daarmee van blue on blue: het onder vuur nemen van eigen troepen.
Met de infrarood (IR) pointer van de AT kan de vlieger vanuit de kist ook zelf een doel aan te wijzen, ter verificatie door de JTAC. Maar de doelaanwijspod heeft nog meer mogelijkheden in petto voor de JTAC. Door middel van het zogenoemde Down Linksysteem kan de jachtvlieger beelden, met gegevens over positie en doelaanduiding die hij in de cockpit ziet, vrijwel realtime naar de laptop van de JTAC sturen. Dat geeft hem een extra set ogen vanuit de lucht. Dit is van belang om de grondtroepen een goed beeld te geven van wat er zich afspeelt in onoverzichtelijke gebieden of objecten. Op die manier hebben zij een duidelijk beeld, weten ze waar ze rekening mee moeten houden en kunnen ze hun actie goed voorbereiden.
Zodra er aan beide zijden van de video datalink absolute zekerheid bestaat over het uit te schakelen doel, zal vanaf de grond door de JTAC het clear hot commando gegeven worden, waarna de jachtvlieger met een ongeëvenaarde trefzekerheid het doel zal aangrijpen.
Ook het ‘Joint Helmet Mounted Cueing System’ (JHMCS, uitgesproken als ‘hemmiks’) is zo’n stukje techniek die deze precisie mogelijk maakt. JHMCS is een systeem dat in een verdikking ter hoogte van het voorhoofd is geplaatst op de vliegerhelm. Er zitten daar onder andere twee cameraatjes en een beamer in geplaatst die is gekoppeld aan de radar, de data Link-16, de AT en de overige wapensystemen. De cameraatjes zien daadwerkelijk waarnaar de vlieger kijkt. De beamer projecteert vervolgens essentiële vlucht- en doelgegevens aan de binnenzijde van een speciaal vizier voor het rechter oog. Dus waar de jachtvlieger ook kijkt, die informatie gaat met hem mee. Zo hoeft hij zijn hoofd niet te draaien om op zijn Head-up Display (HUD) te kijken of de neus van het vliegtuig naar het doel te sturen. Daarmee krijgt de vlieger dus veel sneller Situational Awareness (SA) en vergroot daarmee ook de veiligheid. De cockpit is hiervoor speciaal aangepast met een magnetische sensor, die de stand van de vlieger zijn hoofd automatisch registreert en dat doorgeeft aan de systemen. Daarnaast zorgen deze technische hoogstandjes voor een enorme verlaging van de werk- en stressdruk bij de vlieger in de cockpit.
Als vlieger moet je uiteraard je wapensysteem door en door kennen. Voor een jachtvlieger is het besturen van het toestel nagenoeg een tweede natuur. Hij moet daarnaast dus zijn aandacht volledig kunnen richten op het bedienen van alle bijkomende systemen, het verwerken van alle informatie die uit verschillende bronnen en sensoren binnenkomt en deze informatie uiteindelijk filteren en de juiste beslissingen nemen die op dat moment belangrijk zijn.
De inzet van Nederlandse F16s maken in Afghanistan tot op de dag vandaag het verschil tussen leven en dood. Als klein kikkerlandje mogen wij dan ook best trots zijn op wat we in Afghanistan hebben gepresteerd en nog steeds doen. De politietrainingsmissie die Nederland naar Kunduz stuurt wordt immers ook ondersteund door onze vier F16’s. Voor die taak zullen ze binnenkort worden gestationeerd op het vliegveld van Mazar-e Sharif, de hoofdstad van de Noord-Afghaanse provincie Balkh.
Leave a Reply