Tot voor kort trainden luchtmobiele eenheden met tanks als tegenstander, oefening Urban Indian breekt met deze trend. In het oefendorp Marnehuizen vechten infanterie en genie van de luchtmobiele brigade in een joint operatie zij aan zij met een peloton van 101 Tankbataljon en Apaches van 301 Squadron. Samen grijpen zij een irreguliere tegenstander aan.
Luitenant-kolonel Piet van der Sar, commandant van 12 Infanteriebataljon Luchtmobiel (Air Assault): “Het doel van de oefening Urban Indian is het bataljon op pelotons- en compagniesniveau te trainen in het optreden in verstedelijkt gebied. De aanleiding voor deze oefening is dat we alle aspecten van het optreden in verstedelijkt gebied al eerder beoefend hebben. De top daarvan bereikten we in april tijdens Falcon Spring 2005. Tijdens die oefening hebben we in een groot verstedelijkt gebied geoefend met een irreguliere tegenstander die ook nog eens verspreid zat over dat grote gebied. Daarbij hebben we ervaringen opgedaan met het inzetten van de Patria als gepantserde taxi tot aan de voordeur van de tegenstander. Die methode pakte erg goed uit en Urban Indian is daar een logisch vervolg op. Dit is weer een nieuwe uitdaging.”
Een nieuwe uitdaging waarvan het scenario wel heel realistisch is. Gezien recente ervaringen in Irak. Ook daar traden infanterie en cavalerie gezamenlijk op, vanuit de lucht gedekt door gevechtshelikopters. “In een situatie in het hoogste deel van het geweldsspectrum waarbij je de opdracht hebt een irregulier optredende tegenstander uit te schakelen, moet je als lichte infanterie-eenheid, in dit geval luchtmobiele infanterie, niet terugdeinzen zwaardere middelen in te zetten als je die voor handen hebt.”
De ervaringen die de Russen hebben opgedaan in Grozny hebben het beeld bepaald dat het onverstandig is om met tanks en andere gepantserde voertuigen in verstedelijkt gebied op te treden tegen een irreguliere tegenstander. De zogenaamde ‘Maykop’ brigade telde in een paar dagen tijd 800 doden en gewonden. Van de 26 tanks waren er nog zes over, 102 van de initiële 120 BMP infanterie gevechtsvoertuigen en zes stuks ZSU-23/4 luchtafweergeschut gingen verloren in de straten van de Tsjetsjeense hoofdstad. Toch hoeft het verstedelijkt gebied niet ‘out of bounds’ verklaart te worden voor pantservoertuigen.
De operatie van Amerikaanse Rangers in de Somalische hoofdstad Mogadishu eindigde in een ramp die er uiteindelijk voor zorgde dat de Amerikanen het Afrikaanse land verlieten. De lichte infanterie was ondanks de luchtsteun van gevechtshelikopters niet in staat om het gevecht naar haar hand te zetten. Pas na het inzetten van Pakistaanse pantservoertuigen konden de Rangers ontzet worden. Deze en andere voorbeelden tonen aan dat het stadsgevecht het beste door teamvorming van de manoeuvre elementen, een juiste mix van middelen, gevoerd wordt. Luitenant-kolonel Johan van Houten, commandant Instructiegroep Optreden Verstedelijkt Gebied (IGOVG), verwoordt het anders: “Een eenheid, infanterie of pantser, die alleen het stadsgevecht aangaat is ernstig in het nadeel en het staat bijna gelijk aan zelfmoord. Alleen met een bundeling van capaciteiten kan de missie uitgevoerd worden met een minimum aan slachtoffers.”
Tijdens de tweede week van Urban Indian ging elke dag een infanteriecompagnie met het tankpeloton aan de slag. Iets gebukt en met het wapen in de aanslag lopen de infanteristen en genisten van de luchtmobiele brigade achter of naast de tank richting het doel. Daar aangekomen passen ze de drills toe die bekend zijn van het huizen zuiveren. In zogenaamde treintjes van vier man gaan ze kamers binnen, stellen die veilig en gaan door naar de volgende ruimte. “Deze kant vrij! Kamer vrij!” Onder dekking van rook die is afgeschoten door een Leopard rennen mannen van een ander peloton naar een huis voor de inbraak. De vijand stuurt een voertuig op ze af, maar deze komt niet ver. De Leopard raast naar voren en schakelt het voertuig met een schot uit. Op deze manier wordt de vijand stap voor stap, huis voor huis opgerold.
De tank en ook de Apache zijn bij inzet in verstedelijkt gebied zware middelen. Volgens Van Houten kunnen gepantserde voertuigen een belangrijke bijdrage leveren aan het stadsgevecht. “Om het stadsgevecht te winnen moet de aanvaller de middelen hebben om door te stoten naar geselecteerde punten en daar toeslaan of sleutelposities beveiligen. Tanks zoals onze Leopard 2 A6 zijn hiertoe in staat met de combinatie van overlevingsvermogen, snelheid, dodelijkheid, voortzettingsvermogen en shock effect. De vuurkracht die zowel de tank als de gevechtshelikopter bezitten zijn echter niet het enige middel dat bij het optreden in verstedelijkt gebied ingezet kan worden. Zowel de Leopard 2A6 als de AH-64D Apache beschikken over goede dag-, nacht- en warmtebeeldkijkers waardoor de situational awareness van de commandant op de grond verbetert. Een tankcommandant kan ook onder vuur nog steeds goed gebruik maken van zijn waarnemingsmiddelen terwijl de infanterist dekking moet zoeken. De overste: “Een tank is aan de voorzijde en aan de zijkanten heel goed bepantserd. Hij is tegelijkertijd aan de achterkant bij de uitlaatroosters en bij vuur van boven erg kwetsbaar voor relatief simpele anti-tankwapens zoals de RPG-7. Voor zijn directe nabijbeveiliging is de tankcommandant dus afhankelijk van de infanterie. Voor doelen in de diepte zijn schutters lange afstand en tanks weer beter geschikt. De gevechtshelikopter kan met zijn totaaloverzicht zowel doelen in de diepte als doelen dichtbij de eigen troepen aangrijpen.”
De kans dat de krijgsmacht in verstedelijkt gebied wordt ingezet neemt alleen maar toe. Rond het jaar 2015 leeft meer dan 50% van de wereldbevolking in steden. Ook als het gebied van verantwoordelijkheid groot en leeg is, zoals tijdens de SFIR-missie in Al Muthannah, zijn de steden en dorpen de meest waarschijnlijke plaatsen waar confrontaties zullen plaatsvinden. Irreguliere tegenstanders in de vorm van losse strijdgroepen zullen steeds meer terugvallen op bedekt en onoverzichtelijk terrein. Het verstedelijkt gebied ligt steeds meer voor de hand. Het biedt de tegenstander namelijk bescherming en een goede uitvalsbasis. Tevens kunnen tegenstanders er makkelijk opgaan in de massa. Het niet direct kunnen herkennen van de tegenstander zorgt ervoor dat de dreiging van een aanslag ook altijd aanwezig is. Deze dreiging komt niet alleen van voren, maar ook van boven (vanuit ramen en vanaf daken), van onderen (vanuit kelders, tunnels en rioleringen) en van achteren. Het optreden zal voortdurend onderhevig zijn aan beperkingen door de aanwezigheid van non-combattanten, de van toepassing zijnde Rules of Engagement en de media. Ook hoog in het geweldspectrum is het gebruik van proportioneel geweld belangrijk zodat steun van de lokale bevolking behouden blijft. Omdat de snel wisselende situatie veel vergt van de militairen, zowel fysiek als mentaal, moeten we veel gezamenlijk trainen en bij elkaar in de keuken kijken om te weten hoe we elkaar kunnen versterken.
Leave a Reply