Bescherming tegen een dreiging vanuit de lucht is cruciaal voor het succesvol uitvoeren van militaire operaties. Voor de bescherming van manoeuvre-eenheden en objecten tegen onder meer laagvliegende jachtvliegtuigen, gevechtshelikopters en onbemande vliegtuigen is een belangrijke rol weggelegd voor de Luchtdoelartillerie (Lua). Deze kunnen zich bijna altijd in de nabijheid van de eigen troepen positioneren en zijn 24 uur per dag inzetbaar. Op dit moment staat de Lua aan de vooravond van grootschalige veranderingen en ontwikkelingen, die zowel op korte- als lange termijn moeten plaatsvinden. Het merendeel van de Lua is gevestigd op de Prins Mauritskazerne (PMK) in Ede. Uitzonderingen hierop zijn 105 Luchtdoelartilleriebatterij (Luabt) die is gehuisvest in Stroe, terwijl het personeel van 11 “Samarinda” Luchtverdedigingscompagnie (Luverdcie), die tot 11 Luchtmobiele brigade (LMB) behoort, onderdak vindt in Schaarsbergen. Meer dan vijftig jaar is de PMK het Mekka van de grondgebonden luchtverdediging (GLVD) van de KL. De PMK huisvest onder meer de staf van 25 Afdeling Luchtdoelartillerie (Afdlua) die operationeel rechtstreeks onder het hoofdkwartier van 1 Divisie in Apeldoorn valt. Daarnaast is zij ook de thuisbasis van drie pantserluchtdoelartilleriebatterijen (11, 12 en 13 Paluabt), die nu onder bevel staan van de drie gemechaniseerde brigades (41, 43 en 13 Mechbrig) die de KL nu nog rijk is (hiervan zal 41 Mechbrig – in Seedorf gelegerd – sneuvelen onder de bezuinigingshamer). De School Luchtdoelartillerie (Schllua), waar alle luchtverdedigingopleidingen van de KL worden verzorgd, waaronder ook het kenniscentrum Lua valt, is er ook grotendeels gevestigd.
Aan dit alles komt medio 2005 een einde. Want vanaf 2005 zullen bijna alle Lua eenheden van de KL richting luchtmachtbasis De Peel – in de kop van Limburg – verkassen, om gezamenlijk met de Groep Geleide Wapens (GGW) van de KLu een nieuwe Joint Ground Based Air Defence (GBAD) organisatie te gaan vormen. Men is dan ook druk bezig om op de basis in De Peel plaats te maken voor nieuwbouw. Die zal onder meer bestaan uit gebouwen om de luchtverdedigers van de KL te huisvesten; les-, stallings- en onderhoudsgebouwen waar KL materieel onderdak zal vinden; en een nieuw stafgebouw waarin zo’n 155 personen een werkplek zullen vinden, namelijk de staven van de GGW, de KL GLVD en het nieuw te vormen gezamenlijke ‘Joint Air Defence Center’ (JADC). Dit JADC zal dan weer mogelijk in de toekomst de kern gaan vormen van een eventueel ‘Joint Air Defence Command’ van Defensie. In de nieuwe situatie zullen op De Peel alle (krijgsmachtbrede) luchtverdedigingsopleidingen worden verzorgd door de ‘Joint Air Defence School’ (JADS). Daarvoor zullen onder meer nieuwe Stingertrainers (dwz de software en de eigenlijke simulator) worden aangeschaft. Organisatorisch staat de JADS los van het JADC, wel zal het, (evenals de operationele GLVD-eenheden van de KL en KLu) door de JADC onder meer op het gebied van kennisopbouw en doctrinevorming worden ondersteund. De huidige Schllua is dit jaar als eerste geconfronteerd met de nieuwste bezuinigingsronde. Het Luchtdoelartillerieschietkamp met de twee bijbehorende schietterreinen in Den Helder moet haar deuren sluiten. Het schietterrein Falga is al dicht, het Luitenant-kolonel Maaskamp en het schietterrein Botgat volgen per 1 januari 2005. Dit ten gunste van een meer doelmatig medegebruik van het Duitse marineschietkamp Todendorf bij Kiel aan de kust van de Oostzee.
25 Afdlua heeft nu 105 Luabt als enige parate onderdeel onder haar bevel. 105 is uitgerust met mobiele Flycatcher radarvuurleidingscentrales, Bofors 40L70G 40mm kanonnen en Stinger-teams. Vier andere, te weten 115, 125 Luabt plus 42 en 52 Paluabt zijn mobilisabel en worden volgend jaar samen met 105 opgeheven. Dan worden ook de Bofors kanonsystemen afgestoten. De Flycatchers gaan de mottenballen in. De stinger-teams zijn uitgerust met de door Raytheon op de markt gebrachte Stinger RMP. Dit is een MANPADS (man-portable air defence system) hittezoekende luchtdoelraket die vanaf de schouder kan worden afgevuurd. Nadat het doel door de schutter is vastgelegd schiet de raket, na lancering, met een snelheid van 2400 km/u de lucht geheel op eigen houtje (fire and forget) richting doel. Effectief bereik van dit draagbare raketsysteem ligt tussen de 600 en 6000 meter. De bedoeling is om de huidige Stingercapaciteit (die aanwezig blijft van de Palua) operationeel te verbeteren door de Stingers op een affuit te plaatsen op bijvoorbeeld een MB. Via een data-terminal worden deze Stingerplatforms elektronisch verbonden met het grotere geheel van het luchtverdedigingsnetwerk. De Flycatcher wordt dan eventueel weer opgepoetst om als voorwaarschuwings-commandopost bij zo’n Stinger-eenheid te dienen.
Het personeel van 11 Luverdcie uit Schaarsbergen hoeft als enige KL GLVD-eenheid zijn biezen niet te pakken. Zij blijven onder de vleugels van 11 LMB. Zij nemen sowieso al een unieke plaats in binnen de KL GLVD. Om 24-uur per dag en onder alle weersomstandigheden op te kunnen treden, beschikt deze compagnie over drie pelotons met ieder drie Stingergroepen en een WALS (WAarschuwingsmiddel Luchtmobiele Stinger) radargroep dat drie van deze radars kan inzetten. Een Stingergroep bestaat weer uit drie ploegen met ieder twee Stingers. Doordat de Stingerploegen verder zijn uitgerust met de Stinger-Night-Sight (warmtebeeldkijkers) kan de ploeg ook bij duisternis of verminderd zicht, doelen bestrijden. Dit laatste is voor een dergelijk wapensysteem tamelijk uniek. Het WALS systeem kan 360 graden rondom en 20 kilometer ver waarnemen en is uitgerust met IFF (vriend of vijand doelidentificatie). De informatie van de WALS wordt met de FM9000 radio digitaal doorgegeven aan de Stingerploegen. Die zijn uitgerust met een Remote Display Unit (RDU), waarop ze doelgegevens zoals snelheid en koers kunnen aflezen. Zodra een doel op het scherm verschijnt, wordt direct vastgesteld waarom het gaat, eigen of vijandelijk, een helikopter of vliegtuig, waardoor de ploegen weten waar ze rekening mee moeten houden. Deze ploegen liggen in een schuilplaats waar te nemen in een bepaalde sector, tot wel 8 kilometer bij de WALS vandaan. In principe moet iedere stingerploeg voorzien kunnen worden van voorwaarschuwing door twee WALS-systemen. Zodoende is gegarandeerd dat bij uitval van een WALS de stingerploeg toch doelinformatie kan blijven ontvangen. De stingerploegen kunnen samen het luchtruim dichthouden met een paraplu van luchtafweerraketten. De WALS vormt hierbij als voorwaarschuwing een uiterst belangrijk hulpmiddel, waardoor er extra reactietijd ontstaat. Echter, wanneer er geen IFF-informatie beschikbaar is, blijft de visuele waarneming van de schutters doorslaggevend bij het aangrijpen van de doelen. Het optreden van luchtmobiele Stingerploegen is veelal statisch, dus liggen ze vaak voor lange tijd stil. Het tactische onderkomen is toegerust met veel techniek, iets wat op het eerste gezicht absoluut niet te zien is. Naast de twee Stingers liggen twee radio’s, FM9200 data met de RDU en FM 9100 portofoon. Al dit materiaal, plus batterijen om het geheel aan de praat te houden, dient door twee man meegenomen worden. Dit maakt de bepakking voor een luchtmobiele luchtverdediger bijzonder zwaar. Al met al weegt zijn gevechtsbepakking ongeveer 70 tot 80 kilo. Zij worden per helikopter zo dicht mogelijk bij hun afvuurplaats neergezet, want nog eens vijf kilometer aan de tippel gaan is haast niet te doen. Voor hen blijft de Stinger létterlijk een MANPADS.
Zoals bekend werd op 30-06-2003 komt er een einde aan het tijdperk van de Palua. Wat inhoud dat de Cheetah – net nadat ze aan een tweede jeugd was begonnen na grondige modificaties – vervroegd (wellicht 2006) met pensioen gaat. Toekomstige geïnteresseerden voor deze Cheetah’s kunnen zich spekkoper noemen als zij, eventueel voor een prikkie, deze hoogwaardige en in bijna nieuwstaat verkerende wapensystemen over kunnen nemen.
In de toekomst zullen de accenten van de Lua nog meer dan nu het geval is gaan verschuiven naar het beveiligen van de brigades, het gecombineerde optreden met Duitsland in een gezamenlijke ‘Air Defence Brigade’ en het optreden in een ‘Joint Task Force’ met bijvoorbeeld de GGW. Zo is er met de Duitse landmacht een concept uitgewerkt dat past in het luchtverdedigingsconcept van 1 GE/NL Corps. Hierin kan 25 Afdlua geheel of gedeeltelijk worden toegevoegd aan de Duitse 100 Flugabwehrbrigade bij Kassel. Echter er valt voor de Lua zoals die nu is opgezet en uitgerust, weinig geïntegreerd en gecoördineerd samen te werken met de Duitsers of met wie dan ook. De luchtdreiging stelt hoge eisen aan de coördinatie van de luchtverdediging en de totstandkoming van een optimaal geïntegreerd luchtbeeld. Dit vraagt om GLVD-systemen die in staat zijn om de drie onderscheidenlijke componenten – sensoren, lanceerinrichtingen (met wapens) en vuurleidings- en commandovoeringscentrales (“Battlefield Management Command and Control, Communications, Computerisation and Intelligence”, afgekort “BMC4I”) – met elkaar en met andere luchtverdedigingssystemen geïntegreerd te laten werken. Een systeem dat over dergelijke capaciteiten beschikt, kan worden beschouwd als een “system of systems”. Het huidige Nederlandse arsenaal – met uitzondering van de Patriot – beschikt eenvoudig niet over dergelijke kwaliteiten. Maar wat nu niet is, kan met de plannen die Den Haag op dit moment ontvouwt snel komen.
Ruim tien jaar wordt er in Den Haag al gesoebat om de KL GLVD te moderniseren. Er wordt dan ook niet ontkend, dat er grote behoefte bestaat aan een waarschuwings- en gevechtsleidingssysteem. Sterker nog, daar wordt al jaren door de Lua om gevraagd. Nu had de KL in 2000 het initiatief genomen voor het lanceren van een Netherlands Short Range Air Defence System (NESRADS) project. Dit is echter kort daarna uitgesteld. In een aangepast initiatief, waarbij sprake is van een modulair concept, probeert de KL nu het programma weer nieuw leven in te blazen onder de naam Future Ground Based Air Defence System (FGBADS). Het gaat hierbij uiteindelijk dan om de vorming van een geheel parate luchtverdedigingsgroep bestaande uit drie identieke Lua-eenheden. Het project kent nu drie fasen. In de eerste fase (gepland voor 2005) het opleveren van een Initial Operational Capability (IOC) van BMC4I-apparatuur voor één peloton. Daarbij horen een drietal 3-D, mobiele rondzoekradars. Hierbij ligt de eis op een radar in de klasse van de Ericsson Giraffe AMB. Verder bestaat de behoefte aan C2 capaciteit om airspace management-informatie te verspreiden en real-time aan te kunnen passen. Ook datalink-verbindingen om het radar-luchtbeeld te kunnen verspreiden onder de verschillende eenheden worden hierin meegenomen. De operational capability heeft hierbij niet alleen te maken met de aanwezigheid van de middelen, maar ook en vooral met de getraindheid van personeel op diezelfde middelen. Pas met voldoende materieel en met volledig getraind personeel kan een eenheid de status van Full Operational Capable (FOC) behalen. De tweede fase (niet voor 2008) moet vervolgens de aanschaf brengen van de apparatuur om de andere twee pelotons uit te rusten om zodoende een graad van FOC te bereiken op het vlak van BMC4I. Tegen die tijd wil de KL deze capaciteit graag in samenwerking met de Duitsers gebruiken, aangezien zij ook niet over dit soort hoogwaardige systemen voor de luchtlagen op geringe hoogte beschikken. De derde en laatste fase (in 2013) moet dan het gehele systeem, dus inclusief raketwapensystemen, FOC zijn.
Overigens met de Letter-of-Intent tussen Nederland en Noorwegen die op dit moment gereed ligt voor ondertekening, kan de Lua zich misschien sneller opmaken om FGBADS in stelling te brengen dan ze dacht. Deze brief houdt in, dat in ruil voor 18 PzH2000’s en een partij tankonderstellen Nederland drie Noorse NASAMS Luchtdoelbatterijen krijgt. Deze zullen dan de plaats innemen van de Cheetah’s en waarschijnlijk onder bevel komen van 25 Afdlua. NASAMS, staat voor Norwegian Advanced Surface-to-Air Missile System. Dit is een flexibel, hoog-mobiel en onderling genetwerkt (plug and fight) systeem dat als eerste GLVD wapensysteem gebaseerd is op de Surface-Launched AIM-120A AMRAAM. Mocht de KL dit systeem met deze raket verwerven dan heeft het als bijkomend voordeel dat deze raketten identiek zijn aan de AMRAAM’s die door de F-16’s van de KLu gebruikt worden. Een Noorse batterij bestaat uit drie Commando & vuurleidingcentrums; drie zoek, doelaanduiding en volgradars; negen ‘launchers’ – elk uitgerust met 6 raketten – geplaatst op een truckonderstel; en drie op een voertuig geplaatste passieve IR volgcamera’s, voor visuele doelidentificatie. In deze configuratie is een batterij in staat om binnen 15 minuten nadat het in stelling komt, tegelijkertijd 54 verschillende doelen aan te grijpen door 54 individueel gerichte rakketen binnen enkele seconden te lanceren. Bij het gebruik van een combatnet radio, zoals onze FM9000, kunnen de launchers tot wel 25 kilometer afstand van het Commando & vuurleidingcentrum verwijderd staan. Op moment van schrijven zijn de details van de aantallen systemen die NL wellicht verkrijgt niet bekend en zijn ze wellicht anders dan hierboven vermeld. Qua radarsysteem zal NL de radarsystemen willen gebruiken die bij BMC4I – fase 1 behoren.
Belangrijkst doel van FGBADS is de KL GLVD naadloos te koppelen met het geïntegreerde luchtverdedigingsconcept van de NAVO. In geen enkel scenario is één enkel luchtverdedigingssysteem op zichzelf in staat de totale luchtdreiging te weerstaan. Het zal daarom noodzakelijk zijn aanvullende luchtverdedigingssystemen, elk met een eigen taak en bereik, nauw gecoördineerd te laten samenwerken. Hierdoor ontstaat een overlappende dekking in het driedimensionale vlak. Verwijdering of onvoldoende invulling van één onderdeel van dit samenstel aan middelen leidt tot kwetsbaarheid van het gehele luchtverdedigingssysteem. De uitgangspositie van de KL om de GLVD aan bovenstaande eisen te laten voldoen is nu denkelijk gunstiger dan ooit. Dit ondanks de gitzwarte donderwolken die zich boven de organisatie hebben samengepakt. De definitieve details in het Integraal Defensie Plan zullen in september nog meer duidelijkheid scheppen over de informatie die op 30-06-2003 wereldkundig is gemaakt aan het personeel van de KL over de voorgenomen bezuinigingen en reorganisatie. Als men deze modernisering niet kan uitvoeren dan is het misschien maar beter om met de KL GLVD stoppen. Het is dan beter om te weten dat je geen GLVD hebt, dan om te denken dat je er wel een hebt – maar die niet kan aanhaken op het internationale net – en die niet op haar taak berekend is. Toch?
Leave a Reply