De Nationale reserve vormt een essentieel onderdeel van de krijgsmacht, vooral bij opdrachten in het kader van de derde hoofdtaak, de ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp. Goed getraind en zeer gemotiveerd voeren zij deze opdrachten uit en doen zo niet onder voor hun beroepscollega’s.
Flexibele arbeidskrachten vormen in het bedrijfsleven een belangrijk instrument om flexibel te kunnen inspelen op de ontwikkelingen in de markt. Een dergelijk instrument zou voor de overheid ook een goede optie zijn, zeker nu iedereen in deze economisch slechte tijd, de broekriem moet aanhalen.
Het goede nieuws is dat het ministerie van Defensie als sinds heel lang waarschijnlijk het grootste aandeel flexibele arbeidskrachten heeft van elke organisatie in Nederland: de reservisten. De meeste reservisten zijn te vinden in het best georganiseerde reservistenonderdeel: het Korps Nationale Reserve (Natres) van de Koninklijke Landmacht.
Het Korps Nationale Reserve heeft zijn wortels in de schutterijen en de ‘Bijzondere Vrijwillige Landstorm’. Een van de voorgangers van het Korps, de Haagse garde van de stedelijke schutterijen, was de eerste vrijwillige militie die zich in 1813, na de Franse aftocht, onder het gezag van de Prins van Oranje stelde en zo aan de basis stond van de nieuw opgerichte landmacht. Vrijwilligers in onze krijgsmacht zijn dus van alle tijden.
Natresmilitair
Het Korps met zijn 67 natrespelotons vormt een extra capaciteit voor het Commando Landstrijdkrachten (CLAS), op afroep beschikbaar voor nationale inzet. De kerntaken zijn (mobiele) bewaking en beveiliging. Hierbij kunnen de pelotons naast, in plaats van of ter ontlasting van andere CLAS-eenheden worden ingezet. Door de spreiding over het hele land zijn natresmilitairen snel inzetbaar en vaak als eerste ter plaatse.
Het Korps moet binnen 24 uur een (samengestelde) compagnie klaar hebben staan op een opkomstlocatie. Deze moet het in eerste instantie 72 uur vol kunnen houden. Na de aflossing van de eenheden moet deze periode tot maximaal zes dagen worden verlengd.
Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder kan toetreden tot de Natres. De keuring is dezelfde als die voor beroepsfuncties binnen de krijgsmacht. Na een positief advies volgt de aspirant reservist een Algemene Militaire Opleiding (AMO) van twee weken. Hierbij is mag niet vergeten worden dat alle reservisten een civiele baan hebben en dus niet zo maar weken achter elkaar vrij kunnen krijgen voor een opleiding.
Na het behalen van de AMO-certificaat wordt de natresmilitair geplaatst bij een peloton dat dicht bij zijn woonplaats is gelegerd. Daar volgt hij of zij een zogenaamde AMO+, dus een voorzetting van de algemene militaire opleiding.
Leden van het Korps Nationale Reserve worden op vrijwillige basis ingezet en kennen dus geen opkomstplicht. Zij hebben wel een contractuele verplichting in het kader van de operationele gereedheid. Per jaar moet hij of zij 112 uur beschikbaar zijn voor opleiding en training. Vrijwillig maar niet vrijblijvend.
De compagnieën werken de training af in een 48-maanden model. De training en opleiding spitsen zich toe op de kerntaken, het bewaken en beveiligen.
De gemiddelde leeftijd van een natresmilitair is 27. Mede door het veranderende beeld over reservisten is er een verjonging aan de gang. Veel jongeren zien de Natres als een perfecte proeftuin en springplank voor een militaire carriëre als beroeps. Beroepsmilitairen die afzwaaien worden gevraagd om bij de Natres als reservist kaderfuncties te vervullen.
Indeling
Met het opheffen van de Regionaal Militair Commando’s (RMC) zijn de vijf natresbataljons onder direct bevel gebracht van de drie landmachtbrigades. De geografische indeling van de bataljons en de ligging van de kazernes van de Brigades, waren leidend bij de onderbevelstelling. 20 en 50 Natresbataljon staan nu onder bevel van 11 Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen, 10 en 40 Natresbataljon vallen nu onder 43 Gemechaniseerde Brigade in Havelte en 30 Natresbataljon wordt nu aangestuurd door 13 Gemechaniseerde Brigade uit Oirschot. De staf en de fanfare van de Natres vallen nu direct onder het CLAS.
Op 1 juli 2011 heeft het Korps Nationale Reserve het vertrouwde mouwembleem (de steek onder water zoals die genoemd werd) vervangen door die van een van de betreffende brigades of het CLAS. Dat iemand deel uit maakt van het Korps Nationale Reserve is alleen nog te zien aan het baretembleem.
Het blijft overigens niet bij deze herindeling. Er is inmiddels een beleidsvoornemen om het aantal bataljons terug te brengen naar drie (een per brigade). Het aantal pelotons blijft wel gehandhaafd. Wel zal een aantal moeten verhuizen door sluiting van defensielocaties.
Om te voorkomen dat de brigades het Korps Nationale Reserve te veel voor allerlei simpele handlangerstaken zullen inzetten, is er door Staf CLAS een zogenaamde ‘position paper’ opgesteld
De komende inkrimping treft dus voornamelijk de stafdetachementen van de twee op te heffen bataljons. Een dergelijk stafdetachement bestaat uit een mix van beroepsmilitairen en reservisten. De bataljonscommandant en bataljonsadjudant zijn reservist.
Bezuinigingen
Bij de aankondigingen van de bezuinigingen in september 2010 werd ook de Natres niet gespaard. De reservisten krijgen betaald naar gewerkte uren. Ze worden opgeroepen in werkelijke dienst om bijvoorbeeld oefeningen te draaien of om steunverleningen uit te voeren. Deze uren declareren ze bij het ministerie van Defensie.
Een van de eerste maatregelen was het opschorten van de opkomst van reservisten. Deze vrijwilligers, die gedeeltelijk afhankelijk zijn van hun militaire inkomsten, zaten dus een aantal maanden gedwongen thuis in plaats van een aantal uren per week te oefenen of te worden ingezet. Dat ging niet alleen ten koste van het geplande, verplichte oefenprogramma maar ook van een deel van het inkomen van de natresmilitairen.
Voor vele natresmilitairen voelde dit als een dolkstoot in de rug. Zij geven vele uren inzet per jaar vrijwillig aan Defensie en zijn vaak als eerste hulpverleners ter plaatse bij grote gebeurtenissen en worden vervolgens op deze manier bedankt voor hun tomeloze inzet.
Gelukkig is deze maatregel niet meer van kracht.
Maar ook op materieelgebied blijft de Natres niet buiten schot. In de afgelopen jaren is de Natres in uitrusting gelijk getrokken met die van beroepsmilitairen. Dat houdt in dat bij inzet het vrijwel onmogelijk is de reservisten van hun beroepscollega’s te onderscheiden.
Deze goede ontwikkeling is nu stopgezet nog voordat het hele Korps Nationale Reserve is voorzien van de nieuwste uitrusting. Het modulaire draagsysteem dat enkele jaren geleden is ingevoerd, zal dus niet zijn weg vinden naar alle reservisten. Zij zullen het in de toekomst moeten doen met het oude ‘bokkentuig’ uit de jaren negentig. Ook zullen de Diemaco’s niet de noodzakelijke modificaties tot Colt ondergaan. De Minimi’s zijn al opgelegd.
Wel krijgt de Natres in de komende jaren nieuwe voertuigen. De militaire Mercedes Benz voertuigen zullen worden ingeruild voor civiele pick-up trucks die uit kostenoverwegingen groen zullen worden gespoten in plaats van in camouflagekleuren. Ook wordt dan de voertuigcapaciteit teruggebracht tot vijftig procent. Bij inzet en oefeningen zullen de extra voertuigen dus moeten komen uit een brigadepool.
Front- en backfill
Een van de relatief nieuwe taken van individuele reservisten is de zogenaamde front- en backfill. Backfill is het fulltime vervangen van een beroepsmilitair die op uitzending is om zo te voorkomen dat belangrijke functies in Nederland niet worden vervuld.
Frontfill is waarschijnlijk het ultieme wat een reservist kan doen: zelf op uitzending gaan. In 2009 zijn er negen natresmilitairen op uitzending geweest en in 2010 zelfs 48, het merendeel naar Afghanistan. In 2011 waren dat er tien. Buiten staffuncties bij ISAF in Afghanistan zijn natresmilitairen ingezet in de LOT-huizen bij EUFOR in Bosnië en als waarnemer bij UNMIS in Sudan
Op uitzending gaan betekent nog al wat voor een reservist. Zo zal hij of zijn bij de werkgever toestemming en verlof moeten vragen. Met alle voorbereidingen, uitzending en afwikkeling is de reservist toch al gauw negen maanden bezig.
Voor een dergelijk uitzending wordt de reservist aangesteld op een uitzendfunctie. Hij zal net als alle andere militairen de gehele missiegerichte opleiding moeten doorlopen. Na de uitzending volgt de reservist het reguliere na-trajekt voor uitzendingen.
Ambassadeurs
Reservisten, niet in de laatste plaats die van het Korps Nationale Reserve zijn een essentieel onderdeel geworden van een effectieve krijgsmacht. Niet alleen voor het uitvoeren van militaire taken zijn zij van onschatbare waarde, maar ook voor het maatschappelijke draagvlak van Defensie. In hun eigen dagelijkse bezigheden zijn zij de ultieme ambassadeurs van de krijgsmacht.
Meer informatie op de website www.natres.nl
3 Comments
Luc van der Linden
29 februari 2012 at 09:52En vergelijkbaar zijn de luchtmacht reservisten van de GLR groep luchtmacht reserve.
Onze kern taak is ook bewaking, maar wij helpen onze collega’s op piek momenten en bij onderbemanning.
Wij zijn volledig gelijkwaardig als onze beroeps collega’s. Dus inclusief de certificeringen en zo.
Ook bij ons zijn de bezuiniging voelbaar, en deze gaan diep.
Het wordt bij voorbeeld nu steeds lastige om ons ‘prive’ spul op pijl te houden.
Hetzelfde geld voor alles op over de gehele linie. Erg jammer.
Toch geld hier nog steeds: 1 team, 1 taak!
Frodo Baggins
4 maart 2012 at 13:58Waar komt deze informatie vandaan? Verhaal mbt materieel klopt namelijk niet. SMP-paketten komen wel namelijk, ook de Colt-aanpassing gaat er door komen bv.
Verder mooi artikel.
Gerard van Oosbree
4 maart 2012 at 16:02Onze informatie komt rechtstreeks bij het Korpsbureau vandaan en uit officiële stukken die over dit onderwerp gaan. Ben dus benieuwd van welke datum jouw informatie is.