Een grote groep Special Forces (SF) operators van het Korps Commandotroepen (KCT) heeft zojuist de contraterreur (CT) systeemopleiding afgerond. Een periode die vijf maanden in beslag nam. Tijdens het sluitstuk van deze fysiek en mentaal veeleisende opleiding hebben de operators zich verdiept in zogenoemde ‘bijzondere objecten’, waarbij hun doorzettingsvermogen, flexibiliteit en creativiteit flink op de proef zijn gesteld.
‘Horror from hell’ is een kreet die dikwijls langskwam gedurende deze CT opleiding. Het is zelfs de geuzennaam van deze lichting contraterreurspecialisten geworden. Het merendeel daarvan is afkomstig van 104 Commandotroepencompagnie (Cotrcie), aangevuld met enkele operators van 105 Cotrcie. Vaak drukte deze kreet uit wat zij diep van binnen voelden als iemand van de sport weer eens ten tonele verscheen. Of toen ze de maten bebloed uit de ‘dojo’ zagen komen na een rondje knokken met de ‘externe docenten’. Enkele momenten waar de CT opleiding vooral om bekend staat. Het is echter veel meer dan alleen stompen. Door deze aanvullende opleiding en training beschikken ze nu over speciale kennis en vaardigheden op het gebied van tactiek en schieten. Waardoor ze naast het ‘reguliere’ SF werk nu ook inzetbaar zijn bij complexe CT operaties.
“Als we het daarbij hebben over ‘bijzondere objecten’, dan praten we over massatransportmiddelen waarin een gijzelsituatie kan plaatsvinden,” verteld sergeant-majoor Hans, hoofdinstructeur ‘Instructiegroep CT’. “Denk aan bussen, treinen, vliegtuigen en schepen. Door hun specifieke kenmerken vereist een inzet hierop bijzondere vaardigheden. Vooral omdat wij zo’n actie onder alle omstandigheden in het geweldsspectrum moeten kunnen uitvoeren. In dit stadium van de CT opleiding krijgen ze verschillende procedures aangeleerd die worden gebruikt bij het beëindigen van gijzelsituaties in voornoemde objecten. Stel voor dat je een cruiseschip moet binnendringen. Waarbij je vervolgens in het restaurantgedeelte geconfronteerd wordt met zo’n honderd gegijzelden met daartussenin een aantal terroristen, ook wel ‘Tango’s’ genaamd, die je moet uitschakelen. Dat is absoluut geen sinecure en maakt het uitvoeren van CT operaties op deze objecten zo buitengewoon.
De mentale druk waaraan operators tijdens een instap blootstaan is ontzettend groot. De ene keer komt de dreiging van links, dan vanachter een deur of half verscholen achter een bed. Ondanks de constante veranderingen tijdens iedere instap, waarbij de adrenaline door je lichaam giert, word je voortdurend gedwongen na te denken en alert te blijven. Dat lukt het beste wanneer je kunt terugvallen op de standaard ‘drills’. Iets dat veel moeilijker is dan het lijkt. Daarom wordt extra aandacht geschonken aan verplaatsing- en contactdrills in zo’n vijandige omgeving.
In deze module krijgen de operators ook technisch en tactisch rijden in diverse voertuigen aangeleerd. Vooral als je met zeer hoge snelheid rijdt is het handig om te weten wat er wel kan maar vooral wat niet kan tijdens het rijden. Ook leren ze een auto van de weg duwen, een 180 graden turn maken en hoe te gedragen als ze in een hinderlaag rijden.”
In de laatste week stond het beoefenen van CT procedures tijdens ‘Optreden in Waterrijke Gebieden’ (CT-OWG) centraal. Het zogenoemde ‘boarden’ (enteren) van schepen maakt daar een belangrijk en tegelijkertijd spectaculair onderdeel van uit. Daarom begon de week in het zwembad van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) in Breda. Daar kregen de operators ‘hoe te handelen indien je te water raakt met al je uitrusting om’Â procedures aangeleerd. Deze training is noodzakelijke aangezien het risico om onverwachts overboord te vallen of te springen, tijdens bijvoorbeeld het ‘boarden’ of noodevacuatie, altijd aanwezig is. Daaropvolgend diende het Rotterdamse Waalhavengebied als strijdtoneel voor de CT-assaulters in spé. De Marcor Bulk, een reusachtig bulkcarrier, speelde daarin een belangrijke rol. “Hierop zijn we eerst begonnen met een uitleg over de specifieke uiterlijke- én vooral innerlijke kenmerken van een schip,” verteld SMI Hans. “Het spectaculair uitziende boarden van een schip is namelijk alleen maar het toegang verschaffen tot een schip, terwijl het belangrijkste van de actie dan nog moet komen. Het draait uiteindelijk allemaal om het beëindigen van een gijzelsituatie. Daarvoor is het belangrijk om ‘Close Quarter Battle’, in het kort CQB, procedures op en binnenin het schip te beoefenen. Alle mogelijke varianten zijn daarbij om de hoek komen kijken. Zowel bij dag als bij nacht. Dit kan stil en heimelijk als ook dynamisch en snel zijn. Het mooie aan deze locatie is dat je het CT werk op een schip goed kunt trainen. Met nauwe gangen met veel hoeken, kruisingen en afslagen en met heel veel trappen die afgedekt dienen te worden.”
Er is naar hartenlust geoefend om op verschillende manieren vanuit het water een schip te boarden om zich vervolgens ploegsgewijs te gaan richten op het binnendringen in diverse secties van het schip. De patroonmagazijnen zijn hierbij opgetopt met verf gevulde patronen, de zogenoemde FX-munitie. De afwisseling van runs met scherpe munitie en FX-munitie is noodzakelijk. Het gevaar bestaat dat de drills anders wat verslappen, omdat het went dat schijven niet terug schieten. Met FX en live tango’s kun je ook werkelijk wat terug ontvangen. Door de ‘auw’ factor die dit met zich meebrengt leer je de zogenoemde ‘chickenwing’, een uitstekend lichaamsdeel dat je positie verraadt, gauw af.
Voorafgaand aan het enteren moet, afhankelijk van de situatie, eerst bepaalde keuzes worden gemaakt. Vaart het schip? Of ligt het voor anker? Hebben ze te maken met een sterke stroming? Situaties die bepalend zijn of ze aan boord gaan vanaf de snelle RHIB (Rigid Hull Inflatable Boat) boten of dat ze gaan zwemmen naar het schip. Voor het klimmen vanuit de RHIB of het water kunnen de operators kiezen uit een uitschuifbare koolstofvezelpaal met haak, met daaraan een dun oprolbaar laddertje, de Marine Boarding Ladder of de hook-on-pole.
Een andere boarding mogelijkheid die benut kan worden is via de lucht. Een snelle manier van naderen, die qua uitvoering erg dynamisch en agressief is. Ook het Fast-Ropen vanuit een Couga transportheli is beoefend. Ploegsgewijs werden ze telkens binnen enkele tientallen seconden afgezet op de Marcor Bulk. Vervolgens elimineerden ze de verzetshaarden om de controle over het schip te krijgen. Spieriggen behoort dan vervolgens tot een van de extractie mogelijkheden. Behalve als insertiemiddel kan de helikopter ook als vuurbasis fungeren voor een sniper.
Het volgende filmpje is gemaakt – gedurende enkele momenten in de CT opleiding – door Andrew Balcombe. Andrew is een Australische collega die ik in de Rotterdamse Waalhaven heb leren kennen. We verheugen ons erop dat hij in de toekomst meer van zijn werk in woord en beeld zal publiceren op Dutch defence Press.
De module ‘bijzondere objecten’ is daarentegen slechts een klein onderdeel van de ‘stoere’ CT systeemopleiding, die eenmaal per jaar plaatsvindt. Deze begint eigenlijk met een redelijke anti-climax; theorielessen in de filmzaal en pauzeloos met de complete uitrusting omgehangen dry-fire oefeningen in de sporthal. Niettemin, in deze modulair opgebouwde opleiding blijkt niets voor niets te zijn. Verder in het traject zijn deze lessen en oefeningen van grote waarde. Door van meet af aan de juiste ‘combat’ schiethoudingen aan te leren, hoef je er later niet meer bewust mee bezig te zijn en kan de nadruk meer gelegd worden op tactiek en procedures.
Hierna volgen enkele weken waarbij de individuele schietvaardigheid onder een vergrootglas wordt gelegd. Ook het zogeheten REACT (Reactie Aanhouding en Controle Technieken) komt aan bod. Terwijl één groep in Ossendrecht op de schietbanen van de politieacademie aan het schieten is, kan de andere groep op de kazerne hun gevechtsvaardigheid verhogen. Aan het eind van deze periode volgt de beruchte knokpartij tegen ‘externe docenten’ en een schiettest om een voorlopige scheiding tussen A en B schutters te maken. Het is bij het vechten tegen ‘externe docenten’ indrukwekkend om te zien hoe een willekeurige operator minutenlang klappen krijgt van professionals en zich dan opnieuw tot het maximum kan oppeppen om nogmaals maximaal agressief de ‘dojo’ in te stappen. Dit is de instelling die vereist is om CT werk te doen, keer op keer, bij elke instap, en het kan geen kwaad om daaraan herinnert te worden.
Daarna volgt een maand CQB in de verlaten gebouwen van de KWK (Koningin Wilhelmina Kazerne) naast de politieacademie. Dit gebeurt met FX munitie en hierbij worden de aangeleerde schiet- en vechtvaardigheden gecombineerd met de tactiek die door de KCT CT-ploegen wordt gehanteerd. Zo leren ze om te gaan met een groot aantal verschillende situaties. Van gijzelingen en mensen omgehangen met bomvesten tot ’tango’s’ in beschermende pakken die de operators zonder wapens aanvallen. Actie-intelligentie is een ander belangrijk leerdoel in de CT opleiding. Men moet in staat zijn om in één oogopslag de situatie in te kunnen schatten en op basis hiervan de juiste beslissing nemen. Dit wordt ook bij duister getraind, om gewend te raken aan de nachtzicht optiek in combinatie met bijvoorbeeld de IR-laser op het wapen. Hierop volgt weer een examen waarbij de individuele operator moet laten zien dat hij de skills en drills beheerst om veilig en effectief met verschillende situaties om te kunnen gaan. Ook worden de operators CQB opgeleid om in een brandgevaarlijke- en in een CBRN omgeving op te kunnen treden. Het volgen van de CBRN module levert een certificaat op die op nationaal niveau belang heeft voor evt. samenwerking met andere eenheden.
Naast het aanvalselement, dat de instap doet, worden synchroon ook sniper-teams CT opgeleid. Via hún specifieke CT opleiding leren ze hoe men de aanvalsteams kan ondersteunen. Bijvoorbeeld door vanuit observatieposten (OP’s) vlak langs de assaulters te schieten om zo frontale dreigingen uit te schakelen of hun route geluidloos vrij te maken. Of door hen volgens vaste formats te informeren over huizen, personen of routes. Snipers weten al perfect hoe je onzichtbaar iemand kunt ‘stalken’, ongeacht de weersomstandigheden. Maar dan leren ze ook OP’s in te richten in huizen. Van daaruit leren ze vanaf tafels, stoelen, trappen en allerlei zelfgemaakte stellingen te vuren. Ook schieten vanuit een heli komt aan bod.
Vervolgens wordt een ‘breach‘ opleiding gevolgd waarbij alle technieken worden aangeleerd om een ingang te kunnen forceren in objecten. Je zult er versteld van staan wat er met enkele lege melkkartons, een kannetje water, wat poeder, kneedspringstof en slagsnoer allemaal kan. Vervolgens gaan de operators richting het Direct Action Resource Center (DARC) in Little Rock, dat in de Amerikaanse staat Arkansas ligt. Het DARC is hét centrum om alle facetten van het contraterreurwerk te trainen. Met scherp schieten in en buiten gebouwen, met binnen breach en buiten breach en met geintegreerd optreden met snipers: alles kan daar worden beoefend. Overdag en ’s nachts kunnen ze daar hun hart ophalen.
Diverse aspecten van het schieten in een SOUT (Special Operations Urban Terrain) setting, zeg maar acties in bewoond gebied, komen daar uitgebreid aan bod. De operators krijgen uitdagingen voorgeschoteld in coördinatie, munitiediscipline en zogeheten ‘discriminerend vuur’, waarbij meerdere schijven worden neergezet als burgerbevolking. Ook wordt er in meervoudig ploegverband gewerkt.
Bij deze scenario’s komt alles kijken wat ze tot dan toe in de opleiding hebben geleerd. Individueel komt de operator volop aan de bak en ook het CT systeem. Met het hogere net, sniper initiated entry en yankees die de binnenring beveiligen komen hierbij volledig tot hun recht. Daarnaast wordt daar door de ‘doorkickers’ ruwweg enkele honderden explosieve ladingen gebruikt. De kleinere om veilig een slot uit bijvoorbeeld een stalen deur te blazen. Tot hele grote en zware ladingen, waarmee je een houten afdichting volledig uit zijn hangwerk blaast of waarmee je een nieuwe deuropening maakt in een muur. Maar ook ramen van twee bij twee meter laten ze met precisie klappen. Op Nederlandse schietbanen en complexen geeft dit heel veel problemen en is het vaak onmogelijk, maar daar kan het allemaal. De enige regel in dit civiele trainingscentrum is dat je niet richting de bewoonde wereld mag schieten.
De achterliggende gedachte van de CT opleiding is om uiteindelijk alle operators van de vier Cotrcie’n op te leiden tot CT-assaulter of -sniper. Na de opleiding wordt op basis van getoonde kwaliteiten dan een selectie gemaakt, welke operators in een te vormen CT taakeenheid (CT-TE) in het aanvalselement opereren en welke de operatie ondersteunen. Door deze opzet beschikt het KCT structureel over een operationele CT capaciteit om alle denkbare contraterreuroperaties of een inzet in het buitenland af te dekken. Voorbeelden van taken van een CT-TE zijn bijvoorbeeld het ontzetten van gegijzelden, het gevangennemen van oorlogsmisdadigers en oppakken of uitschakelen van strategische ‘High Value Targets’.
“Eenzelfde taakverantwoording dat ook de terreurbestrijdingeenheid van het Korps Mariniers (KMarns) heeft,” onderschrijft SMI Hans stellig. “Ik heb het dan over de Bijzondere Bijstandseenheid/Unit Interventie Mariniers (BBE/UIM). Twee pelotons sterk maakt deze eenheid onderdeel uit van de Mariniers Speciale Operaties Compagnie (MSO) van het KMarns. Decennialang al is deze eenheid gespecialiseerd in CT werk. Ze zijn een aantal keren ingezet, met als bekend hoogtepunt de trein- en schoolkaping in 1973 door een groep Zuid-Molukkers. In 2001 waren ze ook bij de afzetting van de Benelux- en Botlektunnel, vlak na de terreuraanslagen in de USA.
Niettemin de tijd dat kennis en ervaring aangaande CT uitsluitend aan hen is voorbehouden is voorbij. Waarmee ik overigens niets af doe van de unieke kwaliteit van de BBE/UIM operators. Maar er is in het afgelopen decennia in Nederland organisatorisch ontzettend veel, zo niet alles, veranderd qua terreurbestrijding. Daarnaast is tegelijkertijd door diverse internationale ontwikkelingen en een veranderde veiligheidssituatie het belang van speciale contraterreureenheden explosief toegenomen.”
Het landschap van zulke speciale contraterreureenheden bestaat ondertussen, naast de BBE/UIM en het KCT, ook uit: de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB), de speciale eenheid van de Koninklijke Marechaussee (KMar), de regionale en bovenregionale Arrestatieteams van de politie en de Dienst Speciale Interventies (DSI), de overkoepelende dienst van speciale eenheden bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Meest bekend wapenfeit van de DISI is de politie-inval in het Laakkwartier in Den Haag, eind 2004.
Hans: “Tussen de BBE/UIM en de contraterreur visie van het KCT zitten dan ook heel veel overeenkomsten en is de onderlinge samenwerking werkelijk prima. Ondanks de hier en daar wat achterhaalde onderbuiksentimenten, werken de operators van de MSO en het KCT operationeel steeds meer samen. Kijk bijvoorbeeld naar de SFTG ‘Viper’– en TF-55rotaties van de laatste vier jaar in Afghanistan. Behalve op operationeel vlak werd daar ook grote stappen gezet in integratie en samenwerking binnen de ploegen tussen het KCT en de MSO. Dat zal in de toekomst waarschijnlijk alleen maar toenemen.
Tegelijkertijd is er toch een wereld van verschil als het op de plaats aankomt waar de terreurbestrijding plaatsvindt. Primair staat de BBE/UIM 24 uur per dag, 7 dagen per week paraat – ter ondersteuning van de civiele autoriteiten – om grootschalige en complexe gijzeling- en terreursituaties in Nederland te beëindigen. Incidenteel kunnen ze daarnaast ook worden ingezet in het buitenland. Zoals nu, om vanaf schepen van de Koninklijke Marine boarding operaties uit te voeren om schepen te onderzoeken op verdachte lading of op te treden tegen piraterij.
Daarentegen zal een KCT CT-TE primair operaties buiten Nederland uitvoeren in een ‘hostile environment’. En dat laat zich niet beperken tot gevechten in gebouwen. Het bijzondere karakter is gelegen in het feit dat gedurende de gehele operatie, van de insertie/infiltratie tot en met de extractie/exfiltratie, de CT-TE ook voorbereid moet zijn op vijandigheden en zware weerstand tot ver in de omgeving van het aanvalsdoel. Dit staat in schril contrast met de CT operaties van voornoemde speciale contraterreureenheden, die voornamelijk optreden in een “secure environment’, waar de dreiging alleen in en direct om het doelobject is. Ze worden bij wijze van spreken als het ware voor de deur afgezet en weer opgehaald. Verder kan onze tegenstander in het hoogste geweldsspectrum optreden en daarbij gebruik maken van diverse (zwaardere) wapensystemen. Naast dat het met allerlei grondwettelijke regelgeving te maken heeft, wordt daarom voor operaties in een vijandige omgeving steevast een CT-TE van het KCT ingezet in plaats van meer politionele contraterreureenheden.”
Stond de CT opleiding bij het KCT een tiental jaar geleden nog in de kinderschoenen. Nu mag je dankzij operationele ervaringsgegevens, de ‘lessons learned’ die constant worden geïmplementeerd, met recht spreken van een complete en volwassen opleiding. Ondanks de ‘horror from hell’ regeert in de procedures de logica en is er plaats voor initiatief van de individuele operator. Door de extreme knowhow en motivatie van het voltallige instructiekader en de hoge mate van inzet bij de operators beschikt het KCT over mensen die beschikken over deze specialistische vaardigheden. Die dynamisch kunnen opereren en in staat zijn om wereldwijd het gehele scala van speciale operaties uit te voeren en onder zeer moeilijke omstandigheden split second beslissingen kunnen nemen.
De instructiegroep CT is een onderdeel van het Instructiepeloton Schieten en Speciale Technieken Tactieken (IP S&STT). Dat op haar beurt behoort tot de Opleidings- en Trainingscompagnie Speciale Operaties (OTCSO) van het KCT. Het IP S&STT bestaat uit een commandogroep en drie instructiegroepen te weten: Instructiegroep Wapens, -Demolitie en -Contra Terreur. De commandogroep draagt er zorg voor dat diverse disciplines geïntegreerd worden in een CT systeem dat ontplooid kan worden door een CT taakeenheid. De opleidingen en trainingen benodigd om een eenheid voor te bereiden voor deze operaties vinden plaats onder auspiciën van deze commandogroep.
1 Comment
Radja
8 februari 2012 at 18:59Zo ziet er zeker zwaar maar toch heel stoer uit !!!!