Voor militairen die in Afghanistan gediend hebben is er nu een bijzonder aandenken te koop, het Afghanistan Memorial Knife (AMK). Dit speciale mes is ontworpen door de gerenommeerde Rotterdamse messenmakers Albert en Frans van den Heuvel van Hill Knives. Deze vaklieden ontwierpen en produceerden eerder het door het KCT gebruikte Special Operations Knife (S.O.K.). Reden voor DDP om af te reizen naar Rotterdam en een bezoek te brengen aan de werkplaats en kennis te maken met de mensen achter deze producten.
AMK
Maar laten we eerst een kijken naar hun laatste product, het AMK. Dit forse mes is gemaakt in de beste tradities van Hill Knives. Ergonomisch ontworpen en gemaakt van de beste materialen. En denk nu niet dat dit mes alleen maar voor de sier is gemaakt en bedoeld om aan de muur te hangen of in een vitrine te worden opgeborgen. Natuurlijk mag dat wel maar het is gemaakt om te gebruiken in de meest uitlopende en uitdagende omstandigheden. Een perfect outdoorsmes.
Er zal dit jaar in eerste instantie een genummerde oplage gemaakt worden van driehonderd stuks. Op de website van Hill Knives worden de nog beschikbare nummers bijgehouden. Door die grote oplage zullen de messen voor het eerst in het bestaan van het bedrijf niet in de Rotterdamse werkplaats gemaakt worden. De productie is uitbesteed aan een vooraanstaande Italiaanse messenfabriek. Albert verzekerd dat dit niets af doet aan de kwaliteit of de materialen. “De reden is simpel”, verteld hij. “We maken al onze messen met de hand maar met deze aantallen gaan we dat niet redden. We hebben zo veel orders voor custom made messen dit jaar dat we op zoek zijn gegaan naar een goede partner. Die hebben we gevonden in Fox. Deze produceert de messen naar onze kwaliteit en met de materialen die wij hebben uitgezocht.” Zo wordt er voor het mes het N690 Extra staal gebruikt waardoor het mes sterk is en toch scherp kan worden geslepen.Bij het mes wordt een stevige kunststof schede geleverd gemaakt van Kydex. Deze in Duitsland gemaakt schede houdt het mes perfect gebruiksklaar opgeborgen zonder extra sluiting. De schede kan zowel met een lus aan een riem of koppel of met speciale MOLLE-clips aan de uitrusting worden vastgemaakt. De schede en de handgrepen zijn in drie kleuren leverbaar, zand, groen en zwart.
De met laser aangebrachte inscriptie maakt dit mes speciaal als herinnering aan de missies in Afghanistan.
Terug naar ons bezoek aan Hill Knives.
Het bedrijf is in 1975 gestart door vader Frans van den Heuvel. In eerste instantie als hobby omdat hij zelf op zoek was naar een goed mes en dat niet kon vinden. Later werd hij door kennissen gevraagd ook voor hen messen te maken en zo is het bedrijf begonnen.
Frans: “Het moeilijkste was het vinden van het beste metaal voor het maken van messen. De samenstelling is heel belangrijk. Een mes mag niet roesten maar helemaal van roestvrij staal maken is niet mogelijk. Dat gaat ten koste van de snijeigenschappen. Het moet ook lang scherp blijven en dan is veel koolstof in het staal nodig. Maar dat geeft weer roest. En het staal moet ook nog taai zijn.” Frans vond uiteindelijk zijn ideale staal, 154CM, bij de firma Crucible in de Verenigde Staten.
Gaandeweg werd ook zoon Albert steeds meer betrokken bij het bedrijf en ondertussen heeft hij nu de dagelijkse leiding in handen. Frans helpt nog steeds bijna dagelijks zijn zoon in de werkplaats.
Hill Knives heeft ondertussen een geweldige reputatie opgebouwd onder de internationale messenkenners en verzamelaars en veel messen die vader en zoon nu maken zijn geheel naar de wensen van de klant gemaakt. En niets is daarbij te gek in de afwerking. Aan het ontwerp en de eigenschappen van het eigenlijke mes zelf worden geen concessies gedaan. Daarin ligt de kracht van het bedrijf.
Productieproces
Voordat er maar iets met staal wordt gedaan beginnen ook de messen van Hill Knives gewoon op papier. Vervolgens wordt er dan een houten mal van gemaakt. Voor elke wijziging in het basisontwerp wordt een nieuwe houten mal gemaakt. Uiteindelijk dient de mal om de contouren van het mes op een stuk plat staal af te tekenen. Op een speciale langzaam draaiende lintzaag machine wordt dan de vorm uitgezaagd.
Zorgvuldig worden op de stalen vorm markeringen aangebracht die moeten dienen als leidraad bij het slijpen. Op een aantal bandslijpmachines van verschillende diameters wordt het mes verder vorm gegeven. Hierin gaat soms vele uren werk per mes in zitten. Alle metalen onderdelen worden in de eigen werkplaats door Albert en Frans zelf vervaardigd.
Voor alle andere bewerkingen zoals harden en graveren (inleggen doen ze zelf ) maken ze gebruik van de diensten van gerenommeerde vakmensen in binnen en buitenland. Elk mes gaat pas de deur uit als het perfect is. Dit zal ook gelden voor alle AMK’s want hoewel ze in Italië worden geproduceerd, ze worden geleverd aan de klanten via de werkplaats in Rotterdam. Elk mes kan zo worden gecontroleerd door Frans of Albert.
S.O.K.
Wij kwamen op het spoor van Hill Knives door het Special Operations Knife (S.O.K.) dat speciaal is ontworpen en gefabriceerd voor het Korps Commandotroepen. Hier zit een aardig verhaal achter. Het maken van militaire messen ging bij de Van den Heuvels spelen in 1991, het begin van de Balkanoorlog en het sturen van de eerste Nederlandse troepen. Deze hadden in die tijd geen goed mes mee, alleen een zakmes en een bajonet.
In die tijd hadden de mannen een mes gemaakt voor een marinier en ze maakten een afspraak met iemand van de pas opgerichte Luchtmobiele Brigade om deze aan de man te brengen. Dat bezoek was geen succes, binnen enkele minuten stonden Albert en Frans onverrichter zaken al weer buiten
Via via kwamen ze bij het KCT terecht en werden daar te woord gestaan door adjudant Jack Bakker, survival instructeur van het Korps. Deze vond het mes te klein en Albert en Frans maakten diverse aanpassingen om tot het KCT model te komen. Ze hadden er een goed gevoel bij.
Albert: “Door de instroom van de Diemaco was er volgens defensie geen behoefte aan een apart mes. Het geweer werd geleverd met een All Purpose Mes die ook als bajonet kon dienen. Intussen was ons mes wel getest en hadden we een certificaat ontvangen”. Alle hoop op een goede afloop was verdwenen. Maar het verhaal gaat door.
Frans: “In 1997 was er een open dag bij het KCT en stonden er een soort kraampjes met uitrusting. Jack had ons mes geleend en dat lag dus ook op de kraam. Een bezoekende generaal heeft het mes gezien en was er van onder de indruk van de mogelijkheden.” Adjudant Jack moest de generaal uit de droom helpen. Het mes was echter niet in gebruik. De generaal wilde echter wel weten hoeveel er nodig waren (driehonderd) en wat ze kosten. Een en ander zou in gang gezet worden.
In augustus van dat jaar, op de verjaardag van pa Frans ging de telefoon. De messen konden geleverd worden en de heren Van den Heuvel werden op het ministerie ontboden om het contract te tekenen. Er was echter een addertje onder het gras verteld Albert. “De messen moesten voor het einde van het jaar allemaal geleverd worden. Omdat we ze met de hand moesten maken werd dat erg moeilijk. We hebben er uiteindelijk 125 voor het einde van het jaar geleverd en 175 stuks in het eerste halfjaar van 1998. We hebben ook een service en onderhoudscontract maar hebben er nog nooit een terug gehad.” Sinds die tijd is het SOK in gebruik bij het KCT. Het is een groot en onverwoestbaar mes en toch weegt het minder dan een pond. Een mijlpaal voor Hill Knives. Sinds de stormdolk uit 1917 was er bij de Nederlandse defensie geen in Nederland geproduceerd mes meer gebruikt.
Sinds die tijd heeft Hill Knives een aantal militaire messen gemaakt voor Defensie. Voor de Koninklijke Luchtmacht maakten ze een zogenaamd Break-Out mes voor helikopterbemanningen.
Daarnaast hebben ze een verbeterde versie van de originele commandodolk gemaakt, de Fairburn- Sykes en die succesvol aan de man gebracht.
Hill Knives heeft onlangs de beslissing genomen om de Afghanistan Memorial Knife in productie te laten nemen en deze in de tweede helft van het jaar te gaan uitleveren. Naast de emotionele waarde die deze kan hebben is het een prima mes om als militair bij je te hebben.
Voor meer informatie www.hillknives.com
Toeval wil dat de door de heren Van den Heuvel genoemde adjudant Bakker later door het leven ging als kapitein Jack Bakker, Stafofficier Voorlichting, Werving, Selectie en Communicatie van het KCT. In die hoedanigheid hebben Leo en ik vaak met hem samengewerkt. Ondertussen is hij met welverdiend leeftijdsontslag maar hij zit zeker niet stil achter de geraniums. We hebben hem het verhaal laten lezen en hieronder is zijn verhaal over hoe het S.O.K. bij het KCT terecht kwam.
“Ik ben inderdaad aardig betrokken geweest bij de ontwikkelingen van het mes. Toen ik bij het KCT baasje van de overlevingsinstructiegroep was kwamen de mannen uit Rotterdam ineens bij mij op het net met een model voor een overlevingsmes. Dat kwam eigenlijk wel goed uit want ik was bezig om voor het KCT zo’n mes te bemachtigen. We hadden namelijk niets wat er ook maar een beetje op leek. Het mes dat de Luchtmacht gebruikte, het type ‘D’ mes zoals dat ding werd genoemd, voldeed niet. Het had een houten greep, was veel te bot en ook moeilijk scherp te krijgen en het metaal was te slap. Overigens was het niet aan het verstand te peuteren van de toenmalige S4, majoor V, dat het KCT een overlevingsmes nodig had. Hij zei heel simpel: we hebben toch een mes? Ik: oh ja, welk dan? Antwoord: het zakmes! Hij: we hebben toch iets om mee te kappen? Ik: wat dan? Antwoord: de pioniersschop! Ik heb hem vernietigend aangekeken en gezegd: met jou lul ik niet meer!
Frans en Albert hadden in eerste instantie een mes dat net iets te kort was. Dat is toen veranderd en nog een paar dingen meer, zoals de greep en de breedte van het lemmet zodat het zwaartepunt meer voorin in het mes kwam te liggen. Dat is makkelijker als je er mee wil kappen. De zwaarte van het mes doet dan eigenlijk het werk. Toen het mes af was heb ik voor hen getest. Ik heb met het mes dingen gedaan die je normaliter niet met een mes zou doen. Zo heb ik het bijvoorbeeld over de stijf bevroren grindplaat van het tentenkamp van de ECO gegooid en er een gat mee gegraven in de bevroren grond. Het mes bleef heel en scherp. Ook heb ik er prikkeldraad mee doormidden geslagen. Frans en Albert zeiden dat dat kon zonder dat het mes bot werd. Dat klopte feilloos!
Als vergelijkingsmateriaal bij deze proeven had ik via de S4 van het KCT, de toenmalige majoor Jeukens, een bajonet van de Diemaco in bruikleen gekregen. Met dat ding heb ik dus hetzelfde gedaan als met het Hill knife. Gevolg: de punt werd helemaal plat van het spitten in de bevroren grond; het snij gedeelte vertoonde na het doorhakken van het prikkeldraad complete deuken en het was zo bot als een hout. Bij het gooien over de bevroren grindplaat vlogen de vonken eraf! Toen ik het mes terugbracht naar Jeukens schrok hij zich kapot: wat jij gedaan met dan ding?? Ik: Hetzelfde als met dit mes majoor! En de conclusie is dat de bajonet van de Diemaco bestaat uit pisbakkenstaal! Weg ermee dus! Daarnaast is het kreng levensgevaarlijk als het wil gebruiken als draadsnijtang, want als je niet goed uitkijkt knip je je eigen vingers eraf in plaats van het prikkeldraad. Men had gehoopt dat de bajonet net zo goed zou zijn zodat men geen geld hoefde uit te geven aan het mes van Frans en Albert. Ze kwamen dus bedrogen uit!
Maar nog steeds was men niet overtuigd van het feit dat er een mes moest komen. Pas toen er een delegatie uit Den Haag op bezoek kwam bij het KCT en daar een kit lay out te zien kreeg, kreeg ik de kans om het mes te tonen en te vertellen waarom we dat ding moesten hebben. Ik had een tafel vol geïmproviseerde uitrusting liggen en daar lag het mes ook bij. En ik heb toen simpel verteld dat je dat spul niet kunt maken zonder een goed mes en dat je zonder een goed mes eigenlijk ten dode bent opgeschreven. De majoor Cor Herwegh, die toen of S4 was of in het kenniscentrum zat, heeft mij later verteld dat men door mijn verhaal overtuigd was van het feit dat het mes er moest komen, temeer omdat het KCT helemaal niets had in die richting. Vervolgens zijn er 2 types gemaakt: eentje als overlevingsmes die een beetje breder is aan de voorkant en eentje als vechtmes, met een meer spitsere punt voor een beter doordringingvermogen, en die zijn aangekocht voor de organisatie zoals die er toen was. Na de uitbreiding van het KCT is er meen ik nog een order geplaatst zodat elke vent in zijn persoonlijke bewapening een mes had. En daar was het mij om te doen.
Het mes is ook uitgetest op de Long Range Reconnaisance Patrol School in Weingarten, waar toen o.a. de majoor Caro Lefevre zat. Hij heeft een verslag gemaakt dat Frans en Albert gebruikten/nog steeds gebruiken als reclamefolder om het zo maar te zeggen. Op dat verslag staan het logo van het KCT en dat van de school. Toen werd de toenmalige C-KCT, overste Dekker, weer pissig want hij vond dat het KCT logo oneigenlijk werd gebruikt. Ik meen dat hij het nog uit heeft laten zoeken, maar ik heb er verders niets meer van gehoord. Overigens is het KCT logo nu wel vastgelegd en mag het alleen door het KCT worden gebruikt!
Het mes is bij mijn beste weten iedere keer meegegaan op uitzending omdat het in feite tot de persoonlijke bewapening hoort van de KCT’er, althans ’toen’ was dat zo. Ik weet niet of dat nog zo is. De geluiden die ik later hoorde waren dat ‘men’ het mes soms te groot vond om aan de uitrusting te hangen. Tegenwoordig zie je dan ook veel lui die zelf weer iets hebben aangeschaft. Iets wat je nu niet en nooit kunt uitroeien.”
3 Comments
Frans Fransen
26 januari 2012 at 01:24Ik heb zelf een SOK mes met Natres gravure vanaf de beproevingsperiode of kort daarna is nog steeds scherp,ik heb het gedurende alle oefeningen gebruikt. Datis inmiddels al 10 jaar geleden en ik gebruik het nog wel eens het is nog steeds scherp. Kortom prima mes
Tjerkus
31 maart 2016 at 12:27Met de SOK versie heb ik 2 weken in Belize (+30 C / 100% luchtvochtigheid) gewerkt tijdens oefening september 2014 (KCT-105)
Het mes moest in deze extreme omstandigeheden net zoals het verstrekte SA80 geweer dagelijks ingeolied worden. Deed je dit niet dan had je de volgende dag roestplekken op het titanium gecoate lemmet. Het waren een soort van bruine roest kringen.
Als je kijkt naar de specificaties van dit mes dan mag dit natuurlijk nooit gebeuren, een keukenmes houd het nog langer vol.
100% luchtvochtigheid en hogere temperaturen +25 C zorgen op de een of andere manier toch voor corrosie die tijdens het test moment van 1995 bij zeeklimaat –10 C tot 18 C niet tot uiting zijn gekomen.
Overigens is het mes pas in 1999 bij KCT-105 geïmplementeerd.
Prima mes bij zeeklimaat, landklimaat, en in arctische omstandigheden.
In een tropisch klimaat krijg je dus geheid te maken met roest vlekken / kringen. Houd daar rekening mee!
Tjerkus
31 maart 2016 at 15:45Met de SOK versie heb ik 2 weken in Belize (+30 C / 100% luchtvochtigheid) gewerkt tijdens oefening september 2004 (KCT-105)
Het mes moest in deze extreme omstandigeheden net zoals het verstrekte SA80 geweer dagelijks ingeolied worden. Deed je dit niet dan had je de volgende dag roestplekken op het titanium gecoate lemmet. Het waren een soort van bruine roest kringen.
Als je kijkt naar de specificaties van dit mes dan mag dit natuurlijk nooit gebeuren, een keukenmes houd het nog langer vol.
100% luchtvochtigheid en hogere temperaturen +25 C zorgen op de een of andere manier toch voor corrosie die tijdens het test moment van 1995 bij zeeklimaat –10 C tot 18 C niet tot uiting zijn gekomen.
Overigens is het mes pas in 1999 bij KCT-105 geïmplementeerd.
Prima mes bij zeeklimaat, landklimaat, en in arctische omstandigheden.
In een tropisch klimaat krijg je dus geheid te maken met roest vlekken / kringen. Houd daar rekening mee!