Op maandag 8 oktober van dit jaar was het op vliegbasis Gilze-Rijen dan zover. Die dag nam luchtmachtcommandant luitenant-generaal Sander Schnitger de eerste twee Nederlandse Foxtrot-modellen van de CH-47 ‘Chinook’ transporthelikopter officieel in ontvangst. Met het symbolisch overhandigen van een logboek droeg de generaal op zijn beurt beide toestellen weer over aan de gebruiker, het 298 ‘Grizzly’ Squadron van het Defensie Helikopter Commando (DHC) van de Koninklijke Luchtmacht (Klu).
Eindelijk kun je wel stellen, want volgens de oorspronkelijke planning zou deze overdracht immers al ergens halverwege 2009 hebben moeten plaatsvinden. Echter, de uitdagingen in het ontwikkeltraject van zowel de hard- als software van deze door Nederland gewenste variant van de Chinook hebben een groot deel van de opgelopen vertraging veroorzaakt.
Het gaat hier dan ook om een geheel nieuwe afstammeling uit de inmiddels al weer ruim vijftig jaar oude familie van middelzware transporthelikopters die door de Amerikaanse firma Boeing worden geproduceerd. Deze door een tandemrotor aangedreven transporthelikopter heeft sinds de oorlog in Vietnam, waar hij voor het eerst operationeel werd ingezet, zijn sporen ruimschoots verdiend. Tot op de dag van vandaag worden zijn doorontwikkelde nazaten onder meer in Afghanistan uiterst succesvol op het gevechtsveld ingezet. De unieke tandem rotor configuratie geeft de CH-47F een ongekende hot & high performance. Zo worden in Afghanistan praktisch alle troop lift en Air Assault missies boven de 10.000 voet met de Chinook ondernomen. Het verbeterde Foxtrot-model werd oorspronkelijk ontwikkeld in opdracht van de US Army als vervanger van hun Chinooks in de Delta uitvoering en is momenteel het standaard productiemodel.
Er rolt weliswaar ook nog de MH-47G van de productielijn, maar dit toestel is vooralsnog enkel voorbehouden aan de Amerikanen. Deze letterlijk speciale versie is ruim voorzien van extra uitrusting voor inzet gedurende Special Operations, ofwel SO-acties. Ruim zestig van deze toestellen zijn nu in gebruik bij het 160th Special Operations Aviation Regiment van het US Special Operations Command (USSOCOM) van het Amerikaanse leger.
De crisisbeheersingsoperaties in Irak en Afghanistan tonen het belang van middelzware transporthelikopters. Er blijkt immers een groot tekort aan specifiek dit soort type toestel, zo wordt al lange tijd internationaal onderkend. Reden voor Nederland om in februari 2007 te besluiten om zes van deze nieuwe zogenoemde vierde generatie transporthelikopters aan te schaffen. Twee daarvan vervangen de twee CH-47D’s die in 2005 zijn verongelukt in Afghanistan. De overige vier toestellen zijn primair aangekocht ter uitbreiding van de huidige Chinook-vloot in de Delta-versie naar 17 toestellen.
Naast de twee Foxtrot toestellen op vliegbasis Gilze-Rijen zijn er ondertussen bij het Joint Netherlands Training Detachment (JNTD) op Fort Hood in de Amerikaanse staat Texas ook twee stuks van dit type afgeleverd. Een derde volgt binnenkort. Deze Chinooks komen ter aanvulling van de acht AH-64D Apache gevechtshelikopters die al in gebruik zijn bij het JNTD. Het is de bedoeling dat deze drie Foxtrots permanent in de Verenigde Staten worden gestationeerd voor vliegeropleiding en tactische training met grondeenheden van 11 Luchtmobiele Brigade en/of het Korps Commandotroepen. De zesde en laatste CH-47F (NL) zal naar verwachting begin 2013 in Nederland aan de Grizzlies worden overgedragen.
Al de zes nieuwe toestellen zijn specifiek afgestemd op de eisen en behoeftestelling van Nederland. Vandaar ook CH-47F (NL) als officiële typeaanduiding. Qua configuratie verschilt hij aanmerkelijk ten opzichte van het Foxtrot-model dat al enkele jaren door de US Army wordt gebruikt.
Zo worden de rotors van de Nederlandse Foxtrot-versie aangedreven door twee Honywell 55-L-714A motoren, dezelfde waarmee ook de Nederlandse Delta’s al zijn uitgerust. Ook kunnen de motoren weer voorzien worden van Engine Air Particle Separators (EAPS) van Pall. Dit zijn filtersystemen op de inlaten die de motoren beter beschermen tegen zand en stof dan de standaardfilters. Ten opzichte van de D is echter de aft pylon van de F – waarop de achterste gearbox en de rotorbladen zijn bevestigd – eenvoudiger en sneller te demonteren en weer te monteren. Hierdoor is het toestel sneller gereed voor strategisch luchttransport. Deze door Nederland gekozen motor levert iets meer vermogen dan de T55-GA-7 14A waarmee de CH-47F’s van de US Army zijn uitgerust. Met elk een vermogen van 3,039 kW kan de nieuwe Chinook met gemak ladingen tot een gewicht van 10,886 kg onder zware omstandigheden – zoals in sneeuw, zand, stof of in de nacht – over een afstand van 92 kilometer vervoeren.
Wat een leek echter als eerste in het oog springt is de nieuwe kleurstelling. Niet groen zoals bij de huidige Delta’s, maar egaal grijs. Voorzien van deze grijze kleur valt de Chinook minder op in de omgeving, zowel zonder als met infrarood-camera. Hij steekt zelfs amper af tegen de horizon. Te zijner tijd zullen alle heli’s van het DHC voorzien worden van deze onopvallende kleur.
Het airframe is bij beide Foxtrot-versies identiek. De gefreesde elementen, waar het gehele airframe uit bestaat, zijn sterker dan die van de voorgaande airframes, waardoor er minder kans is op scheurvorming door bijvoorbeeld metaalmoeheid bij belastingen in relatie met talloze manoeuvres. Het meest opmerkelijke verschil tussen de twee zit hem in het type stuurhut waarmee de Nederlandse Foxtrot-versie is voorzien.
Tussen het pakket aan vliegtuigelektronica en sensors zit tussen de twee versies letterlijk een wereld van verschil. De Amerikanen voorzien hun nieuwe Chinook helikopters standaard van de nieuw ontwikkelde Common Avionics Architecture System, ofwel CAAS-cockpit van Rockwell Collins. Daarentegen heeft de KLu gekozen voor de door Honywell specifiek voor Nederland ontwikkelde Block 6-versie van het Avionics Control and Management System, in het kort ACMS.
De Block 5-versie van deze cockpit, waar ook de Nederlandse Delta’s vanaf het begin mee zijn uitgerust, diende als voorbeeld. Toch kun je gerust stellen dat Block 6 veel meer is dan slechts een upgrade. Allereerst vereiste het integreren van alle nieuwe opties in en op de Nederlandse Foxtrot-versie een doorontwikkeling van de huidige cockpit. Daarnaast zou een aantal Block 5-cockpitcomponenten binnenkort niet meer verkrijgbaar zijn, zoals de Integrated System Processors (ISP). Nu vormen twee compleet nieuwe van scratch af ontwikkelde dual-core ISP’s de hersens en kloppend hart van het ACMS. Ze bieden ongekende rekenkrachten en integratiemogelijkheden. Doordat nu vrijwel alle analoge instrumenten vervangen door beeldschermen is het nog veel meer een ‘Glass Cockpit’ dan zijn voorganger. De vier bestaande monochrome Multi-Function Displays (MFD’s) – die centraal op het cockpitpaneel zijn geplaatst – met daarnaast de twee iets kleinere Air Vehicle MFD’s en twee Mission MFD’s zijn in de doorontwikkelde versie vervangen door kleurenbeeldschermen.
Ondanks dat deze beeldschermen kleuren in hoge resolutie kunnen weergeven wordt ook in de Block 6-versie nog steeds veel systeeminformatie in diezelfde monochrome groene tinten weergegeven als in de huidige versie. Naast het feit dat dit gedaan is om zo veel mogelijk gelijkenis te houden met de Block 5-stuurhut is dit ook om te voorkomen dat vliegers eventueel door allerlei kleurtjes kunnen worden afgeleid.De beelden die bijvoorbeeld de weerradar en de digital map genereert als ook camerabeelden worden daarentegen weer wel op de MFD’s in kleur geprojecteerd.
Waarom de keuze (wederom) op een ACMS-cockpit is gevallen heeft meerdere redenen. Een daarvan is dat waar bijvoorbeeld de US Army voor transport- en Speciale Operaties (SO)-taken gebruik maakt van verschillende typen helikopters, de KLu beide taken met deze nieuwe Chinook uitvoert. De Nederlandse operationele benadering betekent dus dat het toestel zowel overdag als ‘s-nachts bij alle weersomstandigheden wereldwijd moet kunnen worden ingezet. Wat ook meespeelt bij de keuze voor deze specifieke cockpit is dat de Block 5-versie zich inmiddels al ruimschoots heeft bewezen in de ruim zestien jaar dat de KLu nu vliegt met CH-47D’s die hiermee zijn voorzien. De uitstekende en vooral gebruiksvriendelijke man-machine en pilot-vehicle interfaces die deze ACMS-cockpit kenmerkt hebben hier in belangrijke mate aan bijgedragen. De nieuwe Block 6-versie sluit hier naadloos op aan.
Het Nederlands Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) was (en is nog steeds) op vele fronten betrokken bij de ontwerp-, test- en certificeringsfase van de cockpitmodernisering. Zo heeft het NLR onder meer een omvangrijke bijdrage geleverd aan de man-machine interface. Daarnaast heeft het in samenwerking met de Nederlandse tak van het Deense bedrijf Terma de software ontwikkeld van het missieplanningssysteem voor de helikopter, die de naam ChAMPS (Chinook ACMS Mission Planning System) draagt. Zoals voor elke helikopter binnen het DHC wordt voor de CH-47F (NL) planning gebruik gemaakt van de Portable Flight Planning Software (PFPS). Om de hiermee geplande missiedata te laden in de vliegtuigelektronica van het toestel is specifieke software nodig waarmee de basisgegevens kunnen worden aangevuld en getransformeerd zodat ze in het toestel gebruikt kunnen worden. ChAMPS stelt de crew in staat de voor de missie geplande routes, radiofrequenties, beladingsgegevens en digitale kaarten samen te stellen en in het juiste formaat in het ACMS te laden voor gebruik tijdens de missie. Eventuele wijzigingen die tijdens de vlucht worden gemaakt kunnen teruggeschreven worden en kunnen na terugkeer weer via ChAMPS in PFPS worden getoond.
De gebruikers- ofwel man-machine interface in de nieuwe stuurhut is bijna kinderlijk eenvoudig te noemen. De menustructuur van de software is slechts twee lagen diep en is hierdoor naast simpel bijzonder doelmatig. Zodra de vlieger op een knop drukt krijgt hij exact wat hij verlangt zonder afgeleid te worden. In plaats van constant op de instrumenten te moeten kijken kunnen de vliegers zich ook concentreren op wat er zich buiten de cockpit afspeelt. Precies wat je nodig hebt bij vliegen onder stressvolle wisselende omstandigheden. De vlieger behoudt hierdoor een beter Situational Awareness (SA). Dit in tegenstelling tot cockpits met een man-machine interface waar de vlieger eerst een minuut naar moet kijken om alles te interpreteren. Simpelweg doordat er in de software veel te veel lagen zijn met onduidelijke tags en nutteloze overbodigheden. Hierdoor kan een vlieger immers heel snel het overzicht kwijtraken. Sterker nog, ze kunnen er gewoon in verdwalen.
De eenvoudige, herkenbare bediening van de Block 6-cockpit heeft voor het DHC-personeel nog een bijkomend voordeel. Zo verandert er voor de vlieger praktisch niets. De interface ziet er immers exact hetzelfde uit. Voor hun is het omscholingstraject dan ook erg kort. Na een week grondschool en een zestal vlieguren is hij klaar. Behalve de vliegers en loadmasters zullen ook de techneuten van 298 Squadron de nieuwe aanwinst snel door hebben.
De ACMS Block 6-cockpit voldoet niet alleen aan de operationele eisen, ook komt hij tegemoet aan de eis van de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) dat het toestel volgens Europese Civiele regelgeving moet kunnen opereren. Hierdoor wordt het voor de KLu makkelijker om met deze Chinook ook in delen van het luchtruim te vliegen die aan de civiele luchtvaart zijn toegewezen.
Vooralsnog is de KLu de enige Chinook-gebruiker die met de ACMS Block 6-versie gaat vliegen. Daarentegen was de KLu in de jaren negentig ook al trendsetter met de Block 5-versie. Later gingen zowel Singapore en Taiwan voor een recentere versie van de Block 5 toen beide de CH-47 ‘Super D’ aankochten.
Andere apparatuur binnen in de nieuwe Chinooks betreft beveiligde communicatiemiddelen, waaronder een digitaal intercomsysteem en radio’s voor satalietcommunicatie, HF, UHF en VHF. Daarnaast moet het Permali ballistische beschermingssysteem – dat het toestel van binnen bekleedt – verhinderen dat klein kaliber munitie de cabine en cockpit binnendringt.
Ook aan de buitenzijde van de Chinook zijn enkele in het oogspringende aanpassingen doorgevoerd. Het merendeel hiervan sluit aan bij de nieuwe taak die deze Chinooks gaan vervullen naast het transporteren van goederen en personeel. Ze moeten immers geïntegreerd kunnen opereren met Special Forces (SF)-eenheden van de krijgsmacht. Vooral ‘vlucht 5’ van 298 Squadron zal met de nieuwe Chinook deel uit gaan maken van een Special Operations Task Group (SOTG) om zodoende operators van SF-eenheden te ondersteunen. Voor dit doel is aanvullende uitrusting aangeschaft, zogenoemde SF-kits. Zo is er onder meer onder de neus de MX-15HDi camerabol van L-3 Wescam gemonteerd.
Deze camerabol is volgestouwd met de nieuwste generatie elektro-optische-, warmtebeeld-, helderheidsversterkende- en infrarood sensoren. Zo is dit over zes assen gestabiliseerde systeem uitgerust met low-level TV, 3CCD kleuren hoge-resolutie daglicht- en nachtzichtcamera’s voorzien van een 1000 mm zoomlens, een forward-Looking Infra-Red (FLIR)-camera en een Auto Video Tracker. Daarmee kan de omgevingssituatie onder de meest extreme omstandigheden dag en nacht nog beter in beeld worden gebracht. In dezelfde bol bevindt zich ook een Eye Safe Laser Illuminator met een bereik van ongeveer 20 kilometer voor het aanwijzen, afstandmeten en verlichten van doelen. De MX-15HDi is volledig geïntegreerd met andere systemen aan boord, waaronder de digitale map en de ACMS. De data en beelden die hiermee worden gegenereerd verschijnen op de kleurenbeeldschermen in de cockpit. De systemen en sensors in de bol worden via ‘joy-sticks’ door de vliegers bediend. Deze multifunctional control units bevinden zich op het middenpaneel, tussen de nieuwe crashbestendige Simula-stoelen. Ook zijn er in de nieuwe stuurhut voorbereidingen getroffen voor het gebruik van een Helmet-Mounted Display (HMD). Net als in de huidige Chinooks van het DHC bevindt zich in de neus een Honywell Primus 700A weerradar. Iets wat de Amerikanen ontberen.
Nog een significante verbetering ten opzichte van de huidige Delta’s is dat het toestel nu is uitgerust met een door BAE Systems ontwikkelde soort van automatische piloot, het Digital Automatic Flight Control System (DAFCS). Dit systeem biedt vooral uitkomst wanneer het uiterste van zowel de bemanning als het toestel gevraagd wordt bij Brown-out- of White-out-landingen in zanderige, stoffige, besneeuwde of andere lastige omstandigheden.
Omdat de crew onder stressvolle situaties bij deze landingen vaak fysiek geen zicht meer heeft, moeten de vliegers blindelings kunnen vertrouwen op hun instrumenten. Het DAFCS zorgt in dat geval voor extra stabilisatie van de helikopter in de lucht als met lage snelheid, onder deze moeilijke omstandigheden dicht bij de grond wordt gevlogen. Op dat moment kan de vlieger zijn toestel met behulp van het DAFCS zachtjes en beetje bij beetje tot aan de grond laten zakken.
De nieuwe Nederlandse Chinook is ook uitermate goed in staat zijn eigen hachje te beschermen. Bijvoorbeeld tegen raketten. Hiervoor is het toestel uitgerust met een door Terma ontwikkeld zelfbeschermingsysteem, de Chinook Aircraft Survivability Equipment (CHASE).
Het gaat hier om een verbeterde versie van het operationeel bewezen zelfbeschermingsysteem Integrated Self Protection System (ISPS) van Terma, waar onder andere ook de AH-64D Apache gevechtshelikopter van de KLu mee is uitgerust. De belangrijkste componenten van dit geïntegreerde systeem zijn de tien sensoren die rondom zijn gemonteerd in de CHASE-pods. Deze zijn aan weerzijden achter aan de romp gemonteerd. Het pakket bestaat in totaal uit zes Northrop Grumman AN/ALQ-54(V) vierde generatie ultraviolet Missile Warning Sensors en vier Northrop Grumman AN/APR-39B(V)2 Radar Warning Recievers. Als integraal onderdeel van CHASE zijn de pods daarnaast voorzien in het gebruik van het door Northrop Grumman ontwikkelde AN/AAQ-24(V) Directional Infra-Red Counter-Measures (DIRCM)-systeem, om tegen de helikopter afgevuurde raketten uit koers brengen met gerichte laserstralen. Het gehele pakket aan sensoren wordt aangestuurd en beheerd door Terma’s nieuw ontwikkelde AN/ALQ-213A Electronic Warfare Management System.
Terma 2
Ondanks dat er specifieke Terma treat displays in de cockpit zijn geplaatst is CHASE ook geïntegreerd in ACMS zodat de vliegers het kunnen volgen en beheren via de kleuren MFD’s. Het CHASE-systeem creëert een 360 graden dekking rond de helikopter. De Chaff/Flares Dispensers van het Advanced Counter-Measures Dispensing System (ACMDS) van Terma completeren het pakket aan zelfbeschermingsmiddelen. Om een effectievere spreiding en ontplooiing ervan te garanderen zijn de dispensers ten opzichte van de Delta’s verplaatst op de romp.
Terma 3
Achter in het toestel zijn drie in het plafond van de cabine bevestigde balken de nieuwe fastrope- en abseilposities waarmee operators vliegensvlug uit het toestel naar de grond kunnen afdalen. In totaal zijn er vijf van. De vierde is boven het luik in het midden van de cabinevloer gepositioneerd. Voor een vijfde persoon kan een touw bevestigd worden bij de external hoist boven de deur rechtsvoor in de romp. Dit is dezelfde Breeze-Eastern lierinstallatie die ook in gebruik is bij de Nederlandse Delta’s. Het Robertson Extended Range Fuel System (ERFS) maakt ook onderdeel uit van de aangeschafte SF-kits. Deze in de cabine geïnstalleerde extra brandstoftanks vergroten de footprint van de heli aanzienlijk.
Indien nodig kan de nieuwe Chinook nog beter van zich afbijten. Net als de D kan de F worden bewapend met drie machinegeweren. Maar behalve de al in gebruik zijnde FN MAG 7,62 mm kunnen dit nu ook de nieuw aangeschafte FN M3M .50 kaliber (12,7 mm) zware machinegeweren zijn.
Een wapensysteem dat al decennialang angst en ontzag bij iedere tegenstander inboezemt. Net als voorheen wordt een wapen op een vaste gunmount op de ramp (laadklep) gemonteerd. De overige twee wapens bevinden zich in de deuropening rechtsvoor en het raam linksvoor. Grote verschil met de D versie is echter dat ze nu op beweegbare gunmounts zijn gemonteerd in plaats van op vaste. De mogelijkheid om de wapens weg te kunnen draaien biedt de crew beter zicht naar buiten (naar beneden) en is er meer ruimte voor personeel om in en uit te stappen. Dat laatste is ook van belang bij een noodsituatie, het zijn immers ook nooduitgangen.
Al sinds 2003 maakt de KLu voor de training van haar Chinook-vliegers gebruik van CAE’s Medium Support Helicopter Aircrew Training Facility op de Britse Royal Air Force basis Benson in het Verenigd Koninkrijk. Daar bevindt zich een Full-Motion and Full-Mission Chinook-simulator met daarin een natuurgetrouwe afspiegeling van de ACMS in de Block 5-configuratie.
Nadat deze simulator is voorzien van een upgrade, waardoor die ook in de nieuwe Block 6-configuratie kan simuleren, zullen Nederlandse Chinook-vliegers daar nog zeker tot 2018 zo’n 1000 uur op jaarbasis alle vliegprocedures en currency trainingen blijven beoefenen. De upgrade houdt ook in dat de simulator wordt voorzien van alle voornoemde nieuwe opties in en op de daadwerkelijk Nederlandse Foxtrot-versie.
Daarnaast biedt de School voor de Grond-Lucht Samenwerking in Schaarsbergen met een zogenoemde mock-up van de Foxtrot-versie een uitstekende trainingsfaciliteit voor de infanterie en operators. Met een afdaalhoogte van 10 meter kunnen zij daarmee oefenen op specifieke helikopter- en afdaaldrills, waardoor minder vlieguren nodig zijn. Ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken en diverse NAVO-partners gebruiken het namaakmodel voor specifieke training van (militair) personeel.
Op dit moment loopt er een project om in de toekomst de vloot van elf CH-47D’s ofwel te moderniseren en op dezelfde standaard te brengen als de nieuwe Foxtrot-versie of in plaats daarvan zelfs elf nieuwe CH-47F (NL) Chinooks te kopen. Volgens voormalig minister van Defensie Hans Hillen is de aankoop van gloednieuwe Chinooks weliswaar duurder dan modificatie van de oude helikopters, maar wordt het verschil meer dan gecompenseerd door doelmatigheids- en kostenvoordelen. Beide opties zijn geen overbodige luxe, want inmiddels beginnen de vele duizenden vlieguren de nodige sporen na te laten op de Delta’s. Voornamelijk de zeven voormalige Canadese CH-147’s (gebouwd in 1974) vertonen steeds meer tekenen van vermoeidheid.
Met de komst van de CH-47F (NL) heeft de KLu een werkpaard in huis gehaald dat aan alle eisen voldoet. De nieuwe aanwinst betekent volgens luitenant-generaal Schnitger een enorme verbetering van de hele helikoptervloot. Al met al kun je met recht spreken van een nieuwe generatie transporthelikopters, die is opgewassen tegen de Multi-role, Multi-mission operaties die het DHC overal ter wereld wil kunnen uitvoeren. Met deze nieuwe heli beschikt het DHC over een unieke Chinook-variant waar menig andere operator de vingers jaloers bij zou aflikken.
Leave a Reply