Er staat de ‘logistieke steunpilaar’ van de KL een rigoureuze transformatieslag te wachten. Voor het landoptreden maakt een nieuw operationeel bevoorradingsconcept, Fysieke Distributie (FD) genaamd, voor zowel de KL als de overige aan landoperaties deelnemende krijgsmachtdelen zijn opwachting. Hiermee gaat het huidige vervoers- en distributiesysteem volledig op de schop. De totstandkoming en introductie van dit nieuwe FD concept zal dan ook gevolgen hebben voor – nagenoeg – alle eenheden binnen de KL. DDP sprak hierover met kolonel Rob Kablau, die als hoofd projectbureau FD aan de wieg hiervan heeft gestaan en nu voor de invoering ervan verantwoordelijk is.
Oplossing: “In 1996 is reeds een profielschets gemaakt die aan de basis ligt van dit nieuw grondgebonden operationele FD concept,” vangt Kablau aan. “Destijds was al duidelijk dat een groot deel van het huidige vrachtwagenbestand, met name de generatie vier- en tien tonners, vanaf 2004 aan vervanging toe zou zijn. Gelijktijdig was er de wens om de te vervoeren lading niet langer meer aan een bepaald voertuig vast te pinnen. In plaats daarvan moest de lading onafhankelijk en flexibel van het voertuig inzetbaar zijn. Al gauw bleek dat wissellaadsystemen (WLS), containers, flatracks en dergelijke – gebaseerd op de internationale maatvoering van een 20 ft. ISO-container – hierop dé oplossing te zijn. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op civiele standaarden en wordt rekening gehouden met de strenge regelwetgeving t.a.v. het milieu, het vervoer en opslag van gevaarlijke stoffen, HACCP en GDP (t.a.v. opslag en transport van voedsel en geneeskundige goederen). Standaard containers zullen indien nodig met honderden, zoniet duizenden – voor een gering aantal euro’s per dag – gehuurd worden. Zo’n 300 specialistische containers, in 7 uitvoeringen, worden door de KL zelf aangeschaft.”
Inzet: Kenmerkend voor het FD concept is dat een eenheid van de Nederlandse krijgsmacht bij inzet op land – in principe zo ‘diep’ als wenselijk en mogelijk – logistiek d.m.v. directe bevoorrading ondersteund wordt door eenheden van de KL. “Dit houdt in,” volgens Kablau, “dat de ‘haalplicht’ van de gebruiker verandert in een ‘brengplicht’ door de logistieke dienstverlener, en dat is nieuw. De tijd dat brigade- en zelfstandige eenheden hun voorraden zelf moeten ophalen bij de diverse bevoorradingslocaties is binnenkort geschiedenis. De logistieke tak van de KL neemt, binnen afzienbare tijd, alle touwtjes in eigen hand. Inclusief processen zoals inslag, opslag, uitslag en transport. Er is dan sprake van één logistieke dienstverlener op centraal niveau met decentrale uitvoering. De nieuwe FD organisatie zal uiteindelijk in staat zijn de inzet van een (versterkte) brigadetaakgroep – tijdens een NRF (NATO Response Force) operatie op een hoog geweldsniveau – te ondersteunen gedurende één jaar. Gelijktijdig de structurele inzet, op een laag geweldsniveau, van een eenheid van bataljonsgrootte van de KL of van een ander krijgsmachtdeel. Echter dit houdt wel in, dat indien beide inzetopties gelijktijdig uitgevoerd worden er geen FD capaciteit in Nederland achterblijft.” Op is op!!
Strippen: Om voornoemde ambitie te verwezenlijken worden – gefaseerd – beide gemechaniseerde brigades (Mechbrig) van al hun Klasse I, Klasse III en Klasse V bevoorradings- en distributiemiddelen gestript. De herstelcompagnieën zullen hierbij hun magazijnvoorraad verliezen terwijl ook hun materieelbevoorradingscompagnie verdwijnt. Tevens gaan de bevocompagnieën op in 100 en 200 Bevoorradings- en Transportbataljon. Deze twee bataljons worden centraal geplaatst in Garderen. Op de locaties van de Mechbrigs en in ’t Harde wordt als pleister op de wonde een decentraal peloton FD geplaatst. Dit om de lokale opleidings-, trainings- en transportbehoefte af te dekken. Er vindt dus een verschuiving plaats binnen de interne logistiek van uitvoering naar coördinatie en planning.
A tot Z: De inzet van een bovengenoemde eenheid beslaat een aantal fasen, zoals: De voorbereidingsfase, waarin besluitvorming, formering, opwerking en gereedstelling plaatsvindt. Hierin valt ook de strategische verplaatsing en de opbouwoperatie waarin voorraden in het inzetgebied worden opgebouwd. De inzetfase (statisch, dynamisch en post-conflict) en de afbouwfase waarin eenheden en voorraden terugkeren naar Nederland. De FD functie is per schakel in de operationele FD keten gericht op het kunnen functioneren in alle voorkomende fasen. Deze keten verloopt via depots en groepagepunten (GP) – van alle krijgsmachtdelen in Nederland – naar een ‘point of embarkation’ (POE). Kablau, “Op dit traject is met name de afstemming en de aansluiting op de FD keten in het inzetgebied van wezenlijk belang. Zo zijn voorraden al zoveel mogelijk conform de door de klant gewenste vereisten opgeslagen in basispakketten. Een basispakket is een verzameling goederen van één, of meerdere, assortiment(en), waarvan de samenstelling is afgestemd op het min of meer standaard verbruik bij de eenheid en die reeds in het depot kunnen worden samengesteld. Basispakketten kunnen bestaan uit artilleriemunitie, mortiermunitie, geniemijnen en veldversterkingsmateriaal. Deze pakketten lenen zich bij uitstek voor plaatsing op een CROP (Container Roll-in/Out Platform), ook wel ‘internal flatrack’ genoemd dat in een container past. Ze beperken in sterke mate de overslaghandelingen op het voorraadcentrum (VC) in het inzetgebied. Hierdoor is een personeelsarme organisatie mogelijk. De uitvoering van de overslag- en overige activiteiten in de GP en in de POE is een taak van de vervoerder (DVVO), waarbij de beveiliging voor rekening van het Operationeel Commando komt. Vervolgens vindt in een ‘point of disembarkation’ (POD) – dichtbij het operatietoneel – de overdracht van goederen aan de FD eenheid plaats, nadat de goederen op de kade staan. Vanaf hier is het NSE (National Support Element) verantwoordelijk voor de FD keten. Er kan gebruik worden gemaakt van meerdere PODs, bijvoorbeeld een zeehaven, spoorwegstation (goederen) en een luchthaven (personeel). Met name in een opbouwfase spelen de PODs een cruciale rol, immers binnen korte tijd moeten alle voorraden en eenheden (incl. onderdeelsuitrusting) via de POD naar hun eindbestemmingen worden vervoerd. Zo ook naar het VC dat de spin vormt in het web van de FD organisatie in het inzetgebied. De oppervlakte van zo’n VC kan wel ca. 100 km2 bedragen. Hierin liggen de NSE voorraden voor alle gebruikers van alle deelnemende krijgsmachtdelen centraal opgeslagen. Op deze locatie eindigt tevens het container en aanhangwagen traject, verdere opvoer vindt klantspecifiek plaats op flatracks. Er zijn uit het VC twee trajecten te onderkennen, één richting POD en één richting klant, beide met zowel een uitgaande – als binnenkomende goederenstroom. Het fungeert als klantorder ontkoppelpunt en levert dus goederen aan eventuele aanvulcentra (ACa) en aan de gevechts-, gevechtssteun-, logistieke en commandovoering eenheden. ACa worden ingericht, op het moment dat wordt voorzien, dat het niet mogelijk is om tijdig (primaire) goederen vanuit het VC te leveren. Daarnaast zijn ook van invloed het optreden van de tegenstander, type gebruiker en verbindingstechnische overwegingen. Doordat ACa modulair zijn opgebouwd, kunnen deze eenvoudig variëren in omvang en samenstelling. Uiteraard is hierbij parallelle planning met de manoeuvre een pre om in een zo vroeg mogelijk stadium voorbereidingen te kunnen treffen. Deze eenheden geven aan op welke wijze AC ondersteuning gewenst wordt d.m.v. locatiebepaling, assortimentsbepaling, slagorde, primaire goederen, etc. De manoeuvre eenheden hebben zelf een werkvoorraad dat bestaat uit de eigen systeemvoorraad van de verbruikende systemen, evt. aangevuld met een aanvullende systeemvoorraad. Daarnaast kan er een extra werkvoorraad worden toegewezen indien een eenheid een bepaalde opdracht moet uitvoeren, waarbij de logistiek niet kan worden gegarandeerd. Het vervoer en de distributie van goederen binnen deze eenheden is en blijft echter een eigen verantwoordelijkheid van die eenheid. Van A tot Z vindt registratie van de goederen plaats via een barcode- en/of een elektronische chip-tag lezer.”
Uitzondering: Enige uitzondering op bovenstaande vormt 11 Air Manoeuvre Brigade (AMB). Er vinden namelijk binnen 11 AMB veel processen plaats die alleen door deze brigade kunnen worden uitgevoerd en derhalve een aparte bevoorrading behoeven. Neem bijvoorbeeld operaties waarbij de Tactische Helikoptergroep Koninklijke Luchtmacht (THGKLu) met transporthelikopters een aantal taken voor haar rekening neemt. Tevens wordt het samenstellen van ‘underslungloads’ en het bevoorraden van Klasse IIIa en Klasse Va goederen alleen binnen 11 AMB uitgevoerd. Dit heeft er toe geleid dat, in afwijking tot de Mechbrigs, binnen 11 AMB met ‘rode baret’ getooide logistieke eenheden blijven ingedeeld. Om deze reden is ook KLu personeel in de FD organisatie ingedeeld om deze sub-processen uit te voeren en te beheersen. Want opslag in het VC en het transport tot aan het logistieke squadron geschiedt met middelen van de KL FD eenheid. Ook is de KL FD organisatie in staat de interne logistiek van de THGKLu te ondersteunen met Klasse IIIa opslag en de uitvoering van de transporten naar een eventueel uitgebrachte Forward Operating Base.”
Nieuw materieel: Om al het voornoemde waar te maken kan de logistiek de komende jaren massa’s nieuw materieel verwelkomen. Als werkpaarden zijn er 533 Scania 165kN/WLS vrachtauto’s – met een netto laadvermogen van 15 ton – en 98 bijbehorende aanhangwagens besteld (zie Armex 1/2004). Ook 102, op basis van de DAF 95 XF, trekker opleggercombinaties (TROPCO’s) voor zware transporttoepassingen en tien losse 6×6 trekkers zijn er door de KL besteld. Deze order omvat 63 DAF 400 kN (355kW/483 pk) combinaties met vierassige opleggers voor het transport van verschillende ladingen tot 40 ton, zoals het toekomstige infanterievoertuig. Daarnaast worden 39 DAF 650 kN (390 kW/530 pk) combinaties geleverd met zevenassige opleggers met een laadvermogen van zo’n 65 ton, bedoeld voor het vervoer van de Leopard 2A6 gevechtstank en de PzH-2000 van de veldartillerie. Daarnaast is deze combinatie ook geschikt voor het vervoer van 20 ft. containers. In het vervoersconcept van de KL spelen deze nieuwe TROPCO’s een belangrijke rol bij de verplaatsing van (zware) uitrustingsstukken over grotere afstanden. Vooral voor pantserrupsvoertuigen geldt dat niet-tactische verplaatsingen over grote afstand in beginsel per TROPCO plaatsvinden. Echter ook voor het vervoer van zwaar, organiek bij eenheden ingedeeld materieel en bij de afvoer van defect materieel zijn TROPCO’s noodzakelijk. Uiteraard kenmerken deze voertuigen zich door tal van specifieke uitrustingen. Zo zijn ze allemaal voorzien van alle gemakken zoals airco, slaapplaatsen, GPS navigatie en dergelijke. Maar omdat FD eenheden in de toekomst zich veel vaker – dan ze tot nu toe gewend zijn – tot of zelfs in de voorste linies begeven, zullen die voertuigen worden uitgerust met een nader in te vullen systeem voor “situational awareness”. Om de veiligheid van de bestuurder en inzittenden in de cabine in dat geval te garanderen, worden voor de DAF TROPCO’s en de Scania WLS respectievelijk 56 en 257 ballistische beschermingskits besteld. Ook nieuwe MHE (Material Handling Equipment) overslagmiddelen zoals verreikers en containerheftrucks stromen binnen. Tevens zo’n 900 flatracks in diverse uitvoeringen zijn besteld. Een flatrack is een vlakke laadvloer die is gebaseerd op de maatvoering van een ISO-container. Deze zijn bestemd voor het vervoer van boxpallets met goederen zoals munitie, veldversterking en groot materieel, maar ook, zij het dan met een andere opbouw, voor brandstof.
ERP: Dit nieuwe FD systeem kenmerkt zich door flexibiliteit, responsiviteit en efficiënt gebruik van voorraden, voertuigen, personeel, etc. Dit vereist wel dat je als organisatie goed weet waar al je middelen en mensen zich in de keten bevinden. “Daarom,” zegt Kablau, “komen deze eigenschappen alleen tot hun recht als het FD systeem over een geschikt besturings- en beheersingssysteem en de daarbij behorende informatievoorziening beschikt. Hiervoor komt het – door de firma ‘SAP Nederland’ ontwikkelde – ‘Enterprise Resource Planning’ (ERP) softwarepakket om de hoek kijken. Dit ERP pakket zet de huidige, separaat van elkaar draaiende en in sommige gevallen sterk verouderde informatiesystemen op de helling. ERP is een standaard softwarepakket met een sterk geïntegreerde functionaliteit op vele gebieden, zodanig dat het de gehele bedrijfsvoering van A tot Z kan ondersteunen. De introductie van ERP op het C2 werkstation – naast of geïntegreerd in ISIS – is een stap op weg naar een samenhangend en geïntegreerd informatiesysteem en levert bovendien doelmatigheidswinst op. Vooral omdat minder personeel nodig is om de informatiestromen te beheren en te controleren. Het nieuwe pakket koppelt bovendien financiële- en materieellogistieke gegevens waardoor deze in samenhang kunnen worden bezien. Met de invoering van ERP wordt gelijktijdig de logistieke ondersteuning van (JOINT) operaties verbeterd doordat de krijgsmachtdelen met hetzelfde softwarepakket gaan werken. Nu de keuze voor het softwarepakket is vastgesteld, maken verschillende vervolgprojecten deel uit van het ERP invoeringstraject. Deze betreffen onder meer, ‘Ondersteuning Operationeel Optreden’ (O3) inclusief ‘Tracking &Tracing’. Na voltooiing hiervan kan de lading in de gehele vervoersketen worden gevolgd.”
Interessante keuze: Primair is FD gericht op het leveren van de juiste goederen aan de gebruiker op de juiste plaats en op het juiste tijdstip. Variërend van vervoer tot het regelen van douche- en wasinstallaties. Terwijl ook het nieuwe kookconcept, de gezondheidszorg en afvoer van krijgsgevangenen – omdat dit raakvlakken heeft met het proces FD (m.n. op het gebied van transport) – een logistieke taak is. Eigenlijk doen ze van alles. Mede door de modulaire opbouw en de brede opleiding c.q. uitwisselbaarheid van het personeel (maar ook materieel) binnen grote delen van de FD-organisatie, wordt de logistiek juist daarom misschien wel een interessante keuze voor nieuw te werven personeel. Voornamelijk omdat ze de mogelijkheid wordt geboden om zoveel verschillende dingen te gaan doen. Omdat logistieke eenheden tot aan de rand en soms zelfs op het gevechtsveld te vinden zijn, zal de grootste eenheid van de KL transformeren van de o zo bekende ‘etappezwijnen’ naar ‘voorste lijntijgers’. Want zonder peut, water, munitie en verzorging houdt het daar voorin echt op, dan droogt het voortzettingsvermogen op. Met het nieuwe FD concept – dat begin 2007 volledig operationeel moet zijn en in twee fasen vanf begin 2005 al wordt ingevoerd – wordt invulling gegeven aan een modern logistiek systeem dat uitgaat van interoperabiliteit en samenwerking met internationale coalitiepartners en civiele partijen. Een systeem waarmee de Koninklijke Landmacht trots in binnen- en buitenland voor de dag kan komen.
Leave a Reply