Ondanks een grauwe en regenachtige namiddag zal donderdag drie oktober 2002, bij de mannen van het Korps Commandotroepen (KCT) in Roosendaal, de boeken ingaan als een speciale dag. Onder aanvoering van generaal majoor b.d. G.J.H. Heezen, de voorzitter van onze Koninklijke Nederlandse Vereniging ‘Ons Leger’ (KNVOL), werden zij in het zonnetje gezet. Vanaf die dag behoren zij namelijk tot de zeer selecte groep van personen die de Prins Mauritsmedaille uitgereikt heeft gekregen. DDP was daar vanzelfsprekend bij.
Boven een levend ‘Commando Memorial’ – een indrukwekkend monument dat normaal gesproken uitziet over de terreinen bij Achnacarry (Schotland), waar de Nederlandse commando’s destijds in de oorlogsjaren werden opgeleid, wapperen vlaggen fier in de wind. Terwijl de regen op het sportveld van het pas vernieuwde thuishonk, de Engelbrecht van Nassaukazerne valt, staat in aanwezigheid van ondermeer generaal-majoor L. Noordzij, commandant 1e Divisie 7 December, brigade-generaal P. van Uhm ,commandant 11 Luchtmobiele Brigade en diverse andere militaire autoriteiten, het gros van het huidige KCT aangetreden. Met aan hun zijde oud-commando’s, die trots getooid zijn met een groene- dan wel rode baret van het ‘Regiment Speciale Troepen’. Ook commando van het eerste uur, brigade-generaal b.d. Jan Linzel is aanwezig. Op zijn beurt terzijde gestaan door oud-korpscommandanten en oud-korpsadjudanten. Leden van commando verenigingen en “last, but not least” bevindt zich uiteraard een ruime afvaardiging van de KNVOL onder de genodigden.
Klanken van het Wilhelmus en de Commandomars vergezellen de toespraken van de commandant van het KCT, kolonel M. van Uhm, en de voorzitter van de KNVOL, G. Heezen, tijdens dit buitengewoon korpsappel waarin de kwaliteiten van het Korps worden benadrukt. Waarna de Bevelhebber der Landstrijdkrachten (BLS), luitenant-generaal M. Urlings, nadat hij de aanwezigen gegroet heeft, een woord tot het Korps richt. Bovenal het elan, de inzet en flexibiliteit, gevechtsbereidheid en bovenal de door alle geledingen gedragen Korpsgeest komen naar voren. Dat maakte het vooral mogelijk het Korps te transformeren tot een eenheid die het nu is. In staat om operaties uit te voeren binnen het totale spectrum van Speciale Operaties. Waarna de BLS, namens de KNVOL, de Prins Mauritsmedaille, die voor het gehele korps bestemd is, uitreikt aan kolonel Van Uhm. Veelzeggend detail is dat Z.K.H. Prins Bernhard, onze eigen beschermheer maar die tevens erecommando is, deze medaille in 1962 heeft mogen ontvangen. Slechts één maal eerder is deze medaille toegekend aan een andere militaire eenheid, te weten 1(NL/BE) VN Transportbataljon in 1994.
Met de toekenning van deze medaille door de KNVOL voelen wij ons, en daarmee bedoel ik alle commando’s van nu maar ook de commando’s van toen, echt gewaardeerd. Begint Kolonel Van Uhm zijn dankwoord. Om het uit handen van de BLS te mogen ontvangen onderstreept des te meer hoe belangrijk ons Korps voor u als bevelhebber is en daarmee voor de landmacht als geheel. Het zijn van een elite-eenheid schept echter verplichtingen. Wij willen en kunnen niet op onze lauweren rusten. U kunt er van op aan dat als de politiek besluit om ons in te zetten, wij er klaar voor zijn. Met deze woorden sluit Van Uhm het ceremoniële gedeelte af.
Wat volgde was een receptie, waarin men onder het genot van een hapje en een borrel op een ontspannen manier kon napraten.
Leave a Reply