De dojo in de sporthal van de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal is op vrijdag 22 april geblindeerd en voor slechts een uiterst select groepje mensen toegankelijk. Een groep operators in opleiding tot contraterreur (CT) assaulter behoort tot die categorie. En of ze het nu willen of niet, zij worden op een zeg maar pijnlijke wijze up-close-and-personal met een aantal professionele free-fighters of te wel zogenoemde ‘externe docenten’. Verbale agressie en fysiek geweld is daarbij de voertaal. Geen wonder dat pottenkijkers buiten de deur worden gehouden.
Gekleed in GVT en voorzien van open vechthandschoenen (Mitts), hoofd- en gebitsbeschermer, scheenbeschermers en een scherfwerend vest (weliswaar zonder keramische platen) worden de assaulters stuk voor stuk meerdere keren achter elkaar de dojo ingestuurd. Zonder precies te weten wat ze te wachten staat en telkens met een andere opdracht, die begint zodra de deur van de dojo open gaat. Dan moeten de assaulters de situatie snel inschatten en overzien. Om vervolgens vol aan de bak te moeten gaan en zich letterlijk weer naar buiten zien te vechten. Terwijl de instructeur hem aanmoedigt en motiveert is het een understatement als ik zeg dat de assaulter in korte tijd zo ontzettend veel te incasseren krijgt dat hij in rap tempo vermoeid raakt en op zijn tandvlees moet bijten.
Het gevecht wordt door de free-fighters moedwillig gerekt om de kwaliteiten van de assaulter ten volle bloot te leggen. De instructeur bepaalt ondertussen aan de hand van de acties van de assaulter hoe lang het gevecht duurt. Goed is kort en niet goed is iets langer. Ondanks de nodige ontberingen die de assaulter daarbij ervaart willen de instructeurs juist dan kijken wat hij doet tegen tegenstanders die veel sterker zijn als hij. Overwint hij zijn angstgevoelens en drang om eventueel te vluchten? Verdedigt hij alleen of valt hij aan of doet hij helemaal niks? Hier draait het om. De gehele trainingssessie wordt op video vastgelegd zodat de assaulters later terug kunnen zien hoe ze gehandeld hebben. De beelden worden achteraf vanzelfsprekend niet gebruikt om ze te bekritiseren indien ze op een bepaald moment niet goed gehandeld hebben. Het is om hen beter te maken voor als het er op aankomt.
Toch is niet alleen het slaan, stompen, trappen, blokkeren en incasseren de essentie van dit strak geregisseerde én gecontroleerde gevechtexamen in de dojo. Veiligheid staat hierbij immers in hoofdletters voorop. Toch is het gevechtexamen niet meer dan een momentopname in de toch al loodzware opleiding tot CT-assaulter, dat maanden in beslag neemt. Desalniettemin staat de opleiding wel vooral vanwege deze in hun ogen heimelijke ‘bloodsport’ uitvoering bekend bij outsiders.
“Het robbertje vechten met de externe docenten heeft daarentegen veel meer inhoud dan een ordinaire afranseling die outsiders vaak voor ogen hebben”, verteld de hoofdinstructeur van de Instructiegroep CT, sergeant-majoor Hans. “Dit onderdeel in de opleiding is slechts een meetmoment en richt zich voornamelijk op de aspecten: actie-intelligentie, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, volharding, wilskracht én vanzelfsprekend ook moed. Dus het richt zich niet noodzakelijkerwijs op het tonen van gevechtsbereidheid. Daar schort het immers bij deze door de wol geverfde operators niet aan. Dat hebben ze al ruimschoots aangetoond tijdens uitzendingen in Afghanistan of in andere risicovolle situaties.”
Waar het op Goede Vrijdag wel om draait is dat tijdens Close Quarters Battle (CQB) in gebouwen of kleine afgesloten ruimtes het zo maar kan voorkomen dat zich daar Tango’s – de tactische codenaam voor tegenstanders of terroristen – bevinden die niet zonder slag of stoot willen meewerken en dus juist het gevecht willen aangaan. Anderzijds kan er, afhankelijk van de dreiging en/of de opgelegde ROE (Rules Of Engagement), logischerwijs niet altijd zomaar onmiddellijk vuur door de operator worden uitgebracht op de tegenstander. Het kan ook zijn dat hij zijn wapen om welke reden dan ook niet kán gebruiken. Er zijn dus legio redenen die een CT-assaulter kan doen besluiten om een opponent op een andere manier te willen overmeesteren dan het gebruikmaken van de vuurwapens die hij bij zich heeft. Echter wanneer men het ongewapende man tegen man gevecht aangaat word de assaulter voortdurend gedwongen na te denken en alert te blijven. Op dat moment, waarbij de adrenaline door zijn lichaam raast, wordt er van de assaulter dus wel het een en ander extra gevraagd op zowel het mentale als ook fysieke vlak.
“De mentale druk en stress waaraan de operators tijdens een instap blootstaan is daarentegen hoe dan ook altijd enorm groot”, zegt Hans. “Daarnaast is er operationeel gedrag. Zeg maar, hoe ze de situatie benaderen. Dat willen we nader bekijken. Het is in dit geval ook niet zo zeer om te leren incasseren. Het is om te zien wie er tot het gaatje gaat. Als je helemaal leeg en op bent moet je op de een of andere manier toch de moed en de energie vinden om je opdracht uit te voeren. We willen zien hoe de operators zelf de beslissing en het initiatief nemen over hoe en in welke mate geweld moet worden aangewend. Vervolgens moet de assaulter, in het uiterste geval met gevaar voor eigen lijf en leden, risicovolle confrontaties niet uit de weg gaan om doelgericht uitvoering te geven aan de gegeven opdracht. Of te wel het eigenbelang ondergeschikt maken aan het groepsbelang en/of de opdracht. Door bijvoorbeeld fysieke aspecten te koppelen aan bepaalde opdrachten in verschillende scenario’s krijgen we meer inzicht in de beslissingsvaardigheden van betrokken assaulters. Dát is dus iets wat we in de CT-opleiding willen testen. Dit kan je niet schriftelijk met meerkeuzevragen of iets dergelijks afdoen. De operator moet hiervoor echt in een situatie terechtkomen waar hij geen andere keus heeft dan uiteindelijk wel ongewapend te moeten vechten tegen een tegenstander die zijn meerdere is op elk gebied. Zowel in kracht als techniek maar ook in aantal. Dat is ook de reden waarom wij professionele vechters, de zogenoemde externe docenten, uitnodigen. Zo kunnen we de werkelijke situatie simuleren.”
De groep externe docenten bestond ditmaal uit een zestal vechters van het befaamde Team Golden Glory. De mengelmoes van MMA (Mixed Martial Arts) free-fighters en K-1 vechters werd aangevoerd door Valentijn ‘The Python’ Overeem. Een zwaargewicht in zijn klasse en de grote broer van Strikeforce Heavyweight Champion en winnaar van de K-1 World Grand Prix Final 2010 Alistair Overeem. Toch staat Valentijn niet in de schaduw van Allister. Hij heeft voornamelijk als MMA vechter ook een ontzagwekkende carriëre opgebouwd. Met zijn praktisch kaal geschoren hoofd en getrainde lijf met spieren als kabeltrossen ziet Valentijn er precies uit zoals je zou verwachten van iemand met wie je absoluut geen mot moet zoeken. Maar wat dat betreft zijn de overige vechters ook van het kaliber die je liever niet wilt tegenkomen in een donker steegje.
Van te voren heeft de meedogenloze reputatie die ze allen als vechter genieten de gemoederen van de groep CT-assaulters in opleiding al aardig bezig gehouden. Dit komt omdat iemand van de sportorganisatie de dag voor het gevecht tussen neus en lippen heeft meegedeeld wie ze tegenover zich konden verwachten. Met als logisch gevolg dat google direct is geraadpleegd op de namen van de vechters. Nadien zijn er aardig wat wedstrijdfilmpjes van ze op You-Tube bekeken. Beelden die de assaulters toch wel klamme handen bezorgde en gepast ontzag inboezemde.
“Ondanks dat we allemaal geen kleine jongens zijn en operationeel al aardig wat meegemaakt hebben drong het onmiddellijk tot ons door dat het wel eens een aantal lange en vooral pijnlijke minuten in de dojo kon gaan worden”, verteld kapitein Koen van 108 Commandotroepencompagnie. “Als zulke professionele free-fighters tegenover je staan maak je geen schijn van kans in een ongewapend gevecht. Daarnaast kun je er gerust van uitgaan dat alles wat je uitdeelt in tweevoud retour krijgt, inclusief een toegift. Dat wordt dus hoogstwaarschijnlijk een hard pak slaag incasseren. Tegelijkertijd moet je wel het overzicht zien te bewaren om toch je opdracht uit te kunnen voeren.”
Ook de mannen van Team Golden Glory beseffen dondersgoed dat er een groot niveauverschil is tussen hun en de assaulters. “Het is daarentegen best moeilijk om in een man tegen man gevecht ‘maatwerk’ te leveren”, verteld Valentijn. “Vooral als je bedenkt dat de assaulters tijdens het gevecht niet dezelfde restricties hebben als die wij opgelegd hebben gekregen. Zij mogen voluit gaan en zullen hierdoor dus, als ze in het nauw gedreven worden, begrijpelijkerwijs al zeer snel overschakelen op hun ‘overlevingsmodus’. Ze zullen daarbij letterlijk alles uit de kast halen wat God verboden heeft. Dat is ook gelijk de reden waarom wij hiervoor zijn uitgenodigd. Als professionele vechters weten juist wij als geen ander hoe we daar mee om moeten gaan. Wij brengen iets speciaals en er mag dan ook het een en ander van ons verwacht worden. Van te voren worden wij door het instructiekader uitgebreid geïnstrueerd tot hoe ver we kunnen én mogen gaan. Daarnaast worden we begrijpelijkerwijs beperkt in onze gebruikelijke manier van vechten. Dit om eventuele ernstige blessures aan de assaulters tot een minimum te beperken. Een enkele bloeduitstorting, kneuzing, blauw oog of bloedneus daargelaten.
Zo is het ons bijvoorbeeld niet toegestaan om low-kicks, knieën, mawashi’ss, ellebogen, kopstoten en slams uit te delen. Hiermee is als het ware de angel uit onze aanval gehaald. Neemt niet weg dat we genoeg wél mogen. Zo zijn stoten met de vuist op het lichaam, stoten of hoeken met de open vlakke hand naar het hoofd, werpen, plaagstoten met de vuist naar het lichaam vanaf ‘Mount’, voorwaartse trappen en de voetveeg wel toegestaan. Genoeg mogelijkheden dus om het de assaulters moeilijk te maken en ze (gedoseerd) serieus pijn te doen. Anderzijds zijn wij ons er ten volle van bewust dat we er primair voor de assaulters in opleiding zijn. Zij worden deze dag immers getest. Voor ons is het dan ook absoluut geen wedstrijd. Wij hebben andere manieren om ons te prikkelen.”
Na de nodige groepsfoto’s met de externe docenten en een respectvolle wederzijdse groet kunnen de assaulters in ieder geval met zijn allen terugkijken op een leerzame en geslaagde dag onder uitdagende omstandigheden. Een groei in prestatie, uitvoering en bovenal een rotsvast vertrouwen in eigen kunnen. Het sterkt hun overtuiging dat ze met iedereen het gevecht aan durven en kunnen gaan. “Wij waren in ieder geval zeer onder de indruk van de capaciteiten en inzet van de assaulters”, verteld Valantijn. “Er blijken onder de assaulters verrassend goede amateurvechters te zitten die ook ons dus een uitdaging bezorgden. Diegene die niet over zo een goede techniek beschikte maakte dat met moed, wilskracht en doorzettingsvermogen ruimschoots goed. We voelen ons dan ook zeer vereerd om als buitenstaander deel uit te mogen maken van zo’n club professionals.” Eenieder ging dan ook met een héél erg goed gevoel het Paasweekeinde in.
Hieronder eenuitgebreide fotoimpressie van het gevechtexamen:
2 Comments
Haidy
13 mei 2011 at 08:57Goed geschreven. Best indrukwekkend en bijzonders leerzaam wat daar allemaal gebeurde. Uiteraard weer klasse foto’s.
Gregory Vande Langerijt
17 december 2011 at 10:47wow, de eerste keer dat ik deze site bezoek en ben er nu al weg van.
mooie foto’s, mooi uitgelegd, ik raad deze site aan aan amryfans zoals mij (ookal ben ik maar 13).