‘Buiten de poort’ zijn drie simpele woordjes die nogal wat impact schijnen te hebben als je in Uruzgan bent. Op zich niet zo vreemd. Want ondanks dat je vanaf de buitenste ring van Kamp Holland flink van je af kunt kijken zal je om Uruzgan te ervaren toch echt naar buiten moeten. Iets dat voor een groot deel van de Nederlandse militairen in Afghanistan niet is weggelegd. Dat ik wel naar buiten ga is daarom des te specialer.
Je hebt namelijk personeel dat door hun specialisatie de basis niet af hoeft óf mag. Daar tegenover staat een deel dat juist weer wél grotendeels buiten de basis is te vinden. Dit zijn de CAT’s (Combined Arms Teams) die moeten zorgen voor de force protection en de uiteindelijke secure and safe environment in het gebied. Oftewel een stabiele en veilige situatie in het gebied waar de Nederlandse militairen verantwoordelijk zijn. De één kan absoluut niet zonder de ander. Toch worden de eerstgenoemde door de laatste ook wel gekscherend ‘basetijgers’ genoemd. Een gezonde rivaliteit waar ik wel enig beeld bij heb.
Bijna vijfenveertig kilometers noord van Kamp Holland in Tarin Kowt (TK, lees Tee Kee) ligt het plaatsje Ali Shirzai. Doordat het dorp in het Choradistrict ligt wordt het echter door de meesten aangeduid als Chora. Hier bevindt zich de Nederlandse patrouillebasis (PB) ‘Mirwais’. Voor zeker gedurende tweederde van hun uitzending is PB Mirwais de thuisbasis van de ‘Red Devils’. Deze luchtmobiele infanteristen vormen tot medio augustus het Alpha-team van Battlegroup (BG) negen. Op 12 april jl. (Paaszondag) had ik de mogelijkheid om met 1.1 en 1.3 – twee luchtmobiele pelotons – via een rip (relieve in place) verplaatsing over de grond, mee naar boven te gaan. Vanzelfsprekend greep ik die kans met beide handen aan.
Het was die dag vroeg opstaan. Want zoals militairen – die buiten de base hun ding doen – gewend zijn was het rond 05:45 uur bij de voertuigen verzamelen. Daarvoor heb ik eerst nog wel even snel een heerlijk ( voorlopig laatste) vers ontbijtje genuttigd en een LuPa (lunchpakket) gemaakt. Vervolgens is het bij de voertuigen een strak georganiseerde chaos. Je ziet de kaderleden druk bezig zijn met het controleren of iedereen er is. De voertuigen worden volgestouwd met rugzakken en andere uitrusting. Radiofrequenties worden ingeladen en de verschillende verbindingsmiddelen worden uitvoerig getest om zeker te stellen dat alles werkt tijdens de rip. De laatste info wordt uitgewisseld en vertrekken we naar de schietbanen bij de base. Via een zogenoemde testfire wordt daar dan gekeken of alle wapens werken – wel zo belangrijk om te weten voordat je de poort uit gaat.
Het eerste wat me opvalt bij het verplaatsen door het plaatsje TK is de mensenmassa die al zo vroeg op de been zijn. Hierbij zijn vrouwen echter de grote afwezigen. Vooral mannen en kinderen zie je. De indrukwekkende colonne van zwaar bewapende pantservoertuigen zoals Bushmasters en Patria’s en minder zwaar gepantserde open Mercedes-Benzen (MB’s), waarvan in eentje ik achterin zit, trekken vooral de aandacht van kinderen. Kinderen van zeer jonge leeftijd staan langs de kant in smerige vale kleding en vaak op blote voeten, sandalen of kapotte roze laarzjes met hun wijsvinger rondjes te maken in hun andere handpalm. Hierbij roepen ze; Pjen, Pjen… Pjen! Ze willen namelijk graag een pen hebben. Voor kinderen die geen schone kleren, geen onderwijs, geen papier hebben betekent een pen een enorme rijkdom. Tegenwoordig wordt er echter, om redenen die ik vanwege OpSec (Operational Security) gronden niet kan vermelden, alleen maar poltloden uitgedeelt aan de plaatselijke jeugd. Zijn ze trouwens net zo blij mee en het schrijft altijd als ze het puntje scherp houden. Wat na TK verder opvalt zijn de huizen, oftewel quala’s zoals ze hier heten. Het lijken net forten. Ze zijn opgebouwd uit leem, modder, stro en zand. En de muren zijn zo sterk dat het een echte vesting is. Dat je ze ook niet zo maar slecht, is wel tijdens eerdere vuurcontacten gebleken.
De route naar Chora voert ons eerst ondermeer langs de zogenoemde ‘greenzone’, die zich als een groen lint uitstrekt door de anders zo dorre en rotsachtige Afghaanse dasht (woestijn) waar we ons vervolgens ook door verplaatsen. De greenzone loopt parallel aan de grillige gang van de Teri Rud-, de Dorafshan Rud- en de Kamisan Rud rivier. Hier verbouwen ze dan ook hun gewassen en wat nogal meer. Meestal ommuurd en doorsneden met geultjes en vertakkingen van een geniaal irrigatiesysteem. Af en toe passeren we een tot stoppen gedwongen voertuig. Tijdens de verplaatsing wordt immers geen enkel ander voertuig in de buurt van de colonne geduld. Of dit nou volgepropte pick-ups, motoren, historische tractoren, afgeladen karren of brommers zijn dat maakt niet uit. Stopt een vreemd voertuig niet dan kan dat, nadat er eerst waarschuwingsschoten zijn gelost, fatale gevolgen hebben voor de personen in kwestie. Het zou namelijk niet de eerste maal zijn dat kwaadwillende personen zich met voertuig en al in de nabijheid van een konvooi hebben opgeblazen. Denk maar aan de zelfmoordaanslag waarbij soldaat Timo Smeehuijzen is omgekomen.
De snelheid waarmee we ons verplaatsen ligt niet hoog door de vele kuilen en gaten in de weg. De capricieuse vormen van het Kuran Ghar gebergte, dat deel uitmaakt van de Hindu Kush, rijzen majestueus aan de linkerkant op. Dichter bij Chora, onze eindbestemming, doemen nomaden met hun kuddes van dromedarissen, schapen en geiten op. Verder ontwaar ik taferelen zoals ik ze voornamelijk ken van plaatjes in Bijbelboeken. Ik waan me dan ook waarlijk in de tijd van het oude testament.
De dasht achterlatend rijden we door een bergpas die bij de militairen, door de laagte tussen twee bergen dan wel –toppen, beter bekend staat als het ‘zadel’. Als snel zie ik aan de linkerkant Chora en PB Mirwais aan de overkant in de vallei liggen. Ook hier wordt de vallei gekenmerkt door de green rond de eerder genoemde rivier. Tijdens de afdaling op het kronkelende smalle pad richting Ali Shirzai passeren we een post van de Afghan National Police (ANP). Het mooiste van die dag moet dan nog komen. Want op deze verre buitenpost gebeurde net dat wat ik hoopte. In de bocht na de Chora Crossing, over de Dorafshan Rud rivier ontmoette ik mijn zoon Joey. “Hé, ouwe!!’’ roept hij me toe met een brede lach op zijn mond als hij mij ziet. Echt een speciaal moment.
In het dorp zelf rijden we stapvoets. Ik zie mensen allerlei waren uitstallen om dit aan de man te brengen. Bijna achteloos laten ze ons passeren. Eenmaal aangekomen bij de patrouillebasis krijgen de voertuigen door sergeant-majoor operatieën (SMO) Jack een plek binnen de omheining toegewezen. De rip verliep gelukkig zonder problemen dus we waren redelijk snel boven. Er wordt door iedereen handen geschud met collega’s van 1.2 die daar al een langere tijd verblijven. Ook ik wordt hartelijk ontvangen door bekenden zoals Kasper, Roel, Rene, Timothy en Leslie.
Het is daarnaast de eerste keer dat de gehele compagnie op Mirwais aanwezig is. Iets wat denkelijk niet zo gauw meer zal voorkomen. Ideaal moment om al de Red Devils gezamenlijk op de gevoelige plaat vast te leggen.
Maar eerst werd door kapitein Jeroen, commandant van de Red Devils, de ‘Van Heutsz’ code uitgereikt aan diegene die hem nog niet hebben. Iedere code heeft een uniek nummer en wordt vanaf nu aan ieder nieuw lid van het regiment tijdens de intro-dag uitgereikt. De Van Heutsz code geeft precies aan waarvoor de regimentsleden staan. Er staat op: Ik ben gereed voor inzet; Ik voer mijn opdracht uit; Ik geef nooit op; Ik ben een vakman en ik zorg voor mijn maten. De grootste kracht van een Van Heutszer is dan ook de man naast hem. Een motto dat past bij het meest gedecoreerde regiment van de Landmacht.
Ook werd door SMO Jack de verantwoording over de mannen en het kamp op ludieke Red Devil wijze overgedragen aan de moeder van de compagnie, de compagnie sergeant-majoor (CSM) Frank.
Vervolgens heb ik even de tijd gekregen om mijn slaapplek in orde te maken alvorens we een praatje krijgen over ondermeer veiligheids- en huishoudelijke zaken op het kamp. Aansluitend kon er gegeten worden. Dit was voor vanavond een heuse BBQ. Dus al met al geen slechte binnenkomer.
Ik ga jullie nog op de hoogte houden. Kijk morgen dus weer op dit weblog voor het vervolg van mijn belevingen op en rond PB Mirwais…
Leave a Reply