Dikwijls als parachutespringen ter sprake komt denkt een buitenstaander meestal aan adrenaline verslindende thrill-seekers, die in de meest flitsende outfits onder felgekleurde matrassen de bink uithangen. Dit soort stereotypetjes zal je desalniettemin niet vinden bij de Defensie Para School (DPS). Parachutespringen heeft immers binnen Defensie als inzetmiddel vooral een operationele betekenis. Daarnaast tonen de para-instructeurs bij de DPS in week 28 ook hun grote maatschappelijke betrokkenheid bij in Afghanistan fysiek en/of psychisch gewond geraakte militairen. Die week hebben ze wederom alles in het werk gesteld om een groot aantal daarvan mee de lucht in te nemen voor een onvergetelijke (tandem)sprong in het diepe.
Alles zit die week mee. Zo heeft op woensdag 10 juli de ochtendstond letterlijk goud in de mond als in alle vroegte de witte civiel geregistreerde Skyvan – voor de eerste van de vier geplande droppings die dag – vanaf vliegbasis Gilze-Rijen het strak blauwe luchtruim kiest. De beschikbare ruimte binnen in de kist wordt daarbij telkens optimaal benut. Naast dat er vijf personen aan een tandem-master vastzitten, springt er ook een viertal para-instructeurs solo met ze mee. Zij leggen de sprong vast op de gevoelige plaat. De hoogte waarop het perfect vliegend toestel wordt verlaten ligt op zo’n 13000 voet, zeg maar ongeveer vier kilometer hoogte. Zodra het licht op groen gaat verdwijnen de tandems in rap tempo de diepte in. Voor een kleine dertigtal seconden ervaren ze vervolgens de ongekende sensatie van de ‘vrije val’. Zodra de parachute is geopend zweven ze rustig richting de dropzone (DZ), genietend van een prachtig uitzicht. De DZ is een vers gemaaid weiland, net buiten het pittoreske Brabantse plaatsje Dorst.
De voornaamste initiatiefnemer voor dit evenement – dat nu voor de derde maal plaatsvindt – is de commandant van de DPS, kapitein André van het Korps Commandotroepen. “Onze maatschappelijke betrokkenheid binnen de DPS is mijn inziens voor deze in Afghanistan gewond geraakte collega’s belangrijk bij de verwerking van traumatische ervaringen,” vertelt André. “Maar ook bij het leren omgaan met de opgelopen verwonding en het verder weer oppakken van je leven. Natuurlijk zijn de medische zorg, persoonlijke aandacht en begeleiding vanuit Defensie hierin de eerste cruciale schakels. Maar als ik daar met de DPS door ze fysiek en mentaal uit te dagen een positieve bijdrage aan kan leveren, opdat zij hun eigen en andermans verwachtingen overtreffen, zal ik het niet laten.”
Het aantal gewonden door de missie in Afghanistan overstijgt alle andere uitzendingen van de Nederlandse krijgsmacht de afgelopen decennia. André weet uit eigen ervaring wat deze vaak nog jonge militairen tijdens hun uitzending is overkomen. In 2003 is hij immers ook zwaar gewond geraakt in Afghanistan. Als geen ander weet hij dan ook hoe zo’n traumatische ervaring iemands leven compleet op zijn kop kan zetten. Na een jarenlange revalidatie heeft hij zijn werkzaamheden en daarnaast zijn passie (parachutespringen) weer kunnen oppakken.
Voor een aantal gewonde Afghanistangangers gaat een lang gekoesterde wens in vervulling. Zo ook voor Frens Hartgers, die weliswaar als militair in 2002 zijn A-brevet behaalde, maar nu voor de eerste keer een tandemsprong maakt. Hij stond oorspronkelijk voor vorig jaar al op de rol, ware het niet dat zijn gekwetste knie op het laatste moment roet in het eten gooide. Frens raakt in 2008 zwaar gewond in Afghanistan wanneer zijn YPR nabij de combat outpost, ofwel COP, Qudus op een zogenoemde bermbom rijdt. Hij wordt hierdoor met brute kracht ruim twintig meter weggeslingerd. Daarbij loopt hij een slagaderlijke bloeding in z’n lies op, wordt zijn hamstring gedeeltelijk weggeslagen en zijn beide hielen en linkerknie compleet aan diggelen. Op een groot litteken na op zijn scheenbeen heeft hij er nu ogenschijnlijk geen zichtbaar letsel aan overgehouden. “Van de buitenkant zie je inderdaad weinig aan me,” vertelt Frens. “Maar de pijn is er nog wel degelijk en ook de littekens herinneren me er elke dag aan. Dat ik niet echt in het oog springende littekens heb wekte in het verleden bij mij wel eens frustratie op. Het leek immers wel of ik daardoor minder serieus werd genomen. Want zodra men zag dat ik geen ledemaat miste verschoof de aandacht vaak naar iemand anders waar de verwonding(en) wel duidelijk zichtbaar is.”
Bijvoorbeeld naar Toninho Norden, die op dezelfde dag als Frens zijn tweede tandemsprong maakt. Ook Toninho raakte in 2008 levensgevaarlijk gewond toen het voertuig waarin hij als boordschutter zat op een ‘Improvised Explosive Device’, ofwel een IED, reed. Als gevolg daarvan verloor hij beide onderbenen tot boven de knie. Een laffe aanslag waarbij zowel Mark Schouwink als Dennis van Uhm om het leven kwamen. De vierde inzettende, Roger Hack, liep daarbij een dwarslaesie op waardoor hij nu in een rolstoel gekluisterd zit.
Frens heeft er nu mee leren leven. In zijn ogen is dat hij nog kan lopen het allerbelangrijkste. “Iets waar velen nog steeds versteld van staan,” zegt hij. “Ik lag immers letterlijk in puin”. Zijn revalidatie was een lange weg, maar verliep naar eigen zeggen toch redelijk gladjes. Zijn vriendin speelde daarin een belangrijke rol. Daarnaast kreeg hij veel steun van familie en van mede revalidanten in Militair Revalidatie Centrum Aardenburg in Doorn. De vriendschapsband die daar ontstaat tussen de gewonden is zo hecht dat hij, samen met enkele lotgenoten, besluit de vereniging ‘De Gewonde Soldaat’ op te richten. Want wat ze toentertijd ook bezighield was het feit dat er naar hun mening (te) weinig aandacht geschonken werd aan militairen die op uitzending zijn geweest. En dan voornamelijk diegene die tijdens een uitzending gewond zijn geraakt. Naast dat de vereniging in de eerste plaats de saamhorigheid tussen de gewonden wil versterken, wil ze er ook landelijk mee naar buiten treden. De vereniging is in hun ogen als het ware een platform die opkomt voor de belangen van alle in Afghanistan gewond geraakte militairen.
Grote inspiratiebron hiervoor is het Amerikaanse ‘Wounded Warrior Project’. Deze organisatie is in 2002 opgericht door veteraan John Melia. Toentertijd vond ook hij dat er in Amerika weinig voor gewonden militairen werd gedaan. Inmiddels wordt er daar van alles voor hen georganiseerd. Daar worden vergelijkbare militairen zelfs letterlijk op handen gedragen en is er veel meer respect voor deze speciale groep militairen. Als je er vertelt dat je militair bent of dat je gewond bent geraakt in Afghanistan, zeggen mensen spontaan: “Thank you for serving.” De erkenning is er daar nu dan ook gelijk.
Dat werd en wordt nu nog immer node gemist in Nederland. Hier kent men de missie in Afghanistan vooral vanuit de politiek, maar weet nog steeds niet wat de militair daar heeft moeten doormaken. Binnen de vereniging vinden ze dat daarvoor vanuit de maatschappij meer erkenning zou mogen zijn. Gewonde militairen hebben immers het op één na hoogste offer gebracht.
Ondertussen heeft Frens (als sergeant bij 45 Pantserinfanteriebataljon ‘Regiment Infanterie Oranje Gelderland’) een carriëreswitch gemaakt. Hij volgt een HBO-opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening.
Naast het parachutespringen is de vereniging druk bezig verschillende activiteiten te organiseren. Zoals de ‘Miles4Justice’ zeilrace voor gewonde veteranen. Daarentegen wel georganiseerd door burgers. Zo probeert de vereniging voortdurend veel, zo niet alles, vanuit de burgermaatschappij georganiseerd te krijgen. Bijvoorbeeld door bedrijven om sponsoring te vragen. Hierdoor en via lezingen maken ze die meer bekend met gewonde Nederlandse militairen. Die op hun beurt dan weer de steun en erkenning vanuit de maatschappij voelen.
Daarnaast is het de vereniging natuurlijk ook vooral te doen om het zogenoemde ‘lotgenotencontact’. Niet per se door in een kring te praten, maar vooral door gezamenlijk actieve dingen te ondernemen. Naast dat je het dan naar je zin hebt kan je tussendoor ook je hart luchten of vragen hoe anderen iets ervaren. Ze zijn dan samen met anderen die ook een soortgelijke situatie hebben meegemaakt en vaak met dezelfde problemen zitten. Ze hebben daarbij genoeg aan een half woord en verplaatsen zich ook moeiteloos in andermans situatie.
Wat telkens overigens vooral gedurende de rit van de DZ terug naar de vliegbasis opviel was dat alle deelnemers zonder meer weer zouden ingespen om wederom de tandemsprong in het diepe te ondernemen. De dagen op vliegbasis Gilze-Rijen zijn dan ook een prachtig initiatief van de DPS met een geweldige uitvoering. De betrokkenheid van de para-instructeurs toont dat ze belangeloos opkomen voor de gewonde maten en zo aan de burgermaatschappij laat zien dat ze absoluut niet vergeten zijn.
Voor meer informatie en voor eventuele sponsoring kijk op: www.degewondesoldaat.nl
Leave a Reply