De dag loopt al ten einde als 1 Troop, 21 Raiding Squadron van het Korps Mariniers de smalle vallei in trekt. Als de mariniers enkele honderden meters verder bij heuvels en bosschages aankomen, verspreiden de mannen zich over de hele breedte van de vallei. Ergens verderop moet de vijand zich schuilhouden. De Sierra-teams (zware mitrailleur-teams) klimmen aan de zijkant van de vallei de steile heuvels op om goede vuursteun posities te betrekken. Beneden is het voor de troopcommander een hels karwei om zijn teams op een lijn te houden als het gebied minutieus wordt uitgekamd. De plukken dichte begroeiing en kleine heuvels belemmeren het zicht op zijn mannen. Zelfs binnen de teams is het lastig elkaar en de andere teams in het oog te houden. De opmars is langzaam. Dit komt ook mede door de ondergrond en het terrein. Overal staat water, van enkeldiep tot boven de knieën.
Het is haast een opluchting als de troop op de goed verscholen vijand stuit in een stuk bos aan het einde van de vallei. Met een agressieve actie wordt de tegenstander uitgeschakeld. Een marinier is tijdens de actie ernstig gewond geraakt en wordt meteen omringt door de medics van de troop. Het wordt een lange tocht terug naar de Patrol Harour voordat de gewonde kan worden afgevoerd.
Bovenstaande scenario speelde zich af tegen het einde van de zes weken ‘bergtraining’ in Schotland. De bergtraining is een onderdeel van de gereedstellingssystematiek dat binnen het Korps Mariniers ‘de Keten’ wordt genoemd. Tijdens de keten wordt een squadron gereed gesteld voor een militaire inzet. Tijdens de gehele actie wordt de Troop op de voet gevolgd door een team van trainers van het MTC (Marine Training Command) uit Doorn. Het MTC is binnen het Korps Mariniers verantwoordelijk voor de training en gereedstelling van de operationele eenheden. Naast het leveren van de trainers zijn ze verantwoordelijk voor de SOP’s (Standard Operating Procedures, de standaard procedures). Het MTC roept “zo gaan we het doen””, in de woorden van de adjudant van het MTC, Martin. “Tijdens de keten valt de eenheid eigenlijk onder het MTC.”
Naast een kleine staf bestaat het MTC uit diverse trainingswings die elk zijn gespecialiseerd in een deel van de uitgebreide kennis die nodig is voor de operationele eenheden om effectief op te kunnen treden. De trainingswing Mobility is verantwoordelijk voor de opleidingen m.b.t. het manouvreren van voertuigen. De trainingswing Firepower richt zich op trainingen met verschillende wapenssystemen. De trainingswing MARSOC draagt zorg voor dat de eenheden in de keten op een dusdanig niveau komen dat zij operaties van de Special Forces kunnen ondersteunen. Trainingswing MOX is verantwoordelijk voor het optreden in bergachtige en arctische omstandigheden. De wing Jungle voor het optreden in tropische gebieden en Sustainability voor alles wat met de voortzettingskracht heeft te maken, zeg maar de logistiek.
Elke trainingswing staat onder leiding van een officier die leiding geeft aan een aantal Senior- (Sergeant-Majoors en sergeanten) en Junior-Instructors (korporaals).
De kern van instructeurs werkt bij het MTC maar de wings kunnen gebruik maken van de specialisten van zowel het Mariniers Opleidings Centrum (MOC) uit Rotterdam als de beide Marine Combat Groups (MCG) en NLMARSOF.
Aan de hand van het zogenaamde Training Support Package, zeg maar het trainingsplan, worden de eenheden in de Keten klaargestoomd voor het operationele optreden. Deze packages zijn niet statisch. Adjudant Martin legt uit dat deze constant worden aangepast aan de kennis die wordt opgedaan in operationele inzetten en de daaruit voortkomende Lessons Learned.
In 2014 is bij het Korps Mariniers een reorganisatie doorgevoerd die is geoptimaliseerd voor de nieuwe taakstelling. Daarbij horen ook nieuwe benamingen. Het eerste en tweede mariniersbataljon heten tegenwoordig 1MCG en 2MCG (Marine Combat Group). Elke MCG heeft drie infanterie-eenheden die nu Raiding Squadrons worden genoemd (de voormalige compagnieën). Ter ondersteuning beschikt elk MCG over een aantal eigen assets die binnen het MCG ook in Squadrons zijn georganiseerd.
De nieuwe taakstelling is ambitieus. Elk Raiding Squadron moet in een driejaarlijkse cyclus worden opgewekt tot zij Special Operations Capable zijn. Dat betekend dat een Raiding Squadron in staat moet zijn om de zogenaamde Special Operations Forces zoals de Korps-eigen NLMARSOF te ondersteunen.
De Keten begint als een van de Raiding Squadrons wordt voorzien van vers mariniers-bloed. Uiteraard zijn de diverse opleidingen op elkaar afgestemd in tijd. Na de Elementaire Vorming (EVO) in Rotterdam gaan de nieuwe mariniers zich eerst specialiseren d.m.v. een individuele specialistische opleiding voor bijvoorbeeld verbindelaar, designated marksman HK417 of Combat Life Saver. Daarna stroomt de marinier in bij het Raiding Squadron dat zijn cyclus van drie jaar heeft beëindigd en waarvan het personeel naar een volgende functie gaat. De Keten is het begin van een nieuwe driejarige cyclus die begint met het opwerken van de eenheden naar de MARSOC status en wordt gevolgd door een inzetjaar en bestendigingsjaar.
Hoewel er een vast draaiboek is voor de Keten, wordt er wel rekening gehouden met de mogelijkheden van de eenheid. Niets is in lood gegoten. Volgorde van modules kunnen worden veranderd om in te spelen op de actualiteit.
Een van de eerste grote trainingsmomenten voor het Raiding Squadron is de SOUT (Special Operations in Urban Terrain, een geavanceerde versie van vechten in bebouwde gebieden) die in Engeland wordt gedraaid. De procedures die Speciale Eenheden gebruiken in dit soort gebieden wijken af van die door reguliere eenheden worden gebruikt. Belangrijkste reden is de grootte van de eenheid. Die is bij SOF-eenheden beduidend kleiner. Om aan het einde van de keten met SOF-eenheden te kunnen samenwerken, werkt het Raiding Squadron ook met deze speciale procedures.
Tijdens de mobility-fase leert de eenheid samenwerken met de voertuigen van het Korps Mariniers, voornamelijk de gepantserde Vikings. Deze Vikings voelen zich thuis in elk terrein en geven de eenheid ook extra vuurkracht. Voor de infanteristen een behoorlijke force-multiplier.
Uiteraard bestaat een behoorlijk deel van de training van het gebruik van vaartuigen. Het zijn van origine natuurlijk zeesoldaten. Samen met de mannen van het FRISC-squadron van Texel (Fast Raiding Interception Special Forces Craft) leren de mariniers boarding operaties en het benaderen en opbrengen van boten in de MIO (Maritime Interdiction Operations) module. De snelle en zwaar bewapende speedboten van het FRISC-squadron geven de mariniers ongekende bewegingsvrijheid op zee. Tussen alle grote en in het oog springende modules volgen de mariniers nog een grote hoeveelheid kleinere modules zoals Fastroping.
Klapstuk van het eerste deel van de Keten is de bergtraining in Schotland. Onder leiding van een team van ervaren Mountain Leaders krijgen de mariniers in zes weken eerst les in het overleven in bergachtig terrein en onder slechte weersomstandigheden. Uiteraard worden er de nodige (hoogte)meters gemaakt om de specifieke bergconditie op peil te krijgen. Marsen worden elke keer langer, de bergen die bedwongen moeten worden steeds hoger en de rugzakken zwaarder. Na een paar weken trainen en acclimatiseren komt het tactische gedeelte in beeld met groepsoptreden en uiteindelijk optreden met het hele Raiding Squadron. Thuisbasis was ditmaal het kamp in Garelochhead aan de Schotse zuidwestkust. Het kamp voelt aan als een filmset uit een film over de tweede Wereldoorlog. De halfronde Nissin-hutten staan er waarschijnlijk al wel zo lang. Niet dat de mannen er veel hebben geslapen. Vele nachten worden immers in het veld doorgebracht.
In de eindoefening worden de Raiding Squadrons aangestuurd door de staf van het dienstdoende MCG. In een serie van acties alle aangeleerde vaardigheden, individueel en eenheidsgewijs nodig om de oefening tot een geod einde te brengen.
Het met goed gevolg afleggen van alle eisen door de individuele marinier tijdens de bergtraining vormt een helft van het verkrijgen van de Hijgend Hert speld. Maar om die opgespeld te krijgen moet de marinier ook nog door de wintertraining later in de Keten.
“Om te doen wat de huidige jonge mariniers nu in een jaar leren, moesten wij vroeger vele jaren bij het Korps dienen”, verteld de CSM van 2MCG adjudant Roger. Dat de leercurve enorm stijl is hebben wij in de praktijk mogen aanschouwen. We zijn halverwege de keten. Wij kijken in ieder geval al uit naar deel twee.
Leave a Reply