Vijftien militairen hebben op woensdag 14 april 2010 een dapperheidsonderscheiding ontvangen voor uitzonderlijk moedig en kundig optreden tijdens operaties in Afghanistan. Demissionair minister Eimert van Middelkoop overhandigde zes van hen het Bronzen Kruis en de overigen negen kregen het Kruis van Verdienste opgespeld.
Beide Koninklijke onderscheidingen vinden hun wortels in de Tweede Wereldoorlog toen ze zijn ingesteld voor bijzondere daden in de strijd. De huidige uitreikingen gingen gepaard met uitgebreid militair ceremonieel. Onder het toeziend oog van familie, vrienden en collega’s van de te decoreren militairen, gaven hierbij ondermeer vier Ridders Militaire Willems Orde, leden van de Vereniging Dragers Dapperheidsonderscheidingen, vele generaals en burgemeesters ‘Acte de Presénce’. De ceremonie symboliseert de maatschappelijke erkenning van de uitzonderlijke prestaties onder extreme en gevaarlijke omstandigheden en doet recht aan de uitzonderlijke verrichtingen van deze nieuwe helden.
De minister speldde de onderscheidingstekens op tijdens 2 afzonderlijke ceremonies. Namelijk voor vijf militairen is het vanwege de aard van hun werkzaamheden niet wenselijk dat hun identiteit bekend wordt. Zij hebben hun onderscheiding ’s ochtends ontvangen in een besloten ceremonie in de Prins Bernhardzaal op de Prinses Julianakazerne in Den Haag.
Kapitein Maarten en kapitein Sander van het Korps Commandotroepen (KCT) en sergeant van de mariniers (reservist) Fred kregen hierbij het Bronzen Kruis opgespeld. Sergeant-majoor van de mariniers Patrick en korporaal der eerste klasse Ben van het KCT kregen het Kruis van Verdienste uitgereikt.
Alle vijf kregen deze onderscheidingen voor moedig en beleidvol optreden tijdens de Slag om Chora, medio juni 2007, tijdens hun missie in Afghanistan. Allen hebben daarbij onder moeilijke omstandigheden, met gevaar voor eigen leven, hun eigen belangen ondergeschikt gemaakt aan een hoger belang. Zij maakten deel uit van vier Special Forces (SF) teams, de zogenoemde ‘VIPER’ eenheden. Toen bekend werd dat de Nederlandse Battlegroup in Chora massaal werd aangevallen en zelfs dreigde te bezwijken, trokken zij de Baluchivallei binnen die in vijandige handen was. De ‘VIPER’ teams zochten ondanks de grote persoonlijke risico’s bewust het gevecht op om zo vijandige strijders aan te trekken en de druk op Chora te verlichten. “Ze stegen daarbij boven de norm uit,” verteld minister Eimert van Middelkoop in zijn toespraak. “Wie de Nederlandse militairen kent, en weet hoe zij in Afghanistan opereren, weet dat de lat hoog ligt.”
Ze zijn niettemin stevig over die zogenoemde lat heengegaan. Wat voor velen ondenkbaar en onhaalbaar is, bleek voor hen dagelijkse inzet. Onder grote druk. Onder vijandelijk vuur hebben ze de vijand bewust opgezocht. Om collega’s te hulp te komen. Ze hebben daarbij afgezien van luchtsteun. Om Afghaanse vrouwen en kinderen te sparen. Ze namen de leiding en gingen voorop in gevaarlijke situaties. Ook als dat vanwege hun rang niet van ze werd verwacht. Ze wisten zodoende gevechten in hun voordeel te beslissen. Een waar toonbeeld van karakter, moed en dapperheid. Vanuit hun plichtsbesef zijn ze doorgegaan om de veiligheid van de eigen en de Afghaanse troepen te waarborgen. Gewoon om hun opdracht uit te voeren. Onder de meest moeilijke omstandigheden. Dat verdient het grootste respect.
“U hebt veel meegemaakt,” vertelde Van Middelkoop. “U hebt collega’s gewond zien raken. U stond ernaast toen een Afghaanse collega door een sluipschutter werd neergeschoten. Het koperkwintet eert u zo dadelijk met het muziekstuk ‘Nobody knows the troubles I’ve seen’. Niet voor niets. Slechts weinigen zullen zich een voorstelling kunnen maken van uw ervaringen, uw dilemma’s, uw intense emoties, uw verantwoordelijkheden.”
Deze SF operators doen over het algemeen hun werk in kleine kring, in alle beslotenheid. Dat hoort bij de bijzondere aard van hun huidige betrekking bij Defensie, of de politie in het geval van sergeant van de mariniers Fred. Ook tijdens de uitreiking van de dapperheidsonderscheidingen zijn ze in kleine kring bijeen. Beslotenheid is ook nu noodzakelijk. Desondanks verzekerd Van Middelkoop de SF wereld: “ook al staat u niet dagelijks in de krant, uw werk is mij bekend. Ik volg uw missies op de voet. En met mij de gehele Defensietop. Wij zien wat de Special Forces voor de Nederlandse krijgsmacht betekenen. Met een kleine, zelfstandige eenheid brengt u grote veranderingen teweeg waar dat nodig is. Zodat onze missies verder kunnen. In betere omstandigheden, in grotere veiligheid.”
Ook ver buiten onze landsgrenzen bestaat grote waardering voor de professionaliteit van Nederlandse SF operators. Binnen ISAF werken zij volwaardig samen met Australische en Amerikaanse SF collega’s. Door hun niveau van kennis en vaardigheden, mate van improvisatietalent en het constante streven naar de beste oplossing zijn Nederlandse operators daar in positieve zin opgevallen. Nederlandse SF presteren op topniveau en hebben in Afghanistan een belangrijk hoofdstuk geschreven in de Nederlandse krijgsgeschiedenis. De SF operators – van het Korps Commandotroepen en het Korps Mariniers – mogen dan ook met recht trots zijn op zich zelf, hun prestaties en hun eenheid die deze prestaties mogelijk maakte.
De minister van Defensie voegt daar – ook namens de regering en de Commandant der Strijdkrachten – graag aan toe dat ook zij trots zijn. “We zijn trots op uw gezin, uw familie en uw vrienden. Mede dankzij hun steun staat u hier vandaag. We zijn trots op uw Korpsen uit Roosendaal en Doorn. Maar bovenal we zijn trots op u, de vijf te decoreren mariniers en commando’s.”
Daarnaast ontvingen ’s middags nog eens tien militairen hun onderscheiding tijdens een publieke ceremonie op het Plein, in het hart van onze Hofstad, met het zicht op het ministerie van Defensie en onze volksvertegenwoordiging. Het centrum van onze parlementaire democratie waar men besluiten neemt om onze militairen uit te zenden. In het hart van de constitutionele monarchie, waaruit deze Koninklijke onderscheidingen voortkomen. In het hart van de samenleving, wier belangen deze militairen met hun leven verdedigen. Het is daarom passend hen juist hier, op deze plek, voor hun uitzonderlijke prestaties te eren. De onderscheiden militairen zijn korporaals, onderofficieren en officieren, afkomstig van de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Marine en de Koninklijke Luchtmacht.
Daarbij werden kapitein der mariniers Christiaan Dwarshuis, korporaal der mariniers Dominique Willems en korporaal Ruud van Dijken van het wapen der infanterie onderscheiden met het Bronzen Kruis. Daarnaast werden eerste luitenant der mariniers Jurjen Abma, eerste luitenant Dennis Pickhard van de Koninklijke Luchtmacht, adjudant Rob Martens van de Koninklijke Luchtmacht, sergeant Peter Koole van het wapen der genie, korporaal der eerste klasse b.d. Franco Weijers van het wapen der genie, korporaal der mariniers Marco Eerhart en korporaal Bas Hol van het wapen der genie gedecoreerd met het Kruis van Verdienste.
Ook deze tien militairen hebben moed en leiderschap getoond onder vuur. Met gevaar voor eigen leven. Maar wat betekenen deze woorden nu echt? Moed en leiderschap tonen onder vuur? Met deze vragen wil Van Middelkoop de toehoorders meenemen naar de dagelijkse realiteit van onze mannen en vrouwen in
Afghanistan. “Omdat die realiteit voor ons hier, in het doorgaans rustige Nederland, simpelweg niet is voor te stellen. Op de militaire basis Kandahar klinkt enkele keren per week het alarm. Wekelijks hebben ze te maken met een raketaanval. In de woestijn kan ieder vreemd bergje zand een bermbom betekenen. Wekelijks vinden we deze dodelijke explosieven. Onze mannen en vrouwen werken en slapen dus onder continue dreiging. Ze moeten elke dag op scherp staan. Elke dag keuzes maken die het verschil kunnen betekenen tussen leven en dood. Niet alleen voor hen. Ook voor hun collega’s. Natuurlijk hoort dit functioneren op het scherpst van de snede bij het militaire beroep. Zij hebben in minder dan een seconde scherpe keuzes moeten maken in extreme omstandigheden. Terwijl van alle kanten op hen werd geschoten. Terwijl de ontplofte autobom nadreunde in hun oren en er onontdekte bermbommen voor hun voeten lagen. Keuzes als: Duik ik in een brandend voertuig vol exploderende munitie? Om mijn collega daaruit te halen? Verhelp ik met blote handen een storing aan een brandend heet boordwapen? Om mijn collega’s levensreddende dekking te kunnen geven? Ren ik onder zwaar geweer- en raketvuur over tientallen meters open terrein? Om een gewonde Afghaanse militair in veiligheid te brengen en drie Afghaanse militairen uit een hinderlaag te trekken? Deze vragen zijn door onze militairen in die ene seconde, zonder enige twijfel, met ja beantwoord. Dát is moed en leiderschap tonen onder vuur. Dát is de motivering van het Koninklijk Besluit waarin Hare Majesteit aangeeft dat een bijzondere onderscheiding voor dapperheid op zijn plaats is. Voor deze daden van moed en beleid past het diepste respect.”
De gedecoreerde militairen hebben in Afghanistan veel meegemaakt. Kameraadschap en verbondenheid. Maar ook verdriet. De moeilijke omstandigheden van de Afghaanse bevolking. Collega’s die gewond zijn geraakt. Enkelen zijn hier vandaag aanwezig. Collega’s die zijn omgekomen. In het bijzonder noemt Van Middelkoop soldaat Jos ten Brinke. Ze zullen die ervaringen de rest van hun leven bij zich dragen. Ervaringen die niet alleen hen raken, maar ook hun gezin, hun familie en hun vrienden. Ervaringen die diep kunnen ingrijpen in deze relaties. Van Middelkoop benadrukt maar weer eens hoe ontzettend belangrijk de steun en inzet van het thuisfront is voor de militair. Ook zij, als gezin, familie en vrienden, hebben een prestatie geleverd waarvoor waardering en erkenning past.
Voor persoonlijke verhalen van de gedecoreerden militairen zie: 10098_def_dapperheidsonderscheidingen_e_tcm46-154236
Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es
Leave a Reply