De 57 cursisten die op maandag 19 oktober 2009 aan de ECO (Elementaire Commando Opleiding) zijn begonnen, wisten in hun achterhoofd natuurlijk al ruim van te voren dat ze een loodzware periode tegemoet gingen. Bij de enkeling die eventueel toch de illusie had dat het voor deze keer misschien wel een soepele start werd, is dan ook door de instructeurs al vanaf de eerste minuut in een rap tempo in duizenden stukjes geslagen (zie het voorafgaande verhaal ‘Aspirant-commando’s openen de jacht op de ‘Groene Baret‘). Inmiddels vier weken later zijn, vanwege diverse redenen, een redelijk aantal cursisten afgehaakt en zitten de overigen halverwege de opleiding. Gedurende zowel de derde als de vierde week van de ECO hebben de cursisten de relatief sobere nissenhutten van het Commandokamp ‘Bakhuis-Roozeboom’ op de Rucphense Heide nauwelijks te zien gekregen. In plaats daarvan vonden zij zichzelf terug onder Spartaanse omstandigheden die zowel hun fysieke als mentale incasseringsvermogen danig op de proef zou stellen.
Een week stond geheel in het teken van hoe te overleven met de middelen die moedertje natuur te bieden heeft op het gevechtsveld. Een bijna constante miezerige regen maakte de setting compleet. Iets wat overigens een extra aanslag was op het humeur van de cursisten. Daarnaast werd het mentale aspect deze overlevingsweek nog meer verzwaard doordat de cursisten onderling niet met elkaar mochten praten. Enige hoge uitzondering hierop was tijdens het volgen van lessen. De instructeurs hielden deze week over het algemeen ook de kaken stijf op elkaar richting cursisten. Ook hebben de instructeurs een nieuw mentaal instrument geïntroduceerd.
Dit in de vorm van een koperen granaathuls met klepel die als bel dient en duidelijk waarneembaar is voor iedereen. Iedere cursist kan dan ook op elk moment onmiddellijk uit de ECO stappen door het zowel verlossende als ook vernederende instrument langdurig te luiden. Vervolgens heeft hij niet alleen iets aan de instructeurs uit te leggen maar zal uit respect ook aan de overigen cursisten zijn beweegredenen bekend moeten maken. De cursist die op deze manier opgeeft zal zijn beslissing dan ook ongetwijfeld zeer goed overdenken voordat hij die definitieve stap zet. Want eenmaal de bel luiden betekent ook definitief exit opleiding.
De locatie waar de cursisten hun onderkomens moesten bouwen was, vanwege de druilerige weersomstandigheden, in plaats van op een onbewoond eilandje in de Biesbosch de directe omgeving van het Trainingscentrum Waterrijke Gebieden (TCW) ‘Wijnmalen’ van het Korps in het Brabantse Raamsdonksveer. Het TCW, staat bij iedere commando speciale operaties anderzijds beter bekend onder de naam ‘De Vaarschool’. Gewapend met hoofdzakelijk hun persoonlijk wapen, een parachute, een poncho-liner, wat jute, plastic vuilniszakken, een zakmes en een kookblik bonden ze de strijd aan met de elementen.
Daarnaast hadden de cursisten ten alle tijden een peddel en zwemvest bij de hand. Het fysieke gedeelte bestond namelijk ondermeer uit wel vele kilometers ongemotoriseerd varen – peddelen dus! – in een rubberen boot door het doolhof van langdradige kanaaltjes en allerlei smalle beekjes met eindeloze rietkragen van de Biesbosch. Geen peddel bij je hebben betekend dat je dan puur op handkracht vooruit moet zien te komen. Vaak gebeurde dit peddelen midden in de nacht. Van slapen kwam dus ’s nachts niet veel. Slaap is overigens iets dat gedurende de ECO eerder als een uitgebreide pauze dan als een nachtrust gezien moet worden. Tussendoor kregen de cursisten veel les in het herkennen van de menukaart in de natuur en hoe ze daar een maaltje van konden bereiden.
Hoe karig dit ook meestal blijkt te zijn. Voordat ze echter konden eten moesten ze er natuurlijk wel wat voor doen. Een keer had het eten een hoge aaibaarheidsfactor met een witte vacht, lange oren en keek het je aan met lieve roze oogjes. Juist witte konijntjes en uiteraard leefden ze nog.
Voorafgegaan door een les konijn slachten werden de beestjes na een snelle nekslag en messteek in de hals vlot en vakkundig gevild.
Daarnaast bestond het menu soms uit slechts een paar aardappeltjes en een paar worteltjes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de cursisten deze week aardig wat lichaamsvet zijn kwijt geraakt. Eind van de week waren de wangen van iedereen dan ook aardig terug getrokken richting de kaaklijn en schedel.
Iets wat in het weekend thuis bij moeders zelfgemaakte stamppot of de lokale Burger King dan ook ongetwijfeld vast wel flink zal zijn gecompenseerd.
De andere week was voor de meeste cursisten een ervaring van stress op hoog niveau. Om hun grenzen te verleggen zijn ze letterlijk de grens met België overgestoken. Bestemming was de ‘Luitenant-Generaal Pierre Roman’ kazerne in Marche-les-Dames. Een prachtige locatie in een gebied met dalen vol uitgestrekte akkers, hoge rotsmassieven en van die typische dorpjes waar het leven stil lijkt te staan. Het plaatsje ligt aan de linkeroever van de Maas rivier en men vindt er de mooiste klimrotsen uit de omgeving. Het is zelfs het op één na grootste klimmassief van België.
Door deze unieke omgeving waar zowel water, bos als rots zich in een decor verenigd hebben, hebben de Belgische Paracommando’s hier hun Trainingscentrum voor Commando’s gevestigd. Saillant detail is dat Marche-les-Dames vooral bekendheid kreeg door de tragische dood van de Belgische koning Albert I, die hier graag kwam klimmen om er te oefenen voor het echte werk in de Alpen. Echter op 17 februari 1934 stortte hij hier bij een ongeval van de rotsen en overleed ter plaatse.
Om van het uitzicht te genieten hebben de cursisten het voornamelijk hoger opgezocht. Niet een keer, maar wel vele, vele keren. Nadat de cursisten hun puptentjes hebben opgezet, maken zij kennis met de diverse veeleisende hindernissenparkoersen.
Daarbovenop biedt de streek de mogelijkheid om tochten te maken waarbij de cursisten pas echt blijk moeten geven van een goede fysieke conditie en veel oriëntatiegevoel. Navigeren door het heuvelachtig terrein. Voor de een gesneden koek. Voor de ander die minder bedreven is in het kompas en kaartlezen liep dan ook de nodige extra kilometers. Je zou kunnen stellen dat deze cursisten met een ‘routekwijt tabel’ op pad zijn gegaan. Tijdens deze week in de Ardennen krijgen de cursisten ongewone situaties en weersomstandigheden voorgeschoteld.
Zo worden ze vertrouwd gemaakt met het overwinnen van natuurlijke hindernissen. Technieken worden aangeleerd om rotsen te beklimmen in verschillende moeilijkheidsgraden. Verschillende pistes met ondermeer poëtische namen als de ‘La Piste du Risque’, de ‘Rubarber’ en de ‘Via Ferrata’ worden gedaan op de rotswanden, bovenop de rotsen en tussen de rotsspleten via koorden en kabels, via smalle glibberige paadjes, touwbruggen, tokkelafdalingen en balken over gapende kloven heen. Dit alles gebeurd zowel overdag als ’s nachts bij duisternis.
Het programma omvat sterk mentaal getinte onderdelen. Ondertussen worden de kandidaten ook zware fysieke oefeningen voorgeschoteld en staan er ook een aantal individuele tests op het programma. Het ontdekken van nieuwe spieren is hier dan ook geen enkel probleem. Uithouding, souplesse, reactievermogen, balans en duizeligheid zijn de fysische elementen die zo veel mogelijk in de oefeningen verwerkt worden. Volharding, moed, durf en besluitvaardigheid zijn daarnaast de sleutels tot het succes voor het behalen van de groene baret.
De ‘La Piste du Risque’ is een route door de bergen tegenover de kazerne waarbij verschillende indianenbruggen, loopbruggen, tokkelafdalingen en andere hindernissen worden aangedaan. Ook ik ging met een groep cursisten via deze route mee op pad. Het ging al direct recht omhoog. Via ingebouwde trapjes en haken konden we ons vrij gemakkelijk voortbewegen.
We moesten er alleen voor zorgen dat we tijdig uitpikten en nadien opnieuw weer inhaakten zodat we altijd maar dan ook altijd gezekerd waren. Dit laatste gaf mij toch wel een goed gevoel en zorgde er mede voor dat ik er ook nog kon genieten van unieke vergezichten en panorama’s. De term ‘Via Ferrata’ is overigens zeer bekend in de klimsport. Van oorsprong Italiaans betekent het ‘ijzeren weg’ en geeft daarmee al gelijk een goede definitie van het begrip.
Het is namelijk een met staalkabels uitgezet parcours langs een rotswand. Deze staalkabel is op regelmatige afstand aan de rots bevestigd door middel van haken en in eerste instantie bedoeld als beveiliging van de cursist. Daarnaast gebruikt men de kabel vaak om zich in evenwicht te houden of zichzelf eraan op te trekken. Behalve de staalkabel treft men vooral op de moeilijkere stukken ook andere hulpmiddelen zoals steunen voor handen en voeten, (hang-)bruggen en afdaaltouwen, maar ook death-rides, tokkelafdalingen en het gebruik van touwladders.
In het Frans spreekt men (eveneens) van via ferrata of chemin cablé. In het Duits van Klettersteig. Dan is er nog een indianenbrug, gespannen tussen twee rotswanden op ongeveer 90 meter hoogte, waarbij je in het midden overgezet wordt op een verticale lijn om zodoende via een vrije afdaling naar beneden te gaan.
Meestal staat ook een bezoek aan een oud Romeins fort, waarvan een aantal ondergrondse gangen nog steeds intact zijn, op het programma. Dit bezoek is toch wel enerverend te noemen. Vooral omdat het bij duisternis plaatsvindt. Via een korte klim tegen een bergwand worden de cursisten dan de tunnels ingestuurd. Van te voren moeten ze de route uit het hoofd te leren om daarna, zonder gebruik van licht, de inktzwarte tunnels in te gaan. Met de routebriefing in het achterhoofd was het vanaf dan tellen van gangen, stappen en het worstelen met het onbekende – en met hier en daar wat obstakels (in de weg staande muren bijvoorbeeld) – totdat men na een donkere tocht uiteindelijk weer de frisse nachtlucht terug kon opsnuiven. Hierbij zijn de wat kleinere cursisten zeker in het voordeel aangezien de tunnels aardig aan de lage kant zijn. Een waar avontuur op zich.
Tijdens het middaguur op de woensdag stonden de cursisten gereed voor zogeheten de zwaarste ‘Helletocht’ binnen de krijgsmacht. Een ‘speedmars’ waar van tevoren de meest wilde verhalen over rond gingen. Ze begonnen echter gewoon, afstand onbekend. Ze hadden eenmaal geen keus, gewoon ondergaan. Maar geloof me, de afstand en parcours gaat je stoutste verwachting dan wel nachtmerrie te boven.
De eerste kilometer omhoog op een helling van zo’n 15%. Een ideaal parcours om vanaf tegenovergestelde richting met een skateboard vanaf te racen. En ze kregen het vervolgens al rap erg zwaar, helling op helling af. Sommigen konden het echt niet meer in hun eentje fixen en werden door hun buddy’s mee voortgesleept en omhoog getrokken. Het kader werd door de instructeurs daarnaast op niet mis te verstane wijze verbaal geprikkeld om toch maar vooral leiding te nemen.
Na vele kilometers kwamen ze terug op het kamp. Echter niet om te blijven. Helemaal high van het drukke absorberen van zoveel mogelijk zuurstof in de pijnlijk uitgezette longen en met verzuurde en verkrampte benen zo zwaar als lood liepen ze voor de tweede maal onderaan de helling. En daar gingen ze weer berg op en weer terug naar beneden om vervolgens weer die akelige klim te maken.
Maar ook aan deze verschrikkelijke helletocht kwam een eind, ergens boven in het dorp bij het ‘Chateau de Wartet’ was het genoeg geweest en keerden ze om. Na de kelen gestemd te hebben liepen ze tegelijkertijd uit volle borst het Commandolied zingend en al terug naar het kamp. Klasse werk van die lui! De rest van de dag en avond stond weer in het teken van klimmen en het nemen van hindernissen.
De volgende ochtend werd gestart met de individuele 35 minuten test. Na gestart te zijn vanuit de typische traditionele Commandohouding moesten ze een parcours met vele hindernissen binnen 35 minuten afleggen.
Eerst via een wand omhoog, dan langs een paal naar beneden, door een riool, langs smalle richels, klimmen via touwladders en afdalen langs een hoog tokkeltouw en met een touw langs een waterpartijtje naar beneden. In het kamp zelf is een grote vijver gelegen met een doorstromend riviertje dat uitmond in de Maas. Het kasteel d’ Arenberg neemt daar een prominente plaats in.
Op het einde van de vijver is er een waterval welke bij finish van de 35 minuten test afgedaald diende te worden via een touw waardoor men, als men al niet nat was, de test doorweekt afsloot.
De hoogtestage in de Ardennen werd hiermee uiteindelijk afgesloten. Het zat erop en de tentjes konden opgeruimd worden. Dit betekende niet dat het die week er voor de cursisten opzat. In plaats dat men naar het Commandokamp ‘Bakhuis-Roozeboom’ terugverplaatste hadden de instructeurs nog een mentale training (MT), op een niet nader te noemen plaats, in petto voor de cursisten.
Iedere cursist heeft gedurende deze weken wel z’n (breek)momentje gehad. Sommige zijn zichzelf zelfs meerdere keren tegengekomen. Enkelen hebben besloten om letterlijk aan de bel te trekken. Voor hen was een grens bereikt. De meeste zullen dan ook voorlopig op de vraag: weekendje Ardennen!? Nee… dank je, nu niet antwoorden. Maar om uit te leggen hoe zwaar dit nu echt is is onmogelijk om voor mij te beschrijven. Zwaar is voor de cursisten dan ook een relatief begrip geworden. Er is dan ook maar één manier om daar achter te komen: meld je aan voor de Kennismakingsdagen Korps Commandotroepen (KD-KCT) en start jou jacht op de groene baret.
7 Comments
Karel
20 november 2009 at 13:59Mooie platen en goede verhalen. Nodigt inderdaad uit om je aan te melden. Blijf het volgen. Suc6 en… sterkte mannen
Tom
20 november 2009 at 15:23Heb zoveel respect voor die jongens!! Ga zo door!!! Stompen!!
Grol
10 juli 2010 at 18:50Toen ik op uitzending met een LO/S KCT collega een fab deelde was ik bezig met de overstap van painf verk naar de vijand (blauw).
Hij was er van overtuigd dat ik altijd spijt zou hebben om niet te weten of ik die groene pet zou hebben gehaald.
Fck zeg… Als je deze mooie platen zit te bekijken verlang je toch weer naar het afzien en heeft… Hoopje nog gelijk gekregen !
(mooie platen btw … doen het groene bloed weer sneller stromen)
Henk
26 juli 2013 at 08:45Mooie koppen.
Week 6 = de Hel! Zwaarste speedmars in de NL-krijgsmacht. Heb hier op het punt gestaan om uit te stappen. Het klimmen en afdalen was echter top.
Aspirant-commando's openen de jacht op de 'Groene Baret' - Dutch Defence Press
21 april 2020 at 15:02[…] Lees hier hoe ghet verder gaat in ‘Cursisten overleven in stilte en zoeken het hogerop‘. […]
Pat Vos
5 oktober 2020 at 21:5278-3 wij liepen in belgie 7.5 km
Rene van den berg
20 april 2022 at 22:23Alles heel herkenbaar en roept herinneringen op. Ben zelf van lichting 80-5. Barret gehaald en nog steeds trots op. Wil altijd nog eens terug naar marche les dames om te kijken. Deze zomer gaat het gebeuren, op de motor die kant op. Het enige wat ik niet kan terug vinden is dat oude romijnse fort. Moest inderdaad een stukje berg beklimmen voordat we naar binnen gingen. Stik donker, links de muur vasthouden want rechts was een afgrond…… zou je me kunnen vertellen waar dit fort precies ligt, zou er graag nog een keer langs willen gaan.
Alvast bedankt,
Groeten een oud commando