Luttele minuten na het bijzonder Korpsappel op de vrijdagochtend van 29 juni 2012 marcheren de 10 overgebleven cursisten van lichting 2012-03 door de Tranenpoort, ofwel de poort der poorten, van de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal. Dit is het thuishonk van het keurkorps en Special Forces van de Koninklijke Landmacht. Aangevoerd door drie doedelzakspelers en een drummer van The Seaforth Highlanders of Holland Memorial Pipes and Drums worden ze daar oorverdovend toegejuicht door een erehaag van aanwezige Korpsleden, vrienden en familieleden.
Later die dag wordt het afzien en al de ontberingen die ze gedurende de Elementaire Commando Opleiding (ECO) hebben moeten doorstaan beloond. s Middags krijgen de aspirant commandos speciale operaties, ofwel operators in het kort, uit handen van Commandant Landstrijdkrachten (C-LAS), luitenant-generaal Mart de Kruif, de groene baret uitgereikt. Met het succesvol voltooien van de ECO hebben ze immers het tijdelijk draagrecht van deze door velen felbegeerde baret verworven.
Saillant detail: op 29 juni 1942, exact 70 jaar geleden, voltooiden in de Schotse Hooglanden tijdens de Tweede Wereldoorlog de eerste 25 Nederlandse militairen hun slopende commando-opleiding. Ze begonnen op 22 Maart 1942 eerst aan de vooropleiding bij diverse Britse commando-eenheden (3, 4, 9 en 12 Commando). Om vervolgens in afzonderlijke groepen van 18 mei 1942 tot 29 juni 1942 op het Commando Basic Training Center – bij het kasteel op het Schotse landgoed Achnacarry – gedurende de commando-opleiding door de mangel te worden gehaald. Om deze reden is 22 maart 1942 als de ‘geboortedatum’ van het KCT vastgelegd en wordt Achnacarry als de bakermat van de Nederlandse commando’s beschouwd. Weliswaar waren de Nederlanders op 29 juni 1942 in naam wel commando, ze kregen desalniettemin aan het eind van de opleiding geen groene baret uitgereikt. Dit vanwege de simpele reden dat deze kleur baret er nog niet eens was. Op dat moment liep er al wel een verzoek van de commandant van de Special Service Brigade (hetgeen in die tijd werd afgekort als SS Brigade), waarin deze zegt dat de brigade toestemming zou moeten krijgen tot het dragen van ‘a distinctive form of head-dress’. Vervolgens werd toestemming gevraagd tot het dragen van een groene baret, conform het model van de maroon-rode baret die dat op dat moment al werd gedragen door de para’s van de Airborne Division. De groene baret is, hoewel hij al vanaf 5 september 1942 werd gedragen door No 4 Commando, officieel pas gentroduceerd op 13 oktober 1942.
De zogeheten afmatting werd dan ook voor deze keer United We Conquer genoemd en stond ditmaal niet alleen in het teken van afmatten maar vooral ook in het teken van traditie. Dit omdat deze in het gebied start waar 70 jaar geleden de kiem is gelegd waaruit het huidige Korps Commandotroepen (KCT) is ontstaan. De 10 cursisten werd het gegund de laatste magische kilometers van hun ECO op de heilige grond in het westen van de onherbergzame Schotse Hooglanden gelegen Grampian Mountains af te mogen leggen. Het werd met recht een Back to the Roots ervaring die ze hun leven lang niet zullen vergeten.
In de ochtend van zaterdag 23 juni werd een C-130 Hercules van de Koninklijke Luchtmacht gevuld met mutsdassen. Net klaar met de tactische eindoefening en gereed voor de laatste horde naar de groene baret werden zij naar het Schotse Inverness gevlogen. Na nog een rit van een drietal uur in de bus kwam het militaire hostel in zicht. Het hostel in het plaatsje Kinlochleven, geleid door een Britse militair, dient als uitvalsbasis voor het instructeursteam. En omdat het ook het uitgangspunt is van deze afmatting nu ook natuurlijk voor een nachtje voor de cursisten.
De afmatting is overigens niet bedoeld om de cursist te leren lopen, ofwel marsen over lange afstanden, verduidelijkt kapitein Rini, commandant ECO. Het is bedoeld om hem zijn grenzen te laten verkennen, vervolgens er achter te laten kijken en daarna ver voorbij zijn eigen grenzen te laten kijken. Dat is ook bijzonder goed gelukt en in die zin zijn wij als instructieteam zeer tevreden met het resultaat. Gedurende de afmatting hebben de cursisten een afstand van 206 kilometer afgelegd. Het merendeel van deze kilometers is in de Schotse Hooglanden afgelegd. Iedereen is daarbij heel gebleven. Dat wil zeggen op wat pijntjes en blaartjes na. Maar als ik zeg dat daarbij iedereen zwaar en dan bedoel ik ook hl zwaar door het stof is gegaan, is dat een understatement.
Geheel volgens de traditie werd het weekend tussen de eindoefening en de afmatting gevuld met actieve rust. Naast de cursistenavond, waarbij het instructiekader op een ludieke wijze op de hak mag worden genomen en het bepakken voor de nog af te leggen kilometers, stond een battlefield-tour langs alle monumentale plekken waar de eerste Nederlandse commandos in de Tweede Wereldoorlog zijn gevormd op het programma.
Hierbij kwamen de cursisten ook in het plaatsje Spean Bridge. Daar verlieten ook de eerste Nederlandse militairen de trein. Allen waren afkomstig van de toen hoofdzakelijk uit Engelandvaarders opgerichte Prinses Irene brigade. Vanaf het station moesten zij zich vervolgens te voet 17 kilometer in westelijke richting naar hun eindbestemming begeven, het landgoed Achnacarry. Ook de huidige lichting van nieuwe commandos legt vandaag deze route af richting het kasteel. Ze worden daarbij voorafgegaan door een Schotse doedelzakspeler.
We hebben ervoor gekozen om dit bij aanvang te doen, zegt Rini. Ondanks dat ze later in de afmatting daar nog een keer zouden langskomen Dat hebben we simpelweg gedaan omdat de mannen op dat moment nog helder en redelijk uitgeslapen waren. Als je iets wil laten zien, dan is het wel leuk als ze daar hun hersens er bij hebben. We wisten namelijk dat dat op de woensdag absoluut het geval niet meer zou zijn.
Langs dezelfde route naar het kasteel van de toenmalig hoofd van de Cameron Clan, Sir Donald Walter Cameron of Lochiel, bevindt zich nu ook het Commando Memorial. Het indrukwekkende standbeeld, met het opschrift ‘UNITED WE CONQUER’, dient als eerbetoon aan al de commandos die hun leven hebben gegeven tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
De relatieve rust was maar van korte duur. Het geheel was immers niet bedoeld als snoepreisje voor de cursisten. Op zondagavond 18.00 uur werd de afmatting vanuit Kinlochleven officieel gestart met een verplaatsing de berg op, de hooggelegen gebieden in van het Schotse hoogland. Vanaf nu tellen niet alleen de horizontale meters maar vooral ook de verticale. Afwisselend onder leiding van een instructeur of als sectie zelfstandig verplaatsend, werden via verschillende opdrachten en hindernissen om precies te zijn 167 kilometers (althans voor diegene die niet fout zijn gelopen) afgelegd door een sprookjesachtig en eenzaam maar ook ontzettend ruig landschap. De Glen Coe, een bergachtige vallei in de Schotse Hooglanden, werd in de IJstijd uitgesleten door een gletsjer, en met een beetje fantasie waan je je hier terug in de prehistorie. Ondanks dat het oog gestreeld wordt door vele watervallen, stroompjes, meren en bergen heeft geen enkele voetstap daarbij immers gelijke grond. Overal liggen stenen. Het ene moment gaan de cursisten een halve meter omhoog om vervolgens het volgende moment hun voeten weer een halve meter omlaag te moeten zetten. En dat allemaal met een 120 liter volgestouwde rugzak meetorsend.
Naast het zware terrein, zonneschijn, mist, de noodzakelijke Schotse regenbuien en vele opdrachten moesten de cursisten en ook de instructeurs vanaf de eerste dag het gevecht aangaan met een externe onconventionele tegenstander. Het landschap van de Schotse Hooglanden is namelijk toevallig ook de natuurlijke leefomgeving van de Culicoides impunctatum, ofwel de midges. Ondanks zijn geringe afmeting ter grootte van een fruitvliegje is deze subsoort van de mug bijzonder gewelddadig en bloeddorstig. Ze staan niet voor niets bekend als de ‘Schrik van Schotse Hooglanden’. Op het eerste gezicht is het slechts een klein irritant vampiertje. Het probleem is hun aantal. Met duizenden tegelijk vallen ze methodisch ieder stukje onbedekte huid aan. Menig blank huidje was zodoende al snel vervangen door een rode jeukende/bijtende irritatiefactor, waardoor ze echt vol rode bolletjes stonden, vergelijkbaar met puistjes. Alleen nog erger! De midges wisten de Nederlanders blindelings te vinden. Midges vinden hun slachtoffer namelijk op basis van lichaamsgeur, ofwel zweet, en donkere kleuren. Daarnaast wat je ook at of dronk, terwijl je het deed, slikte je ook enkele midges mee naar binnen. Wat helpt ertegen: NIKS. Zelfs niet de hoogste concentraties van de agressieve stof DEET. De glibberige huidcrème ‘Skin So Soft Body Oil’ was voor even redelijk effectief. Op het laatst werd daarom iedereen voorzien van hoofdnetjes, die gelukkig wel enig soelaas boden tegen de midges.
Tijdens de derde etappe van de afmatting liep een groep verloren. Door de vele regen was de informatie op de ingetekende routekaart gewist en wisten ze niet meer waar het eindpunt lag. Door de vermoeidheid waren ze vergeten dat je de informatie op de kaart ook in het geheugen moest opslaan. Uiteindelijk is de groep weer gevonden en door de instructeurs weer op de route gezet die ook de commando’s van het eerste uur hebben afgelegd. Want met het oog op het 70-jarige bestaan van het Korps kon natuurlijk nog een bezoek aan de historie niet uitblijven. Via dezelfde route als in 1942, werd de verplaatsing van het station in Spean Bridge en dus wederom ook weer langs het commandomonument (waarvoor ze nu daadwerkelijk geen oog voor hadden) naar het kasteel op het landgoed van Achnacarry afgelegd.
Met een klein aantal uurtjes rust, op de met zweet doordrenkte grond van Achnacarry, werden de cursisten versneld gewekt door de speedmars van toen, The dark mile.
De touwbaan en de verschillende overspanningen op exact dezelfde locatie als in 1942 op het terrein van het kasteel waren dan ook een welkome afwisseling voor de ondertussen uitgeputte benen. Alleen de bomen zijn wat ouder geworden. Met als gevolg dat een honderden jaren oude boom spontaan met donderend geraas ter aarde stortte en het voertuig van de sportinstructeurs op een haar na schampte. Om ook het ludieke karakter tot zijn recht te laten komen, werd door de LO-sport Highland Games georganiseerd. Niet alleen om een afwisseling te bieden aan het hele dagen wandelen. Maar ook om spelend bezig te zijn en niet te hoeven slapen. Om toch in stijl te blijven kregen de cursisten de mogelijkheid om uit een rol jute een fillead beag, ofwel kilt, te fabriceren. Iets dat de midges uiteraard van harte konden waarderen. Vraag maar aan sportinstructeur sergeant Peter, die ook een kilt droeg.
De huidige kasteelheer, Sir Donald Angus Cameron of Lochiel, heeft zonder ook maar een seconde daar over te hoeven nadenken zijn landgoed hiervoor ter beschikking gesteld. Net als in 1942. Als afscheid heeft hij zelfs een jonge boom van het landgoed aan het Korps cadeau gegeven. Deze wordt op het commandokamp Bakhuys Roozeboom geplant en zal naar alle waarschijnlijkheid ook zijn naam gaan dragen.
Bij het krieken van de volgende dag werd het landgoed van Achnacarry door de cursisten achter zich gelaten. De tijdseis van de speedmars, die plaatsvond na eerst 23 kilometer door het ontzettend zware terrein te hebben afgelegd, werd door slechts drie man gehaald. Ze zijn buitengewoon diep gegaan om binnen de gestelde tijd te blijven, vertelt Rini. Hiervoor werden ze dan ook door ons beloond. Niet in de vorm van extra voeding, wat gewoonlijk het geval is. Daarentegen hebben we ze achter in een MB gezet en kregen ze twee kilometer van ons cadeau. Ondanks dat ze als laatste groep waren vertrokken hebben ze zodoende toch de eerste twee groepen in kunnen halen. In ruil hiervoor moesten de drie wel in het voorbijgaan naar de andere groepen zwaaien. Dit om duidelijk te maken dat het een beloning was.
De route die vervolgens werd gevolgd was een vrij smal pad dat constant de hoogte en diepte in slingerde en kreeg dan ook als bijnaam de zeven heuvelen weg. Dit werd gevolgd door een route die vanwege de ondergrond behoorlijk pittig en uitdagend was. Uiteindelijk kwamen de cursisten die avond aan bij de Outward Bound school. De kilometerteller staat dan op 155 kilometer. Daar werd s nachts een uitdagend programma afgewerkt waarbij de cursisten een soort van touwbaan kregen voorgeschoteld en op hoogtestage gingen. Na een aantal uurtjes daar te hebben doorgebracht werden ze per bus teruggebracht richting Kinlochleven.
Tijdens de terugverplaatsing naar het vliegveld van Inverness zorgde de 12 kilometer lange mars langs het meer van Loch Ness voor de laatste verrassing. Geen Nessie-monster gezien, wel een tiental uitgeputte cursistenmonsters.
Gedurende de vlucht terug naar Woensdrecht werd dan ook dankbaar gebruikt om het opgebouwde slaaptekort in te halen.
Na de broodnodige verzorging van de voeten was het koken in natura, de commandantenmars van zon 28 kilometer en de wandeling van ongeveer 6 kilometer van het commandokamp naar de kazerne dan nog de laatste drie te nemen obstakels naar die felbegeerde groene baret.
3 Comments
urrut
10 juli 2012 at 12:37SO PROUD!!!!!!!!!!!
Edwin Hissink
11 juli 2012 at 23:12Geweldig inspirerend weer. Het helpt ook in het dagelijkse leven als nubuku tot het uiterste te blijven gaan. Bedankt weer.
Edwin
GreenB
13 juli 2012 at 09:22Prachtig, zelfs de geuren en geluiden van toen komen weer terug, indrukwekkend en zeer mooie reportage. Marco