Kandahar, Afghanistan – De Grenadiers van de Alpha-Koningscompagnie (para) van 11 Infanteriebataljon (AASLT) Garde Grenadiers en Jagers zijn de snel inzetbare reserve eenheid van de door de NAVO geleide ISAF (International Security Assistance Force)-missie, in het zuidelijk deel van Afghanistan. Kingscoy heeft zich genesteld op het Nederlands gedeelte van de internationale basis Kandahar Airfield (KAF). Op deze redelijk centraal gelegen plek van de basis is de taakgroep, ter grootte van een compagnie, opvallend vertegenwoordigd. De legeringstenten van de rode baretten zijn niet te missen. De roodgekleurde onderdeelsvlag, met daarop in gouden opschrift hun logo, torent daar namelijk hoog boven uit.
“Vlak voor het zomerverlof werd bekend dat wij ervan waren,” zegt kapitein Tabe, commandant van de Kingscoy. Na het verlof hebben wij maximaal opgewerkt tot niveau drie + (pelotonsniveau). Wij kunnen als een soort vliegende keep naar believen van de Nederlandse commandant van Regional Command South (RC-S), generaal-majoor Ton van Loon, in het gehele ISAF III gebied ingezet worden. Dit gebied omvat de provincies: Urguzgan, Kandahar, Helmand, Nimroz, Day Kundi en Zabul. Om deze reden zullen wij in Afghanistan hoofdzakelijk in een ‘Air Assault’ setting gaan optreden. Voorafgaande aan de uitzending heeft er geheel op eigen initiatief, een heel specifiek, intensief en vooral realistisch opwerkingsprogramma plaatsgevonden. Iets wat we geheel in eigen hand hadden, van aanvraag tot uitvoering. Dit programma was onderverdeeld in vier hoofdblokken, te weten: schieten; OVG (Optreden in Verstedelijkt Gebied) tot en met compagniesniveau, in combinatie met onze organieke 81mm mortieren en SLA (Schutters Lange Afstand)-groep; helitraining, CCA (Close Combat Attack) en ‘search’.
In Bergen-Hohne, Duitsland, zijn wij met de CH-47D Chinook transportheli onder tactische omstandigheden op de schietbaan geland. Vervolgens zijn daar niet alleen alle heli exit-drills maar ook het schieten tot in de treuren beoefend. Daarbij is ook de behandeling van gewonden nadrukkelijk aan bod gekomen. Van gewonden afvoer onder vuur, over afstanden van meerdere kilometers, tot het daadwerkelijk zetten van een infuus. Niet alleen door de AMV’ers (Algemeen Militair Verpleegkundigen) maar ook door de CLS (Combat Life Saver). Het daadwerkelijk op elkaar oefenen met infuusnaalden schept een sterk onderlinge vertrouwen in onze CLS’en en AMV’ers.
Ook het CCA (Close Combat Attack) concept is door de groepscommandanten en hun plaatsvervangers beoefend. Bij CCA vervullen zij een rol die, normaal gesproken, door een FAC’er (Forward Air Controller) wordt uitgevoerd. In geval van nood kunnen zij Close Air Support inroepen en op het doel praten. Echter CCA stelt andere eisen aan inzet van het luchtwapen dan de reguliere opgeleide FAC’er. Deze laatste heeft ruimere mogelijkheden. In beide gevallen is de piloot altijd eindverantwoordelijke voor wat betreft ‘weapon release’. Als de piloot er geen goed gevoel bij de inzet van een wapen heeft zal hij dat ook niet doen.”
De Kingscoy barst van de uitzendervaring. Velen zijn soms al meerdere malen op een buitenlandse missie geweest. Voor de commandant is dit zijn vierde uitzending. Naast dat dit een moeilijke en risicovolle missie is, hebben er toch zeker een man of dertig voor de duur van de missie bijgetekend. Om toch maar mee te kunnen.
Eenmaal op 27 oktober aangekomen hebben de Grenadiers ruim een dag de tijd gekregen om hun onderkomens schoon te maken en in te richten naar eigen inzicht. “Doordat in iedere groepstent meerdere afgescheiden ruimtes zijn gecreëerd, liggen er gemiddeld twee personen in zo’n ruimte en heeft iedereen toch voldoende privacy,” zegt Tabe. “Dit is uiteraard belangrijk om je toch een beetje thuis te voelen. Op zo’n vijftig meter afstand van de groepsonderkomens ligt de zogenaamde ‘Dutch corner’. Dit is de bar van alle Nederlanders op KAF. Altijd een gezellige drukte zeg maar. Het is een feit dat rode baretten algemeen bekend staan vanwege de goede innerlijke en uiterlijke discipline maar vooral vanwege hun groepscohesie. Sommige kerels hebben een complete groepstent met weinig materiaal omgetoverd tot een gezellige bar. Niet dat we ons willen afzonderen. Maar het is ook wel eens prettig wanneer je als eenheid even apart met de club bij elkaar kunt zitten, bijvoorbeeld na een inzetactie.
Na het schudden van de veren zijn we er gelijk vol tegen aangegaan met ‘In Theatre’ training. Dagen van meer dan 18 uur aaneengesloten in de zandbak zijn hierbij geen uitzondering. De inzet van de kerels is hierbij zo groot dat wij ze af en toe moeten afremmen zodat ze af en toe ook tijd voor zichzelf nemen. Daar wij in heel zuid-Afghanistan ingezet kunnen worden brengt dit met zich mee dat met verschillende nationaliteiten samenwerken. Dat kan zijn met de Britten, Roemenen, Canadezen, Amerikanen en elk andere bondgenoot die actief is in zuid-Afghanistan. Wij zijn daarbij met helikopters inzetbaar, dus ‘Air Assault’, of over de weg. We hebben daarentegen geen eigen vervoer. We zijn altijd van anderen afhankelijk. Maar het voordeel is wel dat we hier in RC-S kunnen beschikken over een heel arsenaal aan internationale transportmiddelen, zoals de AS 532 U2 ‘Cougar’, de UH-60 ‘Blackhawk’ en CH-47 type ‘Chinook’ bewapende transportheli’s. Die worden voor ons gereserveerd op het moment dat wij eruit moeten. We zijn hier dus helemaal in ons element.
Talrijke onderwerpen hebben reeds de revue gepasseerd. Naast schietniveau, -procedures onder andere het inschieten van de nieuwe richtmiddelen voor onze wapens. We hebben bijna letterlijk op de trap van het vliegtuig pas onze ‘Aimpoint’ en ‘Eotech’ richtmiddelen, voor de Diemaco en Minimi, in ontvangst genomen. Het ene richtmiddel doet dat met behulp van een zogenoemde ‘Red Dot’, terwijl de ander een holografisch principe heeft. Beide systemen maken het echter mogelijk om als een scheermes te schieten. Echt super. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van twee schietbanen. Eén voor de korte afstanden om even snel in te kunnen schieten op KAF zelf. En een grotere baan, die zich op zo’n zeven kilometer afstand buiten KAF bevindt. Alleen op de grotere schietbaan is het mogelijk om met onze mortieren, het Accuracy .338 kaliber geweer van de SLA en de Panzerfaust 3 te schieten. Hier hebben we maximale crosstraining uitgevoerd, waarbij het personeel met alle wapens heeft geschoten. Zodoende beheerst iedereen nu alle wapensystemen.
Een apart verhaal is de camouflage. Standaard dragen wij een uniform met een desert camouflagepatroon. Daarnaast camoufleren wij voor een deel onze wapens ook met spuitbussen om nog meer op te gaan in het terrein. Ook hebben we voor het geval we moeten optreden in een begroeide omgeving ook ons pak met het woodland camouflagepatroon bij.
Tijdens de verplaatsing naar en van de grote schietbaan zijn we telkens geëscorteerd en beveiligd door het Nederlandse ‘force protection peloton’ (FPP) dat werkt met de Fennek, het nieuwe lichte verkennings- en bewakingsvoertuig. Eigenlijk een zogenoemd ‘combined’ optreden. Dit FPP, dat wordt gevormd door scouts van het verkenningspeloton van 42 Tankbataljon, heeft normaliter tot taak generaal-majoor Ton van Loon en zijn bodyguards van de BSB te escorteren en te beveiligen – zowel bereden als uitgestegen. Prima lui, ik kan niets anders zeggen.
Als organieke ‘Air Assault’ eenheid zijn de Grenadiers goed getraind in het optreden met heli’s. Een Amerikaanse UH-60 ‘Black Hawk’ bewapende transportheli is echter toch weer net wat anders dan onze eigen bewapende transportheli hier in Afghanistan, de AS 532U2 Cougar. “Daarom trainen we de procedures, inclusief MEDEVAC, enkele malen bij het Amerikaans heli squadron dat met deze kisten opereert,” zegt Tabe. “Daarnaast trainen we nog met een andere transportheli uit de internationaal georiënteerde helipool, de Chinook. Ook op deze voor ons normaal vertrouwde transportkist hebben onze bondgenoten soms minieme verschillen in procedures.
Vervolgens heb ik besloten dat in ieder geval alle groepscommandanten, voor de duur van de uitzending, verplicht hun baard laten staan. In Afghanistan krijgt een man meer aanzien wanneer hij een baard heeft. Dit culturele feit laat zien dat hoe voller en grijzer de baard des te wijzer en belangrijker wordt de man ingeschat. Met deze beslissing moet het mogelijk zijn om meer aanspraak te krijgen met de lokale bevolking.
Verder hebben wij zogenoemde ‘Satelite’ patrouillegang bij dag en nacht beoefend. Om te proeven hoe het is buiten de poort, zijn de groepscommandanten in het begin een keer mee geweest met lui van het RAF Regiment. Deze mensen zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van de basis buiten het hek. Onze SLA groep heeft met de ‘snipers’ van dit Regiment van gedachten gewisseld. Uit de evaluatie hiervan is naar voren gekomen dat we absoluut op de goede weg zitten. Ik kan dan ook gerust en met een trots gevoel zeggen tevreden te zijn met de resultaten die deze kerels tot nu toe behaald hebben. Uiteraard blijven we tot de laatste dag kritisch over de uitvoering en ontwikkeling.
De eerste opdracht die we gehad hebben om mee te beginnen was, met een Chinook – en twee Blackhawk helikopters, ons op het lijf geschreven. Het eerste peloton kreeg samen met de SLA groep en een stuk van de mortieren deze opdracht toebedeeld. Het betrof het beveiligen van hoog geplaatste VN-veiligheidsraadsleden, die in Khalad in de provincie Zabul een Provincial Reconstruction Team bezocht, middels een cordon en overwatch. Wij namen daarbij het binnenste cordon in. De buitenste ring werd ingenomen door Roemeense collega’s. Doel was om te voorkomen dat er ongewenste elementen de boel konden verstoren. Tegelijkertijd hadden we een ‘Quick Reaction Air Unit’ op de nabijgelegen Lakhman basis klaar staan met UH-60 Blackhawk helikopters om in te grijpen als het mis mocht gaan.
Dit was een voorbeeld van een heel succesvolle operatie, waarbij wij volledig het overwicht hadden. We stonden in contact met iedereen, zodat we heel adequaat konden reageren op bijzonderheden die we zagen.
Een tweede opdracht voor die gepland stond was een verkenningsopdracht. Maar die is in verband met het weer even de koelkast Ingegaan. Er waren nogal wat depressies in onze omgeving, wat zou kunnen inhouden dat we er wel in kunnen maar er niet weer uit konden. De operaties zijn in deze periode van het jaar nogal weergevoelig. Zeker als het gaat om de heliverplaatsingen. Maar wij zijn als lichte infanterie natuurlijk ook prima in staat om met voertuigen op pad te gaan. En als het pad ophoudt, omdat die is weggespoeld gaan we te voet verder. Dat is ons werk. Weer of geen weer, wij kunnen in alle omstandigheden ons werk uitvoeren.”
De Grenadiers waren op 7 december werkzaam op een Canadese Forward Operation Base, waar zij tijdelijk Canadese militairen aflosten, toen een eenheid van de Afghaanse politie in de nabijheid van het kamp in gevecht raakte met een groep strijders. Vanaf de base leverden de Nederlanders mortiersteun aan de politie. Tijdens de operatie Baaz Tsuka (Valkentop) is de Koningscompagnie op 20 en 23 december luchtmobiel ingezet in Afghanistan. Vroeg in de ochtend van woensdag 20 december werden de Grenadiers ingevlogen naar het zuidelijk deel van de Panjawayi-vallei. Daar zocht ze contact met Afghaanse militairen voor het uitvoeren van een gezamenlijke operatie. Per voertuig ging het vervolgens naar een gemeenschap in de buurt waarvan bekend was dat er zich vluchtelingen bevonden. Deze ontheemden ontvluchtten de afgelopen maanden hun dorpen vanwege de Talibanterreur in het gebied. De commandant van de Afghaanse eenheid en kapitein Tabe spraken in het dorp met de dorpsoudsten en vertegenwoordigers van de vluchtelingen. Vervolgens reikte ze voedsel, gereedschap, hygiëne- en schoonmaakmiddelen, schoolmateriaal en zaaigoed uit. Daarnaast zijn zo’n vijftig kinderen, vrouwen en mannen behandeld door Nederlands, Canadees en Brits medisch personeel. De bevolking gaf blijk van grote dankbaarheid voor de geboden hulp. Op de 23ste is de compagnie ingevlogen in het dorp Mushan, een voormalige uitvalsbasis van de Taliban. De militairen werden per helikopter buiten het dorp gedropt en zijn de volgende morgen in samenwerking met Britse en Afghaanse militairen het dorp binnengetrokken. Tijdens een ontmoeting met de dorpsoudsten bleek dat de Taliban de avond ervoor uit het dorp waren vertrokken. De rode baretten hebben een landingsplaats verkend en beveiligd voor een bezoek aan het dorp van de gouverneur van Kandahar, de politiechef en generaal-majoor Ton van Loon. De gouverneur heeft met de bevolking van Mushan gesproken over de wederopbouw. Afghaanse militairen zijn na het vertrek van de ISAF-troepen in het dorp achtergebleven.
“De sfeer binnen onze eenheid is enorm goed,” sluit Tabe af. “Iedereen is zich hier bewust van het feit dat ‘Adel’ verplicht. De opdrachten mogen wat mij betreft blijven binnenkomen. De mannen zijn er duidelijk klaar voor.”
Opmerking: De Koninscompagnie is eventueel in 2008, als de plannen niet gewijzigd worden, tijdens de laatste rotatie van Task Force Eenheden in Uruzgan weer van de partij.
Leave a Reply