Het is net zes uur op een zaterdagmorgen als een groep militairen in volle uitrusting aankomt bij het Pools monument in Driel. Daar worden ze toegesproken door hun compagnies-commandant kapitein Marcel Krul. De mannen van het tweede peloton, Bravo Instructiecompagnie, School Luchtmobiel zijn de vorige avond begonnen aan de zogeheten Mentale Training, in het militaire jargon een ‘mentex’ met de naam Oefening Poolse Actie Market Garden.
Ze zijn in week tien en dus halverwege de AMOL (Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel) die ze klaar moet stomen voor een functie bij 11 Luchtmobiele Brigade. Vrijdagmiddag dachten ze nog lekker naar huis te gaan na een eigenlijk te strenge kamer en uitrusting inspectie door de instructeurs, niet wetende dat het kader het thuisfront al had verteld dat hun zoon of relatie het weekend een oefening had. Het eerste onderdeel van de mentex was dan ook het verwerken van de mentale klap toen ze zelf werd verteld dat ze niet naar huis zouden gaan.
De vrijdagavond werd doorgebracht met sportieve bezigheden in de Bunker Diogenes, het voormalige hoofdkwartier van de Duitse Luftwaffe in Nederland in de Tweede Wereldoorlog. De significantie van de plek was de mannen nog niet duidelijk.
In de vroege zaterdagochtend werd de militairen in opleiding de film ‘A bridge too far’ voorgeschoteld. Hiermee werd de toon gezet voor verdere oefening die tot zondagavond zou duren. Het tijdstip, een uur in de nacht, zou de mannen later op de dag gaan opbreken. Maar dat was nu precies het doel van de hele mentex. In dat opzicht verschilde de oefening niet van de andere mentexen die in elke AMOL wordt gehouden. Het nieuwe element van deze keer was dat de hele oefening zich afspeelde in het gebied waar de 1e Onafhankelijke Poolse Parachutistenbrigade die aan Market Garden deelnam, had gevochten. Dezelfde plekken die ze eerder in de nacht in de film al hadden gezien.
Dat werd natuurlijk helemaal duidelijk in de korte toespraak van kapitein Krul bij het Pools monument dat in het centrum van Driel staat. De mannen proberen in de AMOL allemaal de fel begeerde rode baret te halen, het zeer herkenbare hoofddeksel van de para’s dat ze ook droegen tijdens Market Garden.
Vanaf het centrum van Driel ging het met volledige bepakking richting de Rijn, langs de velden die dienden als drop-zone voor de Poolse para’s. Ook een verplaatsing te voet is na een nacht zonder slaap niet zonder risico’s. Een van de deelnemers stapte in een kuil langs het asfalt en ging, mede door de zware bepakking, zwaar door zijn enkel. De overigen haalden zonder kleerscheuren de oever van de Rijn. Ook nu kwamen historie en werkelijk bij elkaar. De Polen hadden voor de oversteek op dit punt gerekend op het pontje van Driel. Dat was op de bewuste dag nergens te bekennen, evenals nu. Gelukkig waren er voor de oversteek twee gemotoriseerde rubberboten geregeld en werd er zonder tegenstand uitgestapt op de stijger van de veerpont, direct onder de Westerbouwing. Bij de Poolse oversteek zaten hier Duitse troepen die de oversteek perfect onder vuur konden nemen. Van de 750 Poolse para’s wisten er uiteindelijk ongeveer driehonderd de noordoever te bereiken.
De trappen omhoog naar de Westerbouwing vormden voor de AMOL’ers geen groot obstakel. De lange houten palen die een aantal van hen meezeulden maakte het er soms niet makkelijker op. Vanaf hier ging het richting het de zogenaamde perimeter. Dit was tijdens Market Garden het laatste bolwerk van de geallieerde para’s aan de noordzijde van de Rijn. Hotel Hartenstein, waar nu het Airborne Museum in zit, lag in het hart van de perimeter en was het hoofdkwartier van generaal Urguhart. De Poolse para’s die het was gelukt de oversteek te maken werden ingezet in het westelijke gedeelte, op de Hemelseberg. Daar werden ook nu de leerlingen door het kader ‘weggelegd’. In groepjes van twee of drie werd er een sector aangewezen. Ze kregen de tijd om zichzelf te verzorgen maar ook om de perimeter te bewaken. De Polen hadden te kampen met de Duitse vijand die erg dichtbij zat en probeerde de perimeter te doorbreken. De leerlingen vochten nu voornamelijk tegen de slaap. En er is dan niets erger dan stil te moeten liggen in het bos. De waakzaamheid werd regelmatig door een van de instructeurs gecontroleerd en waar nodig aangescherpt.
Na een paar uur rust was de parkeerplaats tegenover restaurant Schoonoord in Oosterbeek de volgende halte. Hier was tijdens Market Garden het noodhospitaal van de para’s. Naast geallieerden werden er ook Duitse gewonden verzorgd. Van hieruit werden de gewonden geëvacueerd naar de eerste hulppost in de pastorie van de oude kerk aan de oevers van de Rijn. Deze route was dan ook de perfecte situering voor een brancard-race. Nu werd ook duidelijk waarom er als sinds de oversteek de houten palen werden meegezeuld. Met speciale zeilen deden de palen dienst als draagbaar. Met een ‘gewonde’ moest de brancard door vier militairen worden gedragen. Kapitein Krul bracht ze hiervan op de hoogte en vertelde ze ook over de historische plek waar ze zich bevonden.
Als laatste onderdeel van de ‘Poolse mars’ zwommen de cursisten terug de Rijn over. Ook hier weer op exact de plek waar de geallieerden dan tijdens de evacuatie van Oosterbeek in de nacht van 25 op 26 september 1944. Weer op het droge krijgen ze van de instructeurs een appel als verwijzing naar de halve appel die de para’s kregen van Cora Baltussen bij aankomst op de zuidoever van de Rijn.
Kapitein Krul is een vervend voorstander van het inbouwen van historisch besef in de training. ‘We zitten middenin een historisch belangrijk gebied en het is zonde om daar geen gebruik van te maken”, zo vertelt hij. “Er is hier zoveel gebeurd en we hoeven er niet eens ver voor weg. Het is belangrijk dat onze Luchtmobiele militairen weten wat de historie is van luchtlandingseenheden, waarmee automatisch een enorm gevoel van trots ontstaat .” Ook zijn instructeurs en kaderleden zijn enthousiast over het invlechten van deze historische plekken. Gek genoeg zijn ook de oververmoeide leerlingen positief. “Dit leren we niet op school”, verteld er een. Of ze het echt waarderen op de momenten dat ze er tijdens de mentex echt doorheen zitten, valt te betwijfelen.
Met de oversteek achter de rug was het weekend voor de mannen nog niet om. Vanaf Driel werd er naar de Frostbrug in Arnhem gepeddeld. Als er iets een symbool is voor de slag om Arnhem is het wel deze typische boogbrug. Gewoon uitstappen was er niet bij. Sportinstructeurs hadden op de pijler het dichtst bij de oever een touwladder bevestigd die vanuit de boot moest worden beklommen. Vandaar ging het met een grote zwaai aan een touw richting de wal en een bezoek aan het Market Garden Informatiepunt. Hier eindigde pas de historische tocht van de mannen van het 2e peloton, Bravo instructiecompagnie Schoolbataljon Luchtmobiel uit Schaarsbergen.
3 Comments
Frank
19 juli 2011 at 20:27Mooi artikel! Wij waren met onze laatste stage bij de Luchtmobiele Brigade (opleiding Veiligheid & Vakmanschap, GROP) ook in deze omgeving geweest, en is ons ook wat verteld over de geschiedenis van het gebied. Erg mooi. Ik hoop ook over 1,5 jaar door de keuringen te komen en de AMOL in te gaan, en uiteindelijk die rode baret te mogen dragen! Mooie foto’s en mooi artikel.
Groeten,
Frank B.
John Cheese
22 juli 2011 at 19:28hehe zie ik nu tussen het mooie lange ondergoed van de baas een paar man in burger pendek tijdens het omkleden? ik kan er vanuit gaan dat het kader hier streng tegen op heeft getreden?! spullen van de baas zijn OK ;)
G76.2
28 juli 2011 at 11:07Mooi geschreven stukje wederom van de DDP met bijbehorende foto’s!