Op de defensiebeurs Eurostory heeft Rheinmetall zijn nieuwe line-up van lichte tactische voertuigen gepresenteerd, de Hermelijn-familie (Ermine in het Duits). Deze voertuigen zijn ontwikkeld door de Nederlandse start-up REEQ, opgericht in 2018 door Mattijs Tweehuysen en Rob Verbruggen. In maart 2024 heeft Rheinmetall Defence Nederland 100% van de aandelen van REEQ overgenomen. Tweehuysen en Verbruggen zijn nu werkzaam bij Rheinmetall, en REEQ zal binnen Rheinmetall Nederland opereren, verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling van de Hermelijn-familie. De serieproductie van deze voertuigen vindt plaats in Nederland.
Ontwikkeling en Voordelen van de Hermelijn-familie
Dutch Defence Press sprak op Eurosatory met Mattijs Tweehuysen over de Hermelijn-familie. Met een achtergrond in de automotive sector, begonnen Tweehuysen en Verbruggen dit project in Nederland met de vraag: “Wat kan elektrificatie bijdragen in een militair domein?” Na het winnen van een aanbesteding voor het ombouwen van een bestaande quad naar een hybride elektrisch voertuig, ontdekten ze het enorme potentieel van elektrificatie in militaire toepassingen.
“Door dat te doen hebben we natuurlijk veel geleerd, want je maakt een demonstratiemodel, een ‘minimum viable’ product en we zagen meteen dat het potentieel van elektrificatie enorm was”, legt Tweehuysen uit. “Maar een bestaand platform met de veranderde eisen was niet voldoende, dus zijn we in principe begonnen met het ontwikkelen van ons eigen platform. En de reden om dat te doen is dat wat het zoveel beter maakt. De elektrificatie helpt echt in het operationele domein voor defensie door volledig stil te worden en een zeer laag thermisch profiel te hebben, geen uitlaatgassen en geur te hebben en het koppel.”
“Ik denk dat we allemaal weten hoe snel de elektrische voertuigen optrekken. Het is onmiddellijk en dat draagt echt bij aan de off-roadprestaties omdat je een zeer controleerbare maar zeer sterke aandrijflijn hebt. Dat helpt je dus echt om te manoeuvreren in echt zware omstandigheden. Het punt is dat je midden in het slagveld niet veel stekkers hebt om te herladen. En dat is het nadeel. En het nadeel is dat we een beperkte actieradius hebben, het is elektrisch maar dat lossen we op door een dieselgenerator toe te voegen. Het is een seriehybride. En het is hetzelfde concept dat onderzeeërs vroeger hadden. De aandrijflijn is volledig elektrisch met alle voordelen, maar het nadeel is dat we een beperkte actieradius hebben. Met de elektrische aandrijflijn hebben we ongeveer 100 km actieradius op vlakke wegen. Met de dieselgenerator kunnen we dat verlengen tot 1000 kilometer op een enkele tank”, gaat Tweehuysen verder.
Technologische innovaties
De elektrische motoren drijven de assen aan en niet direct de wielen. Tweehuysen heeft daar een simpele uitleg voor. “Het is een directe aandrijving. Dus de snelheid van het wiel is de snelheid van de motor. Of je hebt een indirecte aandrijving met een versnellingsbak. Bij een directe aandrijving heb je veel koppel nodig en dat betekent dat je motor een grote diameter moet hebben. Dat verhoogt de kosten en de omvang van de motor en de ongeveerde massa en dat komt de prestaties niet ten goede. Door voor asaandrijving te kiezen blijft de ruimte tussen de voor- en achteras leeg. Geen aandrijfassen vanuit een versnellingsbak. We gebruiken een zogenoemd backbone chassis. Dat is ene holle, vierkante buis waarin alle technologie zit, dan de vooras, de accu’s, de generator en de achteras, alleemaal van elkaar gescheiden. De voor- en achteras zijn identiek. We kunnen zowel vooruit als achteruit met dezelfde snelheid rijden. En bij UGV’s praten we niet over voor of achter maar over rijrichting.”
Een ander voordeel van het centrale backbone chassis is de bescherming, aldus Tweehuysen. “We hebben geen ongelimiteerd draagvermogen maar bescherming tegen vijandelijk vuur is tot zeker hoogte mogelijk. Alles eromheen kan worden aangepast aan de wensen van de klant.”
Aanpassingsvermogen
De drie gepresenteerde voertuigen, de UGV, de quad en de buggy, het lichte tactische voertuig, zijn van onderen allemaal hetzelfde. “De techniek is identiek. De aandrijving, de wielen, de remmen, de ophanging en de accu’s zijn voor alle drie de varianten hetzelfde”, verduidelijkt Tweehuysen. “Zelfs de software is identiek. Voor de UGV voegen we autonomie toe maar die kan ook op alle varianten. Het enig verschil tussen de quad en de buggy is dat van de quad het chassis wat korter en smaller is. De buggy heeft een iets langer chassis en een optionele derde as. Die kan trouwens ook op de quad als derde as.”
Bij de introductie zei Rheinmetall Nederland directeur Coen van Leeuwen: “We zijn er trots op om te laten zien dat een innovatieve start-up kan samenwerken met de industriële kracht van Rheinmetall. We zijn blij dat we de Rheinmetall voertuigen naar de markt kunnen brengen en we zijn ook verheugd met de Nederlandse landmacht en de Nederlandse klant en alle hulp die we al hebben gekregen om de voertuigen verder te ontwikkelen.”
Een dag nadat de Hermelijn-familie officieel was gepresenteerd werd de eerste buggy overgedragen aan de Nederlandse defensie. Hans Kuijper, directeur innovatie van Commit (Commando Materieel en IT, het voormalige DMO) nam het voertuig in ontvangst en reed symbolisch de eerste meters door het te besturen via een Starlink verbinding. Symbolisch omdat het voertuig in werkelijkheid van een paar meter afstand door iemand anders, in verband met de veiligheid, met een controller werd bestuurd.
Meer informatie ov er de Hermelijn-familie is te vinden op de website van Rheinmetall
Leave a Reply