Van Heutsz omgevormd tot Rangerbataljon

Op een druilerige 19 december is de Koninklijke Landmacht een nieuwe eenheid rijker. Geen extra eenheid, maar een nieuwe capaciteit voor een bestaand bataljon. 12 Infanteriebataljon Regiment Van Heutsz is vanaf nu een Rangerbataljon. Met een ferme klap op de bovenarm kreeg bataljonscommandant luitenant-kolonel Tabe de Boer de Ranger Tab op de mouw gedrukt van Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Martin Wijnen. Vervolgens kregen de kaderleden het vaardigheidsembleem Ranger van De Boer en brigadegeneraal Cas Schreurs, commandant 11 Luchtmobiele Brigade. De kaderleden reikten vervolgens de tabs uit aan de leden van de vier compagnieën.

De uitreiking van de Ranger Tab gebeurde op het terrein van Bronbeek, het Militair Tehuis voor Oud-Militairen en museum over het koloniaal militair verleden. De locatie staat symbool voor het Regiment Van Heutsz, als voortzetter van de tradities van het KNIL (Koninklijke Nederlands-Indië Leger) en het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN) dat onder Amerikaans bevel vocht in de Korea-oorlog.

Het bijzondere appèl werd onder toeziend oog van diverse Bronbeek-bewoners uitgevoerd. Zittend op de overdekte veranda van het museumgebouw bleven de op leeftijd zijnde veteranen uit de regen die onophoudelijk uit de lucht viel. De VIP’s konden alles gadeslaan vanuit de oude vertrouwede groene boogtenten die half opengeslagen ook beschutting boden. Voor de aangetreden vaandelwacht, militaire kapel en de aangetreden vier compagnieën, stafdetachement en overig personeel zat er niets anders op dan de regen te trotseren. Als aankleding stonden er twee volledig bewapende en bemande Vector’s opgesteld. Het bataljon krijgt er 41 voor het uitvoeren van operaties.

Hoofdtaken

Ranger-eenheden zitten qua capaciteit en taakstelling tussen conventionele eenheden en special forces in. Naast het gebruikelijke luchtmobiele optreden in samenwerking met de squadrons van het Defensie Helikopter Commando, heeft het Rangerbataljon een viertal andere specialistische hoofdtaken toegewezen gekregen. De evacuatie van Kabul liet zien dat er grotere capaciteit nodig is van een snel inzetbare eenheid.
–Militaire Non-Combattant Evecuation Operations (NEO), het evacueren van Nederlandse staatsburgers uit onveilig gebied;
–First Crisis Response, het tegengaan van bijvoorbeeld plunderingen na een ramp of crisis;
–Humanitarian Assistence and Disaster Relief (HADR), ondersteuning van buitenlandse lokale autoriteiten na bijvoorbeeld natuurrampen;
–SOF Support, ondersteunen van speciale eenheden.

Rapid Reaction Company

De vier operationele compagnieën van het rangerbataljon hebben bij toerbeurt de rol van Rapid Reaction Company. Dat houdt in dat gedurende negen maanden de compagnie standby staat voor snelle inzet. De leden van de compagnie moeten binnen 24 uur op de kazerne zijn en binnen 48 uur is de eenheid klaar voor vertrek naar het crisisgebied waar ook ter wereld voor een van de vier bovenstaande taken. Per 1 januari 2024 is de Charlie (Nudae) compagnie als eerste eenheid aangewezen als RRC.

Tweede-luitenant Michiel van de Charlie-compagnie vertelt dat het best wel zwaar kan zijn om negen maanden standby te staan, maar moeilijk wordt het vooral als de eenheid ingezet wordt. “Je moet er toch rekening mee houden als je op vakantie gaat. Vooral voor militairen met een gezin kan het lastig zijn als we opeens opgeroepen worden en binnen 48 uur naar een inzetgebied gaan. Zeker als de partner ook een baan heeft zal er van alles geregeld moeten worden. Voor vrijgezellen zal het een stuk makkelijker zijn”, denkt Michiel. “De negen maanden staat echt alles ingepakt klaar op de kazerne. Dat is dus echt oppakken en weg.”

Fasen

“Mijn vier compagnieën zitten elk in een andere fase”, zegt bataljonscommandant De Boer. “Elke fase duurt negen maanden met als hoogtepunt de standby-periode. Dat houdt in dat er een compagnie nieuwe instroom van personeel krijgt en opwerkt op niveau 1 en 2 en de Ranger-opleiding doet. Hier ligt echt de focus op de individuele militair en de persoonlijke skills en drills. De derde compagnie zit in fase 2 waar de focus ligt op het groepsoptreden en zaken als optreden in verstedelijkt gebied. Compagnie nummer vier zit dan in fase 3 en krijgt de voertuigsets en de bijbehorende mobility-opleiding. In deze fase zit ook de integratie met het Korps Commandotroepen waarmee in fase 3 en 4 wordt samengewerkt en getraind. Alles staat in het teken van de komende standby-fase. Ze zullen de voertuigen bij zich houden tot het einde daarvan dus in totaal 18 maanden”, aldus De Boer.

De Charlie en Delta (Atjeh) compagnieën van het 12e zijn al enkele jaren bezig met SOF-support. “Het is dus geen toeval dat dit bataljon is uitgekozen om rangerbataljon te worden”, legt brigadecommandant Schreurs uit. “Het is bittere noodzaak dat de landmacht deze capaciteit nu heeft.” Commandant Landstrijdkrachten Martin Wijnen memoreerde dit ook in zijn toespraak. “De Ranger-eenheid is een van de onderdelen van de doorontwikkeling naar een warfighting capable landmacht. Die is cruciaal als we kijken naar de ontwikkelingen in de wereld.” Naast de extra trainingen zijn er ook nieuwe middelen aangeschaft zoals de eerdergenoemde Defenture Vectors, die ook in gebruik zijn bij het KCT, en nieuwe communicatieapparatuur.

Met de oprichting van de Rapid Reaction Company en het uitreiken van de Ranger Tab aan de leden van het kersverse rangerbataljon is het vermogen van de Landmacht om snel een eenheid in te zetten en te reageren op dreigingen een belangrijke uitbreiding in de capaciteit.

In 2002 deden militairen van de Luchtmobiele Brigade al mee aan een pre-ranger course van het Amerikaanse leger in Duitsland. Lees het artikel hier.

Gerard van Oosbree