Vooral rond de Elementaire Commando Opleiding, in het kort de ECO genoemd, zweven zoals altijd veel verhalen. Sommigen zijn waar, bij andere verhalen komt de duim waar het uit gezogen wordt er groots aan te pas. Maar zonder enige twijfel is het wel de zwaarste opleiding binnen de Krijgsmacht. Met wat kleine aanpassingen blijft de traditionele ECO niettemin nog voortdurend overeind.
Toen 48 Nederlandse militairen op 22 maart 1942 vertrokken naar het plaatsje Achnaccarry in Schotland om daar de commando-opleiding te gaan volgen hadden zij een duidelijke motivatieprikkel.
Nederland moest namelijk zo snel mogelijk bevrijd worden van de toentertijd Duitse bezetter. De mannen wisten dat de keiharde training in het koude, onherbergzame Schotland nodig was om in de komende acties een overlevingskans te hebben.
In de jaren die volgden wierp deze training zijn vruchten af tijdens de diverse acties waarin de mannen van No 2 (Dutch) Troop individueel of in groter verband betrokken waren. Hetzelfde gold uiteraard voor de mannen van het Korps Insulinde die aan de andere kant van de wereld hun plicht deden. In Nederlands Indië waren de rode en groene baretten over het algemeen bijzonder succesvol. Ook hier wierp de gedegen maar vooral Spartaanse opleidingsmethodiek zijn vruchten af. Het KCT heeft van die in oorlogstijd opgedane ervaringen naderhand altijd veel profijt gehad.
Tegenwoordig worden nog immer bijzonder hoge eisen gesteld aan eenieder die de groene baret ontvangt. Natuurlijk waren er in de loop van tijd, net zoals nu, kleine veranderingen en aanpassingen. Niet alleen de mensen veranderen nu eenmaal, ook de opleidingsmethodieken veranderen, het te gebruiken materiaal is steeds moderner geworden en ga zo maar door. Eén ding is echter hetzelfde gebleven. De eisen die in 1942 aan de aspirant commando gesteld werden op fysiek en mentaal gebied en de eisen die aan de commando van nu gesteld worden zijn exact hetzelfde. Niet vreemd overigens, want 68 jaar later zijn de taken van het huidige KCT bijna hetzelfde zijn als de taken waarvoor de mannen in het Schotse Achnacarry werden opgeleid. Daarnaast heeft het KCT, net zoals toen, wederom veel profijt van de opgedane gevechtservaringen de laatste jaren in Irak en Afghanistan. Deze ervaringen zijn zelfs van onschatbare waarde. Ze hebben het KCT zelfs op de internationale SF kaart gezet, waar niemand meer om ze heen kan. Ze kunnen zich meten met de ‘Best of the Best’.
Optreden achter de vijandelijke linies vergt nu eenmaal een speciale organisatie, speciaal materiaal maar vooral ook een speciale opleiding en training. Nu in 2009 weten de mannen, net als in 1942, waarvoor ze opgeleid worden en trainen. Daadwerkelijk ingezet worden voor de taken waarvoor men is opgeleid is de realiteit van toen en nu. De commando opleiding is dan ook intensief, veelzijdig, bikkelhard, maar vooral noodzakelijk. We moeten nu eenmaal inzien dat de Verenigde Naties, de NAVO en alle andere internationale organisaties die iets in de melk te brokkelen hebben, tegenwoordig alle zeilen moeten bijzetten om te voorkomen dat de vele conflicten elders in de wereld volledig uit de hand lopen. Nu meer dan tijdens de gehele ‘Koude Oorlog’ wordt van Nederlandse militairen verwacht dat zij scheidsrechter spelen, daar waar de internationale diplomatiek gefaald heeft. Een moeilijke en vooral gevaarlijke klus, waar een gedegen realistische opleiding en training voor noodzakelijk is.
Een team binnen het KCT die dit als geen ander beseft zijn de instructeurs van de ECO. Onder leiding van Kapitein Rini Ijzelenberg is dit dezelfde groep die aan de wieg heeft gestaan van het afgelopen succesvolle resultaat van lichting 2009-08. Maar liefst 33 nieuwe commando’s hebben zij afgeleverd.
Ook de instructiegroepen van de Opleidings- en Trainingscompagnie – Speciale Operaties, in het kort de OTC-SO, de geneeskundige begeleiding en de andere facilitaire eenheden mogen daarbij niet over het hoofd worden gezien. Zij allen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de opleiding van deze grote groep nieuwe commando’s. Toch is het voornamelijk kapitein Ijzelenberg die zijn stempel vanaf de eerste dag op deze lichting cursisten in de ECO heeft gedrukt. Door ondermeer de cursisten al in een zo vroeg mogelijk stadium fysiek en mentaal sterker te maken wil hij trachten het grote uitvalpercentage van de laatste jaren terug te dringen. Nu zullen operationele- en oud-commando’s meteen zeggen: met het grote uitvalpercentage is niets mis mee. Dat was in mijn ECO ook, dat maakt het commando worden/zijn dan ook zo ‘speciaal’. Dat klopt inderdaad, door de jaren heen waren er altijd al ‘velen geroepen maar weinigen uitverkoren’. Maar het grote aantal uitvallers door ondermeer blessures bleef kapitein Ijzelenberg een doorn in het oog. Verdomd goeie kerels vaak, die vanwege een steeds erger wordende blessure of gebrek aan de juiste begeleiding moesten opgeven. Doodzonde, vaak betekende dit tegelijkertijd het einde van een jarenlange gekoesterde jongensdroom en even lange intensieve voorbereiding.
Zowel kapitein IJzelenberg als kapitein Marcel Krul van het bureau Voorlichting, Werving, Selectie & communicatie van het KCT vinden daarnaast dat deze met veel moeite geworven mannen uit de burgermaatschappij en de Krijgsmacht maximale kansen moeten krijgen om bij gebleken geschiktheid de eindstreep te kunnen halen. Kapitein IJzelenberg heeft daarom de kans met beide handen aangegrepen om zijn visie en ervaringen uit zijn sportachtergrond in een nieuwe ECO opleidingsgang te presenteren. Hij krijgt nu de kans om zijn ideeën, die al veel langer bij hem (en anderen) leefden, ten uitvoer te brengen.
Het begint al gelijk in de 8 weken durende Vooropleiding (VO). Deze belangrijke fase kan in de toekomstige VO beschouwd worden als een soort ‘selection course’ en degenen die deze periode met goed gevolg hebben doorstaan maken een goede kans de eindstreep te halen. Omdat de kandidaten een pittige ‘verplichte’ voorselectie tijdens de ‘kennismakingsdagen KCT’ (KD-KCT) hebben doorlopen is de opleiding in de VO gelijk van een bijzonder hoog niveau. In deze fase wordt dan ook nu al vanaf de eerste dag meer en meer de nadruk gelegd op het groepsproces.
Iets dat voorheen over het algemeen pas plaatsvond als de ECO begon. Nu dat moment naar voren is geschoven komt de groepscohesie veel eerder tot stand. Met als positief gevolg dat er meer voor elkaar wordt gedaan én er dus mogelijk meer mensen de finishlijn halen. Die groepsbinding is noodzakelijk en door nog eerder dan de ECO de aspirant-commando’s er op allerlei manieren van te overtuigen dat je het in je uppie niet gaat fixen, wordt bereikt dat er een mentaal sterke club aan de ECO gaat starten. Samen als groep trek je een cursist die er even doorheen zit weer over de streep en de beslissing maakt dat hij toch doorgaat in plaats van te willen stoppen. Ook wordt er in het verlengde van hetzelfde groepsproces al in een vroeg stadium in de VO intensief aan kadervorming gedaan. Dit zijn nog maar twee van de vele aspecten in de opleiding waarin kapitein Ijzelenberg nuanceverschillen in de opleidingsmethodiek wil aanbrengen.
Daarnaast introduceerde kapitein Ijzelenberg een nieuw aanvullend dieet dat de opbouw en het herstel van de spieren meer bevorderd. Hij gooide hiervoor het ouderwetse aanvullende sportdieet van bijvoorbeeld AA drankjes en andere supplementen bestaande uit veel suikers grotendeels overboord. In de plaats daarvan voerde hij ondermeer een uitgebalanceerd koolhydraat- en eiwitrijk dieet in. Zo is het bijvoorbeeld verplicht om voor ieder ontbijt eerst een grote portie romige Brinta-pap naar binnen te werken.
Wie is daar vroeger nou niet groot en sterk mee geworden? Daarna pas mag men zoveel botterhammen opsmeren en beleggen als men op kan. Daarnaast heeft de kapitein een flinke vinger in de pap als het gaat over de overige samenstelling van het opgevoerde menu.
Dat dit dieet zijn vruchten af heeft geworpen blijkt wel uit het feit dat de meeste cursisten geen of nauwelijks lichaamsgewicht tijdens de ECO zijn kwijtgeraakt. Dit is in het verleden vaak andersom geweest. Een gewichtsverlies van soms tot wel 10 kilo tijdens de opleiding was geen uitzondering. Velen zijn nu doordat ze meer spieren ontwikkelde, ondanks dat het vetpercentage soms wel met de helft afnam, zelfs in gewicht toegenomen. Ook de weinige uitvallers door een blessure wijst er op dat kapitein Ijzelenberg op de goede weg zit. Het resultaat mag er in ieder geval wezen. Gelijk na de eerste ECO onder zijn leiding staan er 33 nieuwe commando’s op de stoep van het KCT aan de deur van de VCO te kloppen om binnengelaten te worden. Nu ik van dichtbij heb gezien hoe de opleidingsmethodiek en -opbouw nu in zijn werk gaat en wat daarbij de achterliggende gedachte is, dan denk ik dat het niet bij deze ene grote lichting zal blijven.
Vanaf 8 maart 2010 gaat er zelfs nog meer veranderen in de opleidingsmethodiek bij het KCT. Vanaf die datum zijn er twee opleidingen die tegelijkertijd beginnen. Zo zal de VO, met voorlopig nog steeds een lengte van 8 weken die in Roosendaal begint, alleen bestemd zijn voor militairen die minimaal een Algemene Militaire Opleiding (AMO) hebben gevolgd. Dus in het kort alleen voor de militair die al in werkelijke dienst zit. Maar ook uitvallers (burgers) uit de vorige ECO, die in aanmerking komen voor een herkansing, starten hierin.
Daarnaast start er voor de eerste maal weer een AMO, met zo’n 50 burgers. In de nieuwe opleidingsvorm zullen zij niet zoals voorheen opkomen in Roosendaal. Zij beginnen hun jacht op de groene baret bij Schoolbataljon Zuid in Oirschot. Daarnaast zullen voor deze keer ook de uitvallers (burgers) uit de vorige VO, die in aanmerking komen voor een herkansing, hier beginnen. In deze 17 weken durende opleiding worden basiskennis en -vaardigheden aangeleerd die iedere militair nodig heeft voor de VO, waar de opleidingssneltrein bij het KCT serieus vaart begint te maken. Diegene die deze AMO met positief resultaat afsluit en daarnaast ook nog eens positief advies voor het KCT verkrijgt, start dan in de VO die in augustus 2010 in Roosendaal begint. Na de VO volgt dan automatisch de ECO.
Deze ontwikkelingen zijn zeer recent en veel van de details worden nog nader uitgewerkt. Denk daarbij aan onder andere: wat te doen met herintreders, zijwaartse instromers van bijvoorbeeld de Marine, welk kleding pakket is er nodig, moet er vooraf schoeisel verstrekt worden, inhoud van de lessen, hoeveel groene baret dragende instructeurs uit Roosendaal gaan steunen in Oirschot en ga zo maar door. Maar dat dit allemaal niet zonder slag of stoot ging of zelfs nog gaat moge duidelijk zijn. Kom namelijk niet aan de ECO zeggen veel (oud) commando’s!
Meer informatie over de nieuwe opleidingsgang vindt je hier
Leave a Reply