Het programma voor het Opleidingscentrum Rijden (OCRIJ) schakelt naar een hogere versnelling. Op dit moment zijn er volop plannen om de rijopleidingen beter te structureren. Maar het meest revolutionaire wat zich hierbij aandient, is toch wel de bouw van een nieuw verkeerscentrum. Dat de projectnaam ‘Strijpse Kampen’ draagt. Ritmeester A.L.J. Hermans, communicatie-adviseur van dit prestigieuze project, praat DDP helemaal bij.
“De ‘Strijpse Kampen’, een agrarisch gebied dat een oppervlakte van honderd en vierentwintig hectare beslaat’, begint Hermans zijn uitleg, “wordt momenteel omgetoverd tot één groot verkeersoefenterrein (VOT), als zijnde de nieuwe locatie voor het OCRIJ. Het gebied sluit naadloos aan bij de Generaal-majoor de Ruyter van Steveninckkazerne in Oirschot. De directe aanleiding voor de bouw van een nieuwe huisvesting voor het OCRIJ. Was dat vanaf het begin van de tachtiger jaren de gemeente Eindhoven bezig is om zichzelf in een betere planologische positie te manoeuvreren. Dit had tot consequenties dat onder andere de gemeentegrens werd gewijzigd. Waardoor het huidige OCRIJ, het Prinses Irenekamp, beter bekend als PIROC (PantserInfanterie RijOpleidingsCentrum) nu in de gemeente Eindhoven ligt. Vervolgens in 1996, sloot de burgemeester van Eindhoven een overeenkomst met de Staatssecretaris van Defensie en de burgemeester van Oirschot. Die hield in dat er een gelijkwaardige grondruil zou plaats vinden. Onder de voorwaarden dat twee jaar later het Prinses Irenekamp zou worden overgedragen aan de gemeente Eindhoven. Daarnaast heeft Defensie van Eindhoven daar bovenop 105,5 miljoen gulden ontvangen. Dit als schadeloosstelling voor de bouw van nieuwe infrastructuur. Deze ruil stelt Defensie dan ook in staat om een geheel nieuw en hypermodern rijopleidingscentrum voor de gehele krijgsmacht te bouwen. Wat dus tevens betekent, dat óók de rijschool in Venlo – in het kader van het anti-splinterbeleid – hiernaartoe verhuist”. Vanaf december 2000 is – onder toezicht van Dienst Gebouwen, Werken & Terreinen van Defensie (DGW&TD) – de bouw hiervan dan ook in volle gang. Deze nieuwe kazerne gaat straks, na samenvoeging met de Generaal-majoor de Ruyter van Steveninckkazerne, het grootste kazernecomplex van de KL vormen.
Uniek concept: Hermans: “Het VOT is een belangrijk onderdeel van de toekomstige OCRIJ. Het heeft eind 2002 alle nieuwe snufjes en faciliteiten in huis om alle rij- en bergingsopleidingen te kunnen verzorgen binnen de krijgsmacht (KL, KLu, KM en Kmar, paarser kan het gewoon niet worden) onder een paraplu van de KL. Twee rijopleidingen die echter daarop een uitzondering maken zijn die van de M-109 houwitser (artillerie) en de Leopard 2 gevechtstank (cavalerie) die in Amersfoort wordt verzorgt.
Het wordt gebouwd en ingericht volgens de nieuwste inzichten op verkeersgebied en is daardoor een uniek leermiddel voor de instructeurs. In de toekomst zullen er jaarlijks ruim 7500 cursisten, afhankelijk van de soort opleiding. In 1 tot 4 weken met de modernste lestechnieken worden opgeleid tot gediplomeerde bestuurders en bedienaars van rups- en wielvoertuigen, motorrijwielen, bergingsvoertuigen en mechanische overslagmiddelen. Uiteindelijk zullen jaarlijks zo’n 9000 rijbewijzen en certificaten uitgereikt worden.
Vrijwel alle denkbare verkeerssituaties die je ook op de openbare weg tegenkomt, worden op het op het terrein – met een totale lengte van zo’n slordige 23 km! weg – nagebootst. Je kunt het zo gek nog niet bedenken, rotondes, invoegstroken, hellingen, haarspeldbochten, woonerven met fietspaden en zelfs een laadperron voor spoorwagons krijgt een plek op het complex. Er zijn allerlei handige circuitjes zoals aparte locaties voor diverse bergingswerkzaamheden, een voertuigbeheersingsbaan, een oefenlocatie voor bijzondere verrichtingen, een motorvoertuigenbeheersingscircuit, een doorwaadbak en een plateau voor hijsoefeningen. Ook komt er een zandcircuit waar alle leerdoelen van het terreinrijden verwezenlijkt kunnen worden. Ruim 50% vindt dus plaats binnen de poort zodat het verkeer in de regio minder belast wordt. Waardoor de opleidingen nog efficiënter en effectiever plaats vinden.
Duurzaam: De KL geeft bij de bouw van dit complex invulling aan het beleid van de overheid op het gebied van duurzaam bouwen. Dit betekent dat niet alleen naar een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering wordt gekeken, maar dat tevens het milieu hoog ingeschaald wordt. Ook moet het een kazerne zijn waar het goed vertoeven is, per slot van rekening zijn er straks op het complex gemiddeld zo’n 450 personeelsleden en 660 cursisten dagelijks aanwezig. Die de beschikking hebben over zo’n 422 motorvoertuigen en 90 opleggers en aanhangwagens. Om deze redenen koos de KL voor een samensmelting van functionaliteit, landschapbeheer, architectuur, energiebesparing en duurzaamheid. In het ontwerp van de kazerne is een balans gevonden tussen een moderne en een wervende uitstraling van het rijopleidingscentrum. Terwijl de specifieke kenmerken van de omgeving en het landschap waarin dit centrum wordt gerealiseerd bewaard zijn gebleven . En zelfs, waar mogelijk, te versterken. Het complex wordt door reeds bestaande landweggetjes in drie gebieden – het veld, het bos en het park – verdeeld. Het veld, dat voornamelijk uit een stelsel van waterlopen en lage en grazige vegetatie zal bestaan. Het weidegebied sluit aan op de vliegbasis Eindhoven. Dit open veld gaat plaats bieden aan allerlei rijcircuits en oefenplateaus. Het bos, dat wordt beplant met onder meer naaldbomen, eiken, berken en brem, vormt een ecologische voortzetting van de Oirschotse heide. Hier vinden straks de oefenheuvel, met diverse hellingen en haarspeldbochten en de zandcircuits voor training in terreinrijden hun plaats. Het park, waar de gebouwen zullen verrijzen, sluit naadloos aan op de parkachtige omgeving en bebouwing van de Generaal-majoor de Ruyter van Steveninckkazerne. Coulissen van bomen en lage beplanting verdelen het park in een soort kamers. In deze zogenoemde kamers krijgen de verschillende gebouwen voor het OCRIJ een plek. Zo zien we er bijvoorbeeld een entreekamer. Waarbij het gebouw voor de rij-simulatoren fungeert als een markant baken bij de ingang van de kazerne. Verder een woonkamer met daarin de legeringgebouwen. Een leskamer met daarin het lesgebouw en sportzaal. Een kantoorkamer met daarin het staf- en rijopleidinggebouw. Een pauzekamer met de kantine- en lunchaccommodatie, die op korte afstand ligt van de parkeerplaatsen voor militaire voertuigen. En een werkkamer met daarin de werkplaatsen, het tankstation, het milieudepot en de wasplaats voor de voertuigen.
Energie: Fossiele brandstoffen raken ooit op en het broeikaseffect, als gevolg van Co2 uitstoot, is een actueel probleem. Daarom gaan we straks optimaal gebruik maken van duurzame energie in de vorm van windenergie, zonne-energie en bodemwarmte. Twee joekels van windturbines met een rotor van 48 meter doorsnee, op 50 meter boven het maaiveld, verzorgen 70 % van de behoefte aan elektriciteit. Deze twee jongens wekken jaarlijks evenveel energie op om tenminste 550 huishoudens van stroom te voorzien. Zonnecollectoren – met een totale oppervlakte van 250 vierkante meter, die op jaarbasis circa 72.500 kWh energie opleveren.- zullen veelvuldig worden toegepast om ons te voorzien van warm tapwater. Tenslotte maakt de kazerne voor de verwarming en koeling van gebouwen gebruik van energieopslag in de bodem. De netto opbrengst van dit zogenoemde laag temperatuur systeem – dat koelt in de zomer en verwarmt in de winter – dekt ongeveer 80 % van de energiebehoefte voor verwarming van de gebouwen. Deze maatregelen en het hergebruik van (regen)water in de bodem dragen bij aan een besparing van zo’n 75% op de gas, water- en lichtrekening. Tevens wordt zo ook de uitstoot van Co2 met 75% gereduceerd, dit in vergelijking met gebruik van elektriciteit van het ‘net’ en van aardgas. De KL zorgt er dus niet alleen voor dat OCRIJ er straks professioneel en perfect geaccommodeerd bij komt te zitten, ook neemt zij haar maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Daarnaast worden in de gebouwen de nieuwste snufjes toegepast op het gebied van wand-, vloer-, dak- en glasisolatie, als zijnde energiebesparende maatregelen. En worden energievreters, zoals verlichting, verwarming en warmwater tappunten voorzien van automatische schakelingen, en worden energiezuinige lampen en water besparende douchekoppen geïnstalleerd. Tevens wordt de warmte uit ventilatielucht terug gewonnen. Om het daglicht optimaal te benutten voor de verlichting van de werk- en woonruimten, wordt in de gebouwen veel gebruik gemaakt van glas.
Waterbeheer: Om verdroging van bodem in het algemeen en in het eigen gebied tegen te gaan, worden op het kazerneterrein vergaande waterbesparende maatregelen getroffen. Zo wordt in het park een drievoudig gescheiden rioleringssysteem aangelegd. Regenwater van de daken wordt via een zogenoemde grijswaterstelsel vervoerd naar drie – in het landschap ingepaste – bassins, en vervolgens benut om de toiletten door te spoelen. Dit levert jaarlijks een besparing van 10.000 m³ – wat weer gelijk staat aan het verbruik van ongeveer 65 huishoudens – kostbaar leidingwater op. Het regenwater van de wegen wordt verzameld in een ander bassin en wordt vervolgens benut voor een diepe doorwaadbak, de ‘slipbaan’ en de wasplaats voor voertuigen. Het gebruikte water wordt vervolgens gezuiverd en teruggevoerd naar het bassin voor hergebruik. Een derde stelsel (droogweer afvoer) voert vervuild water af naar de waterzuiveringsinstallatie op de Generaal-majoor de Ruyter van Steveninckkazerne. In het bos- en veldgebied wordt geen riolering aangelegd. Hier verdwijnt het regenwater rechtstreeks of via infiltratiestroken in de ondergrond en via diverse waterlopen naar een riviertje.
Flexibel en compact: Ook qua infrastructuur is het een uniek project van defensie. Alle gebouwen zijn zodanig ontworpen en is de fundering er al op aangepast, dat ze in de toekomst zonder ingrijpende verbouwingen voor meerdere doeleinden kunnen worden gebruikt. Zo wordt zo min als mogelijk gebruik gemaakt van eindige stoffen en juist zoveel als mogelijk van duurzame en opnieuw recyclebare grondstoffen. In het parkgebied is bewust gekozen voor een compacte bebouwing. Hierdoor wordt het landschap minder aangetast en zijn minder lange kabels, leidingen en riolering nodig. Korte loopafstanden tussen de gebouwen leveren daarnaast tijdwinst op en bovendien is het gebruik van privé auto’s op het terrein overbodig”, eindigt Hermans enthousiast zijn verhaal.
Visitekaartje: Deze nieuwe kazerne van de Koninklijke Landmacht zal straks een afspiegeling zijn van een organisatie die streeft naar een hoge graad van professionaliteit en tegelijkertijd een goede werkgever wil zijn met verantwoordelijkheden die passen in de huidige maatschappij. Bij het ontwerp is daarom veel aandacht besteed aan kwaliteit, welzijn, uitstraling en milieuvriendelijke maatregelen. Bovendien is getracht de natuurlijke waarden van het gebied zoveel mogelijk in tact te laten. De overheid heeft hierin een voorbeeldfunctie, en de KL dus ook. Er is niet één opleidingsinstituut in Europa dat straks over zo’n uniek verkeersoefenterrein en over zo’n mooie en functionele huisvesting beschikt als de KL.
Eind oktober 2002 gaat de grote verhuizing plaatsvinden.
Leave a Reply