Sinds 1 januari 2001 heeft het Opleidingscentrum Manoeuvre (OCMAN). Dat gehuisvest is op de Bernhardkazerne in Amersfoort een complete metamorfose ondergaan. Niet alleen is de naam verandert in Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre (OTCMAN). Ook de uitstraling naar buiten toe is aangepast. Maar het meest belangrijke is de gewijzigde taakstelling en de daaruit voortvloeiende ingrijpende reorganisatie in de meest positieve zin – niet saneren maar juist expansie – van het woord. DDP sprak hierover uitgebreid met kolonel A.H. Wolters, commandant OTCMAN. En luitenant-kolonel E. Westerhuis, die als Stafofficier projecten is belast met de diverse reorganisatie projecten.
Gebalde vuist: Het eerste dat in het oog springt is het nieuwe logo. Een eigen ontwerp dat de nieuwe trainingsopdracht weergeeft en een – meer agressieve – militaire uitstraling heeft. De manoeuvre zie je terug in de kleuren rood (infanterie) en blauw (cavalerie). De zilveren gepantserde vuist is de gebundelde gevechtskracht zoals vuur en beweging. Terwijl de goudkleurige pijl naar boven teken is van voortdurend streven naar een hoger niveau in opleiden en trainen. Het tweede is de groei. Er is geen enkele andere organisatie binnen de KL dat op zo’n grote aanwas in personeel en nieuwe speeltjes kan rekenen. Ongeveer 150 nieuwe functies en nieuwe geavanceerde onderwijsleermiddelen in de vorm van twee uiterst moderne simulatiesystemen is iets waar men alleen maar vrolijk van wordt.
Assisteren: Het OTCMAN gaat opleiden en trainen volgens het ‘Train as you Fight’ principe. En heeft daar waar het gebruik van scherpe munitie is toegestaan een zeer hoog realiteitsgehalte. Het is facilitair op het gebied van schieten met vlakbaanwapens van cavalerie en infanterie. Nu wordt men geconfronteerd met een aantal ontwikkelingen. Als eerste meer van hetzelfde. Zes extra pantserinfanterie compagnieën – als gevolg van meer groen op de grond – die opgeleid moeten worden. Dan het leveren van trainingsondersteuning aan commandanten van parate eenheden. “Overigens moet ik daar wel bij zeggen dat wij de ondersteuning gaan leveren,” zegt Wolters. “Maar dat de commandant verantwoordelijk blijft voor de eigen opleidings- en trainingscyclus. Onze rol hierin is dat wij hem kennis aanreiken. En hem assisteren met personeel en middelen om dat doel te bereiken. Wij gaan dus niet in zijn schoenen staan.”
Toekomst: “ Wat zijn de ontwikkelingen die op ons afkomen en welke vertrekpunten hebben wij geformuleerd om de nieuwe organisatie en procedures vorm te geven?” Begint Wolters zijn uitleg. “Reeds een aantal jaren geleden stak een groep wijze mensen de koppen bij elkaar. En werd de organisatiestructuur, wijze van opleiden en trainen door het Commando Opleidingen KL (COKL) en het Legerkorps eens kritisch tegen het licht gehouden. Dit bleek niet meer te voldoen aan de maatstaven en denken van een professioneel beroepsleger binnen onze huidige maatschappij. Waarin men het haast vanzelfsprekend vindt dat Nederlandse eenheden tijdens militaire operaties succes hebben. Maar waarin tevens ook minder acceptatie en begrip blijkt te zijn voor eventuele verliezen. Uiteindelijk is er op basis van nieuwe denkbeelden en filosofie omtrent het huidige en toekomstig operationeel optreden, opleiden en trainen. En een hieruit voortvloeiende gewijzigde taakstelling. Door de Legerraad in november 2000 een belangrijke stap richting toekomst gezet door het omvormen van het COKL naar een Opleidings- en Trainingscommando. Hierbij zal het OTCMAN als eerste gaan reorganiseren. En zal gaan bestaan uit een vaste staf, een kenniscentrum, vijf scholen, twee schietkampen, twee oefendorpen en een logistieke eenheid.”
Versnippering: “Tot op heden waren de twee activiteiten opleiden en trainen gescheiden. Was het COKL in het verleden een school waar de leerlingen werden voorbereid op hun toekomstige functie in het Legerkorps. Terwijl trainen en het oefenen door het Legerkorps geschiede,” vervolgt Wolters. “Tegenwoordig zie je deze twee activiteiten steeds meer naar elkaar toe groeien. Tegelijkertijd werd echter door de overgang van dienstplichtigen naar minder beroepssoldaten en door het optreden in crisisgebieden daar steeds hogere eisen aan gesteld. Hoe vreemd het ook mag klinken, hierdoor nam de instructiecapaciteit en opleidingstijd sterk af. Dit kwam doordat er kleinere klassen gevormd werden. En niet door afname van het aantal opleidingen. Zo ontstond er frictie tussen de opleidingsbehoefte en de opleidingsmogelijkheden. Dus is er ook alles voor te zeggen om de mensen die zich bezig houden met opleiden en trainen te concentreren en integreren in het OTCMAN. Hierdoor voorkom je versnippering van expertise.”
Center of exellence: “Het opleiden van de individuele gevechtssoldaat en het trainen van de gevechtseenheid,” verwoord Wolters, “dat is mijn primaire missie. Dan moet je als eerste zeggen dat het leger optimaal georganiseerd en uitgerust moet zijn. In de eerste plaats om een conflict te kunnen winnen en oorlog te kunnen voeren. Waarbij veel waarde wordt gehecht aan opleiding, training en vorming. De hoge eisen die worden gesteld aan de beroepsmilitair in geval er moet worden opgetreden in crisissituaties zijn daar aanleiding voor. Tijdens de initiële opleiding zal niet alleen maar kennis en vaardigheden moeten worden aangeleerd. Maar zal vanaf het begin aspecten zoals teambuilding, initiatief, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheid, gevechtsbereidheid maar ook discipline bijgebracht moeten worden. De absolute wil om te slagen is een voorwaarde voor eventueel succes. Niet voor niets wordt gezegd dat de sleutel tot succes bij de individuele gevechtssoldaat ligt. Mijn missie om manoeuvre eenheden zoals pantserinfanterie, luchtmobiele lichte infanterie, tanks en verkenning. En sedert kort alles wat te maken heeft met lucht/grond samenwerking. Is om deze ‘verbonden wapens’ ook gezamenlijk op te gaan leiden en trainen. Met name op het gebied van het schrijven van doctrine en grondslagen is er een bepaalde synergie ontstaan waardoor men van het begin af aan gaat samenwerken. Overigens is het gezamenlijk opleiden van infanterie en cavalerie niks nieuws. De Duitsers doen dat al tientallen jaren op de Panzer Truppenschule in Munster. Nu hebben wij in feite voor hetzelfde model gekozen. Máár dan moet het OCTMAN een “Center of Excellence” zijn. De onderwijzer moet meer kennis bezitten en dit over kunnen brengen op de leerling. Verder moeten wij ook schitteren als voorbeeld. Als wij er een puinhoop van maken kun je niet verwachten dat mensen zich daaraan moeten gaan spiegelen. Wij hebben drie categorieën binnen het OTCMAN. Als eerste de onderwijzers, onze instructeurs. Ten tweede de hoogleraren die binnen de gevechtstraining school zitten die voortgezette opleidingen verzorgen en helemaal los zijn op tactiek en strategie. Ten derde zijn er de professoren in het Kenniscentrum. Dat zijn de mensen die onder regie van de Landmachtstaf doctrines en, handboeken schrijven en voorschriften opstellen. En zien we dus dat het geheel meer is dan de som der delen, het zogenaamde 1+1=3 synergie.”
Observer/Trainer: “De reorganisatie bestaat uit een aantal deelprojecten,” vult Westerhuis aan. “Het Mobile Combat Training Center (MCTC) en Tactische Indoor Simulatie (TACTIS) zullen op korte termijn worden ingevoerd. Daarnaast wordt – een deel van – de kernstaf van 103 Verkenningsbataljon op het OTCMAN ondergebracht.” De metamorfose van Manoeuvreschool waar additionele opleidingen plaatsvinden naar Gevechts Trainings School (GTS) neemt het leeuwendeel voor zijn rekening. Dit in de vorm van nieuwe en moderne onderwijsleermiddelen en oprichting van nieuwe instructiegroepen. Het fenomeen Observer/Trainer (O/T’er) is misschien wel de meest zichtbare verandering op korte termijn. “In het verleden zag je bij oefeningen scheidsrechters en hulpleiders die vaak bij de eigen eenheid vandaan kwamen. Maar die nu niet meer voldoen,” gaat Wolters verder. “Hij gaf toen aan hoe de oefening moest verlopen. Wie wint er en wie verliest er. Dat bepaalt nu de computer en allerlei moderne hulpmiddelen zoals MILES- en in de toekomst SAAB BT-46 duelsimulatoren. Waar hebben wij nou wel iemand voor nodig? Op pelotonsniveau hebben we bewust gekozen voor een observer/trainer. Iemand die vanuit zijn expertise kan waarnemen en vervolgens tijdens een After Action Review (AAR) leermomenten kan aanreiken. Een vaste kern van O/T’ers wordt intern opgeleid nadat hij of zij eerst diverse functies bij operationele eenheden met succes heeft vervuld. En daardoor een schat aan kennis, informatie en ervaring heeft opgebouwd. Eerst wordt de O/T’er nog eens extra vakkennis in de vorm van interne cursussen aangereikt. De O/T’er moet over lef en kennis beschikken maar ook didactisch onderlegt zijn. Het is van groot belang dat hij de kennis, ervaring en vaardigheden kan overbrengen en kan inspelen op de reactie van de leerlingen. In dialoogvorm discussiëren. Leerlingen in het leerproces een rol eigen laten hebben zodat hij er de volgende keer weer voor gaat en er zelfs een schepje bovenop doet. Daarbij niet te vergeten dat het mes aan twee kanten snijdt, de O/T’er blijft bij de tijd omdat hij de ontwikkelingen van de parate eenheden van dichtbij volgt. Hierdoor zullen uiteindelijk zowel de opleiding als ook de training naar een hoger niveau worden getild.”
De GTS gaat zich nog meer dan voorheen richten op de trainingsondersteuning van gevechts- en gevechtssteuneenheden en de staven van het NL deel van het 1 GE/NL Corps. In de vorm van praktische oefeningen te velde. Of bij computerondersteunende commandopost oefeningen of staftrainingen. De vuurdoop heeft de men inmiddels ondergaan tijdens de oefening ‘White Rhino’ van 13 Mechbrig op het Amerikaanse Combat Maneuver Training Centre (CMTC) in Hohenfels (Dld). Waar voor de eerste maal de voledige O/T organisatie en de bezetting van het Tactical Analysis and Feedback (TAF) met succes geleverd werd. Bij zo’n grote oefening zijn er veel O/T’ers op alle niveaus nodig. Om aan deze incidentele vraag aan grote aantallen O/T’ers te kunnen voldoen dient ook personeel van andere opleidingsinstituten – zoals het OCVUST, OCLOG maar ook de KMA en KMS – gecertificeerd te zijn als O/T’er. Tevens zijn er incidentele O/T’ers – dit is personeel binnen de KL – dat op grond van zijn specifieke kennis en ervaring tijdelijk vrijgesteld kan worden van zijn organieke functie. Zelfs reservisten, FLO- en BD personeel kan hiervoor worden benaderd.
Simulatiesystemen: Een belangrijk element binnen de GTS wat vorm gaat krijgen is de ‘Kennisgroep Simulatie Systemen’ (KSS). Deze heeft het beheer en technische ondersteuning over onder andere KIBOWI als computergeleide proceduretrainer voor het ondersteunen van staftrainingen, Command Post eXercises (CPX) en Computer Assisted eXercises (CAX). KIBOWI is nu uitgerust met software versie vijf. In tegenstelling tot eerdere versies is het nu veel gedetailleerder en realistischer. Zo is het nu in staat om helikopters te presenteren. En is de logistieke kant van het gevecht ingevoerd. Kon men vroeger op de computer oneindig van voorraden gebruik maken. Vergeet men nu het logistieke plaatje op tijd invulling te geven dan raken die op en kan de eenheid geen actie meer uitvoeren.
Geïnstrumenteerd oefenterrein: Op 20 juni 2000 is een bestelorder geplaatst bij de Zweedse firma SAAB voor het leveren van het Mobile Combat Training Center (MCTC). Het complete MCTC moet in december 2002 afgeleverd en operationeel zijn. “Dit is vergelijkbaar met het Amerikaanse CMTC of het Britse Combined Arms Training Center in Salisbury Plain,” vertelt Westerhuis. ”Het bestaat als eerste uit duelsimulatoren wat vergelijkbaar is – maar niet onderling uitwisselbaar is – met het MILES systeem. Elk individu en wapensysteem wordt voorzien van detectoren en laserpuls genererende systemen van het type SAAB BT-46. Daar overheen komt een paraplu van een geïnstrumenteerd oefenterrein. Je hebt dus een radio en data bedekkend systeem wat ervoor zorgt dat ieder individu en wapensysteem die voorzien zijn van een GPS systeem dat een signaal stuurt naar een satelliet. Men kan dus het gevecht op beeldschermen volgen. Daarnaast kunnen wij vanuit het EXCON ook het gevecht beïnvloeden door bijvoorbeeld mijnenvelden te activeren en NBC aanvallen te simuleren. Wat dat betreft gaat het SAAB systeem stukken verder dan het systeem op het Amerikaanse CMTC met MILES-2. Wij kunnen maximaal twee eenheden van teamgrootte versterkt met gevechtssteun in de vorm van vuursteun en geniesteun gelijktijdig op niveau vier trainen. Wij hebben voor een mobiel systeem gekozen omdat er in Nederland geen enkel oefenterrein te vinden is dat groot genoeg is. Plus dat een mobiel systeem overal ter wereld ontplooid kan worden. De EXCON en de AAR zich bevinden in grote containers op wissel laad systemen.
TACTIS: Het tweede uiterst moderne speeltje waarover het KSS in de nabije toekomst zal gaan beschikken is Tactische Indoor Simulatie (TACTIS). Wat vergelijkbaar is met het Amerikaanse SIMNET in Grafenwohr (Dld). Het plaatsen van de bestelorder voor TACTIS waarvoor verschillende producenten zoals Lockheed, Stn Atlas en Thompson in de race zijn. Is – afhankelijk van de politieke goedkeuring die midden 2001 verwacht wordt – niet voorzien voor begin 2002 en dient naar de huidige planning begin 2005 operationeel te zijn. TACTIS bestaat uit een netwerk van een groep gekoppelde wapensimulatoren en wapensystemen. Deze zijn van binnen identiek uitgerust zoals Leopard 2 A6 tanks en YPR of toekomstig pantser infanterievoertuig. Hier kunnen complete ingestegen bemanningen en uitgestegen personeel in een uiterst realistische virtuele omgeving geconfronteerd worden met realistisch optredende tegenstanders. Maar ook met neutrale elementen zoals enkele of groepen burgers en dieren. En uiteraard realistisch optredende bevriende eenheden. Dit alles is bedoeld voor de opleiding van – gemengde – eenheden van pantserinfanterie- en tankbataljons. Vanaf het niveau van de individuele opleiding tot en met het tactisch optreden van eenheden op het niveau van compagnie, eskadron of team. In eerste instantie is de schietopleiding in TACTIS alleen bestemd voor tankeenheden. De kracht ligt met name in de mogelijkheden voor het uitvoeren, regisseren, analyseren en evalueren van relatief korte maar zeer intense scenario’s die onder goed gecontroleerde omstandigheden zo vaak als nodig kunnen worden uitgevoerd. Andere voordelen zijn de geringe belasting voor het milieu. Het ontbreken van vredes- of veiligheidsbeperkingen. En de lage exploitatiekosten. Men hoeft bijvoorbeeld geen kostbare munitie meer te spenderen om fouten bij de schutters eruit te halen.
Operatietoneel van de toekomst: Een ander nieuw element binnen de GTS vormt de instructiegroep ‘Operaties in Verstedelijkt Gebied’. De wereld verstedelijkt in een rap tempo. En een nieuwe taakstelling van het OTCMAN is het prepareren van de KL op crisisoperaties in deze gebieden. Om die redenen wordt voor ieder infanteriebataljon één oefenhuis op de kazerne gebouwd om daarin de basistechnieken op het laagste niveau in het binnendringen hiervan met allerlei hulpmiddelen onder de knie krijgen. Om vervolgens op maximaal pelotonsgrootte naar Oostdorp – dat geheel wordt aangepast om er met scherpe munitie te trainen – in een omgeving met 40 bouwobjecten af te reizen. Men kan daar dan het tweepartijen systeem beoefenen m.b.v. MILES of SAAB BT-46 duelsimulatoren. Derde stap is dat men tot compagniesgrootte afreist naar het op dit moment in aanbouw zijnde oefendorp Marnehuizen in de Lauwersmeer. Nederland is leidinggevend met dit project dat zal bestaan uit 104 objecten. Je kunt het niet opnoemen of het is er. Van een oude dorpskern, een compleet rioleringsstelsel waarin men zou kunnen vechten, een flatgebouw, industrie en een spoorweg emplacement tot een kerk. Tijdens deze trainingen wordt niet alleen veel aandacht besteed aan schieten met scherpe munitie op verschillende wapens in onoverzichtelijke ruimtes met zeer korte afstanden. Maar wordt ook de mentale belastbaarheid en de fysieke weerbaarheid en agressiviteit verder ontwikkeld. Men wordt daar danig op de proef gesteld door zeer realistisch te oefenen.
Combat-loaded: Naast de inzet van een O/T organisatie – al dan niet met gebruikmaking van simulatietechnieken – voor de tactische trainingen op diverse niveaus. Is de GTS vanaf begin 2003 in staat gevechtsschietoefeningen tot en met teamgrootte te ondersteunen. Dit is een combinatie van tactisch optreden met scherpe munitie. Deze zullen niet meer plaatsvinden op statische schietbanen maar op een ‘free for all’ oefenterrein zoals Bergen-Hohne buiten Nederland. In een verzamelgebied worden de gemengde teams aangevuld met gevechtssteun onder tactische omstandigheden geladen en afgetankt. Alvorens ze een opdracht krijgen om – combat-loaded – tot actie over te gaan. Dan pas begeeft men zich naar de schietbaan die vier a vijf kilometer verderop ligt en waar men onderweg wordt geconfronteerd met allerlei tactische opdrachten alvorens men zich mag uitleven op de schietbaan. Waar doelvoorstelling die men moet bestrijden plaats vindt. Gedurende deze oefeningen wordt men mentaal en fysiek zwaar belast. En wordt er tevens voortdurend met tijdslimieten gewerkt. Omdat bemanningen in een positie worden gebracht waarin men zonder voortdurend toezicht samen in een teamverband opdrachten moeten uitvoeren. Ondervind men des te meer het belang van discipline, doorzettingsvermogen en teamgeest. Bij een opdracht in het kader van gevechtsschiettraining zal men veelal in een fractie van een seconde moeten onderkennen, beslissen en daarnaar handelen. Dit vereist niet alleen gevechtsbereidheid. Maar worden tevens agressiviteit, actie-intelligentie en verantwoordelijkheidsbesef nog eens extra onder de loep genomen. Van ieder wordt verwacht dat hij samen met zijn bemanning of teamleden de juiste afweging van risico’s maakt en daar naar handelt. Hierdoor kan men het vermogen ontwikkelen om op de juiste momenten te relativeren en daar waar nodig zijn optreden erop zal gaan aanpassen.
Air Manoeuvre Warfare: “Met ingang van 1 januari dit jaar werd ook de School Grond Lucht Samenwerking (SGLS) onder mijn bevel gesteld,” vervolgt Wolters zijn uitleg. “Dit alles met het doel om in de naaste toekomst zowel gemeenschappelijk inhoud te geven aan de consequenties van de snelle ontwikkelingen binnen het functiegebied ‘Air Manoeuvre Warfare’. Als een betere integratie te bewerkstelligen van de luchtsteunaspecten in de diverse voortgezette manoeuvre opleidingen. Begin april 2001 is het bonte gezelschap (waarin officieren en onderofficieren van Land- Luchtmacht en het Korps Mariniers werkzaam zijn) van dit interservice instituut. Van Ede naar het complex Groot Heidekamp te Schaarsbergen verhuist. Waar het tevens wordt gecoloceerd met de Helikopter Instructie Groep van het schoolbataljon luchtmobiel en het gros van de eenheden van 11 Air Manoeuvre Brigade. Naast een betere infrastructuur biedt deze nieuwe locatie vele voordelen voor samenwerking bij de praktijkopleidingen op ‘Fixed-Wing’ en ‘Rotary-Wing’ gebied. Zoals planning, voorbereiding en uitvoering van ‘Combined joint operations’.” Gelijktijdig wordt door TNO-FEL de geavanceerde Forward Air Controler (FAC) trainingssimulator opgeleverd. En wordt deze Nederlandse vinding – waar inmiddels internationaal grote belangstelling voor bestaat – een vast onderdeel van de FAC opleiding. Omdat optreden in de derde dimensie per definitie een internationale aangelegenheid is, wordt nu al 60% van het cursuspakket op het SGLS onderwezen in het Engels. Tevens behoort het Bureau Externe Ladingen (BEL) tot de SGLS. Elk uitrustingstuk dat door de lucht onder een transporthelikopter met behulp van een underslung vervoerd wordt. Zoals een mortier, een veldkeuken of je kan het zo gek niet bedenken. Moet eerst gecertificeerd en na vele praktijktesten goedgekeurd worden door de BEL.”
Tirailleur: Bij de infanterieschool op de Harskamp is op 29 januari 2001 voor de eerste maal een twaalf weken durende ‘Tirailleur Functie Opleiding’ van start gegaan. Deze volledig herziene opleiding die bestaat uit instructie op alle klein kaliber infanteriewapens en lichte antitankwapens. Systeemoriëntatie YPR-765, drills en procedures infanterie optreden en gevechtsbereidheid training. Zal de oude ‘Basis Infanterie Functie Opleiding’ bij de schoolbataljons gaan vervangen. Alleen schoolbataljon luchtmobiel volgt zijn eigen traject hierin. Tevens komt op elk garnizoen een Simulator Klein Kaliber wapens.
Extra bagage: Kosovo, Bosnië, Sint Maarten, Midden-Oosten enz. De School Voor Vredesmissies (SVV) verzorgt op maat gemaakte opleidingen voor de individueel uit te zenden militair of burger. Men geeft een algemene opleiding waarin extra bagage meegegeven wordt in de vorm van achtergronden van het conflict, wat je daar kan verwachten aan cultuur, aan klimaat of in welke organisatie je geplaatst wordt. En omdat ze zich – meestal – in een crisisgebied bevinden. Kortom alle handvaardigheden die je van pas kunnen komen. Er is een studie gaande om deze individuele opleiding te gaan integreren met de voor eenheden ‘Missie Gerichte Opleiding’.
Op maat: Kolonel Wolters sluit af met het volgende: “Voor alles wat wij gaan doen zeggen we: maak eerst een eenheid gevechtsgereed en zet daar dan – afhankelijk van de missie waarbij het individu of de eenheid wordt uitgezonden – een op maat gemaakte module op. Maar wat altijd ons uitgangspunt zal blijven is: wij willen succes hebben in oorlog en andere militaire operaties.”
Naast de moderne uitrusting en materieel dat de KL binnen afzienbare tijd instroomt. Zoals de invoering van de ‘FENNEK’ en de omwapening Leopard 2 A5 naar A6 welke beide in 2003 voltooid moeten zijn. De invoering van de gevechtsveld bewakingsradar ‘SQUIRE’ in 2002. Is het goed opleiden van personeel essentieel. Het geloof in eigen kunnen, wat kan ik, staat centraal. Dit alles is van directe invloed op de kwaliteit van de organisatie en toekomstig succes. Daar ligt alles aan ten grondslag om de kwaliteit van de KL op een hoger niveau te kunnen tillen. Niet voor niets roepen de Amerikanen ‘Wij hebben de Golfoorlog gewonnen in Hohenfels’. Dit rechtvaardigt des te meer het besluit om in de nabije toekomst meer dan 250 miljoen gulden te investeren in geavanceerde onderwijsleermiddelen. ARMEX bericht in een volgend nummer meer uitgebreid over het MCTC en TACTIS.
Leave a Reply