Na maanden van onzekerheid zijn de verkiezingen in Irak achter de rug. In de provincie Al Muthanna, waar Stabilization Force Iraq 5 (SFIR, red.) is gestationeerd verliepen de verkiezingen rustig en was de opkomst hoog. Dit was mede te danken aan het vele ‘blauw’ op straat. De opleiding van al deze veiligheidsdiensten lag gedeeltelijk in handen van de Koninklijke Marechaussee (KMar, red.).
De KMar draagt daarmee bij aan het opleiden en monitoren van de Iraakse veiligheidsdiensten, één van de kerntaken van 11 (NL) Battlegroup. Zo doet de marechaussee in Irak meer dan alleen haar politietaken. Voor een duidelijke scheiding zijn de marechaussees daarom opgedeeld in twee groepen, de zogenaamde ‘blauwe’ en ‘groene’ marechaussee. De ‘blauwe’ groep houdt zich bezig met de politietaken voor wat betreft de Nederlanders in het missiegebied, de ‘groene’ groep is verantwoordelijk voor het trainen van politievaardigheden van de lokale Iraakse autoriteiten.
In totaal zijn zesendertig marechaussees belast met de ‘groene taken’. Zij doen hun werk verspreid over de drie verschillende compagnieën in Irak. De grootste groep, tweeëntwintig marechaussees, is op Camp Smitty geplaatst. Daar zit ook de commandant van de groene marechaussee kapitein Albert, in Nederland is hij afdelings commandant BSB (Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten, red.). De 38-jarige Hooglander trof een goed gemotiveerde politiemacht aan in Al Muthanna toen hij op 15 november begon met zijn team aan SFIR 5. ‘De vorige lichtingen SFIR hebben goed werk gedaan in de provincie.’ Iedere groep kreeg de verantwoordelijkheid over een aantal deelopdrachten varierend van het monitoren en mentoren van de werkzaamheden tot en met daadwerkelijke training “on the job”. De focus ligt daarin op het personeel van veiligheidsdiensten in Irak, zoals het personeel van de politiebureaus, vechicle check points, de grensposten, een politie trainingscentrum en het lokale huis van bewaring. Albert: ‘Ruwweg gezegd is tijdens de eerste twee SFIR missies een start gemaakt met de opleiding van de veiligheidsdiensten, er was toen nog helemaal niets want al het personeel van de overheidsinstanties was naar huis gestuurd. Daarna heeft SFIR 3 kunnen mentoren en monitoren, SFIR 4 is daarmee verder gegaan en heeft met een ontzettend trieste gebeurtenis te maken gehad met het verlies van wachtmeester der eerste klasse Severs. Dat heeft een invloed op een groep, op elke groep. Tijdens SFIR 5 hebben wij de puntjes op de ‘i’ kunnen zetten en meegeholpen aan het omvangrijke plan rondom de beveiligingen voor de verkiezingen op 30 januari, een soort finale testcase.’
Voordat de Groene KMar van SFIR 5 begon met haar werkzaamheden werd eerst een inventarisatie gemaakt van het vaardigheidsniveau van de Irakezen. Speciaal voor dat doel werden een aantal oefeningen opgezet waarin een calamiteit gesimuleerd wordt. ‘Het PJOC (Provincial Joint Operation Centre, red.), een soort 112 alarmcentrale, krijgt een melding binnen van een ongeval en wij kijken dan naar het optreden van de afzonderlijke diensten, maar ook de onderlinge afstemming en samenwerking. Zo werd bekeken wat er nog moest worden bijgespijkerd.’ Deze inventarisatie was met name van belang in de aanloop naar de verkiezingen op 30 januari, vindt Albert: ‘Het is één van de belangrijkste testcases voor hen en voor ons: wat kunnen ze al en waarin hebben ze nog begeleiding nodig?’ Uit de evaluaties in deze oefeningen komt in ieder geval één van de belangrijkste pijnpunten naar voren: niemand heeft de leiding op de plaats van een incident. Zeker wanneer meerdere diensten samen moeten werken levert dat problemen op. Daardoor wordt er teveel langs elkaar heen gewerkt. ‘Zo zie je soms dat de politie met hoge snelheid komt aanscheuren en bij een calamiteit als eerste te plaatse is, dan gaan ze hun werk doen in het regelen van het verkeer en aantekeningen maken maar gewonden laten ze gewoon liggen: dat is het werk van de ambulancedienst. Dat proberen wij aan te pakken en dat werkt, men is heel leergierig en staat open voor de aanwijzingen die wij hen geven. Zo proberen wij ze in evaluaties te laten zien wat het belang is van een algemene leider op de plek waar het incident plaats heeft gevonden.’ Met de opleiding van politiefunctionarissen wordt een belangrijk doel bereikt: ‘Meer blauw op straat is heel belangrijk voor de bevolking en het algemene gevoel van veiligheid, dat is hier net zo goed het geval als in Nederland.’ Maar ook wanneer SFIR in de nabije toekomst Irak heeft verlaten moeten de veiligheidsdiensten op hun taken zijn voorbereid. ‘Het belangrijkste is dat wij hen leren te werken op een professionele manier, dat moet uiteindelijk wel hun professionele manier zijn waarop ze de komende jaren kunnen voortbouwen.’
‘Voor de opleidingen maken wij gebruik van de lesprogramma’s die zijn opgesteld door de Multi-National Division South-East (MND-SE, red.) zij zijn leading voor wat betreft de koers die wij varen in onze opleiding alhoewel er wel ruimte is voor ons eigen accent.’ De MND-SE staat onder leiding van de Britten, zij ontwikkelden ook de syllabi die gebruikt worden door de nederlanders. ‘Onze taken worden straks overgenomen door civiele organisaties als het Civilian Police Assistance Training Team (CPATT, red.) en International Police Advisors (IPA, red.). Deze organisaties bestaan uit gepensioneerde werknemers uit het politieambt welke nu adviserende taken op zich hebben genomen. Zij zullen zich met name richten op de leidinggevenden en de structuur van de politiemacht in Al Muthanna. Nu nog zijn er veel militairen van het Iraakse leger actief in de steden, zij moeten straks meer de buitengebieden voor hun rekening gaan nemen en de politietaken overlaten aan de Iraakse politie. Ik denk dat wij op drie gebieden hebben bijgedragen aan een betere politiemacht, ten eerste is er een veilige en stabiele situatie gecreeerd rondom de verkiezingen waardoor de bevolking massaal gehoor heeft gegeven aan de oproep om te gaan stemmen, ten tweede hebben we de Iraakse Politie bijgebracht hoe ze een balans kunnen vinden tussen stambelangen en cultuur enerzijds en de wet anderzijds en tot slot hebben we bijgedragen aan een politie waar de bevolking niet bang voor is maar die voor hen benaderbaar en aanspreekbaar is. Wij moeten daarbij overigens niet onze werkwijze in Nederland als blauwdruk gebruiken voor de manier van optreden hier. Dan zou je langs diepgewortelde zaken als stambelangen en cultuur voorbijgaan, het is onrealistisch om te denken dat wij dat er in twee jaar SFIR uitkrijgen,’ legt Albert uit. Want de Arabische cultuur en stammenbelangen spelen in Al Muthanna een grote rol. ‘Daar krijg je als monitor natuurlijk ook mee te maken. Wat dat betreft moet je echt proberen om je westerse gedachtes los te laten. De stammen hebben hier nou eenmaal een grote rol, belangrijker: een rol die werkt: ze lossen hun conflicten intern op zo werkt het hier gewoon.’
Volgens Albert is het kernwoord in het samenwerken met de Irakese veiligheidsinstanties: respect. ‘Wij gaan in het contact niet meteen over tot zaken. We maken eerst even een praatje over koetjes en kalfjes en gaan dan pas tot zaken over. Zo werkt dat hier nou eenmaal, die aanpak werkt.’ Toch is het onmogelijk om te voorkomen dat cultuur een stempel drukt op het werk. ‘Je ziet het bij de vehicle check points, de leden van de stam krijgen allemaal een handje van: “rij maar door”, zodra er iemand van buiten het gebied komt wordt die aan de kant gezet. Daarnaast zijn in de Irakese cultuur autoriteiten erg belangrijk; zodra wij komen kijken bij een checkpoint of er arriveert een officier van hen dan wordt er ineens wel heel consequent gewerkt. Het verschil voor hen is dan, dat er later altijd naar de persoon boven hen gewezen kan worden zo van: ik hield jou aan maar dat moest van mijn baas, dat idee.’ Ook op het vlak van de infrastructuur inventariseert de ‘groene’ KMar wat er nog allemaal te verbeteren valt. ‘We bezoeken de locaties waar de veiligheidsinstanties werken en kijken wat daar verbeterd kan worden. Het werk van CIMIC (civil military co-operation, red.) is dan ook erg belangrijk en draagt bij aan de effectiviteit van ons werk. Oorzaak en gevolg hangen namelijk samen in een groter verband. Zo wordt er op dit moment op de politiebureau’s nog weinig gewerkt met computers waardoor alles op papier gaat, dat is natuurlijk niet meer van deze tijd. Het probleem is alleen dat de stroomvoorziening in de provincie nog verre van betrouwbaar is. Daardoor klapt om de zoveel tijd de stroom eruit en dan kun je weer opnieuw beginnen dat nodigt niet uit tot het werken met deze apparatuur die het werk wel vergemakkelijken.’ In samenwerking met SSR (Sector Security Reform, red.) werd geld vrijgemaakt voor nieuwe voertuigen en werd tevens gekeken naar mogelijke verbeteringen voor de politiegebouwen waar ook in wordt geinvesteerd.
Persoonlijk heeft Albert een goede, leerzame tijd in Irak gehad: ‘Natuurlijk speelt het verlies van wachtmeester Severs mee in je achterhoofd als je hier heen gaat. Je bent je daardoor extra bewust van het gevaar, je moet altijd op blijven letten want er kan altijd wat gebeuren hier. Toch denk ik niet dat wij hier in de provincie niet gewenst zijn of waren. De grootste zorg hier in de provincie is voor zowel ons als de inwoners dezelfde: strijders van buiten de provincie die hier hun islamitische oorlog komen uitvechten. De bevolking is gastvrij genoeg, dat merk je in de omgang, het gros van hen wil gewoon veiligheid en rust om het dagelijkse leven.’ Voor wat betreft het werk is de commandant erg content met zijn personeel: ‘Ik heb gelukkig met een groep zeer gemotiverde marechaussees kunnen werken. In sommige gevallen konden ze de kennis van hun dagelijks werk in Nederland hier direct overbrengen, dat scheelt een hoop.’ De commandant van de groene marechaussee kijkt met alle SFIR collega’s terug op een geslaagde missie. In de media was van te voren veel speculatie over de verwachte verloop van de verkiezingen, in Al Muthanna bleef het gelukkig rustig: ‘Er was die dag erg veel beveiliging op de been en de militairen en politie zorgden ervoor dat die dag niemand met slechte bedoelingen de stad in konden komen. De bevolking deed de rest door massaal te gaan stemmen, een betere dag had het niet kunnen worden.’
Leave a Reply