Sinds 12 juni van dit jaar maakt 11 Luchtmobiele Brigade deel uit van de Duitse ‘Division Schnelle Kräfte’, ofwel DSK in het kort. Dit is een nieuw opgerichte snelle interventie-eenheid, waarin Nederland en Duitsland samenwerken. De divisie benut zo optimaal de kwaliteit van personeel en materieel. Het biedt ook voordelen voor opleiding en training. Omdat de militairen op dezelfde manier werken, is inzet van de troepen gemakkelijker. Het samenvoegen van de Nederlandse brigade met Duitse eenheden bespaart ook geld. Een Duits-Nederlandse staf leidt de divisie vanuit het Duitse Stadtallendorf. De troepen blijven wel gewoon gelegerd op hun eigen locaties. Voor de luchtmobiele brigade zijn dat Schaarsbergen en Assen.
In Schaarsbergen zetten Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif en zijn Duitse ambtgenoot luitenant-generaal Bruno Kasdorf daarvoor hun handtekening onder de overeenkomst. Dat deden zij onder toeziend oog van minister Jeanine Hennis-Plasschaert en haar Duitse ambtgenote Ursula von der Leyen. Daarna vlogen beide ministers per helikopter naar het hoofdkwartier van de Duitse divisie in Stadtallendorf in de Duitse deelstaat Hessen. Hier werd in een stadion een ceremonieel appel van Duitse en Nederlandse militairen gehouden. Dit ter gelegenheid van de oprichting van de Division Schnelle Kräfte en de integratie van 11 Luchtmobiele Brigade daarin. Leden van de Duitse Bondsdag en Nederlandse parlementariërs woonden de ceremonie bij.
Hennis sprak in Stadtallendorf van een ‘historisch moment’. “Hiermee wordt de Duits-Nederlandse samenwerking naar een nieuw niveau getild. Zo versterken we onze slagkracht en vergroten ons handelingsvermogen”, zei ze. “Het uiteindelijk doel van deze samenwerking is een gezamenlijke planning en uitvoering van missies! In 2016 moet de gezamenlijke divisiestaf operationeel zijn. Vanaf 2018 moet de hele divisie in staat zijn operaties uit te voeren.”
Het verder vergroten van het gemeenschappelijk handelingsvermogen is volgens Hennis ‘broodnodig’. “We moeten antwoord blijven geven op mondiale ontwikkelingen. Deze samenwerking dient onze bredere veiligheidsbelangen, daar ben ik van overtuigd! Het zal een proces van de lange adem zijn, waarbij we over en weer veel van elkaar leren.” En tot de verzamelde militairen: “Maar ik heb werkelijk alle vertrouwen in uw succes!”
Hennis hechtte ook aan de aanwezigheid van de parlementariërs: “Om een voorspelbare en betrouwbare partner te zijn (en te blijven!), moet over de samenwerking – met regelmaat – het politieke gesprek worden gevoerd. Tussen de regeringen, tussen de regering én het parlement, maar zeer zeker ook tussen de nationale parlementen.”
De ondertekening door de 2 commandanten vloeit voort uit de Declaration of Intent (DOI) die de ministers eind mei vorig jaar al van hun handtekening voorzagen. Hierin werd de integratie aangekondigd. Daarin stond ook al dat de uitstekende Duits-Nederlandse samenwerking nog wordt verbreed op gebieden als materieel, operaties, gemeenschappelijke oefeningen en training.
In de DOI stond onder meer ook dat: het hoofdkwartier van het Duits-Nederlandse Legerkorps zich ontwikkelt tot een Joint Task Force hoofdkwartier voor de NAVO; de eenheden van de grondgebonden lucht- en raketverdediging van beide landen gaan integreren; de Duitse en Nederlandse vuursteuneenheden samengaan; de marines van beide landen nog intensiever gaan samenwerken.
Na de ondertekening kregen de hoge gasten demonstraties te zien.
Het opnemen van de luchtmobiele brigade in de DSK moet leiden tot een geïntegreerde manier van opereren. Een gezamenlijk stafelement met zowel Nederlandse als Duitse stafofficieren stuurt de DSK aan. De eenheden blijven wel op hun eigen locaties gelegerd. Voor 11 Luchtmobiele Brigade zijn dat Assen en Schaarsbergen. De integratie levert voordelen op voor opleiding en training en bevordert de gezamenlijke inzetmogelijkheden. Bij een gezamenlijke inzet moeten beide landen daarmee instemmen.
Leave a Reply