Tijdens mijn bezoek in Afghanistan, begin april, aan de Nederlandse troepen waren er vijf ‘Cougar’ Mk-2 transportheli’s van 300 Squadron op Kandahar Airfield (KAF) gestationeerd. Deze Nederlandse transportheli’s worden dagelijks ingezet voor intra-theater transporttaken. Hierbij vervoeren ze alles, variërend van munitie, voedsel en water, tot personeel en postzakken van en naar de verschillende ISAF-bases. De Nederlandse transportheli�s hebben niet alleen Uruzgan als werkterrein. Ze nemen als het moet zelfs heel het zuiden van Afghanistan voor hun rekening. Op alle missies die Nederlandse transportheli’s vliegen houden bemanningsleden aan de deur, turend vanachter een MAG 7,62mm mitrailleur, een oogje in het zeil. Zij worden ook wel ‘doorgunners’ genoemd. In simpel Nederlands zijn dat gewoon boordschutters.
Op de ‘Cougar’ zijn het er twee – in iedere deuropening één. Op 1 mei 2009 hebben niettemin drie CH-47D ‘Chinook’ zware transporthelikopters, afkomstig van 298 Squadron, op hun beurt de transporttaken van de Cougar in Afghanistan overgenomen. De Chinook heeft zelfs drie doorgunners aan boord. Naast de twee die vooraan bij beide deuropeningen staan zit er ook een boordschutter achterop de ‘ramp’ (laadklep), om de zesuur positie in de smiezen te houden.
Iets wat velen niet weten is dat er – naast de organieke ‘loadmaster(s)’, die tot de Koninklijke Luchtmacht (KLu) behoren – standaard in iedere transportheli ook minimaal een boordschutter zit die van de Koninklijke Landmacht (KL) afkomstig is. Op zich niet vreemd dat dit onbekend is. Als lid van de helikopterbemanning draagt hij op uitzending namelijk dezelfde kleding en uitrusting als zijn collega’s van de KLu. Echter, als hij zijn baret opzet valt hij ineens heel duidelijk op tussen zijn collega’s. Deze is namelijk rood van kleur in plaats van de grijsblauwe Luchtmachtbaret. Deze roodgekleurde baret is kenmerkend voor personeel van 11 Luchtmobiele Brigade (Air Assault) ‘7 December’. Organiek vervullen deze boordschutters dan ook een functie bij 11 Luchtverdedigingscompagnie (Air Assault) ‘Samarinda’. Sinds jaar en dag is deze compagnie hofleverancier van de doorgunners-pool. Uit deze pool kan het Defensie Helikopter Commando (DHC) van de KLu op haar beurt tijdens uitzendingen dan een beroep doen voor aanvullende doorgunners.
Als een luchtmobiele luchtverdediger het geluk heeft, om na plaatsing bij 11 Luverdcie, te worden aangewezen voor deze zeldzame en door velen gewilde nevenfunctie van doorgunner, moet hij eerst door een strenge, specifiek voor vliegend personeel, keuring zien te komen. Trouwens, voor kerels tot 35 jaar is deze gang naar zo’n vliegmedische keuring eens per elk jaar. Ben je ouder dan wordt het tweemaal per jaar. Als hij dus ook medisch gezien fit wordt bevonden gaat hij het opleidingstraject in. Daarin wordt vooral veel tijd besteed aan het theoriegedeelte van het op de juiste manier bedienen van het boordwapen – de MAG 7,62mm mitrailleur. De verschillende procedures en handling van de MAG op de helikopter wijken namelijk toch op nogal wat fronten af met wat zij van nature op de grond gewend zijn. Met name door de voorwaartse snelheid van de heli valt er op schiet-technisch gebied veel te leren. Gedurende minimaal zeven vluchten wordt alles boven een schietrange uitgebreid in de praktijk beoefend. Dit gebeurt op zowel vluchten die overdag als bij nacht plaatsvinden. Vooral het onderkennen, identificeren en schieten op doelen bij totale duisternis is, met behulp van nachtzichtapparatuur in de vorm van ‘Night Vision Goggles’ (NVG), een moeilijk vakgebied. Turend door je NVG zie je namelijk alles in groen en dat is op den duur zeer vermoeiend.
De taak van doorgunner houdt daarentegen in Afghanistan niet op met alleen het bedienen van het boordwapen. Primaire taak is uiteraard het beveiligen van de helikopter tijdens de vlucht en (ont)laden van vracht en passagiers. Maar daarnaast houden ze tijdens de vlucht toezicht in de kist zelf. In het bijzonder als er niet militaire passagiers aan boord zijn. Echter, de manier van communiceren en taalgebruik aan boord van de helikopter verschilt nogal met die van binnen een luchtmobiele infanteriegroep. Dus wordt er ook aandacht besteed om op een juiste manier te reageren op de ‘calls’ van de gezagvoerder. Anderzijds zijn doorgunners voor de vliegers een extra paar ogen in de lucht. Ze houden de dode hoeken van de vliegers constant in de gaten. Zodat vliegers opmerkzaam gemaakt kunnen worden op een eventuele dreiging die vanaf de zijkanten en/of achterzijde komt. Dan, als de gezagvoerder de baas voorin is dan is de loadmaster van de KLu dat achterin de kist. De doorgunner is op zijn beurt de rechterhand van de loadmaster. Na de intel- en crew briefing gaat hij de passagiers ophalen. Nadat hij hen welkom heet geeft hij een briefing over de noodprocedures voor in het geval dat en deelt de zitplaatsen in.
Er is in Afghanistan geen dreiging van radargeleide projectielen, maar eventueel wel van infraroodgeleide raketten. Tegen bijvoorbeeld deze zogenoemde manpads, (man-portable air defence systems) maar ook tegen radargeleide wapensystemen, is zowel de Cougar als de Chinook transporthelikopter uitgerust met automatische zelfbeschermingsapparatuur. Het betreft hierbij actieve dreigingsdetectie – de zogenoemde ‘Radar Warning Receiver’ en ‘Missile Approach Warning System’ – in combinatie met zelfbeschermingsmiddelen, zoals verschillende typen ‘Flares’. Gelukkig zijn dit soort infrarood geleide luchtdoelraketten, die van de schouder kunnen worden afgevuurd, nóg niet tegen onze helikopters ingezet in het zuiden van Afghanistan. Kevlar platen op de bodem en langs de wanden moeten de van oorsprong civiele helikopter beschermen tegen vooral klein kaliber wapens (KKW), die massaal in het gebied aanwezig zijn. Iedere Afghaan is gerechtigd om bijvoorbeeld een 7,62mm AK-47 Kalashnikov geweer met enkele gevulde magazijnen in huis te hebben. Ook de ruimte tussen de ‘mount’ van de MAG 7,62mm en de helikoptervloer en deuropening, is afgeschermd door een constructie van deze kevlarplaten. Daarnaast draagt de cabinebemanning scherfvesten, terwijl de stoelen van de vliegers zijn bekleed met Kevlar. Een pantserplaat naast het hoofd van de vlieger moet dit vitale deel extra beschermen.
In het operatiegebied vliegen de Cougars vaak met zijn tweeën, zodat ze elkaar kunnen helpen in het geval er een moet landen om wat voor reden dan ook. Daarnaast vliegt er ook een AH-64D Apache gevechtsheli mee. Tijdens het vliegen wordt óf op grote hoogte, boven de zogenaamde ‘threat band’, gevlogen óf op zeer lage hoogte. Door de vlieghoogte continu te variëren wordt de voorspelbaarheid van de vlucht verkleind. Daarnaast variëren ze dagelijks, naast de aankomst- en vertrektijden, de vluchtroutes om de onvoorspelbaarheid voor mogelijke kwaadwillende zo groot mogelijk te maken. Op plaatsen als Tarin Kowt waar een grotere dreiging is, wordt bijgetankt met draaiende rotorbladen (hot refuel), dit om zo snel mogelijk weg te kunnen als dat nodig zou zijn en minder kans te lopen op storingen die zich vooral in de vliegtuigelektronica kunnen voordoen als een toestel opnieuw wordt opgestart.
Elke landing in Afghanistan is vaak een uitdaging op zich. Vooral in de zomermaanden, in de vaak zeer stoffige gebieden, is de kans op een zogenaamde ‘brown-out’ heel groot. In zo een geval zetten de vliegers de wielen neer net even voor de stofwolk ze inhaalt en het zicht volledig wordt benomen. Daarbij komt dat het stof heel fijn is en lang blijft hangen. Om de motoren te beschermen tegen zand en stof gaan de inlaten aan de voorkant dicht en wordt de lucht aangezogen via een groot aantal cycloontjes. Deze zorgen ervoor dat de deeltjes uit de lucht worden geslingerd en niet de motor kunnen bereiken.
Momenteel is doorgunner een geliefde functie bij velen. De vraag: “hoe kan ik doorgunner worden?” wordt dan ook regelmatig aan deze luchtmobiele krijgers gesteld. Maar zodra wordt uitgelegd dat ze dan eerst de rode baret moeten zien te bemachtigen – voordat ze daar überhaupt voor in aanmerking kunnen komen – haken ze over het algemeen snel af. Maar de luchtmobiele luchtverdedigers die het al zijn prijzen zichzelf gelukkig dat ze dit allemaal mee mogen maken. Enerzijds is het tweeledig wat ze doen, daar ze opgeleid zijn in het neerhalen van alles wat vliegt. Daarnaast vergt de enigszins wat lossere onderlinge omgangsvormen binnen de KLu enige gewenning van hun kant. Anderzijds vinden ze het geweldig om deel uit te maken van een helikopterbemanning die hun kwaliteiten als infanterist weten te waarderen. Want zodra ze in de lucht zijn kijken de zogenoemde zandhazen al instinctief om zich heen. Waar zouden ze terecht willen komen en wat ondernemen ze vervolgens als ze moeten uitstappen tijdens een eventuele noodsituatie. In het kort een baan uit duizenden. Doorspekt met een gezonde dosis spanning en uiteraard een beetje avontuur.
1 Comment
Jarno
8 september 2015 at 07:55In de tekst staat het volgende: “Sinds jaar en dag is deze compagnie hofleverancier van de doorgunners-pool”.
Dit is niet correct aangezien de eerste Doorgunners (periode 2001 Bosnie t/m 2005 Irak) vanuit OGRV (Klu) pelotons werden geleverd.